Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Echt-Susteren

Subsidieregeling kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie gemeente Echt-Susteren 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEcht-Susteren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie gemeente Echt-Susteren 2022
CiteertitelSubsidieregeling kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie gemeente Echt-Susteren 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet kinderopvang
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-09-202201-07-2022nieuwe regeling

12-07-2022

gmb-2022-436113

Z22/113389-D - 133903

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie gemeente Echt-Susteren 2022

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ECHT-SUSTEREN;

 

Overwegende dat de huidige verordening waarin kinderopvang op grond van Sociaal-Medische Indicatie (SMI) is geregeld voor de gemeente Echt-Susteren is verouderd en niet meer werkbaar is voor het Servicecentrum MER SD;

 

Gelet op het bepaalde in gelet op de Wet Kinderopvang en artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluiten de Subsidieregeling kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie gemeente Echt-Susteren 2022 als volgt vast te stellen:

 

Subsidieregeling kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie gemeente Echt-Susteren 2022

Artikel 1. Begripsbepaling

  • a.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren.

  • b.

    Besluit Kinderopvangtoeslag: ministeriële regeling houdende regels over de tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang.

  • c.

    BRP: Basisregistratie Personen.

  • d.

    Kinderopvang: opvang van kinderen in een geregistreerd kindercentrum (kinderdagverblijf of BSO) of gastouderopvang in een geregistreerde voorziening voor gastouderopvang.

  • e.

    Ouder: degene die het gezag uitoefent over het kind als bedoeld in artikel 1:251 Burgerlijk Wetboek. Waar wordt gesproken over ‘ouder’ dient te worden gelezen ‘ouder(s) of verzorger(s)’ indien dit van toepassing is.

  • f.

    Onafhankelijk deskundige: medewerker van het CJG met een SKJ registratie, of van het consultatiebureau.

  • g.

    Subsidie: de tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie.

  • h.

    Verzorger: degene die benoemd is als voogd, als bedoeld in artikel 1:280 Burgerlijk Wetboek, of degene die optreedt als pleegouder, als bedoeld in artikel 1 Jeugdwet. Waar wordt gesproken over ‘verzorger’ dient te worden gelezen ‘verzorgers’ indien dit van toepassing is.

  • i.

    Voorliggende voorziening: elke voorziening buiten deze subsidieregeling waarop de belanghebbende aanspraak kan maken of een beroep kan doen voor de bekostiging van de noodzakelijke kinderopvang, of opvang bij familie of vrienden.

Artikel 2. Doelgroep

Deze subsidieregeling is van toepassing op een ouder of verzorger met een kind tot 12 jaar die voldoet aan álle navolgende bepalingen:

  • a.

    Die volgens de BRP woonachtig is in de gemeente Echt-Susteren;

  • b.

    Die behoort tot de categorie personen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking waardoor de zorg voor zijn of haar kind niet goed mogelijk is en/of een kind heeft waarvan het college heeft vastgesteld dat de kinderopvang noodzakelijk is voor een goede en gezonde ontwikkeling van het betreffende kind;

  • c.

    Die geen beroep kan doen op kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst; én

  • d.

    Die aantoonbaar niet volledig zelf of met behulp van een voorliggende voorziening in de kinderopvang kan voorzien.

Om voor subsidie voor een kind met een SMI in aanmerking te komen moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    Het betreffende kind of de betrokken ouder tot de categorie personen behoort met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking en waarvoor is komen vast te staan dat een of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken, of

  • b.

    er is vastgesteld dat de veiligheid van het kind in het geding is, of

  • c.

    er is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van het betreffende kind noodzakelijk is, of

  • d.

    er is vastgesteld dat er sprake is van een crisissituatie waardoor de ouder tijdelijk niet in staat is de verzorging of betaling van de opvang op zich te nemen, of

  • e.

    de noodzaak voor kinderopvang blijkt uit andere stukken van een gezinscoach, huisarts, kinderarts, (kind)psychiater of andere (medisch) deskundige of instellingen, voor zover die een sociaal of medisch oordeel kunnen vormen over de ouder of het betreffende kind.

Artikel 3. Noodzaak van kinderopvang

  • 1.

    Het college stelt op aanvraag van de ouder of verzorger vast of hij of zij een persoon is die onder de doelgroep valt zoals bepaald in artikel 2 van deze regeling.

  • 2.

    De aanvraag wordt ingediend aan de hand van het formulier ‘Aanvraagformulier kinderopvangtoeslag Sociaal Medische Indicatie (SMI)’.

  • 3.

    Voor het vaststellen van de noodzaak van kinderopvang gaat het college uit van een door een gezinscoach, huisarts, kinderarts, (kind)psychiater of andere (medisch) deskundige of instelling overgelegd advies, voor zover die een sociaal of medisch oordeel kunnen vormen over de ouder, de verzorger of het betreffende kind.

Artikel 4. Ingangsdatum subsidieregeling

  • 1.

    De subsidie wordt vastgesteld met ingang van de datum waarop de aanvraag door het college in ontvangst is genomen.

  • 2.

    Als op de, in het eerste lid genoemde datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de subsidie verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal starten.

Artikel 5. Hoogte en duur van de subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de kosten van de kinderopvang per kind die worden bepaald door:

    • a.

      Het aantal uren kinderopvang per kind dat naar het oordeel van het college noodzakelijk is, met een maximum van 27,5 uur opvang per week;

    • b.

      De voor de kinderopvang te betalen uurprijs;

    • c.

      Het soort kinderopvang.

  • 2.

    Bij de berekening van de hoogte van de subsidie wordt gerekend met de maximale uurprijs, bepaald in artikel 4 van het Besluit kinderopvangtoeslag.

  • 3.

    In afwijking van het gestelde in lid 2 wordt bij de vaststelling van de hoogte van de subsidie uitgegaan van de werkelijke kosten als er naar het oordeel van het college geen adequate kinderopvang beschikbaar is tegen het uurtarief zoals gesteld in lid 2.

  • 4.

    De subsidie wordt toegekend voor de duur van maximaal 12 maanden.

Artikel 6. Eigen bijdrage ouder/verzorger

  • 1.

    De ouder/verzorger betaalt een eigen bijdrage die inkomensafhankelijk is.

  • 2.

    Met inachtneming van artikel 5 wordt de tegemoetkoming vastgesteld op basis van de kinderopvangtoeslagtabel van het Besluit kinderopvangtoeslag.

  • 3.

    Bij een gezinsinkomen tot 120% van de geldende bijstandsnorm Participatiewet is er geen sprake van een eigen bijdrage.

  • 4.

    Er wordt geen eigen bijdrage opgelegd indien er sprake is van een aantoonbare minnelijke of wettelijke schuldregeling.

Artikel 7. Het besluit

Het besluit tot vaststelling van de subsidie bevat in ieder geval:

  • a.

    de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de subsidie betrekking heeft;

  • b.

    de naam en adres van het kindercentrum of van het gastouderbureau en de gastouder waar de kinderopvang plaatsvindt;

  • c.

    de omvang van de kinderopvang die noodzakelijk wordt geacht;

  • d.

    de geldigheidsduur van de indicatie;

  • e.

    de wijze waarop de subsidie wordt uitbetaald;

  • f.

    de verplichtingen van de ouder/verzorger.

Artikel 8. Wijziging of beëindiging van de subsidie

De vastgestelde subsidie kan worden gewijzigd indien:

  • a.

    naar het oordeel van het college de noodzaak tot kinderopvang is gewijzigd of is vervallen;

  • b.

    het kind minder uren gebruik maakt van kinderopvang;

  • c.

    de ouder/verzorger en/of diens partner niet meer voldoet aan de bepalingen van deze subsidieregeling;

  • d.

    de ouder/verzorger wijzigingen in de situatie niet, of te laat heeft doorgegeven en als gevolg hiervan of als gevolg van een andere reden ten onrechte of een te hoge subsidie heeft ontvangen.

Artikel 9. Uitbetaling

  • 1.

    De subsidie wordt maandelijks uitbetaald aan de ouder/verzorger.

  • 2.

    De ouder/verzorger kan, al dan niet op verzoek van het kindercentrum of het gastouderbureau, de gemeente machtigen om de betalingen rechtstreeks aan dat kindercentrum of gastouderbureau te doen.

  • 3.

    De subsidie wordt betaald op basis van een factuur die maandelijks overgelegd moet worden.

Artikel 10. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de subsidieregeling indien strikte toepassing ervan onredelijk is naar het oordeel van het college.

Artikel 11. Inwerkingtreding en overgangsbepaling

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2022.

  • 2.

    Beschikkingen afgegeven op basis van de Verordening Wet Kinderopvang Gemeente Echt-Susteren 2006 vervallen nadat op basis van een nieuwe aanvraag na de inwerkingtreding van de nieuwe Subsidieregeling kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie gemeente Echt-Susteren 2022 een nieuw besluit is genomen. Beschikkingen afgegeven op basis van de Verordening Wet Kinderopvang Gemeente Echt-Susteren 2006 blijven van kracht voor de resterende periode zoals opgenomen in de beschikking.

Artikel 12. Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie gemeente Echt-Susteren 2022’.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 12 juli 2022

burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren,

de secretaris

de voorzitter

Toelichting Subsidieregeling kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie gemeente Echt-Susteren 2022

Algemene toelichting

In de subsidieregeling “Kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie gemeente Echt-Susteren 2022” zijn de bepalingen met betrekking tot de vaststelling van de noodzaak van kinderopvang, de verlening en de vaststelling van de tegemoetkoming opgenomen.

 

De kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie is een bijzondere regeling die gemeenten hanteren voor inwoners die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. Op het moment dat de ouder/verzorger vanwege ziekte of beperkingen tijdelijk niet in staat is om goed voor het kind te zorgen, dan kan deze regeling via de gemeente uitkomst bieden.

 

De Wet kinderopvang geeft gemeenten de ruimte om een tegemoetkoming te verstrekken aan inwoners, in aanvulling op de tegemoetkoming die de Belastingdienst verleent.

 

Het uitgangspunt is dat ouders/verzorgers zelf zorgen voor hun kind en indien dat een probleem is, zorgen voor opvang via familie of vrienden. In de situatie dat dit niet mogelijk is en de opvoeding en ontwikkeling van het kind komt in het gedrang, dan is een tegemoetkoming van de gemeente mogelijk.

 

Een gemeentelijke tegemoetkoming op grond van een sociaal-medische indicatie is daarmee een vangnetvoorziening. Alleen een ouder/verzorger die niet op grond van een bepaling in de Wet kinderopvang of een andere voorziening aanspraak kan maken op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang, kan aanspraak maken op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang wegens een sociaal-medische noodzaak.

 

Bij de tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie (SMI) is aansluiting gezocht bij de Wet kinderopvang (Wko). Dit houdt in dat de ouder/verzorger zelf de kinderopvang regelt, hiervoor een contract met een kindercentrum sluit, in beginsel zelf de rekeningen betaalt en hiervoor een tegemoetkoming van de gemeente ontvangt. In het kader van de privacybescherming is dit ook het meest zuiver.

 

Voor de definitie van kinderopvang, de voorwaarden waaraan de kinderopvang en de houder van een centrum waar kinderopvang plaatsvindt aan moeten voldoen en de maximale uurprijs is aansluiting gezocht bij de Wko en het Besluit kinderopvangtoeslag.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1. Begripsomschrijving

Geen toelichting nodig.

 

Artikel 2. Doelgroep

Zowel vanuit de situatie van de ouder/verzorger als vanuit het kind kan er sprake zijn van een sociaal-medische indicatie. Door verschillende oorzaken kunnen de ouders/verzorgers niet de mogelijkheid hebben om het kind datgene te bieden wat het kind nodig heeft om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. Door plaatsing van het kind bij een kinderopvang wordt de thuissituatie tijdelijk ontlast. Ouders/verzorgers krijgen zo de tijd en rust om hun eigen leven op orde te brengen. Vanuit de ouder/verzorger kan het gaan om:

  • gezondheidsproblemen;

  • pedagogische onmacht;

  • psychische belasting of psychische problematiek, waarbij o.a. gedacht kan worden aan relatieproblemen, problemen rond echtscheiding, financiële problemen, verslaving e.d.

Voor kinderen met een (dreigende) ontwikkelingsachterstand kan de plaatsing bij een kinderopvang een stimulans geven tot het verbeteren van de ontwikkeling van het kind. Het kan hierbij gaan om sociaal-emotionele, verstandelijke of lichamelijke ontwikkeling, taalachterstanden of aanvulling op de opvoeding thuis.

 

Ouders/verzorgers moeten eerst proberen om op een andere manier te voorzien in de opvang van hun kind(eren). Dit geheel aan mogelijkheden wordt geschaard onder de voorliggende voorzieningen.

 

Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend:

  • Opvang bij familie of vrienden;

  • Medisch kinderdagverblijf of andere voorziening vanuit de Jeugdwet;

  • Voor- en vroegschoolse educatie (VVE).

Indien de opvang via een voorliggende voorziening nog niet toereikend is, dan kan de gemeente in aanvulling daarop nog een tegemoetkoming verstrekken voor kinderopvang op grond van SMI.

 

Artikel 3. Noodzaak van kinderopvang

Voor de vaststelling van de noodzaak tot kinderopvang op sociaal-medische gronden gaat de gemeente uit van een advies door een kinderarts of (kinder-)psychiater. Wanneer dit ontbreekt, kan de gemeente een onafhankelijk deskundige om advies vragen. Wanneer de ouder/verzorger zelf over dergelijk advies beschikt dan dient dit ter onderbouwing van de aanvraag overgelegd te worden aan de gemeente. De gemeente beoordeelt of dit advies voldoende is en vraagt – zo nodig – een eigen advies op bij een onafhankelijke deskundige.

 

Uit het advies van de onafhankelijke deskundige moet het noodzakelijk aantal uren blijken. Als de ouder/verzorger en/of diens partner onvoldoende of in het geheel niet meewerkt aan het onderzoek naar de noodzaak, wordt de aanvraag afgewezen op grond van het feit dat de noodzaak niet is vast te stellen.

 

Als de noodzaak van kinderopvang op grond van een SMI is vastgesteld, kan de aanvraag verder in behandeling worden genomen.

 

Artikel 4. Ingangsdatum tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt niet met terugwerkende kracht verstrekt, maar pas vanaf de datum van de aanvraag. Als de kinderopvang nog moet starten, dan wordt de tegemoetkoming verstrekt vanaf de datum dat de kinderopvang daadwerkelijk start.

 

Artikel 5. Hoogte en duur van de tegemoetkoming

Net als bij de tegemoetkoming op grond van de Wko is de hoogte van de tegemoetkoming voor de kosten van kinderopvang als gevolg van SMI afhankelijk van het aantal uren kinderopvang dat noodzakelijk is en de prijs die voor de kinderopvang betaald moet worden. Verder wordt een maximale uurprijsvergoeding gehanteerd voor de kinderopvang. Deze uurprijs vergoeding wordt jaarlijks vastgesteld door de minister en gepubliceerd in het Besluit Kinderopvangtoeslag. Indien er geen kinderopvang beschikbaar is tegen de maximale uurprijs, dan kan het college afwijken van deze regel.

 

Er is een beperking aangebracht op het aantal te vergoeden dagdelen/dagen kinderopvang per week. De gemeente vergoedt maximaal 27,5 uur per week, uitgaande van dagdelen van 5,5 uur. Deze uren mogen over meerdere werkdagen verspreid worden, maar biedt de ouder/verzorger in ieder geval de mogelijkheid om minimaal 2,5 dag kinderopvang af te nemen. Indien de ouder/verzorger kiest voor meer dagen aan opvang, dan komt het meerdere voor rekening van de ouder/verzorger.

 

De duur van de tegemoetkoming wordt op maximaal 12 maanden gesteld.

 

Artikel 6. Eigen bijdrage ouder/verzorger(s)

Aan de verstrekking van een tegemoetkoming voor de ouder(s)/verzorger(s) is geen strakke inkomensgrens verbonden, zoals bij de bijzondere bijstand. Bij de berekening wordt uitgegaan van de inkomenstabel die de Belastingdienst hanteert voor de berekening van de hoogte van de kinderopvangtoeslag. Deze tabel is een bijlage van het Besluit kinderopvangtoeslag.

 

Artikel 7. Het besluit

Geen toelichting nodig.

 

Artikel 8. Wijziging of beëindiging van de tegemoetkoming

Indien de situatie wijzigt, dan is altijd een wijziging van de tegemoetkoming mogelijk.

Indien de ouders/verzorgers de wijziging niet (tijdig) doorgeven dan wordt de tegemoetkoming aangemerkt als onverschuldigde betaling en teruggevraagd van de ouders/verzorgers. Indien noodzakelijk kan een procedure via de kantonrechter worden gestart op grond van het Burgerlijk Wetboek.

 

Artikel 9. Uitbetaling

De tegemoetkoming wordt in beginsel maandelijks aan de ouder/verzorger uitbetaald aan de hand van te overleggen nota‘s. Deze wijze van betalen geniet de voorkeur. Hierdoor blijft de omvang van eventuele onverschuldigde betalingen die de gemeente van de ouder/verzorger moet terughalen, beperkt.

 

Op verzoek van de ouder/verzorger kan uitbetaling aan het kindercentrum of het gastouderbureau plaatsvinden. De gemeente moet hiervoor gemachtigd worden. Deze machtiging verandert juridisch gezien niets aan de verhouding tussen de gemeente en de ouder/verzorger. Ook al wordt het bedrag gestort op de rekening van het kindercentrum of gastouderbureau, er blijft sprake van een betaling van de tegemoetkoming van gemeente aan de ouder/verzorger.

 

Artikel 10. Hardheidsclausule

Geen toelichting nodig.

 

Artikel 11. Inwerkingtreding en overgangsbepaling

Geen toelichting nodig.

 

Artikel 12. Citeertitel

Geen toelichting nodig.