Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schiedam

Selectiecriteria voor gemeentelijke monumenten in Schiedam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchiedam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSelectiecriteria voor gemeentelijke monumenten in Schiedam
CiteertitelSelectiecriteria voor gemeentelijke monumenten in Schiedam
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze selectiecriteria treden in werking op de dag dat de Omgevingswet in werking treedt.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023nieuwe regeling

31-05-2022

gmb-2022-438526

21INT00546

Tekst van de regeling

Intitulé

Selectiecriteria voor gemeentelijke monumenten in Schiedam

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam;

 

gelet op artikel 5 van de Erfgoedverordening Schiedam 2022;

 

besluit vast te stellen de ‘Selectiecriteria voor gemeentelijke monumenten in Schiedam’

 

Inleiding

De Erfgoedverordening voorziet in de opstelling van een voor iedereen inzichtelijk toetsingskader voor de aanwijzing van gemeentelijke monumenten. Dit is van belang om aanwijzingsvoorstellen te motiveren en om aanvragen van derden te kunnen beoordelen. Deze criteria krijgen vorm in de zogenaamde selectiecriteria.

Deze selectiecriteria vormen het uitgangspunt bij de beoordeling van de monumentale waarde door de commissie en bij het opstellen van de monumentenbeschrijving.

Erfgoedverordening

In artikel 1 van de Erfgoedverordening wordt bepaald dat onder een gemeentelijk monument wordt verstaan:

  • monument of archeologisch monument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet dat is ingeschreven in het gemeentelijk erfgoedregister;

Artikel 1.1 van de Erfgoedwet hanteert de volgende omschrijving:

  • monument: onroerende zaak die deel uitmaakt van cultureel erfgoed;

Om op grond van deze zeer algemeen geformuleerde kwalificaties monumenten te kunnen aanwijzen, zijn nadere, objectiveerbare criteria voor monumentenselectie noodzakelijk. Volgens artikel 5 van de Erfgoedverordening worden deze criteria vastgesteld door het college.

Selectiecriteria

Als object kunnen alle gebouwen, bouwwerken, straatmeubilair, parken, begraafplaatsen, waterwerken (waaronder bruggen en sluizen) en andere infrastructurele werken worden aangemerkt. Objecten met een sterke onderlinge samenhang, maar ook groepen van gelijke of seriematig tot stand gekomen gebouwen kunnen als object worden beschreven. Voor al deze objecten gelden dezelfde vijf selectiecriteria: architectonische waarde, stedenbouwkundige waarde/ensemblewaarde, cultuurhistorische waarde, gaafheid/herkenbaarheid en zeldzaamheid. Dit zijn in de monumentenzorg algemeen gehanteerde en geaccepteerde criteria. Deze criteria worden in de gemeente Schiedam als volgt uitgewerkt:

 

1 Architectonische waarde:

  • a.

    het object is een goed voorbeeld van een bepaalde stijl, bouwtrant of bouwtechniek, al dan niet met plaatselijke variaties;

  • b.

    het object is een goed voorbeeld van een functionele en/of typologische ontwikkeling;

  • c.

    het object bezit bijzondere esthetische kwaliteiten (massa, ruimtelijke indeling, verhoudingen in de gevels, bijzondere of zeldzame detaillering, materiaal- en kleurgebruik);

  • d.

    het object is van belang vanwege de toepassing van bijzonder materiaal en/of ornamentiek;

  • e.

    het object heeft een bijzonder of zeldzaam interieur of bevat bijzondere en zeldzame onderdelen in het interieur;

  • f.

    het object is een goed voorbeeld van het werk van een architect, bouwmeester of kunstenaar en neemt een belangrijke plaats in in zijn oeuvre en/of in de plaatselijke, regionale of landelijke architectuurgeschiedenis;

  • g.

    het object is van belang vanwege een constructiewijze die historisch is overgeleverd of vernieuwend is voor de tijd van ontstaan (pioniersfunctie).

2 Stedenbouwkundige waarde/ ensemblewaarde:

  • a.

    het object is een essentieel onderdeel van een in cultuurhistorisch opzicht belangrijk stedenbouwkundig of landschappelijk geheel en/of concept;

  • b.

    het object is een onderdeel van een historisch gegroeid stedelijk of landschappelijk gebied en speelt daarin een beeldbepalende rol;

  • c.

    het object is van belang vanwege de duidelijke relatie met (historische) verkaveling, inrichting en/of voorzieningen;

  • d.

    het object heeft een bijzondere betekenis voor het aanzien van een streek, stad, dorp of wijk (oriëntatiepunt);

  • e.

    het object is van belang vanwege de bijzondere kwaliteit van de bebouwing en de (historisch) ruimtelijke relatie met groenvoorzieningen, wegen, wateren en/of bodemgesteldheid.

  • f.

    het object heeft ensemblewaarde vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie tussen de onderdelen van een groter geheel (complex), dat van plaatselijk, regionaal of landelijk belang is;

  • g.

    het object/ complex is van belang vanwege het zichtbaar houden van het werk van een bekend stedenbouwkundige of landschapsarchitect;

3 Cultuurhistorische waarde:

  • a.

    het object is van belang als bijzondere uitdrukking van of bestemming voor een culturele, sociaal-economische, technische of geestelijke ontwikkeling(en);

  • b.

    het object is van belang als bijzondere uitdrukking van een geografische, landschappelijke of bestuurlijke ontwikkeling;

  • c.

    het object is van belang vanwege een plaatselijk, regionaal of landelijk historisch gegeven (feiten, gebeurtenissen, bewoners, beroepen enz.).

4 Gaafheid/herkenbaarheid:

  • a.

    het object is van belang vanwege de gaafheid van het exterieur en/of interieur in hoofdvorm, detaillering, situering en materialisering;

  • b.

    het object is van belang als onderdeel van een complex, waarvan de samenstellende delen (hoofd- en bijgebouwen, hekwerken, tuinaanleg enz.) een gaaf en herkenbaar visueel karakter hebben;

  • c.

    het object is van belang als onderdeel van een stedelijke, dorpse of landschappelijke omgeving met een gave structuur en een herkenbaar visueel karakter.

5 Zeldzaamheid:

  • a.

    het object is van belang vanwege zijn zeldzaamheid in architectuur historisch, bouwtechnisch, typologisch of functioneel opzicht en/of zijn bijzondere ouderdom;

  • b.

    het object/ complex heeft een zeldzaamheidswaarde qua aanleg, structuur en relatie met de omgeving;

  • c.

    het object is van uitzonderlijk belang vanwege één of meer van de onder 1 tot en met 4 vermelde kwaliteiten.

Het gebruik van de selectiecriteria

Bovenstaande selectiecriteria vormen het afwegingskader voor de besluitvorming over aanwijzing van objecten als gemeentelijk monument. Waarde kan alleen worden bepaald door vergelijking. De al aangewezen gemeentelijke monumenten, maar ook de rijksmonumenten, vormen dit kader bij de beoordeling van de waarde. In de regel zullen bij de beoordeling verschillende criteria tegelijkertijd van toepassing zijn. Alle criteria zijn daarbij gelijk van waarde en kunnen in combinatie met andere criteria een aanvullende of compenserende rol vervullen.

 

Het is niet zo dat alle criteria gelijktijdig of in even grote mate aanwezig moeten zijn om een object aan te wijzen als gemeentelijk monument. Bij de beoordeling wordt door de gemeente in principe uitgegaan van toekenning van een score per onderdeel, uiteenlopen van 1 (zeer lage waarde) tot 5 (zeer hoge waarde). Een gemiddelde waarde van 3,5 en hoger rechtvaardigt een voordracht tot aanwijzing van het object.

 

Bij de advisering door de Commissie wordt uitgegaan van de vastgestelde criteria. De waardering van een object op basis van bovenstaand criteria krijgt ook zijn weerslag in de monumentenbeschrijving van het object. Op deze manier kan een afgewogen besluit worden genomen over het al dan niet aanwijzen van gemeentelijke monumenten.

Inwerkingtreding

Deze selectiecriteria treden in werking op de dag dat de Omgevingswet in werking treedt.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam op 31 mei 2022.

burgemeester en wethouders van Schiedam,

de secretaris,

C.E. Bos

de burgemeester,

C.H.J. Lamers