Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meppel

Notitie beleidskeuze Energietoeslag 2022 Meppel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeppel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNotitie beleidskeuze Energietoeslag 2022 Meppel
CiteertitelNotitie beleidskeuze Energietoeslag 2022 Meppel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-12-2022hoofdstuk 3

29-11-2022

gmb-2022-540456

29-09-202215-03-202208-12-2022nieuwe regeling

29-03-2022

gmb-2022-433770

Tekst van de regeling

Intitulé

Notitie beleidskeuze Energietoeslag 2022 Meppel

 

Om huishoudens met lagere inkomens te ondersteunen bij de stijgende energieprijzen, heeft het kabinet 679 miljoen euro vrijgemaakt voor een eenmalige generieke tegemoetkoming. De eenmalige energietoeslag lage inkomens (ET). Het ministerie van SZW, VNG en Divosa hebben voor de uitvoering (niet bindende) richtlijnen opgesteld. Het gaat hierbij om een generieke oplossing via de categoriale bijzondere bijstand waarbij de tegemoetkoming zoveel mogelijk ambtshalve wordt uitgekeerd om extra uitvoeringskosten te beperken. De opgestelde richtlijnen hebben gediend om de aan uw voorgelegde beleidskeuzes te onderbouwen en de beleidsregels op te stellen.

 

Aanpassing wetgeving

Op grond van de Participatiewet (Pw) kan door de gemeente in individuele gevallen bijzondere bijstand verstrekt worden als het door bijzondere omstandigheden niet meer mogelijk is om de noodzakelijke kosten te betalen (artikel 35 lid 1 Pw). De eenmalige energietoeslag vergt een wijziging van de Participatiewet.

 

Met het wetsvoorstel krijgen de gemeenten de volgende twee bevoegdheden op grond van de Participatiewet:

  • 1.

    de bevoegdheid om in het kalenderjaar 2022 een eenmalige energietoeslag toe te kennen aan huishoudens met een laag inkomen, gebruikmakend van het instrument van de categoriale bijzondere bijstand, dus zonder dat de gemeente hoeft vast te stellen dat de ontvanger de kosten daadwerkelijk heeft gemaakt;

  • 2.

    de bevoegdheid om de eenmalige energietoeslag ambtshalve (dus zonder aanvraag) toe te kennen aan de huishoudens waarvan de getoetste inkomensgegevens bij de gemeente bekend zijn.

De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 31, tweede lid, wordt na onderdeel n een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • o.

    de eenmalige energietoeslag, bedoeld in artikel 35, vierde lid;.

B

Artikel 31, tweede lid, onderdeel o, vervalt.

C

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1

    Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot het zesde en zevende lid.

  • 2

    Na het derde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

    • 4.

      In afwijking van het eerste lid kan in het jaar 2022 bijzondere bijstand ook aan een alleenstaande of een gezin worden verleend in de vorm van een eenmalige energietoeslag, zonder dat wordt nagegaan of die alleenstaande of dat gezin in dat jaar een sterk gestegen energierekening had.

    • 5.

      De in het vierde lid bedoelde toeslag kan in afwijking van artikel 43, eerste lid, ambtshalve worden vastgesteld.

D

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1

    Het vierde en vijfde lid vervallen.

  • 2

    Het zesde en zevende lid worden vernummerd tot het vierde en vijfde lid.

De onderdelen A en C treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wordt geplaatst en werken terug tot 15 maart 2022. De onderdelen B en D treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

 

Beleidsvrijheid en richtlijn uitvoering

De gemeente heeft de bevoegdheid om in 2022 een eenmalige energietoeslag toe te kennen aan huishoudens met een laag inkomen; het betreft dus geen verplichting. Het feit dat de eenmalige energietoeslag onderdeel uitmaakt van de bijzondere bijstand, geeft beleidsvrijheid ten aanzien van de vormgeving.

 

De gemeente bepaalt:

  • de doelgroep van de energietoeslag. Dit houdt in dat de gemeente bepaalt wat er onder een laag inkomen wordt verstaan;

  • of er groepen worden uitgesloten van het recht op de energietoeslag (bijvoorbeeld groepen waarvan vaststaat dat zij geen energierekening hebben, zoals personen die in een instelling verblijven en dak- en thuislozen);

  • welk inkomen in aanmerking wordt genomen, waarbij de inkomsten bedoeld in artikel 31, tweed lid, van de Participatiewet in ieder geval buiten beschouwing worden gelaten;

  • de periode waarover het inkomen in aanmerking wordt genomen;

  • óf en welk vermogen in aanmerking wordt genomen;

  • de hoogte van het bedrag van de toe te kennen eenmalige energietoeslag en de wijze van uitbetalen, eventueel gedifferentieerd naar leefsituatie.

De gemeente legt deze keuzes vast in beleidsregels. Er wordt veel belang gehecht aan een landelijk uniforme uitvoering van de energietoeslag. Daarom is door het ministerie van SZW en VNG een (niet bindende) richtlijn opgesteld.

 

Middelen en verantwoording

Voor de uitvoering en uitgifte van de energietoeslag stelt het kabinet een eenmalig budget van € 679 miljoen via het gemeentefonds beschikbaar. Dit zal per meicirculaire 2022 gebeuren. Het budget is bedoeld voor zowel de te verstrekken energietoeslagen als de uitvoeringskosten. De middelen worden verdeeld aan de hand van de reguliere verdeelsleutel voor de bijzondere bijstand.

In deze opzet draagt de gemeente de financiële risico’s van de regeling. Daarom moeten zij niet alleen het verwachte beroep op deze regeling, maar ook het verwachte beroep op individuele bijzondere bijstand en eventuele andere regelingen, alsmede de uitvoeringskosten betrekken.

De financiering via het gemeentefonds betekent dat de gemeente voor de energietoeslag geen aparte financiële verantwoording aan het Rijk hoeft af te leggen. Het college verantwoordt zich wel over de uitvoering aan de gemeenteraad.

 

Doelgroep, inkomensgrens en hoogte van de Energietoeslag

Voor wie heeft het kabinet de Energietoeslag bedoeld? Uit de kamerbrief van 10 december 2021 blijkt het volgende; Er is geconstateerd dat de kosten voor energie fors stijgen. Generiek wordt een deel gecompenseerd door de verlaging op energiebelastingen. Daarnaast is besloten om voor huishoudens met een laag inkomen een eenmalige energietoeslag (ET) uit te keren. Hiervoor komt een generieke oplossing via de categoriale bijzondere bijstand, waarbij een eenmalige tegemoetkoming ambtshalve kan worden uitgekeerd, waarbij gemeenten kunnen aansluiten bij hun eigen lokale minimabeleid. Voor de inwoners die (mogelijk) ambtshalve niet bereikt worden is er de mogelijkheid tot het doen van een aanvraag categoriale bijzondere bijstand voor deze kosten.

 

Kring van rechthebbenden

Voor de eenmalige energietoeslag geldt de kring van rechthebbenden zoals genoemd in paragraaf 2.2 van de Participatiewet. Daarmee is het recht op de energietoeslag op grond van artikel 11 (Rechthebbenden) beperkt tot Nederlanders en daarmee gelijkgestelden, die woonachtig zijn en rechtmatig verblijven in Nederland. Daarnaast zijn ook de uitsluitingsgronden van artikel 12 (Onderhoudsplicht ouders) en 13 (Uitsluiting van bijstand) van de Participatiewet van toepassing.

 

Inkomensgrens

De energietoeslag is bedoeld voor alleenstaanden en gezinnen met een laag inkomen, dat wil zeggen een inkomen op of net boven het sociaal minimum. De gemeente heeft de bevoegdheid om zelf invulling te geven aan wat onder een laag inkomen wordt verstaan en hoe dit inkomen wordt getoetst. Aanbevolen wordt om hiervoor aan te sluiten bij het lokale minimabeleid. Als voor (het merendeel van) de minimaregelingen in de gemeente de inkomensgrens van 120% van de bijstandsnorm geldt, dan geeft de richtlijn aan ook voor de energietoeslag een inkomensgrens van 120% te hanteren. Een inkomensgrens lager dan 120% van het sociaal minimum hanteren is niet wenselijk.

 

In Meppel hanteren we voor de minimaregelingen meerdere grenzen:

Bijzondere bijstand 120% en daarboven op basis van draagkracht;

Fonds deelname maatschappelijke activiteiten maximaal 110%;

Individueel inkomenstoeslag maximaal 105%;

Collectieve zorgverzekering maximaal 120%.

 

De gemeente is bevoegd om in het kader van de bijzondere bijstand draagkrachtregels op te stellen. Het college heeft bijvoorbeeld ruimte om inkomensgrenzen vast te stellen. Bij een inkomen boven dit percentage vindt toets op draagkracht plaats.

Vanwege de uitvoerbaarheid van deze regeling ET en het feit dat ook het kabinet beoogd heeft een bepaalde doelgroep tot een bepaalde inkomensgrens (aansluitend bij het gemeentelijk minimabeleid) eenmalig te compenseren, wordt voorgesteld om aan te sluiten bij de maximale inkomensgrens van 120%.

 

Beleidskeuze

Uitgangspunten voor de toekenning ET zijn:

  • a)

    Inwoners met een inkomen tot 120% welke bekend zijn bij de gemeente, zoals verderop omschreven, ontvangen ambtshalve de ET uitgekeerd.

  • b)

    Inwoners met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum welke niet bekend zijn, kunnen een aanvraag ET indienen.

 

In aanmerking te nemen inkomen

In aanmerking te nemen inkomen

De gemeente heeft enige beleidsvrijheid in het bepalen van het in aanmerking te nemen inkomen. Daarbij worden de inkomsten genoemd in artikel 31, tweede lid, van de Participatiewet in ieder geval buiten beschouwing gelaten.

 

Beleidskeuze

Als inkomen wordt aangemerkt:

  • inkomsten uit of in verband met arbeid (loon, uitkeringen);

  • AOW-uitkering;

  • pensioen dat via de werkgever is opgebouwd en uitkeringen uit een lijfrenteproduct;

    Hiervan mag de aanvrager per maand in 2022 als alleenstaande € 21,50 of als gezamenlijke huishouding € 43 aftrekken;

  • inkomsten uit een PGB, voor zover dit wordt ingezet ter vergoeding van de zorg die

  • Door de aanvrager zelf wordt verricht;

  • inkomsten uit (onder)verhuur en/of kostgeverschap;

  • partner- en/of kinderalimentatie;

  • periodieke giften;

  • inkomsten uit vermogen, zoals rente of dividend;

  • een uitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet (Anw);

  • wachtgeld op basis van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa).

 

Niet in aanmerking te nemen inkomen

Toeslagen als huur-, zorg- en kinderopvangtoeslag worden niet als inkomen aangemerkt. Dit geldt ook voor speciale regelingen op basis van de corona- (steun)maatregelen, zoals de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) voor ondernemers en de zorgbonus voor zorgpersoneel. Ook bijzondere bijstand (Participatiewet en TONK) telt niet mee als inkomen.

 

Beleidskeuze

In afwijking van artikel 32, eerste lid, onderdeel a, van de wet wordt bij zelfstandigen niet als inkomen in aanmerking genomen:

  • a.

    een teruggave inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen.

  • b.

    de verschuldigde inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen over inkomen waarover geen loonbelasting is geheven wordt gesteld op 18 procent van dat inkomen.

  • c.

    ten aanzien van de zelfstandige die het bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent in de vorm van een besloten vennootschap of een coöperatieve vereniging met wettelijke aansprakelijkheid wordt onder inkomen mede verstaan de naar evenredigheid van het aantal zelfstandigen omgerekende nettowinst van deze rechtspersoon verminderd met de hierover verschuldigde vennootschapsbelasting.

 

Beleidskeuze

De inkomenstoets bestaat uit het overleggen van inkomensgegevens dan wel kan er worden volstaan met een positieve beschikking kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2021/2022 van de gemeente Meppel.

 

Peildatum en referteperiode

De gemeente bepaalt de peildatum. Dit kan een vaste datum zijn (bijvoorbeeld 1 januari of 1 maart 2022) of de datum van aanvraag van de energietoeslag. Ook bepaalt de gemeente de periode waarover het inkomen in aanmerking wordt genomen, de referteperiode. Dit kan een maand zijn, een aantal maanden of een jaar. Het heeft de voorkeur hiervoor aan te sluiten bij het lokale minimabeleid. Daarmee kan aan zoveel mogelijk huishoudens de toeslag ambtshalve worden toegekend.

 

De ‘referteperiode’ moet afwijkend worden vastgesteld omdat deze niet voorkomt in de bijzondere bijstandsbeleidsregels van de gemeente. Hier spreekt men namelijk over een draagkrachtperiode. De ingangsdatum draagkrachtperiode wordt vastgesteld op de eerste dag van de maand waarin de kosten worden gemaakt. Deze omschrijving sluit niet aan bij de energietoeslagregeling.

 

Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die algemene bijstand ontvangen of een uitkering IOAW of IOAZ of behoren tot de groepen in artikel 3.

 

Beleidskeuze

Bij de ambtshalve toekenning categoriale bijstand in “bulk” worden de groepen inclusief het peilmoment van de groepen apart vastgelegd.

 

Bij een ambtshalve individuele aanvraag categoriale bijzondere bijstand hoeft alleen uitgegaan te worden van de maand in 2022 waarin het college vaststelt dat de inwoner tot de kring van rechthebbende hoort.

 

We kiezen als peildatum voor de aanvraag van categoriale bijzondere bijstand ET:

de 1e van de maand van aanvraag en voor de referteperiode: 1 maand voorafgaand aan de peildatum.

 

Geen vermogenstoets

Vanwege een snelle uitvoerbaarheid van de regeling wordt aangeraden het vermogen van de aanvrager en eventuele partner buiten beschouwing te laten. De gemeente hoeft dus geen vermogenstoets toe te passen en kan het recht op de energietoeslag bepalen aan de hand van alleen het inkomen.

 

Beleidskeuze

We volgen het advies en passen geen vermogenstoets toe.

 

Doelgroep

De energietoeslag moet dit kalenderjaar (2022) aan rechthebbenden zijn uitbetaald, maar de gemeente is verder vrij om te bepalen wanneer. Voor een snelle uitvoering van de regeling is het mogelijk de doelgroep uit te splitsen in een groep die de energietoeslag ambtshalve krijgt toegekend en een groep die de energietoeslag alleen op aanvraag kan ontvangen.

 

De toeslag kan aan de eerste groep snel worden uitgekeerd. Aan de tweede groep volgt de uitbetaling na een toekenning op een (ambtshalve) aanvraag, waarbij de duur van de aanvraagperiode wordt bepaald door de gemeente.

 

Doelgroep I: ambtshalve toekenning

Met de invoering van het vijfde lid onder artikel 35 van de Participatiewet wordt geregeld dat de gemeente de eenmalige energietoeslag ook ambtshalve kan vaststellen en verstrekken. Een schriftelijke aanvraag is dan niet nodig. Om de uitvoeringskosten te beperken, wordt aanbevolen om de energietoeslag waar mogelijk ambtshalve toe tekennen. Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de inwoner op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die algemene bijstand ontvangen of een uitkering IOAW of IOAZ. Daar kan de gemeente andere groepen aan toe voegen, bijvoorbeeld inwoners die periodiek bijzondere bijstand ontvangen of een bijdrage op grond van een gemeentelijke minimaregeling. Of dat mogelijk is zal afhangen van de vraag of de aanwezige gegevens voldoende zijn om vast te stellen dat zij op voorhand ook voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2 en andere voorwaarden uit de Participatiewet. Daarbij moet de gemeente ook beschikken over het bankrekeningnummer van de inwoner.

 

1 Huishoudens met een uitkering van de gemeente

Het ligt voor de hand de ambtshalve toekenning te starten met de groep waarvan alle (inkomens)gegevens en het bankrekeningnummer al bekend zijn bij de gemeente. Dit zijn de alleenstaanden of gehuwden/samenwonenden met een lopende uitkering voor levensonderhoud op grond van de Participatiewet, IOAW en IOAZ en die niet zijn uitgezonderd volgens de beleidsregels van de gemeente.

 

2 Huishoudens die gebruikmaken van bijzondere bijstand of minimaregelingen

Voor zover de gemeente beschikt over recent getoetste inkomensgegevens en andere benodigde gegevens, is ambtshalve verstrekking van de energietoeslag ook mogelijk aan personen die bekend zijn in het kader van de bijzondere bijstand of andere gemeentelijke minimaregelingen. Door de draagkrachtregels van de bijzondere bijstand zijn er inwoners in Meppel die bijzondere bijstand ontvangen, maar wat betreft inkomen boven de inkomensgrens van de energietoeslag uitkomen.

 

3 Ondernemers met een Bbz-uitkering

Voor zelfstandig ondernemers die een uitkering voor levensonderhoud op grond van het Bbz 2004 ontvangen, geldt dat het definitieve (jaar)inkomen pas na afloop van het boekjaar kan worden vastgesteld. Of de ondernemer een inkomen heeft onder de voor de energietoeslag geldende inkomensgrens, kan daarom alleen achteraf worden vastgesteld. Aan de ondernemer met een uitkering levensonderhoud kan de energietoeslag ambtshalve worden toegekend. Na afloop van het boekjaar moet worden getoetst of er daadwerkelijk recht bestond. Blijkt het inkomen van de ondernemer in 2022 boven de inkomensgrens voor de energietoeslag te liggen? Dan was er geen recht en zal de energietoeslag teruggevorderd moeten worden.

 

4 AIO-gerechtigden

De energietoeslag kan niet worden verstrekt door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Op grond van artikel 64, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet kan de gemeente bij de SVB gegevens van AIO-gerechtigden opvragen. Die gegevensverstrekking gaat via het Inlichtingenbureau. Deze gegevensuitwisseling heeft een expliciete wettelijke basis. Daarmee is deze gegevensverwerking rechtmatig op basis van artikel 6, eerste lid, onderdeel c, en vierde lid, van de AVG (zie ook § 3.3 Gebruik gegevens en AVG).

 

Huishoudens met schulden

De gemeente kan ervoor kiezen om ook voor de energietoeslag een ‘schuldhulppardon’ te hanteren en de toeslag toe te kennen aan huishoudens met een inkomen boven de inkomensgrens, die vanwege problematische schulden en deelname aan een schuldhulptraject (Wsnp of minnelijke schuldregeling), weinig te besteden hebben (slechts het ‘vrij te laten bedrag’, circa 95% van de bijstandsnorm).

 

Beleidskeuze

De volgende groepen inwoners van Meppel ontvangen de eenmalige energietoeslag ambtshalve:

  • In 2022 algemene bijstand ontvangen; of

  • een uitkering ontvangen op grond van de BBZ, IOAW en IOAZ; of

  • een uitkering ontvangen op grond van de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) op grond van artikel 47 a van de participatiewet; of

  • in 2021 recht hadden op Fonds Deelname Maatschappelijke activiteiten (FDMA) en/of Individuele inkomenstoeslag (IIT) en/of deelnemer zijn van de collectieve zorgverzekering van de gemeente Meppel; of

  • in 2021 recht hadden op de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) en/of de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK).

De huishoudens die in 2022 als nog recht hebben op bovenstaande regelingen of in 2022 aan een minnelijke regeling of Wsnp traject deelnemen en waaraan nog geen ET is toegekend kunnen alsnog ambtshalve een toekenning krijgen.

 

De overige huishoudens behorend tot de doelgroep met een inkomen tot maximaal 120% van het relevante sociaal minimum dienen, om voor deze eenmalige energietoeslag in aanmerking te kunnen komen, hiertoe een aanvraag categoriale bijzondere bijstand in te dienen.

 

Inkadering doelgroep

Aanbevolen wordt om de energietoeslag alleen toe te kennen aan zelfstandige huishoudens. Het begrip ‘zelfstandige huishoudens’ is niet gedefinieerd in de richtlijn of (toelichting op) de wet. De gemeente mag dit begrip zelf invullen.

Daarnaast kan de gemeente in de beleidsregels opnemen dat enkele groepen inwoners niet voor de energietoeslag in aanmerking komen. Het kan dan met name gaan om inwoners die in een instelling verblijven, jongeren tot 21 jaar, studenten die aanspraak maken op studiefinanciering (WSF 2000) en dak- en thuislozen. Deze groepen worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) niet meegeteld bij de huishoudens met een inkomen tot het sociaal minimum. Hieronder wordt nader ingegaan op deze groepen.

 

1 Bewoners van een instelling (inrichting)

Bewoners van zorg-, revalidatie- en verpleeginstellingen en van instellingen voor beschermd of begeleid wonen kunnen worden uitgesloten van de energietoeslag, omdat de instelling voorziet in de energiekosten. Of iemand in een instelling verblijft, is voor inwoners met een Pw-uitkering eenvoudig na te gaan: de groep met een uitkering volgens de inrichtingsnorm kan worden uitgesloten. Voor alleenstaanden met een IOAW- of IOAZ-uitkering en voor overige inwoners kan de gemeente nagaan of het (opgegeven) adres niet dat van een instelling is.

 

2 Jongeren tot 21 jaar

Voor 18-, 19- en 20-jarigen geldt dat zij voor de energiekosten een beroep kunnen doen op de ouders. Deze hebben een wettelijke onderhoudsplicht (artikel 12 Pw). Wanneer de ouders hier niet aan kunnen voldoen, kan een jongere voor de sterk gestegen energie- kosten individuele bijzondere bijstand aanvragen. Op deze wijze komt de financiële ondersteuning vanuit de bijzondere bijstand uitsluitend terecht bij de jongeren die het daadwerkelijk nodig hebben. Daarbij is het aantal jongeren dat daadwerkelijk geen beroep op de ouders kan doen, in de praktijk gering.

Bij jongeren die een bijstandsuitkering ontvangen aangevuld met bijzondere bijstand omdat de ouders niet kunnen voldoen aan de onderhoudsplicht, kan de gemeente besluiten die aanvulling vanwege de gestegen energiekosten tijdelijk te verhogen.

 

3 Studenten

Studenten jonger dan 27 jaar die aanspraak kunnen maken op studiefinanciering (WSF 2000) zijn op grond van artikel 13 van de Participatiewet al uitgesloten van het recht op algemene bijstand. De woonsituatie van studenten is zeer divers, ook voor wat betreft de energiekosten. Vanwege deze diversiteit is voor deze doelgroep de individuele bijzonderebijstand een geschikter instrument dan de categoriale bijzondere bijstand. Op deze wijze komt de financiële ondersteuning vanuit de bijzondere bijstand uitsluitend terecht bij de studentenhuishoudens die het daadwerkelijk nodig hebben.

 

4 Dak- en thuislozen

Inwoners met alleen een briefadres (dak- en thuislozen) kunnen worden uitgesloten van de eenmalige energietoeslag omdat zij geen energiekosten hebben.

 

Beleidskeuze

Tot de doelgroep behoren alleenstaande en gezinnen die over inkomen beschikt tot maximaal 120% van het voor in zijn/haar situatie geldende sociaal minimum.

Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:

  • a.

    in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet;

  • b.

    jonger is dan 21 jaar;

  • c.

    jonger is dan 27 jaar en aanspraak maakt op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000; of

  • d.

    is ingeschreven in de basisregistratie personen als ingezetene met enkel een briefadres.

 

Geen ambtshalve toekenning

De groep die niet onder de ambtshalve toekenning valt omdat deze groep nog niet bekend is bij de gemeente Meppel of op basis van de AVG er geen uitwisseling kan plaatsvinden, maar wel tot de doelgroep kan behoren bestaat uit:

  • -

    Werkenden met een laag inkomen

  • -

    IOW of WW-gerechtigden

  • -

    AOW-gerechtigden zonder aanvullend pensioen

  • -

    Zelfstandigen met een laag inkomen

  • -

    Inwoners met kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen

Noodzakelijkheid en hoogte van de toeslag

Normaliter worden de kosten van gas, water en elektra niet vergoed vanuit de bijzondere bijstand. Deze kosten worden niet als bijzondere kosten gezien. Hierop vindt nu eenmalig een wijziging plaats ten aanzien van de kosten van energie. Door de wetswijziging met betrekking tot de categoriale bijzondere bijstand voor een eenmalige energietoeslag lage inkomens hoeft er voor deze regeling geen toets plaats te vinden ten aanzien van de noodzaak van deze kosten. Een ieder die voldoet aan de inkomensvoorwaarden heeft recht op deze eenmalige energietoeslag. Hiermee wordt acceptabel geacht dat ook huishoudens met een laag inkomen, welke niet in de problemen zijn gekomen door een stijgende energierekening, worden bereikt. De acceptatie hiervan is gelegen in het feit dat deze regeling zich beperkt tot huishoudens met een laag inkomen.

Door de VNG is voorwaardelijk gesteld dat de eenmalige tegemoetkoming voldoende substantieel is om de gestegen energierekening op te kunnen vangen. Als richtbedrag wordt hierbij uitgegaan van € 800,- per huishouden.

 

Beleidskeuze

Er wordt eenmalig in 2022 een energietoeslag verstrekt voor: Energielasten 

 

De ET is bedoeld voor het compenseren van huishoudens met een laag inkomen welke te maken hebben met stijgende energieprijzen. Acceptabel is dat deze tegemoetkoming ook huishoudens met een laag inkomen bereikt, welke (nu nog) niet te maken hebben met stijgende energieprijzen.

 

De hoogte van het eenmalige uit te keren bedrag wordt vastgesteld op € 800,- per huishouden. 

 

De eenmalige energietoeslag 2022 wordt in twee termijnen uitbetaald.

  • De eerste betaling van € 400,- zo spoedig mogelijk maar voor 30 april 2022 en de tweede betaling van € 400,- rond 15 oktober 2022.

  • Indien de toekenningsdatum na 30 april ligt maar voor 15 oktober 2022 wordt de eerste € 400,- direct uitbetaald

  • Ligt de toekenningsdatum na 15 oktober 2022 dan wordt de 800,- in een keer uitbetaald.

 

Inlichtingenplicht

Voor de energietoeslag geldt de inlichtingenplicht: toekennen kan alleen als alle benodigde gegevens en bewijsstukken zijn aangeleverd of al in bezit zijn van de gemeente. Bij twijfel over de juistheid van de aangeleverde gegevens, mag de gemeente nadere informatie vragen.

 

Ook kan de gemeente op grond van artikel 53a, zesde lid, van de Participatiewet na de toekenning een onderzoek naar de juistheid van de gegevens instellen. Blijkt uit dit onderzoek dat de gegevens niet (volledig) juist zijn, dan kan het besluit om de energietoeslag toe te kennen worden herzien of ingetrokken.

 

Wanneer de aanvrager met opzet niet heeft voldaan aan de inlichtingenplicht, legt de gemeente op grond van artikel 18a van de Participatiewet een bestuurlijke boete op ter hoogte van het benadelingsbedrag. Ook als er (nog) geen sprake is van een benadelingsbedrag, wordt in beginsel een boete opgelegd (artikel 18a lid 3 Pw).

 

Is de energietoeslag ten onrechte verstrekt of is er een te hoog bedrag verstrekt (bijvoorbeeld meerdere energietoeslagen aan hetzelfde huishouden)? Dan vordert de gemeente de kosten van de bijstand terug op grond van artikel 58 en 59 van de Participatiewet. Dit doet de gemeente zo nodig van alle gezinsleden.

 

Addendum Notitie beleidskeuze Energietoeslag 2022 Meppel

 

Dit addendum biedt een toelichting op de wetswijziging eenmalige energietoeslag. Dit om te voorkomen dat de gewijzigde beleidsregels “eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Meppel” en de beleidskeuze “energietoeslag 2022 Meppel” niet meer op elkaar aansluiten.

 

In het debat over de Voorjaarsnota op 5 juli jl. heeft het kabinet aangekondigd het richtbedrag van de eenmalige energietoeslag nogmaals te verhogen, van € 800 naar€ 1.300. De financiële bijdrage vanuit het rijk wordt toegekend via de algemene middelen met een landelijk bedrag van 550 miljoen. Dit is één van de manieren van het kabinet om huishoudens met een laag inkomen tegemoet te komen bij de prijsstijgingen van de energielasten in 2022

 

Het wetsvoorstel eenmalige energietoeslag is 12 juli 2022 door de Eerste Kamer aangenomen. De onderdelen A en C treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wordt geplaatst en werken terug tot 15 maart 2022. De onderdelen B en D treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:

 

A

In artikel 31, tweede lid, wordt na onderdeel n een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • o.

    de eenmalige energietoeslag, bedoeld in artikel 35, vierde lid;.

B

Artikel 31, tweede lid, onderdeel o, vervalt.

C

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1

    Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot het zesde en zevende lid.

  • 2

    Na het derde lid worden twee leden ingevoegd, luidende: 4. In afwijking van het eerste lid kan tot en met 30 juni 2023 bijzondere bijstand ook aan een alleenstaande of een gezin worden verleend in de vorm van een eenmalige energietoeslag, zonder dat wordt nagegaan of die alleenstaande of dat gezin in dat jaar een sterk gestegen energierekening had. 5. De in het vierde lid bedoelde toeslag kan in afwijking van artikel 43, eerste lid, ambtshalve worden vastgesteld.

D

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1

    Het vierde en vijfde lid vervallen.

  • 2

    Het zesde en zevende lid worden vernummerd tot het vierde en vijfde lid.

Met deze wijziging hebben de gemeenten de volgende twee bevoegdheden op grond van de Participatiewet:

  • 1

    de bevoegdheid om tot en met 30 juni 2023 een eenmalige energietoeslag toe te kennen aan huishoudens met een laag inkomen, gebruikmakend van het instrument van de categoriale bijzondere bijstand, dus zonder dat de gemeente hoeft vast te stellen dat de ontvanger de kosten daadwerkelijk heeft gemaakt;

  • 2

    de bevoegdheid om de eenmalige energietoeslag ambtshalve (dus zonder aanvraag) toe te kennen aan de huishoudens waarvan de getoetste inkomensgegevens bij de gemeente bekend zijn.

We wijzigen in de gewijzigde beleidsregels, de aanvraagperiode, de referteperiode en de hoogte van de bijdrage op basis van onderstaande beleidskeuzes.

 

1.De aanvraagperiode

De wetswijziging zorgt er voor, dat gemeenten die hiervoor kiezen, extra tijd krijgen om de verhoging van € 500,- rechtmatig af te handelen. Hiermee is echter ook de mogelijkheid ontstaan om in Meppel nog individuele bijzondere bijstand aan te vragen in 2023 met terugwerkende kracht tot juli 2022. Dit kan namelijk op basis van het bijstandsbeleid voor kosten die zijn gemaakt tot 6 maanden daarvoor. Inwoners die in januari 2023 individuele bijstand voor energietoeslag aanvragen kunnen dit nog doen voor de extra kosten vanaf de maand juli 2022. De groei van aanvragen individuele bijstand kan dan in 2023 alsnog toenemen, terwijl de wetgever dit heeft proberen te voorkomen door het mogelijk maken van categoriale bijzondere bijstand ET.

 

Door de ET aanvraag categoriale bijzondere bijstand periode met vijf maanden te verlengen geven we inwoners die bijvoorbeeld:

  • -

    eerst dachten het zelf nog te redden en/of

  • -

    door de eerste financiële problemen in de stress raakten en zich daarom nog niet hadden gemeld en/of

  • -

    pas in 2023 de eindafrekening ontvangen over een deel van 2022 en dan pas beseffen wat ze moeten nabetalen,

de mogelijkheid om alsnog een individuele aanvraag categoriale ET in te dienen tot en met 31 mei 2023.

 

De maand juni 2023 gebruiken we dan om alle vragen rechtmatig af te handelen en uit te betalen, zoals de wetgever heeft bedoeld.

 

Beleidskeuze

De aanvraagperiode voor de individuele aanvraag van categoriale bijzondere bijstand ET te verlengen tot en met 31 mei 2023. 

 

2.De referteperiode

De referteperiode voor de individuele aanvragen van de categoriale bijzondere bijstand ET is 1 maand voorafgaand aan de peildatum. Omdat de aanvraagperiode wordt verlengd na 31 december 2022 wordt voorgesteld om de referteperiode bij de aanvragen per 1 januari 2023 te wijzigen. Als we dit niet doen dan kan iemand in april 2023 de ET aanvragen waarbij zijn inkomen wordt getoetst van maart 2023. Dit is niet de bedoeling van de wetgever.

 

Bij de aanvragen van 1 mei 2022 tot en met 31 december 2022 kan het huishouden de aanvraag indienen in de maand nadat het maandinkomen daarvoor gelijk of lager was dan 120% van de geldende bijstandsnorm exclusief vakantietoeslag. Vanwege het gelijkheidsbeginsel is het goed om aan het principe van referte van één maand in 2022 vast te houden. Dit houdt dan in dat na 1 januari 2023 de referteperiode moet liggen in dezelfde beschikbare maanden als in 2022.

 

Beleidskeuze

We wijzigen voor de individuele aanvraag van categoriale bijzondere bijstand ET voor aanvragen tussen 1-1-2023 en 1-6-2023 de referteperiode in:

 

1 maand na keuze uit de periode 1-4-2022 tot 1-1-2023

 

3.Hoogte van de toeslag

Normaliter worden de kosten van gas, water en elektra niet vergoed vanuit de bijzondere bijstand. Met de wetswijziging met betrekking tot de categoriale bijzondere bijstand voor een eenmalige energietoeslag lage inkomens hoeft er voor deze regeling geen toets plaats te vinden ten aanzien van de noodzaak van deze kosten. Een ieder die voldoet aan de inkomensvoorwaarden heeft recht op deze eenmalige energietoeslag. Hiermee wordt acceptabel geacht dat ook huishoudens met een laag inkomen, welke niet in de problemen zijn gekomen door een stijgende energierekening, worden bereikt. De acceptatie hiervan is gelegen in het feit dat deze regeling zich beperkt tot huishoudens met een laag inkomen. Met de gewijzigde wetgeving is dit principe vastgehouden. Door de VNG is voorwaardelijk gesteld dat de eenmalige tegemoetkoming voldoende substantieel is om de gestegen energierekening op te kunnen vangen. Als richtbedrag werd hierbij eerst uitgegaan van € 800,- per huishouden. Nu de prijzen blijven stijgen is het richtbedrag bij de gewijzigde wetgeving opgehoogd met € 500,- en daarmee aangepast naar € 1.300,- per huishouden.

 

Beleidskeuze

Er wordt eenmalig over 2022 een energietoeslag verstrekt voor: Energielasten 

 

De ET is bedoeld voor het compenseren van huishoudens met een laag inkomen, in 2022, te maken hebben met stijgende energieprijzen. Acceptabel is dat deze tegemoetkoming ook huishoudens met een laag inkomen bereikt, welke (nu nog) niet te maken hebben met stijgende energieprijzen.

 

De hoogte van het eenmalige uit te keren bedrag wordt vastgesteld op € 1.300,- per huishouden. 

 

De eenmalige energietoeslag 2022 wordt in twee termijnen uitbetaald.

  • De eerste betaling van € 400,- zo spoedig mogelijk en

  • de tweede betaling van € 900,- (€ 400,- + € 500,-) rond 15 oktober 2022.

  • Ligt de toekenningsdatum na de uitbetaling van € 400,- én de “bulk” betaling van € 900,- dan wordt de € 1.300,- in een keer uitbetaald.

 

Tweede addendum Notitie beleidskeuze Energietoeslag 2022 Meppel

 

Dit tweede addendum biedt een toelichting op het deels toelaten van studenten tot de categoriale bijzondere bijstand op basis van een uitspraak van de Rechtbank Gelderland 5-8-2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:4263.

In deze uitspraak is geoordeeld dat studenten niet bij voorbaat mogen worden uitgesloten van de energietoeslag voor inwoners met een laag inkomen. Als reactie op deze uitspraak blijft het kabinet bij het standpunt dat studenten als groep niet in aanmerking komen voor de categoriale bijzondere bijstand. Hun woonsituatie is zeer divers, wat doorwerkt in de energiekosten. Daarmee ondervinden niet alle studenten in dezelfde mate gevolgen van de stijgende energieprijzen. Dit laat onverlet dat individuele uitwonende studenten wel in ernstige financiële problemen kunnen komen als gevolg van de stijgende prijzen. Studenten kunnen in die gevallen terecht bij de individuele bijzondere bijstand.

 

Voor studenten wo, hbo en mbo, die ouder zijn dan 21 jaar en die in dezelfde omstandigheden verkeren als de huishoudens die in aanmerking komen voor de categoriale bijzondere bijstand energietoeslag 2022 wordt de eenmalige energietoeslag 2022 gewijzigd.

 

Wijziging inkadering doelgroep uitspraak Rechter over student

De rechter vond dat de student, die de zaak aanspande, in dezelfde omstandigheden verkeert als de doelgroep(en) waaraan categoriale bijzondere bijstand wel wordt verstrekt. Een gemeente mag gelijke gevallen niet ongelijk behandelen. Dat wordt een verboden onderscheid genoemd. Van een verboden onderscheid kan sprake zijn als studenten die een zelfstandige huishouding voeren (ook) kunnen worden geconfronteerd met een hogere energierekening. De categoriale bijzondere bijstand gaat uit van 100% gelijke regels. Op basis van de inschrijving in de Basisregistratie persoonsgegevens kan gecontroleerd kunnen worden of de student een zelfstandig huishouden voert. Daarnaast biedt de inlichtingenplicht ruimte om nadere gegevens op te vragen.

 

Middelen

Er worden middelen via een Decentralisatie-uitkering (DU) aan gemeenten uitgekeerd waarbij een drempel is gehanteerd van minimaal € 100.000 per gemeente voor de uitwonende studenten in het wo, hbo en mbo. Hier valt de gemeente Meppel buiten. Daarom gebruiken we voor de dekking de rijksbijdrage energietoeslag.

 

Wijzigingen inkadering doelgroep

3 Studenten

Toevoegen aan 3 Studenten: “zonder zelfstandige woonruimte én energiecontract”

Studenten jonger dan 27 jaar die aanspraak kunnen maken op studiefinanciering (WSF 2000) zijn op grond van artikel 13 van de Participatiewet al uitgesloten van het recht op algemene bijstand. De woonsituatie van studenten is zeer divers, ook voor wat betreft de energiekosten. Vanwege deze diversiteit is

 

Toevoegen: “voor de studenten zonder zelfstandige woonruimte en een eigen energiecontract”

 

Vervallen: “de individuele bijzondere bijstand een geschikter instrument dan” 

 

de categoriale bijzondere bijstand

 

Vervallen: “.” 

 

Toevoegen: “geen geschikt instrument.”

 

Deze tekst komt te vervallen: “Op deze wijze komt de financiële ondersteuning vanuit de bijzondere bijstand uitsluitend terecht bij de studentenhuishoudens die het daadwerkelijk nodig hebben.”

 

Beleidskeuze

Tot de doelgroep behoren alleenstaande en gezinnen die over inkomen beschikt tot maximaal 120% van het voor in zijn/haar situatie geldende sociaal minimum

 

Toevoegen: “en studenten wo, hbo en mbo die aan de zelfde voorwaarden voldoen met een zelfstandige woonruimte én een eigen energiecontract.”

 

Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:

  • a.

    in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet;

  • b.

    jonger is dan 21 jaar;

  • c.

    jonger is dan 27 jaar en aanspraak maakt op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000

    Toevoegen: “en de woon- en energiekosten deelt en betaalt aan een verhuurder”;

    of

  • d.

    is ingeschreven in de basisregistratie personen als ingezetene met enkel een

 

Geen ambtshalve toekenning

De groep die niet onder de ambtshalve toekenning valt omdat deze groep nog niet bekend is bij de gemeente Meppel of op basis van de AVG er geen uitwisseling kan plaatsvinden, maar wel tot de doelgroep kan behoren bestaat uit:

  • -

    Werkenden met een laag inkomen

  • -

    IOW of WW-gerechtigden

  • -

    AOW-gerechtigden zonder aanvullend pensioen

  • -

    Zelfstandigen met een laag inkomen

  • -

    Inwoners met kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen

  • -

    Studenten wo, hbo, mbo die zelfstandig wonen met een eigen energiecontract