Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldambt

Verordening op de heffing en de invordering van een BedrijvenInvesteringsZone Gebied Winschoten Centrum gemeente Oldambt 2022 - 2026

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldambt
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van een BedrijvenInvesteringsZone Gebied Winschoten Centrum gemeente Oldambt 2022 - 2026
CiteertitelVerordening BIZ Gebied Winschoten Centrum 2022 - 2026.
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën
Externe bijlageKaart BIZ gebied Winschoten Centrum

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://wetten.overheid.nl/BWBR0035933/2015-01-01

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022nieuw besluit

13-12-2021

gmb-2022-429940

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een BedrijvenInvesteringsZone Gebied Winschoten Centrum gemeente Oldambt 2022 - 2026

De raad van de gemeente Oldambt;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2021;

 

gelet op de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

gezien de uitvoeringsovereenkomst van 25 november 2021 gesloten met Stichting Ondernemersfonds Centrum Winschoten,;

 

besluit vast te stellen:

 

Verordeningop de heffing en de invordering van een BedrijvenInvesteringsZone Gebied Winschoten Centrum gemeente Oldambt 2022 - 2026

 

luidende als volgt:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Bedrijveninvesteringszone; aangewezen gebied dat vermeld is op een bij de verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart;

  • b.

    BIZ: bedrijveninvesteringszone;

  • c.

    BIZ-bijdragen: bestemmingsbelasting die op verzoek van gebruikers jaarlijks wordt geheven om met de opbrengst activiteiten te realiseren als bedoeld in artikel 1, lid 2, van de Wet;

  • d.

    BIZ-subsidie: de op basis van de verordening en de Wet te verlenen subsidie voor de bedrijveninvesteringszones;

  • e.

    College: het college van Burgemeester en Wethouders van gemeente Oldambt,

  • f.

    Gebied: de aangewezen bedrijveninvesteringszone in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven;

  • g.

    Perceptiekosten: kosten voor heffen en invorderen van de BIZ-bijdrage;

  • h.

    Uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente en Stichting Ondernemersfonds Centrum Winschoten (SOCW) gesloten overeenkomst van 25 november 2021 als bedoeld in artikel 7, lid 3, van de Wet.

  • i.

    Stichting: SOCW als bedoeld in artikel 7 van de Wet.

  • j.

    Wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones.

 

 

 

Hoofdstuk 2 Belastingbepalingen

 

 

Artikel 2: Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1.

    Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt gedurende een periode van 5 jaar jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de BIZ gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de BIZ of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de BIZ.

 

Artikel 3: Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.

 

Artikel 4: Belastingplicht

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven van de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de BIZ gelegen belastingobject gebruikt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het artikel wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.

  • 3.

    Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar.

  • 4.

    Als eigenaar wordt aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

 

Artikel 5: Maatstaf van heffing

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het kalenderjaar 2021.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven in het gebied zoals bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart.

  • 3.

    Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 6: Vrijstellingen

  • 1.

    In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:

  • a.

    voor de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

  • b.

    glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

  • c.

    onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

  • d.

    één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;

  • e.

    natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden;

  • f.

    openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

  • g.

    waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;

  • h.

    werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;

  • i.

    straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

  • j.

    plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

  • k.

    begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

  • l.

    belastingobjecten voor zover die bestemd zijn en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs;

  • m.

    objecten die vanuit de WOZ-administratie zijn aangemerkt als trafo en overige religieuze gebouwen;

  • n.

    objecten die vanuit de WOZ-administratie zijn aangemerkt als opslag/distributie;

  • o.

    zorgverleners

  • p.

    betaalautomaten

  • q.

    onroerende zaken die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft, voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport of kunst, of voor andere activiteiten van sociale aard;

  • r.

    onroerende zaken voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid.

  • s.

    onroerende zaken voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 7: Tarief BIZ-bijdrage

Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt voor de gebruiker 0,31% van de heffingsmaatstaf, met een minimum van € 500 en een maximum bijdrage van € 2.500.

 

 

 

Artikel 8: Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9: Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Artikel 10: Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

Artikel 11: Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Artikel 12: Kwijtschelding

Bij de invordering van de BIZ-bijdrage wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Hoofdstuk 3 Subsidiebepalingen

Artikel 13: Aanwijzing Stichting

De BIZ-bijdrage wordt als subsidie verstrekt aan de bij deze verordening aangewezen SOCW. De SOCW wordt aangewezen als de Stichting bedoeld in artikel 7 van de Wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de BIZ-subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.

 

Artikel 14: Buiten toepassing Algemene Subsidieverordening

Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Oldambt niet van toepassing.

 

Artikel 15: Subsidieverlening

  • 1.

    De BIZ-subsidie wordt jaarlijks door het college verleend aan de Stichting voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst. De BIZ-subsidie wordt verleend op een daartoe gedane aanvraag, die vergezeld moet gaan van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.

  • 2.

    De BIZ-subsidie wordt bepaald op de jaarlijks ontvangen BIZ-bijdragen verminderd met de perceptiekosten voor de heffing en invordering van de BIZ-bijdragen zoals opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst. De door de gemeente in mindering te brengen perceptiekosten zijn vastgesteld op € 5.200 per jaar.

 

Artikel 16: Subsidieverplichtingen

Naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen kunnen aan de Stichting ook andere doelgebonden verplichtingen worden opgelegd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de met de Stichting gesloten uitvoeringsovereenkomst.

 

Artikel 17: Subsidievaststelling

  • 1.

    De Stichting is verplicht om binnen 6 maanden na afloop van het subsidiejaar de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen stukken te overleggen.

  • 2.

    De BIZ-subsidie wordt vastgesteld uiterlijk 13 weken na ontvangst van de in het voorgaande lid genoemde stukken.

  •  

  •  

Artikel 18: Wijze van betalen

De gemeente betaalt de BIZ-subsidie uit in twee voorschottermijnen, namelijk:

  • 1.

    vóór 1 april van het kalenderjaar 80 % van de begrote subsidie;

  • 2.

    vóór 1 juli van het kalenderjaar het restant van de begrote subsidie.

 

Artikel 19: Melding van relevante wijzigingen

De Stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:

  • a.

    meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie,

  • b.

    een wijziging van de statuten,

  • c.

    verandering of beëindiging van activiteiten.

 

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

 

 

Artikel 20: Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de Wet is gebleken.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022

  •  

  •  

Artikel 21: Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: verordening BIZ Gebied Winschoten Centrum 2022 - 2026.

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oldambt d.d. 13 december 2021.

De griffier, De voorzitter,

J. van der Meer C.Y. Sikkema

BIJLAGE:

 

 

 

- Kaart BIZ Gebied Winschoten Centrum