Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Zeeland

Regeling opleiding en ontwikkeling

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Zeeland
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingRegeling opleiding en ontwikkeling
CiteertitelRegeling opleiding en ontwikkeling
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt eerder in dit kader vastgestelde regelingen.

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-10-2022nieuwe regeling

03-04-2014

bgr-2022-1073

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling opleiding en ontwikkeling

Het Algemeen Bestuur van Veiligheidsregio Zeeland,

 

besluit:

  • gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

  • gelet op hoofdstuk 17 van de CAR-UWO;

  • gelet op het bestuursbesluit van 2 februari 2012 betreffende rechtspositieregelingen en Sociaal Plan;

  • gehoord de commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg en na verkregen instemming van de Ondernemingsraad;

tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van Veiligheidsregio Zeeland

 

Regeling opleiding en ontwikkeling

 

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

 

werkgever

Het Algemeen Bestuur van Veiligheidsregio Zeeland.

 

medewerker

De medewerker bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR-UWO, met uitzondering van medewerkers in de zin van artikel 1:2:1 leden 2 tot en met 4.

 

Persoonlijke ontwikkeling

Zoals bedoeld in artikel 17:1:1 van de CAR-UWO en de personele jaarcyclus.

 

opleidingsbeleid

Een plan waarin de organisatie aangeeft op welke wijze opleiden en ontwikkelen een rol speelt in het realiseren van de organisatiedoelen.

 

opleidingsplan

Een plan dat door de werkgever wordt vastgesteld of bekrachtigd, waarin het opleidingsbeleid ten uitvoer wordt gebracht, de prioriteiten ten aanzien van door het personeel te volgen opleidingen zijn vastgelegd en waarin budgettaire en organisatorische randvoorwaarden worden beschreven.

 

opleidingsbudget

Het bedrag dat jaarlijks door de werkgever beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van de opleidingsplannen.

 

studiemateriaal

Verplicht en niet verplicht voorgeschreven boeken, syllabi, schrijfbenodigdheden en duurzame gebruiksartikelen, benodigd voor gevolgde studie.

 

studiekosten

Cursus– en lesgelden, evenals examen- en diplomagelden.

 

loopbaanadvies

Het loopbaanadvies bedoeld in artikel 17:2 van de CAR-UWO

 

opleidingsfaciliteiten

Het geheel van de door de werkgever vergoede kosten alsmede extra toegekende (studie)verlofuren ten behoeve van een opleiding.

Artikel 2 Termijn opleidingsfaciliteiten

Lid 1

De in deze regeling vernoemde opleidingsfaciliteiten worden verleend voor een termijn die wordt afgeleid van de door het betrokken opleidingsinstituut voorgeschreven studieduur.

 

Lid 2

Wanneer de medewerker niet binnen de vooraf gestelde termijn de opleiding afrondt, wordt de termijn, na overleg met de leidinggevende, verlengd tot het eerstvolgende examen, tenzij de vertraging het gevolg is van aantoonbare nalatigheid van de medewerker.

Artikel 3 Categorieën opleidingen

In deze regeling wordt verstaan onder opleidingen:

  • a.

    opleidingen die door werkgever verplicht zijn opgedragen conform artikel 15:1:26 van de CAR/UWO en als zodanig zijn opgenomen in het opleidingsplan;

  • b.

    opleidingen die direct betrekking hebben op de huidige functie van de medewerker;

  • c.

    opleidingen die niet direct betrekking hebben op de huidige functie van de medewerker, maar in het kader van zijn loopbaan(ontwikkeling) gericht zijn op een toekomstige functie binnen de organisatie;

  • d.

    opleidingen in het kader van re-integratieactiviteiten conform hoofdstuk 7 en 10d van de CAR/UWO.

Artikel 4 Opleidingsplan

Lid 1

De werkgever stelt jaarlijks een opleidingsplan vast waarin het opleidingsbeleid ten uitvoer wordt gebracht en draagt hierbij zorg voor een evenwichtige afspiegeling van de belangen van de werkgever en de belangen van de medewerkers in het opleidingsplan.

 

Lid 2

In het opleidingsplan worden de prioriteiten ten aanzien van door het personeel te volgen opleidingen en de organisatorische randvoorwaarden vastgelegd passend binnen de begrotingskaders van dat jaar.

Artikel 5 Persoonlijke ontwikkeling

Lid 1

De direct leidinggevende en de medewerker maken afspraken over de te ondernemen activiteiten van beide partijen in het kader van de ontwikkeling van de medewerker en leggen deze vast.

 

Lid 2

De medewerker heeft na elke periode van vijf jaar recht op loopbaanadvies met betrekking tot de huidige loopbaan en toekomstige loopbaanwensen en – mogelijkheden bij een door de werkgever aangewezen interne of externe deskundige.

Artikel 6 Opleidingsverlof

Lid 1

Voor het volgen van een opleiding die past binnen categorie a, b en d van artikel 3 wordt de medewerker voor het volgen van lessen en examens vrijgesteld van werkzaamheden.

 

Lid 2

Voor het volgen van een opleiding die past binnen categorie c van artikel 3 wordt met de medewerker maatwerk afgesproken.

 

Lid 2

Het voorbereiden van lessen, (her-)examens, zelfstudie en reistijd wordt niet in tijd of geld gecompenseerd.

Artikel 7 Vergoeding opleidingskosten

Lid 1

Als opleidingskosten worden aangemerkt:

  • a.

    reis- en verblijfskosten;

  • b.

    studiekosten;

  • c.

    studiemateriaal.

Lid 2

Reis- en verblijfkosten worden vergoed op basis van de Reisregeling binnenland.

 

Lid 3

Vergoeding studiemateriaal:

Verplicht voorgeschreven boeken en syllabi worden volledig vergoed. Niet vergoed worden schrijfbenodigdheden, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven boeken en syllabi.

 

Lid 4

De opleiding wordt volledig vergoed door de werkgever wanneer deze past binnen de categorieën a, b en d van artikel 3, mits passend in het opleidingsplan. Indien de opleiding niet aan deze eisen voldoet kan maatwerk worden afgesproken.

Artikel 8 Terugbetaling opleidingskosten

Lid 1

De werkgever kan de medewerker geheel of gedeeltelijk een verplichting tot terugbetaling opleggen. In de afweging worden zowel de duur van de studie en de hoogte van de opleidingskosten betrokken alsmede in wiens primair belang die kosten worden gemaakt.

 

Lid 2

De terugbetalingsverplichting wordt geëffectueerd indien:

  • a.

    de medewerker de studie niet haalt of de studiebelasting niet aankan op grond van omstandigheden die naar het oordeel van de werkgever aan de medewerker zijn te wijten;

  • b.

    de medewerker op eigen verzoek of ten gevolge van aan zichzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen voor het einde van de opleiding waarvoor vergoeding is toegekend of binnen twee jaren na de reguliere afronding van de opleiding;

Lid 3

De terugbetalingsverplichting vervalt, indien voortzetting van de opleiding redelijkerwijs niet van de medewerker kan worden verlangd.

 

Lid 4

Indien op de ingangsdatum van het ontslag van de in het eerste lid onder b bedoelde termijn van twee jaren een gedeelte is verstreken, wordt de verplichting tot terugbetaling beperkt naar rato van de resterende termijn.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Indien toepassing van deze regeling naar het oordeel van de werkgever leidt tot een onbillijke situatie voor de betrokken medewerker, kan de werkgever in overleg met de betrokken medewerker in een voor de medewerker gunstige zin van deze regeling afwijken.

Artikel 10 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling opleiding en ontwikkeling” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Vanaf de inwerkingtredingdatum vervallen eerder in dit kader vastgestelde regelingen.

Namens het Algemeen Bestuur van Veiligheidsregio Zeeland vastgesteld op 3 april 2014

voorzitter

secretaris