Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone The Olympic Amsterdam gebruikers en eigenaren 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone The Olympic Amsterdam gebruikers en eigenaren 2023
CiteertitelVerordening BI-zone The Olympic Amsterdam gebruikers en eigenaren 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening eindigt op 31 december 2027 met dien verstande dat deze van kracht blijft voor belastbare feiten die zich voor de einddatum hebben voorgedaan.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Deze verordening treedt in werking op een nader door het college te bepalen datum nadat is gebleken van voldoende steun onder de bijdrageplichtigen als bedoeld in artikel 4 van de Wet.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1, eerste lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
  2. artikel 7, vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023aanhangig

14-09-2022

gmb-2022-429264

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone The Olympic Amsterdam gebruikers en eigenaren 2023

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 juli 2022;

gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones; en gelet op de tussen de gemeente Amsterdam en de BIZ-stichting The Olympic Amsterdam gesloten subsidieovereenkomst; gehoord de beraadslaging in de commissie SED;

 

besluit de volgende verordening vast te stellen:

 

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone The Olympic Amsterdam gebruikers en eigenaren 2023.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

 

  • a.

    BI-zone: het aangewezen en gearceerde gebied op de van deze verordening deel uitmakende, en als bijlage 1 toegevoegde, kaart.

  • b.

    de Wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • d.

    de uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Amsterdam en de BIZ-stichting The Olympic Amsterdam gesloten Uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 7, lid 4 van de Wet.

  • e.

    BIZ-plan: het plan van aanpak dat door de BIZ-stichting The Olympic Amsterdam is opgesteld waarin is aangegeven hoe de stichting voornemens is de BIZ-subsidie te besteden.

Artikel 2 Aanwijzing stichting

De BIZ-stichting The Olympic Amsterdam (hierna: de stichting) wordt aangewezen als stichting als bedoeld in artikel 7 van de Wet.

Hoofdstuk 2 Belastingbepalingen

Artikel 3 Aard van de belasting

Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt gedurende een periode van 5 jaren jaarlijks geheven ter zake van binnen de BI-zone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen en die als bestemming hebben, dan wel in gebruik zijn als (detail)handel, kantoor, horeca, cultuur-/gemeenschapsgebouw, sport/recreatie, kinderopvang, medische dienstverlening, bedrijf, benzinestation of parkeergarage.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar van in de BI-zone gelegen onroerende zaken het genot hebben krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

  • 3.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar in de BI-zone gelegen onroerende zaken al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruiken.

  • 4.

    Voor de toepassing van het tweede lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 5.

    Voor de toepassing van het derde lid wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.

  • 6.

    Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 5 Belastingobject

  • 1.

    Als een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dient.

  • 2.

    Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het kalenderjaar bedoeld in artikel 4, tweede lid, van deze verordening.

  • 2.

    Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

  • 3.

    De heffingsmaatstaf als bedoeld in het eerste lid geldt voor de gehele in artikel 4, eerste lid genoemde periode.

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in het derde lid wordt, indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 5.

    In afwijking van het eerste en het derde lid, wordt de BIZ-bijdrage van een onroerende zaak die binnen de BI-Zone gedurende de in artikel 4, eerste lid genoemde periode nieuw tot stand is gekomen, geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde vanaf het kalender jaar volgend op het kalenderjaar waarin de onroerende zaak in gebruik is genomen overeenkomstig zijn beoogde bestemming.

Artikel 7 Belastingtarief

De BIZ-bijdrage bedraagt bij een WOZ-waardeklasse van:

1

€ 0 tot en met € 250.000,00

€ 300,--

2

€ 250.000,01 tot en met  € 750.000,00

€ 500,--

3

€ 750,000,01 tot en met € 1.500.000,00

€ 750,--

4

€ 1.500.000,01 en alles daarboven

€ 1050,--

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede een maand later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Hoofdstuk 3 Subsidiebepalingen

Artikel 11 Algemeen

Indien en voor zover in deze verordening daarvan niet is afgeweken, is de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 van toepassing.

Artikel 12 Subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt aan de stichting voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in het BIZ-plan.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen, verminderd met de daarmee samenhangende perceptiekosten, die zijn vastgesteld op 2,5%.

  • 3.

    In de Uitvoeringsovereenkomst worden nadere regels gesteld over de wijze van bevoorschotting en de verrekening van meer- en minderopbrengsten van de ontvangen BIZ-bijdragen.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 13 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op een nader door het college te bepalen datum nadat is gebleken van voldoende steun onder de bijdrageplichtigen als bedoeld in artikel 4 van de Wet.

  • 2.

    Deze verordening eindigt op 31 december 2027 met dien verstande dat deze van kracht blijft voor belastbare feiten die zich voor de einddatum hebben voorgedaan.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 14

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening BI-zone The Olympic Amsterdam gebruikers en eigenaren 2023.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 14 september 2022.

De plaatsvervangend voorzitter

Daan Wijnants

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Bijlage 1 Kaart BI-zone The Olympic Amsterdam gebruikers en eigenaren 2023

 

 

Toelichting

Algemene toelichting

De gemeenteraad stelt op verzoek van de ondernemers de bedrijveninvesteringszone (biz) in. In een biz betalen alle ondernemers (huurders en/of eigenaren) jaarlijks een bedrag. Dit bedrag wordt door de gemeentelijke belastingdienst geïnd en, na aftrek van 2,5% heffingskosten, door de gemeente uitgekeerd aan de BIZ-vereniging. Dat gebeurt in de vorm van een subsidie. De BIZ-vereniging wordt speciaal opgericht om met dit subsidiegeld het BIZ-plan uit te voeren. De ondernemers bepalen in welk gebied zij een BIZ willen oprichten, welke activiteiten ze willen uitvoeren, wat dat kost en hoe de kosten moeten worden verdeeld over de deelnemers aan de BIZ.

Omdat het innen van de “contributie” geregeld is als belastingheffing moet de gemeenteraad voor iedere BIZ afzonderlijk een belastingverordening vaststellen (de BIZ-verordening).

 

Er zijn zes soorten verordeningen: op basis van vaste heffing of woz heffing voor een gebruikers-biz, een eigenaren-biz of een gebruikers-eigenaren-biz. Deze verordening is ten behoeve van een gebruikers en eigenaren-biz op basis van een woz heffing.

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 4.1: voorbeelden van objectsoorten zijn horeca, (detail)handel/winkel, cultuur-/gemeenschapsgebouw, crèche/peuterspeelzaal, parkeergarage, sport/recreatie, kantoor

 

Artikel 12.2: de 2,5% heffingskosten komen ten gunste van Belastingen: volgens de wet mogen perceptiekosten worden geheven, uitsluitend ter dekking van de kosten van het heffen van de bijdrage.

 

Artikel 13.1: in het najaar vinden de draagvlakmetingen plaats. Hier kunnen de ondernemers zich uitspreken voor of tegen instelling van de biz. Als voldoende steun is verkregen voor instelling treedt de verordening in werking middels een B&W besluit. Als er onvoldoende steun is, wordt de verordening ingetrokken middels een raadsbesluit.