Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoeksche Waard

Verordening rechtspositie raads- en burgerleden Hoeksche Waard 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoeksche Waard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie raads- en burgerleden Hoeksche Waard 2022
CiteertitelVerordening rechtspositie raads- en burgerleden Hoeksche Waard 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Hoeksche Waard 2019

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 95, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 95, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 96, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 96, tweede lid, van de Gemeentewet
  5. artikel 98 van de Gemeentewet
  6. artikel 99 van de Gemeentewet
  7. artikel 149 van de Gemeentewet
  8. artikel 3.1.1, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  9. artikel 3.1.3, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  10. artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  11. artikel 3.1.8, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  12. artikel 3.1.9, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  13. artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  14. artikel 3.3.3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  15. artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  16. artikel 3.4.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  17. artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-09-202230-03-2022nieuwe regeling

13-09-2022

gmb-2022-432160

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en burgerleden Hoeksche Waard 2022

De raad van de gemeente Hoeksche Waard;

 

gelezen het voorstel van het presidium van (datum);

 

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99, 149 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.1, vijfde lid, 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

besluit:

 

vast te stellen:

 

VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADS- EN BURGERLEDEN HOEKSCHE WAARD 2022

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    burgerlid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2a. Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden

(gereserveerd)

Artikel 2b. Vergoeding voor de werkzaamheden van burgerleden

Burgerleden ontvangen per bijgewoonde vergadering van een commissie een vergoeding overeenkomstig artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Dit betreft de vergaderingen ter voorbereiding van de besluitvorming, te weten de beeldvormende, oordeelsvormende en oriënterende vergaderingen.

Artikel 3. Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie

  • 1.

    Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van bedrag € 128,23 per maand.

  • 2.

    Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van bedrag van € 128,23 per maand.

Artikel 4a. Reiskosten raads- en burgerleden voor reizen binnen de gemeente

Een raads- of burgerlid kan, op basis van de Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, aanspraak maken op een vergoeding van:

  • a.

    reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de gemeenteraad en commissies (zoals opgenomen in het Reglement van orde raad Hoeksche Waard 2022), en

  • b.

    reis- en verblijfskosten voor reizen binnen de gemeente gemaakt voor de uitoefening van de functie.

Artikel 4b. Reis- en verblijfkosten raads- en burgerleden voor reizen buiten de gemeente

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raads- of burgerlid vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt .

  • 2.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid of burgerlid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed;

  • 3.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4.

    Als een raadslid of burgerlid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 5.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of burgerlid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 5. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en burgerleden

  • 1.

    Een raads- of burgerlid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het tweede en derde lid.

  • 4.

    In voorkomende gevallen beslist het presidium van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen op basis van meerderheid van stemmen.

Artikel 6. Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1.

    Een raads- of burgerlid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Een raads- of burgerlid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

  • 3.

    De van gemeentewege beschikbaar gesteld informatie- en communicatievoorzieningen zijn voor schade ten laste van de gemeente verzekerd.

  • 4.

    Aan het einde van iedere raadsperiode is er de mogelijkheid voor raads- en burgerleden om de in bruikleen ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen over te nemen onder de door het college in afstemming met het presidium bepaalde voorwaarden.

Artikel 7. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 2 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 8. Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van burgerleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 9. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur, of

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 3 maanden na factuurdatum of betaling door raads- of burgerleden ingediend bij de griffier.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of burgerleden binnen 3 maanden na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 10 Verzekering arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

  • 1.

    De raadsleden kunnen op aanvraag eenmaal per jaar een bedrag ter hoogte van het bedrag van de vergoeding van hun werkzaamheden voor één maand ontvangen, voor het treffen van voorzieningen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.

  • 2.

    Alvorens tot uitbetaling wordt overgegaan dient een bewijsstuk van de gemaakte kosten te worden overgelegd.

  • 3.

    Het eerste lid van dit artikel is niet van toepassing op een vervangend raadslid als bedoeld in artikel X 12 van de Kieswet.

Artikel 11. Verzekering aansprakelijkheid en rechtsbijstand

  • 1.

    Raadsleden vallen onder de collectieve aansprakelijkheidsverzekering van de gemeente.

  • 2.

    Raadsleden zijn uit hoofde van hun functie naast het gestelde in het eerste lid van dit artikel verzekerd voor rechtsbijstand.

  • 3.

    De premies van de in de leden 1 en 2 genoemde verzekeringen komen ten laste van de gemeente.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening rechtspositie raads- en burgerleden Hoeksche Waard 2022’.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en heeft terugwerkende kracht tot 30 maart 2022.

  • 3.

    Met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de ‘Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Hoeksche Waard 2019’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad

van de gemeente Hoeksche Waard op 13 september 2022.

griffier,

voorzitter,