Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rijswijk

Aansluitverordening gemeente Rijswijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRijswijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAansluitverordening gemeente Rijswijk
CiteertitelAansluitverordening gemeente Rijswijk
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-09-2022nieuwe regeling

20-09-2022

gmb-2022-430500

22.053721

Tekst van de regeling

Intitulé

Aansluitverordening gemeente Rijswijk

De raad van de gemeente Rijswijk;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 30 augustus 2022, 22.053721;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

gezien het advies van …,

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Aansluitverordening gemeente Rijswijk

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk;

  • b.

    openbaar riool: gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor inzameling en transport van afvalwater, met inbegrip van de daartoe behorende werken en installaties;

  • c.

    rioolaansluitleiding: leiding tussen het gebouw waar afvalwater vrijkomt en het openbaar riool.

Artikel 2 Normadressaat

  • 1.

    Aan de regels in deze verordening wordt voldaan door de eigenaar van het perceel waarvoor de rioolaansluitleiding is aangelegd, tenzij anders is bepaald.

  • 2.

    Wanneer gronden met een beperkt zakelijk recht zijn bezwaard of krachtens persoonlijk recht in gebruik zijn gegeven, wordt aan deze verordening ook voldaan door de beperkt zakelijk gerechtigde of de gebruiker.

Hoofdstuk 2 Eigendom, instandhouding en verwijdering van een rioolaansluiting

Artikel 3 Oogmerken

Deze regels in deze verordening zijn gesteld met het oog op het beschermen van:

  • a.

    de gezondheid; en

  • b.

    de doelmatige werking van de voorzieningen voor het beheer van afvalwater.

Artikel 4 Eigendom aansluitleiding

  • 1.

    De grens tussen het gemeentelijke eigendom en het particuliere eigendom van een rioolaansluitleiding ligt ter plaatse van het ontstoppingsstuk in die rioolaansluitleiding.

  • 2.

    Als voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater een rioolwaterpomp is vereist, ligt de grens, in afwijking van het eerste lid, ter plaatse van de aansluiting op de pompput.

  • 3.

    Bij afwezigheid van een ontstoppingsstuk en rioolwaterpomp ligt de grens in de rioolaansluitleiding op een afstand van 0,5 m buiten de perceelgrens.

Artikel 5 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

  • 1.

    Het beheer, onderhoud, de renovatie of vervanging van de gemeentelijke aansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij het werkzaamheden betreft als gevolg van een onjuist gebruik van de particuliere aansluitleiding.

  • 2.

    Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      het lozen van stoffen die verstoppingen in de aansluitleiding of de voorzieningen voor het beheer van afvalwater kunnen veroorzaken;

    • b.

      het lozen van stoffen die de constructie van de aansluitleiding kunnen aantasten; of

    • c.

      het lozen van afvalwater op een niet daarvoor bedoelde voorziening voor het beheer van afvalwater.

  • 3.

    De kosten voor het onderhoud van de particuliere aansluitleiding komen voor rekening van de eigenaar, tenzij vaststaat dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door de gemeente.

  • 4.

    Onder renovatie wordt tevens verstaan het aanpassen van de rioolaansluitleiding als gevolg van een wijziging van een gemeentelijke voorziening voor het beheer van afvalwater.

Artikel 6 Verstopping of andere storing

  • 1.

    Bij een verstopping of een andere storing toont de eigenaar, zakelijk gerechtigde of gebruiker aan of het een probleem in de particuliere aansluitleiding of in de gemeentelijke aansluitleiding betreft.

  • 2.

    Als wordt vermoed dat er sprake is van een verstopping of een andere storing in de gemeentelijke aansluitleiding neemt de eigenaar, zakelijk gerechtigde of gebruiker contact op met de gemeente en stelt diegene de gemeente in de gelegenheid voor het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden.

  • 3.

    Als er sprake is van een verstopping of een andere storing in de particuliere aansluitleiding, zorgt de eigenaar, zakelijk gerechtigde of gebruiker ervoor dat deze wordt verholpen.

  • 4.

    Gemaakte kosten voor het onderzoek ter uitvoering van het eerste lid komen voor rekening van de eigenaar of gebruiker. Ligt de oorzaak bij de gemeente, dan vergoedt de gemeente de gemaakte kosten tot maximaal €200,-.

Hoofdstuk 3 Toezicht

Artikel 7 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep van personen.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgend op die van de bekendmaking.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Aansluitverordening gemeente Rijswijk’.

Aldus is vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 september 2022.

De voorzitter,

De griffier,

Toelichting

Algemeen

 

Gemeenten hebben op grond van artikel 10.33 Wet milieubeheer een zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater. Onder stedelijk afvalwater wordt afvalwater verstaan dat bestaat uit huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. De gemeente draagt zorg voor transport van stedelijk afvalwater naar de rioolwaterzuivering. Bedrijfsafvalwater, dat niet op dezelfde manier kan worden behandeld als huishoudelijk afvalwater, is op zichzelf geen stedelijk afvalwater. Om die reden geldt hier geen zorgplicht voor inzameling en transport door de gemeente. Daarnaast geldt voor de inzameling en afvoer van hemel- en grondwater een afzonderlijke zorgplicht voor gemeenten. Dit is geregeld in artikel 3.5, voor hemelwater, en artikel 3.6, voor grondwater, van de Waterwet. De zorgplicht ziet op het gehele gemeentelijke grondgebied. Aanvullend op de gemeentelijke zorgplichten hebben waterschappen de zorgplicht om het ingezamelde stedelijke afvalwater te zuiveren. Dit is vastgelegd in artikel 3.4 van de Waterwet. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zullen de zorgplichten overgenomen worden in artikel 2.16 en 2.17 van die wet.

 

De zorgplicht voor stedelijk afvalwater vult de gemeente in door de aanleg en beheer van openbaar vuilwaterriool. Met een aansluitverordening legt de gemeente het beleidskader ten aanzien van het eigendom en beheer van aansluitleidingen op de openbare riolering vast. Onder het huidige recht geldt de aansluitverordening voor aansluitleidingen vanaf de perceelgrens tot aan het openbare riool. De terreinleidingen op het perceel zijn geregeld in het Bouwbesluit 2012, zodat de gemeente daar geen regels over mag stellen in een verordening. Onder de Omgevingswet gaat dit veranderen. Het Rijk stelt in het Besluit bouwwerken leefomgeving, de opvolger van het Bouwbesluit 2012, niet langer regels over de terreinleidingen. Het toepassingsbereik van de aansluitverordening wordt in het nieuwe stelsel de aansluitleiding vanaf het gebouw tot aan het openbare riool.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 2

Met dit artikel wordt duidelijk gemaakt dat niet alleen de perceeleigenaar, maar ook de beperkt zakelijk gerechtigde en gebruiker verantwoordelijk zijn voor de naleving van de regels uit deze verordening. Hiermee wordt de kring van personen voor wie deze verordening geldt vergroot.

 

Artikel 3

De regels over afvoerleidingen van huishoudelijk afvalwater en regenwater op een perceel staan in afdeling 6.4 van het Bouwbesluit 2012. De regels in die afdeling hebben tot doel om de gezondheid van gebruikers van bouwwerken te beschermen. De lozingsregels in het Activiteitenbesluit milieubeheer, Besluit lozing afvalwater huishoudens en Besluit lozen buiten inrichtingen zijn gesteld ter bescherming van het milieu.

In aanvulling op de genoemde besluiten, bevat deze verordening ook regels ter bescherming van de gezondheid en ter bescherming van de doelmatige werking van de openbare riolering. De gemeente draagt de zorg voor een goede werking van de openbare riolering, zodat het afvalwater doelmatig wordt ingezameld en verwerkt. Dat heeft ook een positief effect op de bescherming van de gezondheid, doordat contact met afvalwater zo veel mogelijk wordt voorkomen.

 

Artikel 4

Er bestond jarenlang onduidelijkheid over de vraag of de eigendom van een leidingnetwerk door verticale of horizontale natrekking werd bepaald. Bij verticale natrekking zou de eigendom van een leiding in de grond aan de eigenaar van de grond toekomen. Bij horizontale natrekking zou de eigendom aan de eigenaar van het grotere geheel van het netwerk toekomen.

Aan de onduidelijkheid over de eigendomsvraag is een einde gekomen met de wijziging van het Burgerlijk Wetboek (BW) in 2007. Volgens artikel 5:20 lid 2 BW ligt de eigendom van een net bij de bevoegde aanlegger van dat net of zijn rechtsopvolger. Op grond hiervan is de gemeente, als bevoegd aanlegger van de openbare riolering, eigenaar van het gehele rioolstelsel.

Per leidingnetwerk verschilt wat ertoe behoort (hoe het net is begrensd). Dit is met name van belang voor de grens tussen het leidingnetwerk en de aansluiting van degene die op dat leidingnetwerk is aangesloten. In de toelichting bij de wijziging van het Burgerlijk Wetboek is aangegeven dat de begrenzing van een leidingnetwerk bij gemeentelijke verordening kan worden bepaald. In dit artikel wordt van die mogelijkheid gebruik gemaakt, door te bepalen wat tot de gemeentelijke riolering behoort en waar de particuliere huisaansluiting, die eigendom is van de huiseigenaar, begint (zie Kamerstukken II 2005-2006, 29 834, nr. 9, Tweede nota van wijziging, p. 7). Die grens wordt in principe gelegd bij het ontstoppingsstuk in de rioolaansluitleiding. Dit ontstoppingsstuk is vereist op grond van artikel 6.16 en 6.17 van het Bouwbesluit 2012. In die artikelen is bepaald dat de leidingen voor huishoudelijk afvalwater en voor hemelwater moeten voldoen aan NEN 3215. In die NEN-norm staat dat in de aansluitleiding een inspectie- of ontstoppingsmogelijkheid aanwezig moet zijn. Deze inspectie- of ontstoppingsmogelijkheid moet nabij de perceelgrens zijn gesitueerd.

 

Als er niet via leidingen onder vrij verval wordt aangesloten, maar via een rioolwaterpomp, dan is de uitstroomopening van de rioolwaterpomp de grens tussen de gemeentelijke riolering en de particuliere huisaansluiting. De rioolwaterpomp is dus geheel in particulier eigendom. Rioolwaterpompen zijn nodig als de lozingstoestellen in een gebouw lager zijn gelegen dan 150 mm boven straatpeil.

In andere gevallen is de grens tussen het gemeentelijke deel van de aansluiting en het particuliere deel van de aansluiting het punt in de rioolaansluitleiding dat 0,5 m buiten de perceelgrens ligt.

 

Met het vastleggen van de eigendomssituatie is duidelijk wie er verantwoordelijk is voor het verhelpen van verstoppingen en het herstellen van lekkages of andere beschadigingen aan de rioolaansluitleiding. De perceeleigenaar is verantwoordelijk voor het particuliere deel van de aansluitleiding en de gemeente is verantwoordelijk voor het deel dat behoort tot de gemeentelijke riolering (zie ook afbeelding hieronder).

Afbeelding: grens gemeentelijke en particuliere deel riolering

Artikel 5

De gemeente is in beginsel verantwoordelijk voor het gemeentelijke deel van de rioolaansluitleiding. Dit is niet het geval als het onderhoud, de renovatie of vervanging komt door het onjuist gebruiken van de particuliere rioolaansluitleiding. In het tweede lid wordt dit onjuiste gebruik verder ingekleed.

Andersom geldt dat in beginsel de eigenaar of gebruiker verantwoordelijk is voor het onderhoud van de particuliere rioolaansluitleiding. Maar als het onderhoud plaatsvindt door een probleem veroorzaakt door de gemeente, dan is de gemeente verantwoordelijk voor de onderhoudskosten.

 

Artikel 6

Bij een verstopping of andere storing van de rioolaansluitleiding toont de eigenaar of gebruiker aan of het probleem aan de particuliere of gemeentelijke rioolaansluitleiding ligt. Als dit aan het gemeentelijke deel van de rioolaansluitleiding ligt, dan stelt de eigenaar of gebruiker de gemeente op de hoogte hiervan. De gemeente kan dan de nodige werkzaamheden verrichten om de verstopping of andere storing te verhelpen. Als de verstopping of andere storing komt door een probleem in het particuliere deel van de rioolaansluitleiding, dan is de eigenaar of gebruiker verantwoordelijk voor het oplossen van dit probleem.

Als de eigenaar of gebruiker niet zeker weet of het probleem wordt veroorzaakt door het particuliere of gemeentelijke deel van de rioolaansluitleiding, dan kan diegene dit laten onderzoeken door een gespecialiseerd bedrijf. Als daaruit blijkt dat het probleem zich voordoet in de gemeentelijke rioolaansluitleiding, dan worden de onderzoekskosten vergoedt door de gemeente. Let wel op dat deze kosten tot maximaal €200,- worden vergoed. Alle kosten die daarboven zijn gemaakt, komen voor rekening van de eigenaar of gebruiker.

 

Artikel 7

In dit artikel is bepaald hoe toezicht op de naleving van deze verordening wordt geregeld.