Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Subsidieregeling Verbindingsfonds provincie Groningen 2022-2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingSubsidieregeling Verbindingsfonds provincie Groningen 2022-2023
CiteertitelSubsidieregeling Verbindingsfonds provincie Groningen 2022-2023
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017
  3. Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-09-2022nieuwe regeling

20-09-2022

prb-2022-11460

K26549

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Verbindingsfonds provincie Groningen 2022-2023

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 20 september 2022, nr. A.13, team BELREG, dossiernummer K26549 het volgende besluit hebben genomen:

 

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

 

Overwegende dat:

  • De provincie in het kader van het themaprogramma Werken en Leren activiteiten en werkwijzen wil stimuleren die bijdragen aan het Leven Lang Ontwikkelen en/of de versterking van de arbeidsmarktpositie van personen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt;

  • Het hierbij van belang is dat schotten tussen verschillende vormen van onderwijs, tussen onderwijs en bedrijfsleven en tussen de ondersteuning van verschillende groepen zoveel mogelijk verdwijnen en er (nieuwe) verbindingen worden gelegd;

  • Er mogelijkheden zijn om nieuwe verbindingen tussen verschillende (typen) organisaties te leggen die ten goede kunnen komen aan personen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt;

  • De provincie het leggen van deze verbindingen en daarop gebaseerde activiteiten en/of werkwijzen wil stimuleren;

Gelet op:

  • Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • Artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • De Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • de Algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • de De-minimisverordening.

Besluiten:

 

  • I.

    Vast te stellen de:

Subsidieregeling Verbindingsfonds provincie Groningen 2022/2023

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    AGVV: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    De-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352),

  • d.

    Kaderverordening: Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • e.

    Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • f.

    provincie: provincie Groningen;

  • g.

    domeinen: gebieden waarin de rechtspersoon actief is, zoals onderwijs, sport, cultuur, welzijn, kinderopvang, bedrijfsleven, overheid

  • h.

    personen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie: personen zonder startkwalificatie en/of personen met een arbeidsbeperking en/of personen met een verouderde opleiding;

  • i.

    samenwerkingspartners Werken aan Ontwikkeling: alle gemeenten in de arbeidsmarktregio Groningen, UWV, provincie, FNV, CNV, VNO-NCW MKB Noord, Alfacollege, Noorderpoort, RuG, Hanzehogeschool, Drenthe College, Onderwijsgroep Noord, Engie, De Hoven.

Artikel 2 Doel

Doel van de regeling is om partijen uit verschillende domeinen te stimuleren om gezamenlijk tot nieuwe activiteiten of werkwijzen te komen die bijdragen aan het Leven Lang Ontwikkelen en/of de versterking van de arbeidsmarktpositie van personen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt.

Artikel 3 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie kan worden aangevraagd door een deelnemer aan een samenwerkingsverband van minimaal twee rechtspersonen uit minimaal twee verschillende domeinen, welke zijn gevestigd in één van de gemeenten in de arbeidsmarktregio Groningen, waarvan minimaal één organisatie géén samenwerkingspartner 'Werken aan Ontwikkeling' is, onder voorwaarde dat het project de instemming van alle deelnemers van het samenwerkingsverband heeft.

Artikel 4 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor:

  • a.

    de uitvoering van activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van personen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie;

  • b.

    de ontwikkeling en uitvoering van een werkwijze die bijdraagt aan de ontwikkeling van personen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie;

  • c.

    de uitvoering van een evaluatie van uitgevoerde activiteiten en gevolgde werkwijze.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      al eerder een subsidie voor dezelfde activiteiten bij de provincie of een gemeente is ingediend.

    • b.

      twee of meer organisaties die de aanvraag indienen, samenwerkingspartner zijn binnen Werken aan Ontwikkeling.

Artikel 7 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 5 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project draagt bij aan de ontwikkeling van nieuwe activiteiten of een nieuwe werkwijze waarbij sprake is van een cross-over van verschillende domeinen;

  • b.

    het project biedt minimaal 25 personen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie een vorm van scholing en/of een versterking van de arbeidsmarktpositie;

  • c.

    de aanvrager zorgt voor minimaal 50% aan cofinanciering door middel van ureninzet (in kind) of financiële middelen;

  • d.

    het project heeft een innovatief karakter.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    personeelskosten tegen een maximaal uurtarief van € 60;

  • b.

    het gebruik van gebouwen, apparatuur en materialen tegen een vast percentage van 10% op het uurtarief;

  • c.

    kosten voor het uitvoeren van evaluatieonderzoek door derden.

Artikel 9 Niet subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a)

    BTW voor zover partijen deze kunnen verrekenen met de omzetbelasting of via het BTW-compensatiefonds.

Artikel 10 De subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Onverminderd artikel 2.1, lid 1 en 2 van de Procedureregeling bevat een aanvraag:

    • a.

      een projectplan waarin de werkende elementen van de aanpak worden beschreven en waarin dus een antwoord wordt gegeven op de vraag welke specifieke onderdelen van de activiteiten of de werkwijze bijdragen aan de te realiseren doelen;

    • b.

      een beschrijving van de manier waarop het project wordt geëvalueerd;

    • c.

      een ondertekende verklaring van alle deelnemende partijen met de aard en omvang van de cofinanciering;

    • d.

      een ingevulde de-minimisverklaring.

Artikel 11 Indieningstermijn

  • 1.

    Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de volgende tenderperiode:

    • a.

      10 oktober 2022 tot en met 6 november 2022.

    • b.

      13 februari 2023 tot en met 12 maart 2023

Artikel 12 Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond voor de tenderperiode genoemd in artikel 11, onder a, bedraagt € 500.000,-

  • 2.

    Bij de openstelling van de tenderperiode genoemd in artikel 11, onder b, wordt bij afzonderlijk besluit het subsidieplafond vastgesteld.

Artikel 13 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 5 bedraagt 50% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 100.000,-

Artikel 14 Verdeelsystematiek

  • 1.

    De beschikbare gelden worden volgens de tendersystematiek verdeeld in volgorde van rangschikking van de aanvragen, waarbij een aanvraag hoger wordt gerangschikt naarmate deze meer voldoet aan de volgende criteria:

    • a.

      de mate waarin er sprake is van nieuwe activiteiten of werkwijzen, te waarderen met maximaal 4 punten;

    • b.

      de mate waarin er sprake is van nieuw type verbindingen tussen partijen, te waarderen met maximaal 4 punten;

    • c.

      de mate waarin de activiteit of werkwijze bijdraagt aan de versterking van de arbeidsmarktpositie van specifieke doelgroepen met een kwetsbare positie in de arbeidsmarkt, te waarderen met maximaal 5 punten;

    • d.

      de kwaliteit van de beschrijving van de werkende elementen van de activiteiten en/of de werkwijze, te waarderen met maximaal 4 punten;

    • e.

      de mate waarin de evaluatie van de activiteiten en/of de werkwijze inzicht biedt in mogelijkheden en beperkingen om deze structureel uit te voeren, te waarderen met maximaal 4 punten;

    • f.

      de balans tussen de omvang van de te bereiken doelgroep en de kosten, te waarderen met maximaal 2 punten.

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 15 Adviescommissie

Gedeputeerde Staten leggen aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 5 voor advies over artikel 7 en artikel 14 voor aan de adviescommissie Werken aan Ontwikkeling. Deze commissie bestaat uit vertegenwoordigers van het samenwerkingsverband Werken aan Ontwikkeling, uitgebreid met één of twee externe deskundigen.

Artikel 16 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • a.

    bij subsidies van € 25.000 of meer, met een looptijd van meer dan één jaar, levert de subsidieontvanger jaarlijks een tussentijdse rapportage aan bij Gedeputeerde Staten;

  • b.

    de subsidieontvanger houdt een administratie bij van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onder b, van de Awb en overlegt deze desgevraagd aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 17 Vaststelling subsidies tot € 25.000

  • 1.

    Subsidies tot € 25.000 worden door Gedeputeerde Staten verleend en binnen 13 weken ambtshalve vastgesteld nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.

  • 2.

    Bij het verlenen van een subsidie als bedoeld in het eerste lid geldt voor de subsidieontvanger de verplichting om desgevraagd, op een door Gedeputeerde Staten van tevoren in de beschikking tot subsidieverlening aangegeven wijze, aan te tonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 18 Vaststelling subsidies van € 25.000 tot € 100.000

  • 1.

    Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend uiterlijk 13 weken na voltooiing van de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    Bij een subsidie van € 25.000 tot € 100.000 wordt bij de aanvraag tot vaststelling een activiteitenverslag overgelegd, waaruit genoegzaam blijkt dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, overeenkomstig het besluit tot subsidieverlening zijn verricht en aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

Artikel 19 Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Bij een subsidie tot € 25.000 vindt de betaling van het subsidiebedrag in één keer plaats.

  • 2.

    Bij een subsidie van € 25.000 of meer wordt in de beschikking tot subsidieverlening het voorschortritme bepaald, waarbij maximaal 40% wordt bevoorschot bij de start en 40% na indiening van de tussenrapportage wordt verstrekt.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.

Artikel 21 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Verbindingsfonds provincie Groningen 2022-2023.

Groningen, 20 september 2022

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter.

J. Schrikkema, secretaris.

NB bij het te ondertekenen besluit worden de namen van de voorzitter en secretaris niet opgenomen; wel in het Provinciaal Blad

 

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling Verbindingsfonds Groningen

Algemeen

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017 (Kaderverordening) en de Procedureregeling subsidies Groningen (Procedureregeling). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Kaderverordening en Procedureregeling. In de Procedureregeling staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.

Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Kaderverordening en Procedureregeling noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1

In dit artikel wordt een beschrijving gegeven van de belangrijkste begrippen in deze regeling. De gemeenten in de arbeidsmarktregio, waarnaar in lid i wordt verwezen, zijn: Groningen, Het Hogeland, Midden-Groningen, Eemsdelta, Westerkwartier, Aa en Hunze, Assen, Pekela, Stadskanaal, Veendam, Westerwolde, Tynaarlo en Noordenveld.

 

Artikel 2

Voor inwoners en bedrijven in de regio is het van groot belang dat alle inwoners gedurende hun hele leven (blijven) ontwikkelen, of zij nu naar school gaan, in loondienst zijn, (tijdelijk) werkloos zijn of als zelfstandige opereren. Om dat voor elkaar te krijgen, is het van belang dat schotten tussen verschillende vormen van onderwijs en scholing, tussen scholen en bedrijven en tussen ondersteuning van verschillende groepen in de beroepsbevolking verdwijnen. In het voorstel Werken aan Ontwikkeling zijn dan ook projecten opgenomen waarin die schotten worden doorbroken en verbindingen tussen verschillende domeinen en partijen worden gemaakt. In het leggen van deze verbindingen zit de belangrijkste mogelijkheid om vernieuwing en versterking tot stand te brengen. Daarbij zijn ongetwijfeld niet alle mogelijkheden in beeld gebracht. Met deze subsidieregeling wordt beoogd nieuwe vormen van verbindingen te stimuleren die leiden tot nieuwe activiteiten of werkwijzen met als doel de succesvolle elementen daarvan structureel in de regio te benutten.

 

Artikel 3

Omdat het doel van de regeling is om nieuwe verbindingen aan te gaan, dient de aanvraag altijd te worden ingediend door een samenwerkingsverband van twee of meer organisaties uit verschillende domeinen. Omdat deelnemende partijen aan Werken aan Ontwikkeling al verschillende voorstellen hebben ingediend en het streven is om ook andere organisaties te stimuleren om hierover met voorstellen te komen, wordt de eis gesteld dat minimaal één organisatie geen deelnemers is aan het samenwerkingsverband Werken aan Ontwikkeling.

 

De rechtspersonen in dit artikel moeten komen uit één van de gemeenten in de arbeidsmarktregio Groningen. Daarbij gaat het om alle gemeenten in de provincie Groningen én de Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Noordenveld en Tynaarlo. Er worden geen eisen gesteld aan de aard van het samenwerkingsverband. Eén van de deelnemende partijen treedt op als aanvrager, de overige deelnemers tonen via een schriftelijke verklaring hun instemming.

 

Artikel 4

De subsidie heeft de vorm van een geldbedrag.

 

Artikel 5

De subsidieregeling beoogt niet alleen de uitvoering van de activiteiten, maar ook de ontwikkeling ervan en/of de ontwikkeling van een nieuwe werkwijze. Dat betekent dat ook de tijd die besteed wordt aan de ontwikkeling kan worden gesubsidieerd. Dat geldt ook voor de evaluatie, aangezien het van belang is om vast te stellen of de activiteiten of werkwijze een structurele bijdrage kunnen leveren aan het stimuleren van een Leven Lang Ontwikkelen of de versterking van de arbeidsmarktpositie van de genoemde doelgroepen.

 

Artikel 6

Omdat er sprake moet zijn van vernieuwende activiteiten, wordt als eis gesteld dat een voorstel niet al eerder is ingediend bij de provincie of een gemeente. Ook geldt dat maximaal één aanvrager onderdeel mag uitmaken van het samenwerkingsverband Werken aan Ontwikkeling.

 

Artikel 7

In dit artikel is vastgelegd dat om voor subsidie in aanmerking te komen, de activiteiten niet alleen gericht zijn op het doel van de regeling, maar ook direct ten goede komen aan minimaal 25 personen die tot de doelgroep behoren. Daarnaast is het van belang dat de aanvrager ook zelf investeert in de ontwikkeling en uitvoering van de activiteiten en/of de werkwijze.

 

Artikel 8

In dit artikel is vastgelegd welke kosten voor subsidie in aanmerking komen.

 

Artikel 9

De subsidiabele kosten zijn kosten exclusief BTW, tenzij de aanvragers deze niet kunnen verrekenen met de omzetbelasting of door een beroep te doen op het BTW-compensatiefonds.

 

Artikel 10

Omdat het van belang is dat kan worden vastgesteld of de activiteiten en/of werkwijzen daadwerkelijk bijdragen aan de gestelde doelen, wordt in lid 2 de eis gesteld dat vooraf wordt vastgelegd waarom de aanvragers verwachten dat deze tot het gewenste resultaat zullen leiden (dus welke onderdelen van de aanpak welk effect zullen hebben) en dat vooraf wordt vastgelegd hoe de resultaten zullen worden geëvalueerd.

 

Artikel 14

De ingediende aanvragen worden gerangschikt op de mate waarin deze voldoen aan de eisen van de subsidieregeling. Ten behoeve van die rangschikking is een beoordelingskader vastgesteld. De vijf aanvragers met de hoogste score komen voor subsidie in aanmerking. Het beoordelingskader is bij deze subsidieregeling gevoegd.

 

Artikel 15

Voor de beoordeling van de subsidies is een adviescommissie Werken aan Ontwikkeling ingesteld, die bestaat uit vertegenwoordigers van het samenwerkingsverband Werken aan Ontwikkeling, uitgebreid met één of twee externe deskundigen. Zij adviseert GS op basis van het beoordelingskader welke aanvragers voor subsidie in aanmerking komen. Op basis van dit advies besluit GS de subsidie al dan niet toe te kennen.