Organisatie | Veiligheidsregio Zeeland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Regeling opleiding en ontwikkeling |
Citeertitel | Regeling opleiding en ontwikkeling |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt eerder in dit kader vastgestelde regelingen.
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-10-2022 | nieuwe regeling | 03-04-2014 |
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Het Algemeen Bestuur van Veiligheidsregio Zeeland.
De medewerker bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR-UWO, met uitzondering van medewerkers in de zin van artikel 1:2:1 leden 2 tot en met 4.
Zoals bedoeld in artikel 17:1:1 van de CAR-UWO en de personele jaarcyclus.
Een plan waarin de organisatie aangeeft op welke wijze opleiden en ontwikkelen een rol speelt in het realiseren van de organisatiedoelen.
Een plan dat door de werkgever wordt vastgesteld of bekrachtigd, waarin het opleidingsbeleid ten uitvoer wordt gebracht, de prioriteiten ten aanzien van door het personeel te volgen opleidingen zijn vastgelegd en waarin budgettaire en organisatorische randvoorwaarden worden beschreven.
Het bedrag dat jaarlijks door de werkgever beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van de opleidingsplannen.
Verplicht en niet verplicht voorgeschreven boeken, syllabi, schrijfbenodigdheden en duurzame gebruiksartikelen, benodigd voor gevolgde studie.
Cursus– en lesgelden, evenals examen- en diplomagelden.
Het loopbaanadvies bedoeld in artikel 17:2 van de CAR-UWO
Het geheel van de door de werkgever vergoede kosten alsmede extra toegekende (studie)verlofuren ten behoeve van een opleiding.
Artikel 2 Termijn opleidingsfaciliteiten
De in deze regeling vernoemde opleidingsfaciliteiten worden verleend voor een termijn die wordt afgeleid van de door het betrokken opleidingsinstituut voorgeschreven studieduur.
Wanneer de medewerker niet binnen de vooraf gestelde termijn de opleiding afrondt, wordt de termijn, na overleg met de leidinggevende, verlengd tot het eerstvolgende examen, tenzij de vertraging het gevolg is van aantoonbare nalatigheid van de medewerker.
De werkgever stelt jaarlijks een opleidingsplan vast waarin het opleidingsbeleid ten uitvoer wordt gebracht en draagt hierbij zorg voor een evenwichtige afspiegeling van de belangen van de werkgever en de belangen van de medewerkers in het opleidingsplan.
In het opleidingsplan worden de prioriteiten ten aanzien van door het personeel te volgen opleidingen en de organisatorische randvoorwaarden vastgelegd passend binnen de begrotingskaders van dat jaar.
Artikel 5 Persoonlijke ontwikkeling
De direct leidinggevende en de medewerker maken afspraken over de te ondernemen activiteiten van beide partijen in het kader van de ontwikkeling van de medewerker en leggen deze vast.
De medewerker heeft na elke periode van vijf jaar recht op loopbaanadvies met betrekking tot de huidige loopbaan en toekomstige loopbaanwensen en – mogelijkheden bij een door de werkgever aangewezen interne of externe deskundige.
Voor het volgen van een opleiding die past binnen categorie a, b en d van artikel 3 wordt de medewerker voor het volgen van lessen en examens vrijgesteld van werkzaamheden.
Voor het volgen van een opleiding die past binnen categorie c van artikel 3 wordt met de medewerker maatwerk afgesproken.
Het voorbereiden van lessen, (her-)examens, zelfstudie en reistijd wordt niet in tijd of geld gecompenseerd.
Artikel 7 Vergoeding opleidingskosten
Als opleidingskosten worden aangemerkt:
Reis- en verblijfkosten worden vergoed op basis van de Reisregeling binnenland.
Verplicht voorgeschreven boeken en syllabi worden volledig vergoed. Niet vergoed worden schrijfbenodigdheden, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven boeken en syllabi.
De opleiding wordt volledig vergoed door de werkgever wanneer deze past binnen de categorieën a, b en d van artikel 3, mits passend in het opleidingsplan. Indien de opleiding niet aan deze eisen voldoet kan maatwerk worden afgesproken.
Artikel 8 Terugbetaling opleidingskosten
De werkgever kan de medewerker geheel of gedeeltelijk een verplichting tot terugbetaling opleggen. In de afweging worden zowel de duur van de studie en de hoogte van de opleidingskosten betrokken alsmede in wiens primair belang die kosten worden gemaakt.
De terugbetalingsverplichting wordt geëffectueerd indien:
De terugbetalingsverplichting vervalt, indien voortzetting van de opleiding redelijkerwijs niet van de medewerker kan worden verlangd.
Indien op de ingangsdatum van het ontslag van de in het eerste lid onder b bedoelde termijn van twee jaren een gedeelte is verstreken, wordt de verplichting tot terugbetaling beperkt naar rato van de resterende termijn.
Indien toepassing van deze regeling naar het oordeel van de werkgever leidt tot een onbillijke situatie voor de betrokken medewerker, kan de werkgever in overleg met de betrokken medewerker in een voor de medewerker gunstige zin van deze regeling afwijken.