Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oisterwijk

Inrichtingskader van de toegang van het sociaal domein Oisterwijk 2018-2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOisterwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingInrichtingskader van de toegang van het sociaal domein Oisterwijk 2018-2020
CiteertitelInrichtingskader van de toegang van het sociaal domein Oisterwijk 2018-2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-10-2022nieuwe regeling

06-03-2018

gmb-2022-449995

Tekst van de regeling

Intitulé

Inrichtingskader van de toegang van het sociaal domein Oisterwijk 2018-2020

Inhoudsopgave

Inleiding

 

  • 1.

    Ondersteuningsstructuur sociale domein

    • 1.1.

      De ondersteuningsstructuur in Oisterwijk

    • 1.2.

      Visie op zorg en ondersteuning voor inwoners, 3D

  • 2.

    De inrichting en uitvoering van de toegang in gemeente Oisterwijk

    • 2.1.

      Ondersteuningstaken en gemeentelijke toegangstaken

    • 2.2.

      Integrale werkwijze op hoofdlijnen

    • 2.3.

      Een gezin, een plan, een regisseur

    • 2.4.

      Wie doet wat in de toegang?

    • 2.5.

      Domeinen en competenties in de toegang

    • 2.6.

      Aansturing gemeentelijke Toegangsteam

    • 2.7.

      Samenwerken en ontwikkelen in het sociaal domein

  • 3.

    Financiering en randvoorwaarden

    • 3.1.

      Financiering operationele uitvoering

    • 3.2.

      Randvoorwaarden

Bijlagen van het inrichtingskader:

Bijlage 1.1: Begrippenlijst

Bijlage 1.2: Regionaal expertise team

Bijlage 1.3: Toets wettelijke vereisten inrichting toegang mbt Jeugdhulp

 

Inleiding

Als onderdeel van de implementatie van decentralisaties Wmo, jeugdwet en Participatiewet is in 2015 de toegang tot het sociaal domein opnieuw ingericht. Belangrijk onderdeel van de nieuwe inrichting van de toegang was de oprichting van een sociaal team en de uitbreiding van de taken van het Wmo team. Deze inrichting is in 2016 geëvalueerd met alle partners in de toegang, het sociaal domein en de cliëntenadviesraden (Wmo, SSPO, WWB). De uitkomsten over de werking en de resultaten en effecten van de gekozen werkwijze en aanbevelingen zijn beschreven in de Rapportage van de schouw van de toegang tot het sociaal domein (dd 11-5-16). Vervolg hierop zijn met diverse partners van de toegang bijeenkomsten georganiseerd ten behoeve van het vormgeven van de nieuwe ondersteuningsstructuur. Bovengenoemde uitkomsten van diverse bijeenkomsten hebben begin 2017 geleid tot “het inrichtingskader van de toegang sociaal domein gemeente Oisterwijk”, vastgesteld door college (dd 31-01-2017).

 

In dit proces hebben enkele partners aangegeven samen te willen werken aan de doorontwikkeling van de toegang. Dit doen zij in een netwerkorganisatie, een samenwerkingsverband van partners in de Toegang, voortaan Toegangspartners genoemd. De Toegangspartners bestaan uit: de O3 partners (Organisatie overstijgend, Open, Ontwikkeling) bestaande uit vier organisaties (ContourdeTwern, GGD, Juvans, MEE) die in Oisterwijk werkzaam zijn én de gemeentelijke vertegenwoordigers van de toegang van het sociaal domein, afdeling Dienstverlening (DVL) team Wmo/jeugd en team Werk & Inkomen.

 

In 2017 zijn wij, de gemeente Oisterwijk, samen met de Toegangspartners aan de slag gegaan met de dooronwikkeling van de toegang van het sociaal domein. Op basis van voortschrijdend inzicht opgedaan tijdens het proces van de doorontwikkeling in 2017, de juridische adviezen en de (nieuwe) privacywetgeving, is het Inrichtingskader aangescherpt.

 

Voorliggend nieuwe “Inrichtingskader van de toegang sociaal domein gemeente Oisterwijk 2018-2020”, geeft een visie weer op de ondersteuningsstructuur van en de toegang tot individuele zorg en ondersteuning in het sociaal domein. Het is een meerjarig kader, met mogelijkheid van tussentijdse aanpassing of verlenging.

 

1. Ondersteuningsstructuur sociale domein

1.1 De Ondersteuningsstructuur in Oisterwijk

In de doorontwikkeling van het sociaal domein heeft de gemeente een versimpeling van de ondersteuningsstructuur doorgevoerd. De ondersteuningsstructuur is niet meer ingedeeld naar financierings- en subsidiestromen, maar vanuit het perspectief van de burger (centraal in het midden van het figuur).

 

 

Basisstructuur

Onder de basisstructuur vallen alle personen en diensten die samen het dagelijkse leven vormen, zoals: de partner, het gezin, familie, vrienden, (brede) school, werk, ondernemers, een vereniging, de buurt, de sportclub, de bibliotheek. De basisstructuur is laagdrempelig en voor alle inwoners van Oisterwijk, zodat zij kunnen meedoen, participeren en elkaar ontmoeten.

Onderdeel van de basisstructuur zijn óók de vrij toegankelijke voorzieningen zoals het consultatiebureau, de welzijnsorganisatie, de huisarts, het maatschappelijk werk. Dit betekent dat ook de bovengenoemde O3 partners behoren tot de basisstructuur.

 

Individuele maatwerkvoorzieningen

Een individuele maatwerkvoorziening is afgestemd op één persoon. Dit zijn voorzieningen die de gemeente betaalt uit de Wmo, de Jeugdwet of de Participatiewet en zijn niet vrij toegankelijk. In het kader van de Wmo heeft de Gemeente een wettelijke taak om een onderzoek te doen naar de voor het toekennen een maatwerkvoorziening en toewijzen daarvan. In kader Jeugdwet moet de gemeente beoordelen of iemand jeugdhulp nodig heeft en jeugdhulp toewijzen. Het kader van de Participatiewet is om iedereen met arbeidsvermogen toe te leiden naar werk. Bij voorkeur regulier werk. Voor de mensen die het op eigen kracht niet redden biedt de gemeente activeringsinstrumenten. Het participatie-/minimabeleid biedt een aantal inkomensondersteunende maatregelen.

1.2 Visie op zorg en ondersteuning voor inwoners, 3D.

De Wmo, Jeugdwet en Participatiewet

De kern van de drie wetten is dat iedereen naar vermogen meedoet. De aanpak is in de basis hetzelfde (ook al gelden er andere juridische regimes, processen en/of instrumentaria). Samengevat zijn de doelen:

  • zelfredzaamheid; wat kan inwoner zelf of met hulp vanuit zijn/haar omgeving oplossen;

  • mensen die (kunnen) meedoen in de maatschappij;

  • inzet op algemene vrij toegankelijke voorzieningen en het terugdringen van specialistische zorg en individuele maatwerkvoorzieningen;

  • integratie van het sociaal domein, van deel- naar integrale oplossingen, het huishouden centraal, één gezin, één plan, één casusregisseur.

  • en dat alles binnen een financiële taakstelling.

In de Wmo nota ‘vertrouwen en verbinden’ (dd 13-03-2014) heeft de gemeenteraad gesteld dat wij een netwerkgemeente willen zijn, waarbij de gemeente samen met de inwoners, de maatschappelijke organisaties en bedrijven verantwoordelijkheid neemt voor de opgave waar we voor staan in het sociaal domein. In het beleid, zoals beschreven in beleidsplan 2017-2018 “Samen ontwikkelen in het sociaal domein 2017-2018” en dat voor de decentralisaties (Wmo, de Jeugdwet, de Participatiewet) is ontwikkeld, wordt gestreefd naar een integrale werkwijze.

Door vanuit dezelfde doelstellingen en brede blik te werken worden zaken voor de inwoner, waar nodig, meer in samenhang georganiseerd. De hulpvraag en de complexiteit van de situatie, zijn bepalend voor de mate van integraliteit die nodig is. Kleine problemen, blijven klein en worden gelijk opgepakt. Grote problemen pakken we meer in samenhang op. Zo verbinden we bijvoorbeeld vanuit een brede blik “Wmo en participatie”. Om inwoners duurzaam aan het werk te krijgen moeten soms eerst alle voorliggende problematieken opgelost worden, (met behulp van bijv. de inzet van Wmo-voorzieningen) alvorens de situatie stabiel genoeg is om te kijken naar werk.

 

Dit betekent niet dat we de informatie die verzameld is bij de uitvoering van de ene wet, zomaar kunnen gebruiken bij de uitvoering van een andere wet. Wij gaan zorgvuldig met informatie van inwoners om, vragen toestemming aan de inwoner en/of indien nodig of wenselijk wordt de vraag van de inwoner overgedragen. We respecteren de privésfeer van inwoners.

 

Goed voor elkaar: ondersteuning en zorg bieden we gezamenlijk

Inwoners zelf, sleutelfiguren in de wijk, vrijwilligers en mantelzorgers vormen, naast de voorzieningen en ondersteuning vanuit maatschappelijke organisaties, een belangrijke basis bij de zelfredzaamheid van inwoners. De samenhang en samenwerking tussen deze spelers is hierbij essentieel. Vrijwilligers en mantelzorgers zijn in toenemende mate nodig om inwoners te ondersteunen in hun zelfredzaamheid en kwaliteit van leven te bieden. Dit geldt ook voor de organisaties in de basisstructuur zoals onderwijsinstellingen, de (vroeg)schoolse en voorschoolse voorzieningen, de woningcorporatie, de politie, de welzijnsorganisaties, de huisarts, consultatiebureau en andere organisaties. Zij signaleren behoeften, verwijzen, leveren informatie over mogelijkheden tot ondersteuning in de basisstructuur zelf en leveren een bijdrage aan de uitvoering van deze ondersteuning.

 

Als het de inwoners niet lukt om het probleem op te lossen met eigen kracht of directe omgeving, kunnen inwoners van de gemeente Oisterwijk een beroep doen op deze maatschappelijke organisaties. Deze organisaties leveren voorzieningen en diensten die gericht zijn op preventie en ondersteuning van de inwoner en zijn sociale netwerk en zijn vrij toegankelijk.

Als blijkt dat problemen niet opgelost kunnen worden, middels eigen kracht of met behulp van eerder genoemde vrij toegankelijke voorzieningen, dan kan de inwoner een hulpvraag voor individuele ondersteuning ofwel maatwerkvoorziening indienen bij de gemeente.

 

Hiermee geeft de gemeente invulling aan haar taken op het gebied van de Wmo, de Jeugdwet, de Participatiewet en het versterken van de basisstructuur. Zij neemt, deze taken samen op met de Toegangspartners werkzaam in Oisterwijk. Dit zijn: Juvans, MEE regio Tilburg, Contour de Twern (CdT), GGD en de teams WMO/jeugd en Werk & Inkomen van de gemeente Oisterwijk. Zij vormen, samen met de wijkverpleegkundigen (van Thebe), de toegang voor individuele zorg en specialistische ondersteuning in de gemeente Oisterwijk.t vervolg bepaalt:

2. De inrichting en uitvoering van de toegang in Oisterwijk

De Gemeente Oisterwijk wil dat de medewerkers van de Toegangspartners goed op elkaar zijn ingespeeld en integraal samenwerken. Daarnaast wil de gemeente ook dat er maximaal gebruik wordt gemaakt van de hele basisstructuur bij de ondersteuning van de inwoners.

 

We gaan slimmer (samen)werken, vooralsnog zonder nieuwe “loketten”, “toegangen” of “voordeuren”. Ongeacht de “voordeur” waar de inwoner binnen komt of de vraag stelt, gaat een medewerker in gesprek, kijkt en luistert met een brede blik (Quick scan). Het achterliggende idee is dat de inwoner en de medewerker van de Toegang gezamenlijk bepalen welke ondersteuning nodig is. Het motto daarbij is ‘gewoon waar het kan, speciaal waar het moet’. In alle gevallen wordt ingezet op de zelfredzaamheid van burgers met maximale inzet van het eigen netwerk en algemeen vrij toegankelijke voorzieningen.

Door het samenwerkingsverband van de vijf bestaande organisaties van de Toegangspartners, efficiency in de overlegstructuur en het leren van elkaar, wordt de hulpvraag van inwoners, op de juiste grond én met toestemming van de inwoner, indien nodig overgedragen naar elkaar. Indien er vanuit de ondersteuning van een van de Toegangspartners blijkt, dat er meer nodig is, kan opgeschaald worden. Dit sluit aan bij de principes van de één regisseursfunctie. Immers de (gemandateerde) medeweker kan dit zelf, met toestemming van de inwoner, via de gemeente regelen (zie onderstaand proces).

 

Voor alle partners in de basisstructuur, maar ook voor de (gecontracteerde) zorgaanbieders of andere specialistische voorzieningen is er een contactpersoon vanuit de toegang. De toegang is goed bereikbaar via mail of telefonisch.

2.1 Ondersteuningstaken en gemeentelijke “toegangstaken”

De medewerkers van de Toegangspartners zijn bekend met en in de wijken van Oisterwijk, waar zij al samenwerken met de basisstructuur o.a. de huisartsen, wijkagent, woonconsulenten en leerkrachten. Zij staan dichtbij de inwoners, zijn direct toegankelijk (via eigen toegang) en zijn verantwoordelijk voor alle individuele hulpvragen van inwoners in de gemeente Oisterwijk1.

 

De medewerkers van de toegang hebben ieder hun eigen specialisme. Zij zijn een T-professional: specialist (vanuit de moederorganisatie) en een generalist op de brede uitvraag. Niet iedere medewerker hoeft alles te kunnen of heeft dezelfde taken. Dit is afhankelijk van de specifieke expertise van de persoon en de moederorganisatie waar de medewerker in dienst is.

We onderscheiden twee hoofdtaken in het samenwerkingsverband van de Toegangspartners:

 

Ondersteuningstaken

Ondersteuning bieden op basis (van de activiteiten en criteria) van de subsidieregeling lichte ondersteuning (MEE/Juvans), de subsidieregeling basisstructuur (CdT) en gemeenschappelijke regeling GGD en Zorgverzekering (Thebe). Deze ondersteuning is vrij toegankelijk2.

 

Gemeentelijke (Toegangs)taken:

Wmo/jeugdwet:

  • Integraal onderzoek bij een melding in het kader van de Wmo en Jeugdwet individuele maatwerkvoorziening (onderzoek in de zin van de wet), opstellen van een plan van aanpak, indien nodig doorleiden naar maatwerk- of specialistische voorziening en afstemming met aanbieder over de te behalen resultaten en bijhorende inzet (incl. out of the box maatwerk);

  • Casusregisseur: regie over het traject, evaluatie van geboden ondersteuning en/of maatwerkvoorziening en de borging van nazorg;

  • Consultfunctie voor partijen uit de vrij toegankelijke voorzieningen en vice versa mbt mogelijke inzet van deze voorzieningen (preventief handelen);

  • Leggen en onderhouden van relaties met partijen buiten het team (juist mbt minder vanzelfsprekende of andere inzet van (goedkope) voorzieningen.

Participatiewet:

  • Beoordelen recht op uitkering levensonderhoud (rechtmatigheid)

  • Inwoners bemiddelen naar vormen van vrijwilligers werk en op basis van arbeidsvermogen plaatsen op reguliere (duurzame) arbeid, baanafspraken of beschut werk (doelmatigheid).

2.2 Integrale werkwijze op hooflijnen

 

Om de verbinding tussen de ondersteuningstaken en de “gemeentelijke toegangstaken” te bewerkstellingen is afgesproken dat we eenzelfde werkwijze hanteren.

Als een burger met een hulpvraag zich meldt, maakt de medewerker van een van de vijf de Toegangspartners samen met de burger een Quickscan (QS), waarmee de leefgebieden en mate van zelfredzaamheid in beeld worden gebracht. Na het invullen van de QS wordt in samenspraak met de burger het volgende besluit genomen:

 

Hulpvraag

  • Verwachting is dat de hulpvraag kan worden beantwoord door de professional zelf en/of door ondersteuning van maatschappelijke organisaties die vrij toegankelijk zijn. Professional zorgt voor de betreffende verbinding tussen de partijen. Indien nodig vindt een overdrachtsmoment plaats richting een professional die het best aansluit bij de problematiek van de inwoner/cliënt.

  • Mocht tijdens traject indruk bestaan dat er meer nodig is, dan kan altijd een hulpvraagmelding (mbv meldingsformulier) worden gedaan bij gemeente.

Hulpvraag / Melding gemeente

  • Verwachting is dat de hulpvraag niet (geheel) opgelost kan worden door inzet binnen de basisstructuur. In dat geval vindt een integrale vraaganalyse plaats om te komen tot een Plan van Aanpak. We hanteren hierbij een zelfde werkwijze: integrale vraaganalyse (IvA)- Plan van aanpak (PvA)3. Extra check bij kinderen en veiligheid in het gezin4.

Dit proces op hoofdlijnen geldt ook voor de medewerker van Werk en Inkomen, waarbij het instrumentarium enigszins afwijkt. Medewerkers Werk en Inkomen hanteren wel de Quick Scan.

In plaats van IvA en PvA, worden soortgelijke analyses en plannen opgesteld, zijnde de Szeebra diagnose/analyse, trajectplannen re-integratie/participatie en rapportage mbt rechtmatigheidsbeoordeling Participatiewet.

 

Beschikking

De uiteindelijke verlening van de beschikking5 wordt afgegeven door een persoon in dienst van de gemeente. De gemeente is eindverantwoordelijk voor de rechtmatige verstrekking van individuele maatwerkvoorziening (Wmo/jeugd), een uitkering of bijzondere bijstand (Participatiewet).

2.3 Eén gezin, één plan, één casusregisseur

Regie is het zelfbeschikkingsrecht en de eigen verantwoordelijkheid van de inwoner (en zijn netwerk) binnen het hulpverleningstraject. De inwoner voert natuurlijk de regie voor zover dit in zijn vermogen ligt, zo nodig met ondersteuning van een casusregisseur6. Regie is (hoe beperkt ook) altijd aan de orde.

 

We werken in de gemeente Oisterwijk vanuit het principe één gezin, één plan, één casusregisseur. De casusregisseur is gedurende het hele traject aanspreekpunt voor de inwoner als het gaat om het de casus, dus niet om de inhoudelijke geleverde zorg (=coördinatie7). Dit traject houdt het volgende in: opstellen samenhangend integraal Plan van Aanpak; consultatie en advies vragen en geven; bepalen óf (vervolg) coördinatie nodig is, en wie dat doet, in gang zetten van de hulp; zorgen voor informatieoverdracht; als aanspreekpunt fungeren voor cliënt en hulpverleners; houdt samen met de inwoner de vinger aan de pols; het bewaken van de voortgang integraal PvA; Afschalen en/of afsluiten van hulp/ondersteuning; Evaluatie PvA.

 

We sluiten casussen (gemeld) bij de gemeente niet (volledig) af, maar ook de monitoring, evaluatie en nazorg wordt belegd bij de casusregisseur. Dat betekent dat alle casussen in principe in de caseload blijven totdat de eindevaluatie is gedaan. De casusregisseur evalueert samen met de inwoner het plan van aanpak, en kijkt of resultaat bereikt is en de cliënt tevreden is met kwaliteit van de geleverde zorg of ondersteuning. Afhankelijk van wat is afgesproken met de inwoner en/of bij twijfel of inwoner zelf de regie kan voeren, neemt de casusregisseur contact op voor de evaluatie. Bij de evaluatie wordt ook de evaluatie van de zorgaanbieder meegenomen.

 

Als de aanpak van de problematiek vereist dat de inwoner(s) buiten Oisterwijk worden behandeld, dan zal de casusregisseur, ook buiten de regio opereren. Die verantwoordelijkheid komt voort uit het wettelijk vastgelegde principe dat de gemeente krachtens het woonplaatsbeginsel verantwoordelijk is voor iedere inwoner die ergens anders dan in de eigen gemeente wordt geholpen.

2.4 Wie doet wat in de toegang?

Medewerkers van MEE en Juvans kunnen zowel ondersteunings- als gemeentelijke toegangstaken (Wmo/jeugd) uitvoeren. Dit biedt medewerkers meer mogelijkheden om zelf dingen aan te pakken en zo kleine problemen klein te houden.

De medewerkers hebben een mandaat in de toegang (zoals bedoeld in de Wmo en de Jeugdwet). Dit mandaat betekent dat zij het verzoek van een burger tot individuele ondersteuning samen met de inwoner voorbereiden (melding), onderzoek uitvoeren (zoals bedoeld in de Wmo en de Jeugdwet), een IvA en een PvA opstellen, ze geven een zwaarwegend advies af.

 

Medewerkers van de gemeente voeren daarentegen alleen gemeentelijke taken uit.

Medewerkers Wmo/jeugd voeren toegangstaken op gebied van Wmo/jeugdwet uit8.

Alle participatiecoaches en klantmanagers van Werk & Inkomen voeren taken uit op gebied van de Participatiewet en daaraan gelieerde wetgeving. Zij hebben een verbindende rol ten behoeve van de inwoner (een cliënt, een plan, een regisseur). Zij leveren informatie aan en halen informatie op in het toegangsteam wanneer daar aanleiding toe is om inwoners duurzaam aan het werk te krijgen. Dit gebeurt op het terrein van inkomen, uitkering en bijzondere bijstand regelingen in het algemeen, arbeidsdiagnostiek, matching op (vrijwilligers)werk en sollicitatietrainingen en/of re-integratie trajecten en mét toestemming van de inwoner op casuïstiekniveau. Ze worden betrokken bij de brede deskundigheidsbevordering van de toegang.

 

Enkele medewerkers van ContourdeTwern hebben een spil functie als het gaat om samenwerking in de basisstructuur en de inzet van informele ondersteuning. Zij hebben geen toegangstaak. Zij nemen worden betrokken bij de brede deskundigheidsbevordering van de toegang en nemen deel aan casusoverleg, als inwoner hier toestemming voor geeft.

 

Medewerkers van GGD hebben een spil- en signaleringsfunctie als het gaat om samenwerking en afstemming jeugdgezondheidszorg zoals jeugd(arts), onderwijs, scholen, schakelfunctionaris. Zij hebben (nog) geen toegangstaak. Dit wordt in de doorontwikkeling meegenomen. Zij nemen deel aan casusoverleg (met toestemming van client) en worden betrokken bij de brede deskundigheidsbevordering van de toegang.

 

Thebe levert de capaciteit voor wijkverpleegkundige. De wijkverpleegkundige wordt gefinancierd door de zorgverzekeraar. De wijkverpleegkundige denkt mee bij het opstellen van een integraal plan van aanpak, incl. de toeleiding naar intensieve ondersteuning (van m.n. kwetsbare ouderen). Daarnaast heeft zij een belangrijke schakelfunctie naar de huisarts en vice versa.

2.5 Domeinen en competenties van de Toegang

Competenties in het team

De Toegangspartners leveren de specialistische kennis voor de beoordeling of en welke vorm van ondersteuning nodig is. De medewerkers blijven in dienst van de moederorganisatie. Het aantal fte zal verdeeld worden over de verschillende terreinen van expertise, die noodzakelijk worden geacht om een antwoord te kunnen geven op de verschillende hulpvragen in het sociaal domein. Te weten Jeugd(zorg), Thuis/Gezinssituatie, Maatschappelijke ondersteuning, Zorg en veiligheid9, Huisvesting, Financiën /Schuldhulpverlening, Gezondheid (Wijkverpleegkundige), Participatie.

Samenstelling wordt dus bepaald door de aard van de vragen. De moederorganisaties zorgen ervoor dat benodigde expertise in team aanwezig is. Dit betekent dat het team een wisselende samenstelling kan hebben bij de werkverdeling, het vakoverleg of individuele casus bespreking. Dit is afhankelijk van de door de inwoners gestelde hulpvraag, het profiel van de medewerker en ontwikkelingen in het sociaal domein.

Casusbespreking beperkt zich niet alleen tot de medewerkers van de Toegangspartners. Op verzoek van de inwoner en/of casushouder kunnen ook andere partners uit de basisstructuur zoals bijvoorbeeld een medewerker van CdeT, een dementieconsulent of een medewerker van Leystromen betrokken worden.

 

Alle medewerkers kijken breed, stimuleren de eigen kracht en mogelijkheden van mensen en de inzet van hun eigen netwerk en voorzieningen in de basisstructuur. Zij voldoen aan het profiel met kerncompetenties10. Ze zijn kostenbewust, zijn bekend met de relevante wetten, beleidskaders, besluiten en beleidsregels (Wmo, Participatie en Jeugdhulp) en zetten deze rechtmatig en passend in. Daarnaast vragen we de medewerkers om ook “out off the box” te denken, en om indien nodig een “out off the box maatwerkvoorziening” in te zetten.

 

Iedere medewerker is aanspreekbaar op de integrale werkwijze, moet operationele aansturing van leidinggevende en werkwijze met betrekking tot gemeentelijke toegangstaak erkennen. Medewerkers committeren zich aan de visie en doelen van het sociaal domein van de gemeente Oisterwijk (ongeacht visie, motto of werkwijze van de moederorganisatie). Naast de manager en leidinggevende, sturen ook de managers van moederorganisaties hierop.

 

Competenties en toekomstige ontwikkelingen

Het team wordt ingericht om de toekomstige ontwikkelingen aan te kunnen op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de jeugdwet en Participatiewet en de “afschaling” van bijvoorbeeld de gecertificeerde Instellingen.

De omvang en/of complexiteit in een betreffend gebied/wijk is een belangrijke indicator voor de hoeveelheid aan noodzakelijke onderlinge interacties binnen het toegangsteam. Bij zwaardere problematiek vraagt dit adequate ondersteuning van meerdere disciplines. Een goed functionerend team, met competente medewerkers is dus een voorwaarde!

 

Het is van belang dat de medewerkers als een volwaardig team, met goed op elkaar ingespeelde teamspelers, functioneert. Er is sprake van een “wij” gevoel. Wij willen dat in de gemeente Oisterwijk een team functioneert dat elkaar regelmatig ziet, actief met elkaar samenwerkt (los van alleen digitaal "spreken”) en van elkaar leert.

Hierbij dienen opleiding en ontwikkelprogramma’s (zoals de brede uitvraag, “out of the box denken” en eenduidig gebruik instrumentaria) en intervisie, casuïstiek- en teamoverleg meegenomen te worden. De intensiteit en frequentie kan voor de medewerkers verschillen en mogelijk afhankelijk zijn van de competenties of werkzaamheden die medewerker al dan niet eerder in toegang vervulde.

 

Competenties in de schil rondom het team

Niet alle domeinen zijn in het team belegd, maar als schil rondom het team. Met partners die in de schil zitten wordt de afstemming en samenwerking tussen de verschillende domeinen versterkt zonder dat diezelfde domeinen binnen het team zijn gepositioneerd. Dit zijn de volgende:

 

  • Op dit moment wordt praktijkondersteuner jeugd GGZ (POH jeugd GGZ), ingezet bij het team en bij huisartsen. De POH Jeugd GGZ maakt geen direct onderdeel uit van het team, maar is ondersteunend aan de medewerkers van het team. Er kan gebruik gemaakt worden van zijn expertise.

  • Een medewerker vanuit Jeugdbescherming is ook aangehaakt bij het team.

  • De procesregisseur kan ingeschakeld worden bij complexe casussen waar zorg en straf in geding zijn. Denk hierbij aan casussen die ‘afgeschaald’ worden vanuit het Zorg- en Veiligheidshuis en/of zware overlast casussen in de gemeente Oisterwijk.

    De procesregisseur neemt de casus van de casushouder niet over, maar heeft een coachende rol. De procesregisseur legt de nodige verbindingen met strafrechtelijke partners zoals politie en justitie en de inzet van bestuursrechtelijke maatregelen.

  • Soms hebben de professionals hulp nodig van zorgaanbieders of vakspecialisten om tot een goed plan van aanpak te komen. Deze laatste kunnen in het regionaal expertise team worden geraadpleegd (zie bijlage 1.2).

  • Verbinding met het onderwijs en leerplicht onder andere door de schakelfunctionarissen en leerplichtambtenaar.

2.6 Aansturing gemeentelijke Toegangsteam

De Toegangspartners hebben een manager aangesteld, die kan optreden namens de Toegangspartners, als verantwoordelijke naar de opdrachtgever. Daarnaast is er een functioneel leiding gevende die het team op de toegangstaken aanstuurt. Ze werken beide voor de Oisterwijks Toegang vanuit de visie en uitgangspunten van de opdrachtgever.

 

Manager

Er is één manager die namens de Toegangspartners, aanspreekpunt is voor de opdrachtgever. De manager stuurt op afspraken over de toegang, draagt zorg voor de facilitering en de rand voorwaardelijke zaken van het team en heeft verbindende rol naar externe partners van het team. Is eindverantwoordelijk voor de functionele aansturing van het team.

 

Functioneel leidinggevende11

De leidinggevende stuurt het team (op de toegangstaken) functioneel aan. Zit het teamoverleg voor, ondersteunt in reflectie en intervisie tussen professionals en beschikt over doorzettingsmacht12. Is zich bewust van de financiële kaders en denkt waar nodig mee met gemeente over uitnutting. Daarnaast draagt de leidinggevende bij aan de doorontwikkeling van het team, de toegang en de ondersteuningsstructuur en begeleidt het team naar resultaatverantwoordelijk medewerkers.

 

De manager en de leidinggevende krijgen, een sterkere positie met betrekking tot de kwaliteit en continuïteit van het team. Onder kwaliteit en continuïteit van het team verstaan we de volgende thema’s:

 

  • Inzet van medewerkers voor teamactiviteiten (incl. voor teambuilding)

  • Afstemming verlof opname en vervanging bij verlof / ziekteverzuim

  • Stellen van eisen aan deskundigheidsbevordering / scholing medewerkers moederorganisatie;

  • (niet) naleven kwaliteitseisen jeugdhulp (meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, meldplicht calamiteiten en geweld en klachtenbehandeling);

  • Competenties van medewerkers (functioneren en werving & selectie);

  • Wettelijk handelen van medewerkers.

De manager en functioneel leidinggevende kunnen een zwaarwegend advies afgeven, aan de managers van de moederorganisaties, zodat de noodzakelijke inzet van medewerkers binnen het team kan worden gegarandeerd. Maar ook bij functionerings- en beoordelingsgesprekken en bij werving en selectie. Dit betekent dat, bij het niet voldoen aan de competenties (zie 2.5) en/of gebleken disfunctioneren van een medewerker, de manager en functioneel leidinggevende, aan de moederorganisatie dwingend kan vragen om een nieuwe medewerker in te zetten. Bij deze werving, selectie en beoordeling geeft de manager een zwaarwegend advies. De hiërarchisch leidinggevende13 van de moederorganisatie, moet bij afwijking van dit advies een en ander beargumenteren.

2.7 Samenwerking en ontwikkelingen in het sociaal domein

Medewerkers in de toegang moeten een coöperatieve houding aannemen met betrekking tot samenwerking en doorontwikkeling van het sociaal domein.

 

Dit betekent dat de medewerkers maximaal gebruik maken van de organisaties in de basisstructuur ten behoeve van de zelfredzaamheid van de inwoner. Dit betekent dat extra ingezet moet worden op bekendheid en samenwerking van zowel informele als formele ondersteuning. Denk aan respectievelijk de ouderenorganisaties, mentorhulp, dementieconsulenten als de huisarts.

 

Ook de samenwerking met de aanbieders van maatwerkvoorzieningen gaan we verder versterken. Denk aan de diverse zorgaanbieders, WSD. Maar ook centrum gemeente Tilburg met betrekking tot de Regionale Jeugdhulp en Wmo, Veilig thuis, Zorg en Veiligheidshuis (ZvH), Gecertificeerde Instelling (GI).

 

Daarnaast dient meegewerkt te worden aan diverse pilots die implementatie van nieuw beleid en/of innovatie bewerkstellingen. Denk aan “out of de box maatwerkvoorziening” en de implementatie van het regionaal resultaatgericht inkoopsysteem Wmo of jeugd. De uitvoeringsprogramma’s van de Regionale Strategische Meerjaren Agenda Hart van Brabant en de afspraken met de WSD, zijn hierbij onder andere leidend.

3. Financiering en Randvoorwaarden

3.1 Financiering operationele uitvoering toegang.

O3 partners

Wij vragen aan MEE en Juvans een gezamenlijke subsidie aanvraag in te dienen voor de activiteiten vallend onder de subsidieregeling Lichte ondersteuning. Via deze subsidie worden de medewerkers ingezet voor het uitvoeren van de ondersteuningstaken en toegangstaken. En de leidinggevenden voor de aansturing van het team.

 

Wij vragen ContourdeTwern een subsidie aanvraag in te dienen voor de activiteiten vallend onder de subsidieregeling de basisstructuur. Via deze subsidie worden enkele medewerkers ingezet om zorg te dragen dat de samenwerking met én gebruik van de basisstructuur (meer) tot stand komt.

 

GGD voert taken uit voor de gemeenschappelijke regeling, levert o.a. jeugdarts en- verpleegkundige op scholen / consultatiebureau. Hierover worden aparte afspraken in de plustaken gemaakt, die bijdragen aan het behalen van de doelen van het sociaal domein.

 

Thebe

De wijkverpleegkundige gefinancierd door de zorgverzekeraar. De inzet van de wijkverpleegkundige blijft behouden, maar is minder (10 ipv 16 uur). Wijkverpleegkundige zal zich inzetten op haar eigen expertise, met name ouderen in kwetsbare situaties. Daarnaast denkt de wijkverpleegkundige mee in de preventieve sfeer en is ‘linking pin’ naar huisarts en vice versa.

 

Afdeling Dienstverlening gemeente

De afdeling dienstverlening, levert als toegangspartner, de huidige formatie aan medewerkers van team Wmo/jeugd tbv de toegangstaken Wmo/jeugd.

Alle participatiecoaches hebben een verbindende rol ten aanzien van casuïstiek en informatie-uitwisseling.

3.2 Randvoorwaarden

Vanaf 2018 willen we dat de ondersteuningsstructuur en daarmee de toegang tot individuele maatwerkvoorzieningen in Oisterwijk op orde is. Dit betekent dat we ook moeten zorgen dat de randvoorwaarden op orde zijn. Dit betekent zowel een ontwikkelopgave voor de gemeente Oisterwijk als voor de Toegangspartners.

  • A.

    Monitoring tbv creëren kosten bewust zijn

    Het team draagt bij aan de doelen van de drie decentralisaties van het sociaal domein. Hierbij sluiten we aan bij de door de raad vastgestelde doelen, deze zijn kader stellend.

    • Management informatie gemeente, monitor sociaal domein

    • managementinformatie O3 partners

    • Waar staat je gemeente?

  • B.

    ICT / registratie

    • a.

      Medewerkers (met mandaat in de toegang) registreren het gemeentelijk toegangsproces in het software systeem van de gemeente: de Quick scan - integrale vraaganalyse- Plan van aanpak (incl. ondersteuningsplan met concrete invulling zorgaanbieder).

    • b.

      Taken die de partner vanuit zijn eigen expertise uitoefent, zijnde niet gemeentelijke toegangstaken, registreert hij/zij in de moederorganisatie.

      Doorontwikkeling met betrekking tot meer eenduidige en vergelijkbare gegevens moet plaatsvinden.

    • c.

      Processen, werkinstructies formats etc. zijn in het kader van opdracht-nemerschap ingericht waardoor ze efficiënt en niet bureaucratisch zijn.

  • C.

    Privacy, persoonsgegevens , beveiliging, veiligheid

    Gemeente Oisterwijk wil zorgdragen voor goede bescherming van persoonsgegevens en zorgvuldigheid bij gegevensdeling volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

    De toegangspartners moeten de activiteiten zoals benoemd in ‘het inrichtingskader toegang sociaal domein 2018-2020’ en de jaarlijkse ontwikkelopgave volgens het privacy convenant gemeente Oisterwijk uit te voeren. De Toegangspartners voldoen aan alle relevante wetten (incl. suwi) en regelgeving op het gebied van gegevensbescherming, beveiliging, beheer en opslag en uitwisseling in het kader van de Toegangstaken. De werkprocessen, instructies en administratieve organisatie voldoen eveneens aan alle relevante wetten en regelgeving op dit terrein. De Toegangspartners zetten actief in op bewustwording en deskundigheid op dit gebied. Het team past het privacy protocol toe en professionals dienen te werken met het sociale calamiteiten protocol.

  • D.

    Deskundigheidsbevordering mbt Toegangsproces: in overleg te bepalen.

  • E.

    Kwaliteit: Toegangspartners dragen, vanuit de moederorganisatie, zorg voor kwaliteit en continuïteit van medewerkers in het Toegangsproces.

  • F.

    Vertrouwenspersoon en clientondersteuning

    Samenwerken met de door gemeente ingestelde vertrouwenspersoon en in de gemeente werkzame onafhankelijke clientondersteuners.

  • G.

    Dienstverleningsconcept Gemeente

    In het toegangsproces wordt gehandeld volgens het dienstverleningsconcept van de gemeente: Alert, Aandacht, Actief. Toegangspartners ontvangen hierover instructie.

  • H.

    Communicatie/ bekendheid / bereikbaarheid

    • a.

      Communicatie over nieuwe werkwijze

      • Diverse communicatie middelen worden door opdrachtgever en Toegangspartners ingezet

      • Websites: relevante informatie wordt opgenomen op websites van Toegangspartners en gemeente

      • Herkenbaarheid en uiting van de Toegangspartners.

    • b.

      Calamiteiten en communicatie (protocol):

      professionals dienen te werken met het sociale calamiteiten protocol.

    • c.

      Bereikbaarheid

      Voor alle partners in de basisstructuur, maar ook voor de (gecontracteerde) zorgaanbieders of andere specialistische voorzieningen is er een contactpersoon en de toegang is goed bereikbaar via mail of telefonisch.

  • I.

    Informatie

    • a.

      Wij gaan ervan uit dat de toegangspartners zelf in bezit zijn van een sociale kaart en deze onderling delen. In 2018 gaat de gemeente Oisterwijk een visie ontwikkelen hoe hiermee verder te gaan. Dit in nauw overleg met Toegangspartners.

    • b.

      Toegangspartners nemen deel aan de informatiebijeenkomsten voor alle betrokken partijen zowel de basisstructuur als gecontracteerde partijen tbv bevorderen samenwerking.

 

Bijlage 1.1: Vrij vertaalde begrippenlijst14

  •  

  • Basis(voorzieningen)structuur: Met de basisstructuur doelen we op alle personen, voorzieningen en -diensten die samen het dagelijkse leven van mensen vormen: het gezin, familie, vrienden, school, werk, een vereniging, de buurt, de sportclub. Deze voorzieningen en diensten zijn gericht op preventie en ondersteuning van de inwoner en zijn/haar sociale netwerk.

    Onderdeel van de basisstructuur zijn óók de vrij toegankelijke voorzieningen zoals het consultatiebureau, de welzijnsorganisatie, de huisarts of het maatschappelijk werk.

  • Informele Zorg: Hulp of ondersteuning geleverd door mantelzorgers en vrijwilligers.

  • Algemene toegankelijke voorzieningen: Algemene voorzieningen zijn er voor alle burgers. Algemene voorzieningen zijn laagdrempelige diensten of faciliteiten die zijn bedoeld voor burgers die tot een bepaalde doelgroep behoren. Denk bijvoorbeeld aan maaltijdservice, activiteiten in het wijkcentrum, een boodschappenservice, maatschappelijk werk of consultatiebureau.

  • Beschikking: Schriftelijke besluit van het college op aanvraag hulp/ondersteuning van een inwoner waarin staat of een maatwerk-/individuele voorziening wordt toegekend

  • Gecertificeerde instelling (GI): Rechtspersoon die in het bezit is van een certificaat of voorlopig certificaat als bedoeld in artikel 3.4 en die een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering uitvoert.

  • Individuele maatwerkvoorzieningen: Een individuele maatwerkvoorziening is afgestemd op één persoon. Dit zijn voorzieningen die de gemeente betaalt uit de Wmo, de Jeugdwet of de Participatiewet.

  • Bovenlokale zorg: hieronder valt specialistische jeugdzorg die door de regeling Hart voor Brabant wordt ingekocht, zoals specialistische jeugd-ggz, gesloten jeugdzorg, jeugdreclassering, jeugdbescherming. Maar ook de sociale werkvoorziening, het regionaal werkbedrijf, Veilig Thuis en het Zorg en veiligheidshuis.

  • QuickScan: Korte vraaganalyse (regionaal instrument) van professionals naar aanleiding van een vraag of signaal van een inwoner / klant met betrekking tot hulp of ondersteuning

  • Integrale Vraaganalyse: Indien uit de QuickScan blijkt dat er een hulpvraag / melding gemeente is wordt deze vraag verder uitgewerkt in de Integrale Vraaganalyse. Hier worden samen met de klant de problemen in kaart gebracht en de te behalen resultaten of doelen geformuleerd.

  • Plan van Aanpak: Op basis van een integrale vraaganalyse wordt samen met de klant een (Integraal) Plan van Aanpak (IPA) opgesteld. Het plan van aanpak bevat de afspraken die samen met de klant zijn gemaakt over de te behalen doelen en de inzet (eigen kracht, het sociale netwerk en / of professionals, ondersteuning en zorg) die nodig is om de gewenste resultaten te bereiken

  • Suwi: Wet Structuur uitvoeringsorganisatie Werk & Inkomen

 

Bijlage 1.2: Regionaal expertise team

 

Soms hebben de professionals hulp nodig van vakspecialisten om tot een goed plan van aanpak te komen. Hiervoor is een regionaal expertpool opgericht die kan helpen bij:

 

  • 1.

    Bepalen van de aard en de zwaarte van de problematiek van persoon of gezin. Bijvoorbeeld bepalen wat de aard en de zwaarte van verstandelijke/psychiatrische beperking is en welke invloed dit heeft op het bereiken van de resultaten (werk, zelfstandig huishouden voeren etc).

  • 2.

    Advies over de volgorde van de beste aanpak van problemen, met een beslissing over wie de casusregisseur moet zijn.

  • 3.

    In het regionaal beleidskader jeugd is afgesproken dat bij het inzetten van specialistische hulp, altijd vakspecialistische expertise moet worden betrokken.

  • 4.

    Bij verschil van inzicht tussen verschillende professionals of tussen de generalist en 2e lijns specialisten, wordt het (regionaal) expertiseteam gevraagd een onafhankelijk advies te geven.

Adviezen die om een verdergaande medische diagnose vragen, worden niet voorgelegd aan het expertiseteam, maar, zoals gebruikelijk, voorgelegd aan de huisarts.

 

Bijlage 1.3: Toets wettelijke vereisten inrichting toegang mbt Jeugdhulp

 

Het Toegangsteam Oisterwijk vormt de toegang tot ondersteuning en hulp. In het kader van de Jeugdwet is een aantal eisen gesteld aan de toegang op het gebied van de inrichting en uitvoering (professioneel kader en kwaliteit). Dit zijn de volgende:

 

Inrichtingsvereisten en uitvoeringsaspecten

Geborgd via

In het kader van toegankelijkheid

Toegang tot jeugdhulp is op een laagdrempelige en

herkenbare manier georganiseerd.

Werkwijze team en aansluiting basisstructuur.

In kader van crisis

In crisissituaties is er 24/7 bereikbaarheid

Regionale afspraken Crisisinterventie team (CIT)

In het kader van toegang tot individuele voorzieningen

  • Toegang wijst Jeugdige en het gezin op de mogelijkheid om eerst zelf een familiegroepsplan op te stellen.

  • Toegang zet passende hulp in of vliegt specialistische hulp in

  • Er is een ‘aanjager ‘aangewezen die collega’s ondersteunt en adviseert in het toepassen van de regionale inkoop Jeugd.

  • Medewerkers zijn ambassadeurs van het resultaatgerichte denken.

Werkwijze team en mogelijkheid tot inzet regionaal expertiseteam

In het kader van norm verantwoorde werktoedeling

  • Medewerkers werken aantoonbaar volgens de norm verantwoorde werktoedeling (NvVW)15, uitgewerkt in Het Besluit Jeugdwet16.

  • Medewerkers die zaken ihkv de Jeugdwet oppakken zijn opgenomen in het kwaliteitsregister jeugd (SKJ) of BIG geregistreerde jeugdprofessionals (NvVW). Hier mag van worden afgeweken als het kan worden uitgelegd (comply or explain).

subsidieafspraken / geborgd in team

In het kader van (Kwaliteits)eisen

De wettelijke Kwaliteitseisen waaraan moet worden voldaan zijn o.a. gebruik hulpverleningsplan en meldcode huiselijk geweld en kindermis-handeling, meldplicht calamiteiten en geweld, vertrouwenspersoon in staat stellen taak uit te oefenen en klachtenbehandeling.

Verklaring Omtrent Gedrag.

subsidieafspraken

In het kader van veiligheid

Medewerkers handelen naar de regiovisie Huiselijk geweld en Kindermishandeling 2015-2018 ‘Veiligheid Voorop’ :

  • alle leden in de wijkteams zijn getraind in de meldcode én in gespreksvoering met betrokkenen (uitvoering stap 3 van de Meldcode);

  • in alle teams zijn professionals aanwezig die getraind zijn in het concretiseren van veiligheidsplannen (door bijv. de training Veiligheid Voorop of ‘Signs of Safety’);

  • in alle teams zijn professionals aanwezig die outreachend aan kunnen sluiten bij zorgmijdende gezinnen en kunnen ondersteunen bij de formulering van de hulpvraag én de noodzakelijke hulpverlening kunnen organiseren;

  • in alle wijk/toegangsteams is sprake van de mogelijkheid om voor een langere duur casusregie te voeren over kwetsbare gezinnen.

  • bij de samenstelling van team is rekening gehouden met de ontwikkeling dat toegangsteams steeds vaker regievoerder zullen zijn in drangzaken en bij zaken die worden afgeschaald vanuit Veilig Thuis (VT) of Jeugd Bescherming Brabant (JBB) of Jeugdreclassering. Medewerkers zijn hierop toegerust bijv. door DELTA training of kunnen terugvallen op iemand die hiervoor is toegerust.

Subsidieafspraken

Het team committeert zich aan regiovisie Huiselijk geweld en kindermishandeling

In het kader van deskundigheid

  • opgroei- en opvoedproblemen, psychische problemen en stoornissen;

  • opvoedingssituaties waarin jeugdigen mogelijk in hun ontwikkeling worden bedreigd;

  • taal- en leerproblemen (schakelfunctionaris);

  • somatische aandoeningen;

  • lichamelijke en verstandelijke beperkingen;

  • kindermishandeling en huiselijk geweld.

Kenmerk team en regionaal expertiseteam

 


1

Onder alle vragen van burgers verstaan we nieuwe vragen, vervolgvragen of herbeoordelingen etc. ingediend bij de gemeente al dan niet via een meldingsformulier.

2

Overigens naast deze vijf genoemde organisaties, zijn er nog meer organisaties in de basisstructuur die ondersteuning bieden aan inwoners.

3

Instrumentarium voor de frontlijn in het sociale domein, gemeenten Midden-Brabant, juni 2014, AEF-rapport.

4

De procesregisseur en/of het Zorg- en VeiligheidsHuis wordt betrokken indien hulp en/of dienstverlening stagneert, regie onduidelijk of ontoereikend is, er bedreiging is voor de openbare orde en veiligheid of iemand een gevaar is voor anderen of zichzelf, of iemand tussen wal en schip dreigt te geraken.

5

Beschikking is een besluit op een aanvraag voor ondersteuning bij de gemeente. Deze aanvraag bestaat uit een Plan van Aanpak en Ondersteuningsplan (incl. concrete invulling zorgaanbieder).

6

Volgens de Leidende principes en inrichtingskeuzes Jeugdhulp en Wmo Regio HvB, 191216

7

Coördinatie speelt in geval dat er meerdere hulpverleners in een gezin zijn en de hulpverlening op inhoud en praktisch op elkaar moet worden afgestemd. Daarvoor kan de regisseur (cliënt, ouders, toegangsmedewerker, aangewezen hulpverlener) de coördinatie in overleg bij een van de aanbieders neerleggen. Bij de inkoop Jeugdhulp is opgenomen dat altijd sprake is van één hoofdaanbieder, dit is degene die de coördinatie voert.

Bij jeugdproblematiek ligt de regie in principe bij de ouders/opvoeders tenzij er sprake is van opvoedonmacht of beperkingen bij ouders. De medewerker van de toegang bepaalt dan (waar mogelijk samen met de ouders) wie de regisseur is. Dit kan de medewerker zelf zijn of de regie wordt in overleg met een andere professionele hulpaanbieders bij die hulpaanbieder belegd. Deze werkwijze is ook opgenomen in het programma van eisen voor Jeugdhulpaanbieders. Indien een Gecertificeerde instelling (GI) via een maatregel betrokken is, dan is de GI de regisseur.

8

De wettelijke ‘toegangstaak’ vanuit de Wmo/Jeugdwet ligt naast de (gemandateerde) medewerkers van de Toegangspartners, ook vanuit de Jeugdwet bij andere wettelijk aangewezen verwijzers zoals huisartsen, medisch specialisten en de Gecertificeerde Instellingen.

9

Zie bijlage toets eisen toegang

10

T.b.v. de Tilburgse en Midden Brabantse ‘Frontlijn’ ontwikkeling (in Oisterwijk: ondersteuningsstructuur) is een competentieprofiel ontwikkeld met Kerncompetenties en gedragsindicatoren voor de zogenaamde frontlijn-generalist.

11

Functioneel leidinggeven is het zeggenschap hebben over onderwerpen die samenhangen met de zorg voor het op peil blijven, ontwikkelen en juist hanteren van specialistische kennis en vaardigheden. Verantwoordelijk zijn voor de vaktechnische aspecten bij uitvoeren van werkzaamheden en uit dien hoofde bevoegd zijn om richtlijnen en dwingende aanwijzingen te geven.

12

Doorzettingsmacht: op het moment dat medewerker bemerkt dat de bestaande regelgeving de beste oplossing in de weg staat, heeft de leidinggevende het mandaat om ervoor te zorgen dat wanneer het echt moet er kan worden doorgezet.

13

Hiërarchisch leidinggeven is het zeggenschap hebben over onderwerpen van persoonlijk belang voor het personeelslid. Denk aan bevoegdheden inzake beoordeling, bevordering, opleiding en sancties. Het betekent het verantwoordelijk zijn voor de inzet van mens en middelen en het (doen) ontwikkelen van mensen en middelen. Het verzorgen van de voorwaarden voor het bereiken van de doelstellingen van de organisatie.

14

De duiding zoals hier omschreven komt niet één op één overeen met de duiding in de Wmo- en Jeugd-verordeningen. Bij twijfel geldt de duiding uit de Wmo- en Jeugdverordening

15

Artikel 2.7, tweede lid ; artikel 4.1.1, tweede lid juncto 4.1.5 , eerste lid Jeugdwet en het Besluit Jeugdwet artikel 5.1.1 en 9.17.

16

Art 9.17 Besluit Jeugdwet wijzigt invoeringsbesluit Wmo, waardoor NvVW ook voor AMHK van toepassing is.