Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Verbindingsfonds provincie Groningen 2022-2023 |
Citeertitel | Subsidieregeling Verbindingsfonds provincie Groningen 2022-2023 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-09-2022 | nieuwe regeling | 20-09-2022 | K26549 |
Doel van de regeling is om partijen uit verschillende domeinen te stimuleren om gezamenlijk tot nieuwe activiteiten of werkwijzen te komen die bijdragen aan het Leven Lang Ontwikkelen en/of de versterking van de arbeidsmarktpositie van personen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt.
Subsidie kan worden aangevraagd door een deelnemer aan een samenwerkingsverband van minimaal twee rechtspersonen uit minimaal twee verschillende domeinen, welke zijn gevestigd in één van de gemeenten in de arbeidsmarktregio Groningen, waarvan minimaal één organisatie géén samenwerkingspartner 'Werken aan Ontwikkeling' is, onder voorwaarde dat het project de instemming van alle deelnemers van het samenwerkingsverband heeft.
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 5 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Artikel 9 Niet subsidiabele kosten
Onverminderd artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 5 bedraagt 50% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 100.000,-
Gedeputeerde Staten leggen aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 5 voor advies over artikel 7 en artikel 14 voor aan de adviescommissie Werken aan Ontwikkeling. Deze commissie bestaat uit vertegenwoordigers van het samenwerkingsverband Werken aan Ontwikkeling, uitgebreid met één of twee externe deskundigen.
Artikel 16 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
Artikel 17 Vaststelling subsidies tot € 25.000
Bij het verlenen van een subsidie als bedoeld in het eerste lid geldt voor de subsidieontvanger de verplichting om desgevraagd, op een door Gedeputeerde Staten van tevoren in de beschikking tot subsidieverlening aangegeven wijze, aan te tonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Artikel 18 Vaststelling subsidies van € 25.000 tot € 100.000
Bij een subsidie van € 25.000 tot € 100.000 wordt bij de aanvraag tot vaststelling een activiteitenverslag overgelegd, waaruit genoegzaam blijkt dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, overeenkomstig het besluit tot subsidieverlening zijn verricht en aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
Groningen, 20 september 2022
Gedeputeerde Staten voornoemd:
F.J. Paas, voorzitter.
J. Schrikkema, secretaris.
NB bij het te ondertekenen besluit worden de namen van de voorzitter en secretaris niet opgenomen; wel in het Provinciaal Blad
Toelichting behorende bij de Subsidieregeling Verbindingsfonds Groningen
Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017 (Kaderverordening) en de Procedureregeling subsidies Groningen (Procedureregeling). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Kaderverordening en Procedureregeling. In de Procedureregeling staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.
Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Kaderverordening en Procedureregeling noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.
In dit artikel wordt een beschrijving gegeven van de belangrijkste begrippen in deze regeling. De gemeenten in de arbeidsmarktregio, waarnaar in lid i wordt verwezen, zijn: Groningen, Het Hogeland, Midden-Groningen, Eemsdelta, Westerkwartier, Aa en Hunze, Assen, Pekela, Stadskanaal, Veendam, Westerwolde, Tynaarlo en Noordenveld.
Voor inwoners en bedrijven in de regio is het van groot belang dat alle inwoners gedurende hun hele leven (blijven) ontwikkelen, of zij nu naar school gaan, in loondienst zijn, (tijdelijk) werkloos zijn of als zelfstandige opereren. Om dat voor elkaar te krijgen, is het van belang dat schotten tussen verschillende vormen van onderwijs en scholing, tussen scholen en bedrijven en tussen ondersteuning van verschillende groepen in de beroepsbevolking verdwijnen. In het voorstel Werken aan Ontwikkeling zijn dan ook projecten opgenomen waarin die schotten worden doorbroken en verbindingen tussen verschillende domeinen en partijen worden gemaakt. In het leggen van deze verbindingen zit de belangrijkste mogelijkheid om vernieuwing en versterking tot stand te brengen. Daarbij zijn ongetwijfeld niet alle mogelijkheden in beeld gebracht. Met deze subsidieregeling wordt beoogd nieuwe vormen van verbindingen te stimuleren die leiden tot nieuwe activiteiten of werkwijzen met als doel de succesvolle elementen daarvan structureel in de regio te benutten.
Omdat het doel van de regeling is om nieuwe verbindingen aan te gaan, dient de aanvraag altijd te worden ingediend door een samenwerkingsverband van twee of meer organisaties uit verschillende domeinen. Omdat deelnemende partijen aan Werken aan Ontwikkeling al verschillende voorstellen hebben ingediend en het streven is om ook andere organisaties te stimuleren om hierover met voorstellen te komen, wordt de eis gesteld dat minimaal één organisatie geen deelnemers is aan het samenwerkingsverband Werken aan Ontwikkeling.
De rechtspersonen in dit artikel moeten komen uit één van de gemeenten in de arbeidsmarktregio Groningen. Daarbij gaat het om alle gemeenten in de provincie Groningen én de Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Noordenveld en Tynaarlo. Er worden geen eisen gesteld aan de aard van het samenwerkingsverband. Eén van de deelnemende partijen treedt op als aanvrager, de overige deelnemers tonen via een schriftelijke verklaring hun instemming.
De subsidie heeft de vorm van een geldbedrag.
De subsidieregeling beoogt niet alleen de uitvoering van de activiteiten, maar ook de ontwikkeling ervan en/of de ontwikkeling van een nieuwe werkwijze. Dat betekent dat ook de tijd die besteed wordt aan de ontwikkeling kan worden gesubsidieerd. Dat geldt ook voor de evaluatie, aangezien het van belang is om vast te stellen of de activiteiten of werkwijze een structurele bijdrage kunnen leveren aan het stimuleren van een Leven Lang Ontwikkelen of de versterking van de arbeidsmarktpositie van de genoemde doelgroepen.
Omdat er sprake moet zijn van vernieuwende activiteiten, wordt als eis gesteld dat een voorstel niet al eerder is ingediend bij de provincie of een gemeente. Ook geldt dat maximaal één aanvrager onderdeel mag uitmaken van het samenwerkingsverband Werken aan Ontwikkeling.
In dit artikel is vastgelegd dat om voor subsidie in aanmerking te komen, de activiteiten niet alleen gericht zijn op het doel van de regeling, maar ook direct ten goede komen aan minimaal 25 personen die tot de doelgroep behoren. Daarnaast is het van belang dat de aanvrager ook zelf investeert in de ontwikkeling en uitvoering van de activiteiten en/of de werkwijze.
In dit artikel is vastgelegd welke kosten voor subsidie in aanmerking komen.
De subsidiabele kosten zijn kosten exclusief BTW, tenzij de aanvragers deze niet kunnen verrekenen met de omzetbelasting of door een beroep te doen op het BTW-compensatiefonds.
Omdat het van belang is dat kan worden vastgesteld of de activiteiten en/of werkwijzen daadwerkelijk bijdragen aan de gestelde doelen, wordt in lid 2 de eis gesteld dat vooraf wordt vastgelegd waarom de aanvragers verwachten dat deze tot het gewenste resultaat zullen leiden (dus welke onderdelen van de aanpak welk effect zullen hebben) en dat vooraf wordt vastgelegd hoe de resultaten zullen worden geëvalueerd.
De ingediende aanvragen worden gerangschikt op de mate waarin deze voldoen aan de eisen van de subsidieregeling. Ten behoeve van die rangschikking is een beoordelingskader vastgesteld. De vijf aanvragers met de hoogste score komen voor subsidie in aanmerking. Het beoordelingskader is bij deze subsidieregeling gevoegd.
Voor de beoordeling van de subsidies is een adviescommissie Werken aan Ontwikkeling ingesteld, die bestaat uit vertegenwoordigers van het samenwerkingsverband Werken aan Ontwikkeling, uitgebreid met één of twee externe deskundigen. Zij adviseert GS op basis van het beoordelingskader welke aanvragers voor subsidie in aanmerking komen. Op basis van dit advies besluit GS de subsidie al dan niet toe te kennen.