Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING, houdende bepalingen inzake verplichte vakantieregeling |
Citeertitel | Vakantieregeling |
Vastgesteld door | Minister van Justitie |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | arbeidsregelgeving |
Deze regeling is tevens vastgesteld door de Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid.
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2022 | artikel 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 16 | 21-10-2021 |
In deze landsverordening en de naar aanleiding daarvan uitgevaardigde besluiten wordt verstaan onder:
werkgever: ieder natuurlijke of rechtspersoon, die één of meer werknemers in dienst heeft. Voor de toepassing van deze landsverordening wordt voor zoveel betreft de werkgever, die arbeid in Sint Maarten doet verrichten doch daarbuiten woont of gevestigd is, diens vertegenwoordiger of agent in Sint Maarten, als zodanig aangemerkt. Sint Maarten wordt niet als werkgever in de zin van dit artikel beschouwd ten aanzien van die werknemers, die zij anders dan op burgerrechtelijke overeenkomst, in hun dienst heeft.
werknemer: ieder, die in dienstverhouding tegen loon arbeid verricht. Voor de toepassing van deze landsverordening worden niet als werknemers beschouwd personen, die krachtens de bepalingen van het Tweede Boek van het Wetboek van Koophandel recht hebben op vakantie, thuiswerkers en inwonende kinderen van een werkgever, die uitsluitend voor zijn rekening arbeid verrichten.
loon: elke uitkering in welke vorm ook, die de werknemer als vergoeding voor zijn arbeid gedurende de voor hem geldende arbeidstijd van zijn werkgever ontvangt, uitgezonderd overwerkgelden, premiegelden en vergoedingen voor het tijdelijk verrichten van andere dan zijn gewone arbeid; voor de berekening van het loon worden meegerekend ontvangsten van derden, welke van invloed zijn op de voorwaarden van de arbeidsovereenkomst. Het loon per dag, voor zover niet op deze wijze vastgesteld, wordt berekend:
De werknemer heeft voor ieder jaar, dat hij onafgebroken werkzaam is geweest in dienst van éénzelfde werkgever, aanspraak op vakantie gedurende ten minste driemaal het bedongen aantal werkdagen per week met behoud van het loon, dat hij tijdens zijn vakantie met werken zou hebben verdiend, met dien verstande evenwel dat de werknemer voor wie een zesdaagse werkweek geldt, aanspraak heeft op vakantie van ten minste15 werkdagen.
De beslissing omtrent het tijdstip, waarop de vakantie zal ingaan, alsmede die omtrent de tijdvakken, waarin de vakantie overigens zal worden gesplitst berust bij de werkgever. Daarbij dient, voor zover de belangen van het bedrijf en die van het overige personeel dit toelaten, zoveel mogelijk rekening te worden gehouden met de wensen van de werknemer.
Hoofdstuk III. Uitstel en intrekking van de vakantie
De werkgever kan een vakantie, waarvan het tijdstip van ingang reeds overeenkomstig artikel 4 is vastgesteld, slechts om redenen van bedrijfsbelang of op verzoek van de werknemer uitstellen en op een later tijdstip doen ingaan.
Indien de werknemer bij de aanvang van zijn vakantie ongeschikt is tot werken in de zin van de Landsverordening ongevallenverzekering dan wel op dat tijdstip of tijdens zijn vakantie ziek is of wordt in de zin van de Landsverordening ziekteverzekering, wordt de vakantie onderscheidenlijk het nog niet genoten deel daarvan, beschouwd, als te zijn ingetrokken.
De werkgever vergoedt de schade ter zake van eventuele reis- of verblijfkosten, welke de werknemer als onmiddellijk gevolg van uitstel van de vakantie krachtens artikel 5 dan wel intrekking daarvan op grond van artikel 6 mocht lijden, tenzij het uitstel of de intrekking op verzoek van de werknemer is geschied.
Hoofdstuk IV. Samenvoeging van en vergoeding voor niet genoten vakantie
Voor de toepassing van het bepaalde in het voorgaande lid en in afwijking van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, wordt onverminderd het bepaalde in artikel 3 geacht mede aanspraak te bestaan op een evenredig aantal vakantiedagen over de periode gedurende welke de werknemer bij dezelfde werkgever onafgebroken in dienst is geweest en waarover hij geen vakantie heeft genoten. Bij de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een gedeelte van een dag gerekend als een gehele dag.
Hoofdstuk V. Algemene bepalingen
Het is de werknemer verboden gedurende een hem verleende vakantie arbeid ten behoeve van zijn werkgever of derden te verrichten.
Het is de werkgever verboden de werknemer gedurende diens vakantie werkzaamheden te laten verrichten.
De werkgever houdt een register bij van de per werknemer verleende en genoten vakantie; het register ligt ter inzage voor de werknemers en de toezichthoudende personen.
Alle tengevolge van deze landsverordening opgemaakte of overgelegde stukken, verzoekschriften en beschikkingen zijn vrij van het recht van zegel en van de formaliteit van registratie.