Organisatie | Veiligheidsregio Zeeland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Algemene rechtspositieregeling |
Citeertitel | Algemene Rechtspositieregeling |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | 01-01-2024 | artikel 3:24, 7:1, 7:5, 7:7, 7:8, 19:12, 19:25, 19:26, 19:27, 19:31 | 21-12-2023 | ||
01-01-2024 | artikel 2:9, 6:5, 9h:2, 9h:6, 9h:7, 9h:8, 9h:12, 9h:13 | 21-12-2023 | |||
05-10-2022 | 01-01-2024 | nieuwe regeling | 19-12-2013 |
Het Algemeen Bestuur van Veiligheidsregio Zeeland
tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van Veiligheidsregio Zeeland
Algemene rechtspositieregeling
De arbeidsvoorwaarden van de medewerkers van de Veiligheidsregio Zeeland worden geregeld conform de volgende regelingen:
Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR);
Voor de toepassing van de CAR en de UWO bij Veiligheidsregio Zeeland moet gelezen worden
voor de Raad: het Algemeen Bestuur;
voor het College van Burgemeester en Wethouders: het Dagelijks Bestuur.
In de onderhavige regeling moet onder medewerker worden verstaan:
de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR.
De bepalingen van de UWO zijn op de medewerkers van toepassing, tenzij in lokale regelingen anders wordt bepaald.
Wijzigingen in de UWO die door partijen in het LOGA worden overeengekomen, en die één van de bepalingen uit deze verordening raken, zijn niet van toepassing tenzij daarover in de commissie voor georganiseerd overleg overeenstemming is bereikt.
Artikel 3.24 Financiële compensatie bij overlijden als gevolg van een ongeval in en door de dienst
Indien de ambtenaar overlijdt en zijn overlijden een rechtstreeks gevolg is van een ongeval in en door de dienst, dan wordt aan de achterblijvende partner een financiële compensatie verstrekt. Indien de overledene geen partner nalaat, wordt de financiële compensatie verstrekt aan de minderjarige kinderen.
In afwijking van het bepaalde in artikel 12:2:1 UWO wordt het zinsdeel "dan nadat de commissie haar gevoelen over de conceptbesluiten, respectievelijk voorstellen heeft kenbaar gemaakt" gelezen als "indien daarover geen overeenstemming bestaat met de commissie".
Van het bepaalde in het eerste lid zijn uitgezonderd:
De vergoeding van reis- en verblijfkosten van reizen in het belang van de dienst wordt vastgesteld volgens het Reisbesluit en de Reisregeling binnenland.
De medewerker heeft voor het maken van een dienstreis voorafgaande toestemming nodig van de leidinggevende.
De dienstreizen dienen in de regel met openbaar vervoer te worden gemaakt, tenzij anders is bepaald door de leidinggevende.
Indien de dienstreis naar het oordeel van de leidinggevende niet of niet op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden gemaakt, kan de leidinggevende aan de medewerker toestemming verlenen voor de dienstreis gebruik te maken van een eigen motorvoertuig.
Indien de dienstreis een bestemming heeft binnen Zeeland wordt aangenomen dat het gebruik van een openbaar middel van vervoer niet doelmatig is.
Reiskosten voor woon-/werkverkeer worden niet aangemerkt als dienstreis.
Verkeersovertredingen worden niet aangemerkt als reiskosten.
Tenzij een andere opdracht is gegeven, behoort een dienstreis via de meest optimale route te worden gemaakt.
Indien de dagelijkse werktijd van de medewerker op de dag waarop overwerk moet worden verricht met ten minste twee overwerkuren wordt verlengd en het dienstbelang naar het oordeel van de werkgever dientengevolge niet toelaat dat hij zijn maaltijd op de hiervoor bestemde tijd op de voor hem gebruikelijke plaats nuttigt, gelden de in de volgende leden vermelde regels.
Aan de medewerker wordt zo mogelijk een maaltijd door de werkgever verstrekt, met dien verstande, dat indien hij hiervoor heeft moeten betalen, hem de gemaakte kosten worden vergoed tot ten hoogste het bedrag van de vergoeding berekend op de voet van het derde lid.
Indien een voorziening als bedoeld in het tweede lid niet mogelijk is ontvangt de medewerker, indien vast staat dat hij een maaltijd in de daarvoor bestemde gelegenheid heeft genuttigd en betaald, een vergoeding gelijk aan de maaltijdvergoeding bij dienstreizen ingevolge het Reisbesluit binnenland.
Indien de medewerker geen maaltijd als vorenbedoeld heeft gebruikt, maar in verband met het overwerk niettemin kosten heeft moeten maken doordat hij zijn maaltijd niet op de voor hem gebruikelijke plaats heeft kunnen nuttigen, worden hem deze kosten vergoed tot ten hoogste het bedrag van de vergoeding berekend op de voet van het derde lid.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
arbeidsongeschiktheid in en door de dienst: arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of gebreken die in overwegende mate verband houdt met de aard van de aan de ambtenaar opgedragen werkzaamheden of de bijzondere omstandigheden waarin deze moesten worden verricht tenzij de arbeidsongeschiktheid aan de schuld of nalatigheid van de ambtenaar is te wijten;
Bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid, alsmede bij blijvende lichamelijke invaliditeit/arbeidsongeschiktheid of overlijden ten gevolge van een dienstongeval bij de veiligheidsregio komt de ambtenaar in aanmerking voor vergoeding van noodzakelijk gemaakte medische kosten, die hieruit ontstaan en voor zijn rekening blijven.
De duur van het vakantieverlof als bedoeld in artikel 6:2 CAR en 6:2:1, eerste lid, UWO wordt vastgesteld op 165,6 uur.
Het in artikel 8 aangegeven basisverlof wordt verhoogd met 2, 3, 4, 5 of 6 maal 7,2 uur over het kalenderjaar waarin de medewerker de leeftijd van respectievelijk 40, 45, 50, 55 of 60 jaar bereikt, alsmede over de daaropvolgende kalenderjaren.
Artikel 9h:13 Afkoop en tegemoetkoming
Indien het ontslag of overlijden plaatsvindt na de start van de periode van volledig buitengewoon verlof zoals bedoeld in artikel 9i:3 wordt het afkoopbedrag zoals bedoeld in lid 4 verlaagd. Het bedrag van de verlaging is het doelsaldo Netto FLO-spaartegoed gedeeld door het aantal maanden aanspraak volledig buitengewoon verlof zoals bedoeld in 9i:3 vermenigvuldigd met het aantal maanden genoten volledig buitengewoon verlof zoals bedoeld in 9i:3.
Indien het ontslag plaatsvindt op grond van artikel 8:13 bestaat recht op een tegemoetkoming. De hoogte van de tegemoetkoming betreft het bedrag dat de medewerker in december 2023 ontving op grond van artikel 9h:7 lid 1 zoals dat luidde op 31 december 2023 vermenigvuldigd met het aantal maanden tussen 1 januari 2024 en het moment van ontslag tot aan maximaal de eerste van de maand waarin de ambtenaar de leeftijd van 54 jaar 6 maanden bereikt.
Indien het ontslag op grond van artikel 8:13 plaatsvindt na de start van de periode van volledig buitengewoon verlof zoals bedoeld in artikel 9i:3 wordt de tegemoetkoming zoals bedoeld in lid 6 verlaagd. Het bedrag van de verlaging is het doelsaldo Netto FLO-spaartegoed gedeeld door het aantal maanden aanspraak volledig buitengewoon verlof zoals bedoeld in 9i:3 vermenigvuldigd met het aantal maanden genoten volledig buitengewoon verlof zoals bedoeld in 9i:3.
Naast de uren als bedoeld in artikel 4a:1 CAR kan de medewerker de werkgever ook verzoeken de hem op basis van artikel 9 toegekende verlofuren uit te betalen, met een maximum van 21,6 uren per jaar bij een volledige betrekking. Het bepaalde in artikel 4a:1 CAR, lid 4 en lid 5, is van overeenkomstige toepassing.
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2013 en kan worden aangehaald als de 'Algemene Rechtspositieregeling'.
Bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid, alsmede bij blijvende lichamelijk invaliditeit/arbeidsongeschiktheid of overlijden ten gevolge van een dienstongeval bij de veiligheidsregio komt de vrijwilliger in aanmerking voor vergoeding van noodzakelijk gemaakte medische kosten, die hieruit ontstaan en voor zijn rekening blijven.