Kosten kinderopvang (verwervingskosten)

In aanvulling op de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst, verstrekt het college een tegemoetkoming voor de eigen bijdrage in de kosten van geregistreerde kinderopvang aan de volgende doelgroepen:

• a.

  Personen die een uitkering ontvangen op grond van de Participatiewet, IOAW/IOAZ- of een nabestaandenuitkering (ANW) én die een re-integratietraject of een inburgeringsprogramma volgen;

• b.

  Personen die werken én een aanvullende uitkering ontvangen op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ;

• c.

  Personen, jonger dan 18 jaar, die een bijstandsuitkering ontvangen op grond de Participatiewet én scholing of een opleiding volgen;

• d.

  Niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekenden, die geregistreerd zijn bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) én gebruik maken van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling of een inburgeringsprogramma volgen;

Als er sprake is van een ouder met partner dan moeten wel de ouders tot groep a tot en met d behoren, maar zij hoeven niet beiden tot dezelfde groep te behoren.

Als de ouder een uitkering ontvangt op grond van de Participatiewet of IOAW/IOAZ en ontvangt de partner:

• e.

  een WW-uitkering of een WIA-uitkering én gebruik maakt van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling van het UWV of;

• f.

  inkomsten uit arbeid; dan is een tegemoetkoming mogelijk voor 1/6 deel van de eigen bijdrage in de kosten van kinderopvang.

Informele kinderopvang, zoals opvang door buren, vrienden en kennissen, vallen niet onder de Wet Kinderopvang. In principe wordt deze vorm van opvang niet meer vergoed. Ook tussenschoolse opvang van kinderen in de basisschoolleeftijd (4 tot 12 jaar) tijdens de lunchpauze van school valt niet onder de Wet Kinderopvang, maar onder de Wet op het primair onderwijs. Als deze vorm van opvang noodzakelijk is om een re-integratietraject te volgen, dan kan hiervoor bij de afdeling Werk en Inkomen (W&I) een vergoeding worden aangevraagd.

De aanvraag tegemoetkoming geldt voor maximaal een kalenderjaar en men moet dus ieder jaar opnieuw aangevraagd worden.

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.