Organisatie | Berkelland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Preventie- en handhavingsplan alcohol en drugs 2017 – 2020 |
Citeertitel | Preventie- en handhavingsplan alcohol 2017-2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-12-2017 | nieuwe regeling | 20-06-2017 Berkelbericht, 05-12-2017 |
De raad van de gemeente Berkelland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 mei 2017;
het preventie- en handhavingsplan alcohol en drugs 2017 – 2020 vast te stellen.
Tijdens de voorbereiding van dit plan heeft de burgemeester mede op aanraden van de externe partners (IrisZorg en GGD Noord- en Oost-Gelderland) ervoor gekozen om te komen tot een plan dat is gericht op integrale verslavingszorg zonder een leeftijdsmaximum. In de dagelijkse praktijk gaat preventie en voorlichting voor jongeren tot 18 jaar en aan jongvolwassenen tot ongeveer 25 jaar, samen. Daarnaast wordt verslavingszorg integraal benaderd. Preventie- en voorlichting inzake drugsverslaving, alcoholverslaving, rookverslaving en verslaving inzake gaming en sociale media lopen door elkaar heen. In dit plan ligt het accent op preventie, voorlichting en gemeentelijke handhaving op het gebied alcohol.
Voor Berkelland vormt IrisZorg een belangrijke externe ketenpartner op het gebied van verslavingszorg. Gemeenten, zorgverzekeraars en justitie financieren IrisZorg. IrisZorg heeft als taken: verslavingspreventie, verslavingsbehandeling, verslavingsreclassering en maatschappelijke opvang. IRIS in de Buurt, onderdeel van IrisZorg ontplooit veel activiteiten en interventiesop het gebied van preventie, training en voorlichting inzake het voorkomen van verdere problemen en / of verslaving dooralcoholgebruik in opdracht van de gemeente Berkelland.
Een andere belangrijke externe partner van de gemeente Berkelland op het gebied van preventie is de GGD Noord- en Oost-Gelderland (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). De GGD Noord- en Oost-Gelderland is een gezondheidsdienst op basis van een gemeenschappelijke regeling tussen de 22 gemeenten van Noord- en Oost-Gelderland. De GGD Noord- en Oost-Gelderland voert onder meer wettelijk taken uit in het kader van de Wet publieke gezondheid en daarnaast is maatwerk per gemeente mogelijk. De 22 samenwerkende gemeenten hebben uitvoerende en adviserende taken ondergebracht bij deze GGD.
Sinds 1 januari 2013 is de gemeente, in deze de burgemeester, verantwoordelijk voor de uitvoering van de Drank en Horeca Wet (DHW). Het toezicht op de naleving hiervan is destijds overgegaan van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) naar de gemeente.
Per 1 januari 2014 is de Drank en Horeca Wet opnieuw gewijzigd. De leeftijdsgrens voor alcohol-houdende drank is van 16 jaar naar 18 jaar verhoogd. Er mag geen alcohol aan jongeren onder de 18 jaar verkocht worden en jongeren onder 18 jaar mogen geen alcohol in hun bezit hebben op voor het publiek toegankelijke plaatsen. Reden hiervoor is dat jongeren beter beschermd moeten worden tegen de schadelijke gevolgen van alcohol. Daarnaast is per 1 januari 2014 in de DHW (artikel 43a) een nieuwe verplichting voor gemeenten opgenomen. Gemeenten moeten voortaan een Preventie- en Handhavingsplan alcohol opstellen.
In dit plan vindt afstemming plaats met andere preventieprogramma’s die betrekking hebben op het lokale gezondheidsbeleid. In het Preventie- en Handhavingsplan moeten de hoofdzaken uit het beleid met betrekking tot preventie van alcoholgebruik onder vooral jongeren worden beschreven en de handhaving van de wet.
De Drank en Horecawet schrijft voor wat minimaal aangegeven moet worden in het plan, namelijk:
Het preventie- en handhavingsplan heeft een looptijd van 2017 tot en met 2020. En is afgestemd met andere preventieprogramma’s zoals het lokale gezondheidsbeleid. De kaders van het lokale gezondheidsbeleid worden in 2017 geactualiseerd. Het streven is dat er in het voorjaar van 2017 een regionaal actieprogramma ligt. Dit actieprogramma wordt afgestemd met de rest van het sociale domein. De doelstellingen in het sociale domein zoals participatie, zelfregie en zelfredzaamheid vinden hun vertaling in het gezondheidsbeleid. Het preventie- en handhavingsplan alcohol heeft een looptijd van vier jaar zoals bepaald in de Drank- en Horecawet.
Voor jongeren is alcohol (extra) schadelijk. Het belemmert de ontwikkeling van de hersenen en andere organen die in de groei zijn, dit kan leiden tot problemen met alcoholgebruik op latere leeftijd (verslaving), daarnaast krijgen jongeren sneller een alcoholvergiftiging. Bovendien speelt alcohol een grote rol bij probleemgedrag, zoals crimineel en agressief gedrag, angst en depressieve klachten, lage zelfcontrole, een slechte relatie met de ouders en veel spijbelen. Net als voor volwassenen is het ook voor jongeren beter om helemaal geen alcohol te drinken. Sinds 1 januari 2014 is het per wet verboden aan jongeren onder de 18 jaar alcohol te verkopen en zijn jongeren onder de 18 jaar strafbaar als ze alcohol bij zich hebben op voor publiek toegankelijke plaatsen. De opvattingen van ouders over alcoholgebruik door hun kinderen en andere jongeren is van (grote) invloed op het drinkgedrag van hun kind en andere jongeren.
Alcoholgebruik in de gemeente Berkelland
In 2015 heeft in de gemeente Berkelland 36% van de middelbare scholieren recent (in de vier weken vóór het onderzoek) alcohol gedronken (een glas of meer). Veel alcohol op één avond is extra schadelijk. 27% van de middelbare scholieren heeft recent bij minstens één gelegenheid vijf of meer glazen alcohol gedronken (bingedrinken). Van de middelbare scholieren die alcohol gebruiken, drinkt de meerderheid dus veel alcohol.
Het alcoholgebruik in de gemeente Berkelland is hoger dan in Noord- en Oost-Gelderland en in Nederland.
In de gemeente Berkelland zijn er relatief meer ouders die instemmen met het alcoholgebruik van hun kind dan in Noord- en Oost-Gelderland. Daarnaast drinken middelbare scholieren in de gemeente Berkelland vooral alcohol thuis met anderen (17%) of bij anderen thuis (16%).
Landelijk is het percentage middelbare scholieren dat recent alcohol heeft gedronken en het percentage recente bingedrinkers tussen 2003 en 2013 gedaald. Ook in de gemeente Berkelland is het percentage alcoholgebruikers en het percentage bingedrinkers onder scholieren sinds 2003 flink gedaald. Het percentage alcoholgebruikers en bingedrinkers onder vierdeklassers is tussen 2011 en 2015 is gedaald. Onder tweedeklassers is echter geen afname waargenomen. Dit is in lijn met de ontwikkelingen in de Achterhoek (http://www.kvnog.nl/onderwerpen/leefstijl-berkelland/alcoholgebruik).
Aanwezig risico op verkoop aan jongeren
De prijs van alcohol is in de detailhandel met afstand het laagst, tot zo’n 10 maal lager dan in de horeca. De detailhandel herbergt hierdoor het risico dat er voor hetzelfde bedrag tot 10 keer meer alcohol door jongeren wordt gekocht en ingenomen.
Het complete, voor jeugd aantrekkelijke assortiment is er (voor de laagste prijzen) beschikbaar. De detailhandel is voor consumenten die alcohol willen kopen zeer aantrekkelijk. Dit blijkt uit het feit dat zo’n 80% van alle in Nederland geconsumeerde alcohol daar wordt verkocht. Hiervan komt ca. 90% voor rekening van supermarkten en 10% voor rekening van slijterijen, waarvan ongeveer de helft in bezit is van supermarktorganisaties. De horeca is verantwoordelijk voor de verkoop van slechts 20% van alle alcohol, waarvan een deel plaatsvindt in restaurants.
De conclusie die hieruit kan worden getrokken is dat de supermarktbranche de alcoholverkoop domineert. Om die reden waren supermarkten in het vorige beleidsplan als hotspot aangemerkt. De aandacht lag daarom op het uitsluiten van verkoop in de detailhandel aan jongeren onder 18 jaar. Deze aanpak heeft resultaat gehad. Supermarkten heb ieder op hun eigen manier een controle systeem opgezet om alcoholverkoop aan minderjarigen te voorkomen. In het meest recente mysterieshop onderzoek werd deze conclusie bevestigd en kwam het nog maar een enkele keer voor. Voor de komende periode licht de prioriteit op evenementen, evenementen zijn ongrijpbaarder dan de reguliere verkooppunten. De massaliteit tijdens een evenement en het eenvoudig alcoholische dranken halen voor een groep mensen maakt dat toezichthouden als erg lastig / moeilijk wordt ervaren .
In de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Berkelland 2016 (hierna Apv) heeft de gemeenteraad regels opgenomen om overmatig alcoholgebruik onder jongeren tegen te gaan. Er zijn regels waarmee paracommercie wordt vermeden. Het is verboden om in een paracommerciële inrichting alcohol te schenken tijdens activiteiten die gericht zijn op jongeren onder de 18 jaar. In de periode tot 18:00 uur op door-de-weekse dagen is het in paracommerciële inrichtingen ook verboden om alcoholhoudende dranken te schenken. Er staat ook een artikel in de Apv waarin het aan de reguliere horeca verboden is om prijsacties te houden waarbij voor een korte periode alcoholhoudende dranken worden verkocht voor minder dan 60 % van de prijs (de zogenaamde happy hours).
Door het vergunningenbestand van de horecabedrijven in de gemeente voortdurend actueel te houden en daarop te controleren, is inzichtelijk welke personen bevoegd zijn om alcohol te verstrekken en wie daarvoor verantwoordelijk is.
Dit plan is gebaseerd op een integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van een preventie én handhavingsplan. Dat houdt in dat meerdere teams binnen de gemeente - en dus ook meerdere type maatregelen – worden ingezet bij de aanpak van de alcoholproblematiek. Als uitgangspunt voor integraal alcoholbeleid hanteren we het preventiemodel van Reynolds (2003) (zie figuur 2). Dit preventiemodel vormt ook de basis voor de Handreiking Gezonde Gemeenten van het RIVM. Het preventiemodel kent 3 beleidspijlers, te weten: educatie, regelgeving en handhaving. De pijlers staan deels op zichzelf maar overlappen elkaar ook. Juist in de overlap zien we het integrale preventiebeleid terug.
Het preventiemodel van Reynolds is gebaseerd op de systeemtheorie van Holder (1998) die duidelijk maakt dat alcoholgebruik altijd een resultaat is van een combinatie van factoren. De persoon, zijn sociale omgeving, het aanbod van drank en het overheidsbeleid vormen samen een systeem dat uiteindelijk de keuze van de gebruiker bepaalt. Holder laat daarmee zien dat alcoholpreventie nooit alleen op het individu gericht kan zijn. Het meest succesvol zijn strategieën die vooral de omgeving van de drinker beïnvloeden.
En in die omgeving van de jonge drinker spelen alcoholverstrekkers, scholen en ouders een belangrijke rol. In dit P en H-plan staat daarom de omgeving van de jonge drinker centraal.
Einddoelgroep van dit P en H-plan zijn jongeren en jongvolwassenen tot 24 jaar. Het accent ligt nadrukkelijk op de groep onder de 18 jaar. Het is bekend dat de gezondheidsschade van alcoholgebruik het grootst is onder de 18 jaar. Jongeren onder de 18 jaar zijn fysiek nog niet geheel volwassen en met name de hersenen zijn nog volop in ontwikkeling. Alcohol kan deze ontwikkeling schaden. Met dit gegeven in het achterhoofd heeft de centrale overheid de leeftijdsgrens voor verkoop én bezit van alcohol verhoogd naar 18 jaar. Het toezicht op de naleving van deze leeftijdsgrens beschouwen wij als een belangrijke prioriteit binnen het gemeentelijk preventie- en handhavingsbeleid.
Voor 18-24 jarigen gaat het vooral om het voorkomen van overmatig alcoholgebruik. De uitgaansavonden zijn hierbij een belangrijk risicomoment. Gezien de ontwikkeling van de hersenen tot ongeveer 25 jaar, de oververtegenwoordiging van de leeftijdsklasse tot 24 jaar in het uitgaansleven én de relatie van alcohol met het uitgaansleven (met de daarbij behorende risico’s op dronkenschap, soms uitmondend in een alcoholvergiftiging) ligt de nadruk van dit plan voor deze leeftijdsgroep in het bijzonder op de uitgaanssetting.
Daarbij is uitgaan een breed begrip: het gaat daarbij ook om het bezoeken van evenementen en feestjes thuis. Naast gezondheidsproblematiek is veiligheidsproblematiek een belangrijke motivatie om aandacht te besteden aan deze leeftijdsgroep.
De focus ligt op alcoholpreventie voor de jaren 2017 – 2020, voor het beleid inzake roken, gaming en gebruik internet (sociale media) verwijzen wij u naar het regionale beleidskader volksgezondheid.
Om bovenstaande doelen te bereiken richt de gemeente Berkelland zich voornamelijk op preventie en voorlichting, regulering en op toezicht en handhaving. De samenwerking met en ondersteuning van de ketenpartners is hierbij van groot belang.
Er is ook een grote taak op dit gebied voor de politie. Daarom zijn deze prioriteiten ook de basis van het (politie)Jaarplan Basisteam Achterhoek Oost. Ook zijn deze prioriteiten het uitgangspunt voor de Veiligheidsstrategie 2015-2018 en voor het Meerjarenbeleidsplan Politie Eenheid Oost Nederland 2015-2018.
De ambitie van dit beleidsplan is dat jongeren op een zo gezond en veilig mogelijke wijze kunnen opgroeien, zodat hun talenten zo optimaal mogelijk tot ontwikkeling kunnen komen. Wij streven er naar dat jongeren onder de achttien jaar geen alcohol drinken en jongeren van achttien tot vierentwintig jaar matigen in het alcoholgebruik.
Wij onderscheiden de volgende hoofddoelstellingen:
Om de doelstellingen te concretiseren is gekozen voor een aantal speerpunten. Deze speerpunten zijn met name gericht op de omstandigheden waarin jongeren alcohol verkrijgen en alcohol drinken. Daarnaast zijn de speerpunten gericht op de jongeren zelf.
Beoogd resultaat in 2017 en volgende jaren:
In 2017 en de volgende jaren streven wij naar een verdere afname van het lcoholgebruik onder jongeren. Er wordt naast handhaving vooral ingezet op preventie en voorlichting. Om dit te monitoren zal tot 2019 naar landelijke cijfers worden gekeken. In 2019 zijn nieuwe cijfers bekend over Berkellandse 16-minners. GGD houdt eens in de vier jaar het EMOVO-onderzoek. Uit de in dit jaarplan opgenomen cijfers van het EMOVO van de GGD blijkt er een daling te zijn van het alcoholgebruik onder jongeren tot 16 jaar ten opzicht van eerdere onderzoeken. Voor de studenten van MBO, HBO en WO zijn onvoldoende cijfers beschikbaar om een vergelijking te kunnen maken over meerdere jaren. Maar cijfers uit 2013 tonen een grote toename van het gebruik van alcohol boven de 16 jaar. Uit deze cijfers mag geconcludeerd worden dat er aanleiding bestaat voor de gemeente om zich bij preventie- en voorlichtingsprogramma’s ook actief op deze leeftijdscategorieën te richten. Ook aandacht moet uitgaan naar de leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs. Waarbij door de extra aandacht voor deze groepen de 16-minners uiteraard niet vergeten mogen worden. Want daarvan drinkt in 2015 nog steeds 29% en bij 20% is er sprake van binge drinken, dus grote hoeveelheden per gelegenheid.
4 Hoe bereiken wij onze doelstellingen?
In dit hoofdstuk komt aan de orde op welke wijze de doelstellingen van het P en H-plan behaald moeten worden. Daarbij is weergegeven:
Acties om alcoholgebruik te voorkomen
Om de doelen van de gewijzigde DHW te realiseren is het van belang om onze jeugd, maar ook de ouders en (para)commerciële instellingen goed te informeren.
In ons beleid leggen wij een sterk accent op preventie-activiteiten. Met een positieve benadering van de omgeving van de jongere, zoals ouders en aanbieders, denken we onze handhavingsinzet tot een minimum te kunnen beperken.
Verantwoord schenken bij evenementen
Bij evenementen wordt vaak alcohol geschonken. Doorgaans gebeurt dit op basis van een door de burgemeester verleende ontheffing ex. 35 van de DHW. De drankverstrekker (vergunninghouder) heeft een eigen verantwoordelijkheid op de naleving van die regelgeving en het toezicht. Het is belangrijk dat de vergunninghouder zich bewust is van deze verantwoordelijkheid. Tijdens het proces van de vergunningverlening heeft de gemeente hierover overleg met de organisator van het evenement. Om het belang van alcoholmatiging tijdens het evenement te onderstrepen hebben de burgemeesters van de Achterhoekse gemeenten in de Driehoek afgesproken dat bij het verlenen van een ontheffing ex artikel 35 DHW aan te laten vragen.
In het Horecaconvenant zijn aanvullend op de regelgeving afspraken vastgelegd gericht op het beperken van het alcoholgebruik. Zoals bijvoorbeeld afspraken over het vermijden van alcohol bevorderende verkoopacties en het maken van reclame daarvoor. De afspraken in het horecaconvenant raken de kern van het preventiemodel van Reynolds, zoals geschetst in paragraaf 2.1, en is een belangrijk instrument waarmee aan dit beleidsplan uitvoering wordt gegeven. Het Horecaconvenant is op de website van de gemeente te lezen.
Met de wijziging van de DHW, is toezicht en handhaving op de naleving van de DHW verschoven van de NVWA naar de gemeente. Naast de reguliere horeca controleren wij ook de supermarkten en paracommerciële instellingen. Tijdens deze controles worden voorlichtings- en bewustwordings-instrumenten over het schenken van alcohol aan jongeren ingezet. Daarbij zal natuurlijk aandacht zijn voor de naleving van de leeftijdsgrens. Bij grote evenementen vindt ook een controle plaats gelet op de hoge prioritering in het gemeentelijke handhavingsbeleid. Voor de uitvoering van deze taak wordt samengewerkt met andere partijen zoals GGD, IrisZorg en de politie.
Uit onderzoek is komen vast te staan dat de supermarkt een belangrijke plek is waar jongeren onder de leeftijdsgrens toch alcohol kunnen kopen. In 2011 zijn er zogenaamde mystery-shoppers ingezet om meer inzicht te krijgen in de verkoop van alcohol aan jongeren onder de 16 jaar. Uit dit mysteryshoponderzoek is gebleken dat in de gemeente Berkelland geen enkele bezochte locatie de wet consequent uitvoert.
De supermarktbranche heeft landelijk aangegeven dat zij streeft naar verbetering door zelfregulering. Medio 2018 zal er opnieuw een mysteryshoponderzoek uitgevoerd worden en gekeken worden hoe groot de verbeteringen zijn en naar aanleiding daarvan zullen er gesprekken gevoerd worden over mogelijke verbeteringen.
We willen samen met de Sport Federatie Berkelland en het NOC NSF de verenigingen uitdagen om een gezondere levensstijl, met minder alcohol voor jongeren te promoten. Tevens zijn jongeren op de sportclub bereikbaar voor voorlichtingsactiviteiten. Ook de sportbonden stimuleren verantwoord alcoholgebruik in de sportkantine. Eén van de mogelijkheden die een sportvereniging heeft is het opstellen van huis- en gedragsregels. Het modelbestuursreglement van NOC*NSF heeft voorbeelden van deze regels. Verder heeft NOC*NSF het keurmerk Gezonde Sportvereniging opgezet om verenigingen te stimuleren en te helpen om te komen tot een structureel gezondheidsbeleid.
In de gemeente Berkelland zijn momenteel (per 1 juni 2016) 195 alcoholverstrekkers
Hiernaast worden er op jaarbasis circa 150 ontheffingen verleend voor het tijdelijk schenken van alcohol bij evenementen.
Het toezicht op de APV en Bijzondere Wetten is grotendeels vraag gestuurd. Dat wil zeggen dat de inzet van de capaciteit voor handhaving grotendeels afhankelijk is van klachten en/of meldingen. De volgende controlevormen worden onderscheiden:
Bij een integrale controle, wordt het object of activiteit aan de hand van het totale pakket aan voorschriften van de vergunning of ontheffing, dan wel algemeen geldende regels, gecontroleerd. Dit betekent dat objecten of activiteiten altijd aan een volledige visuele en administratieve controle worden onderworpen. Indien er sprake is van een afwijking zal volgens de sanctiestrategie worden opgetreden.
Voor bepaalde objecten/activiteiten is het niet altijd zinvol om het gehele pakket aan voorschriften te controleren. Bijvoorbeeld bij evenementen of supermarkten. Bij deze objecten/activiteiten kan er dan ook voor gekozen worden om een kleine controle op het gebied van leeftijd uit te voeren. Indien er sprake is van een afwijking zal volgens de sanctiestrategie worden opgetreden.
Naast het aanbod gestuurde toezicht vindt 'Vrije veldtoezicht' plaats op activiteiten die mogelijk plaatsvinden zonder vergunning. Soms is dat naar aanleiding van klachten maar ook via signalen die de toezichthouders krijgen van elkaar of van de politie.
Gebruik risiso-analyse bij prioriteitstelling Leeftijdsgrenscontrole
We willen beter zicht krijgen op de verkoop van alcohol aan jongeren onder de 18 jaar. Hierdoor kunnen we zorgvuldiger omgaan met de beschikbare middelen. We starten geen uitgebreide handhavingsacties, maar zetten onze handhavingscapaciteit gericht in op vooraf bepaalde hotpots. Voorbeelden van hotspot-locaties zijn: supermarkten, avondwinkels en slijterijen, (jongeren)cafés, muziekevenementen, sporttoernooien en –evenementen en schoolfeesten. Maar dat kunnen ook drankketen, ontmoetings- en indrinkplekken zijn. Het bepalen van deze hotspots kan al naar gelang de noodzaak worden aangepast.
Op basis van de risicoanalyse zijn de volgende hotspots vastgesteld:
Voor 2017 en 2018 zijn evenementen als aandachtsgebieden aangewezen en in 2019 en 2020 wordt afhankelijk van het mysterieshop onderzoek andere aandachtsgebieden aangewezen.
Per bovengenoemde hotspot worden jaarlijks verschillende locaties ten minste vier keer bezocht voor een handhavingscontrole. In de uitvoering van de drank- en horecawet is inzet van handhaving opgenomen. Voor het exact bepalen bij welke inrichtingen en welk evenement wordt gecontroleerd, vindt integraal overleg plaats tussen betrokken diensten (politie en toezichthouders drank- en horeca). De uitkomsten van de hotspot-analyse en eerdere controles dienen mede als input voor het bepalen van de te bezoeken inrichtingen en het evenement.
De sanctiestrategie is van toepassing bij het constateren van één of meerdere overtredingen.
Bij overtredingen op grond van de Drank- en Horecawet en de Apv kunnen verschillende sancties worden opgelegd. Hierop zijn wel enkele beperkingen van toepassing. Voor alcoholverstrekkers is het belangrijk dat zij duidelijkheid hebben in de op te leggen sancties bij overtredingen. Als uitvloeisel van dit plan is voor overtredingen van de DHW een handhavingsprotocol vastgesteld door de burgemeester. Afstemming van dit protocol met de regiogemeenten vindt plaats in de driehoek.
In het handhavingsprotocol wordt per overtreding door alcoholverstrekkers of alcoholgebruikers uiteengezet welke sanctie wordt opgelegd. Bij een overtreding kan bijvoorbeeld een last onder dwangsom worden opgelegd, maar ook kan de Drank- en Horecavergunning worden ingetrokken. In het handhavingsprotocol is ook aangegeven welke stappen er worden toegepast. De onderdelen van de handhavings- strategie worden daarbij betrokken.
Voor bepaalde overtreding van de DHW kan een bestuurlijk boete worden opgelegd. Welke overtredingen dit zijn, staat in het ‘Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet’. Daarin staat ook wat de hoogte van die boete per geval is. In het sanctiebeleid wordt vastgelegd wanneer de bestuurlijke boete wordt toegepast. Het repressief inzetten van dit instrument moet op termijn een preventieve uitwerking hebben op het naleven van de regelgeving.
Jongeren die bij HALT komen, worden wanneer ze (problematisch) gebruiken doorverwezen naar IrisZorg. Dit geldt zowel voor alcohol als drugsgebruik.
Alle gemeenten in de Regio Achterhoek hebben, in onderling overleg, en in overleg met de betrokken organisaties, de verordening paracommercie in 2013 opgesteld. Bij de meeste gemeenten is binnen de organisatie formatie vrijgemaakt voor de handhaving van de DHW. Deels is dit ingevuld binnen de bestaande formatie Door bij de handhaving te kiezen voor gerichte efficiënte inzet en onderlinge samenwerking, kan een maximaal resultaat worden bereikt. Er zijn plannen om een pool van BOA’s op te stellen om binnen de regio gebruik te maken van elkaars kennis en kunde.
De leeftijdsgrenscontroles worden uitgevoerd door gekwalificeerde toezichthouders (BOA’s) die bij de gemeente werkzaam zijn. Waar dit mogelijk is wordt de samenwerking gezocht met andere gemeenten in de regio. Deze samenwerking vindt plaats op basis van onderlinge afspraken. De planning en coördinatie van de leeftijdsgrenscontroles wordt volgens de regionaal gemaakte afspraken opgepakt. Waar noodzakelijk worden de toezichthouders DHW opgeleid en worden overeenkomsten gesloten om de bevoegdheden van de BOA’s te waarborgen.
In de gemeente Berkelland hebben we de voorkeur te gaan werken zoals in Frisvalley. Waarbij er een pool is van medewerkers waarbij met gesloten beurzen de medewerkers uitgeruild worden. Onderlinge samenwerking heeft een aantal voordelen:
De Achterhoekse gemeenten hebben zich in principe uitgesproken voor regionale samenwerking door onderlinge uitwisseling van toezichthouders en structureel regionaal overleg. Om een optimaal resultaat te bereiken is het zeer belangrijk dat de partijen (o.a. gemeente – politie – jongerentoezicht – Halt) de informatie met elkaar delen. Deze informatie bestaat uit wat we op het gebied van preventie en handhaving doen en wat de bereikte effecten zijn.
Met Iriszorg zijn regionaal afspraken gemaakt. Dit betreft het regionale budget OGGz en Maatschappelijke Opvang. Naast deze regionale afspraken willen wij lokale afspraken maken met Iriszorg voor activiteiten in het kader van alcoholpreventie.
In de productenbegroting GGD Noord- en Oost-Gelderland 2017 is een overzicht opgenomen van alle producten van deze gezondheidsdienst. De activiteiten die in dit preventie- en handhavingsplan worden genoemd zijn hier een onderdeel van. De totale kosten van de taken die zijn ondergebracht bij de GGD worden aan de 22 gemeenten doorberekend via een gemeentelijke bijdrage per inwoner.
De preventieve alcoholmatigingsactiviteiten worden door de verschillende partners uitgevoerd binnen beschikbare budgetten.
Nalevingsonderzoek wordt uitgevoerd met behulp van MysteryKids die, zonder dat de ondernemer hiervan op de hoogte is, een leeftijdsgebonden product proberen te kopen. Om deze reden wordt dit type onderzoek ook mysteryshop onderzoek genoemd. De uitkomsten van deze aankooppogingen bieden inzicht in mate waarin ondernemers de wet naleven en in de directe beschikbaarheid van producten voor minderjarige jongeren.
Deze onderzoeksmethode heeft zich in de afgelopen jaren bewezen als een valide methode om de naleving van de wet te meten. Het legt op een getrouwe wijze de hiaten bloot, die middels andere, meer indirecte meetinstrumenten vaak verborgen blijven.
In deze paragraaf worden activiteiten van de gemeente Berkelland opgesomd die plaats vinden in het kader van preventie en voorlichting op het gebied van alcoholgebruik. Deze activiteiten gebeuren meestal of in regionaal verband dan wel zijn regionaal afgestemd.
Verantwoord schenken bij evenementen
Om het belang van alcoholmatiging tijdens evenementen te onderstrepen hebben de burgemeesters van de Achterhoekse gemeenten in de Driehoek afgesproken dat bij het verlenen van een ontheffing ex artikel 35 DHW een flyer wordt meegezonden. In deze flyer worden de aandachtspunten van het beleid en de regelgeving benadrukt. In de flyer is aandacht voor NIX18. Geen alcohol in het verkeer en niet onder de 18. Daarnaast is het uitgangspunt dat er geen alcohol wordt verstrekt tijdens sportactiviteiten en tijdens kinderactiviteiten.
Met organisatoren van schoolfeesten en evenementen waarbij veel jongeren aanwezig zijn, worden afspraken gemaakt over de te treffen maatregelen om ongeoorloofd alcoholgebruik te voorkomen. Deze afspraken worden neergelegd in vergunningsvoorschriften. Daarbij wordt het toezicht afgestemd en worden de verschillende verantwoordelijkheden van de betrokken partijen benadrukt.
In het Horecaconvenant zijn aanvullend op de regelgeving, afspraken vastgelegd gericht op het beperken van het alcoholgebruik. Zoals bijvoorbeeld afspraken over het vermijden van alcohol bevorderende verkoopacties en het maken van reclame daarvoor.
Mystery shoponderzoek (alcohol)
Medio 2018 en 2020 zal er een Mystery shoponderzoek uitgevoerd worden. Naar aanleiding van de uitkomsten zal er een evaluatiegesprek plaats vinden met de betrokkenen. Onderzoek zorgt voor harde data over het nalevingsgedrag van jongeren en ondernemers.
Als het aantreffen of gebruik van een verdovend middel een incidenteel en/of experimenteel karakter heeft en de jongere tussen de 12 en 18 jaar is, gaat de politie in het geval er toch zorgen over dit middelengebruik zijn, met de jongere èn de ouders/verzorgers in gesprek. Blijkt dat de jongere en/of de ouders zich onvoldoende bewust zijn van de gevaren van het middelengebruik, dan verwijst de politie de jongere en de ouders naar IrisZorg. Deze verwijzing heeft een vrijwillig kader.
In het geval er door de jongere en/of de ouders niet of onvoldoende wordt meegewerkt aan de genoemde verwijzing, kan de politie bij een volgende constatering, de jongere verwijzen naar Halt Oost Nederland.
Indien er sprake is van een zorgelijk middelengebruik al of niet in combinatie met een strafbaar Haltfeit door de jongere tussen de 12 en 18 jaar, wordt deze jongere aangemeld bij Halt Oost Nederland.
Verder blijft het belangrijk te investeren op preventie en voorlichting over alcohol vooral met partners als Irizorg en de GGD. Ook moet handhaving blijven investeren op de naleving van de drank- en horecawet.
Bijlage I Bepalen van Hotspots
Bepalen hotspots door risicoanalyse
Het is van belang om te bepalen wat de “hotspots” binnen de gemeente zijn. Dit zijn locaties waar veel jongeren komen en proberen alcohol te kopen. Voorbeelden van hotspotlocaties zijn:
supermarkten en slijterijen, (jongeren) cafés, muziekevenementen, sporttoernooien en -evenementen, schoolfeesten, ontmoetingsplekken.
Voor het bepalen van de hotspots is een risicoanalyse uitgevoerd. Van de locaties waar alcohol verkocht wordt, is allereerst een inschatting gemaakt hoe groot de kans is dat een jongere onder de 18 alcohol kan kopen. Die kans is beoordeeld van:
Vervolgens is gekeken naar de negatieve effecten van het schenken van alcohol aan jongeren:
De eventueel aanwezige negatieve effecten worden bij elkaar opgeteld, met een score van maximaal 3.
Tot slot is de score van de kans dat jongeren alcohol kunnen kopen (K) en de score van de negatieve effecten die mogelijk kunnen ontstaan (NE) met elkaar vermenigvuldigd. Hierdoor ontstaat een risicoscore (R). Dit heeft geleid tot het volgende overzicht van locaties/type inrichtingen waar alcohol wordt verkocht met de daarbij behorende score van de risico-analyse:
Van bovengenoemde soorten horeca scoren het café, het evenement, de sportkantine, het cafe-restaurant, de supermarkt, het jeugdcentrum en ontmoetingsplekken, het hoogste.
Binnen onze gemeente zijn meerdere locaties waar veel jeugd komt, dat zijn voornamelijk de jongerencafés, sportkantines, evenementen en ontmoetingsplekken.
We willen op deze locaties vooral investeren in preventie en communicatie en merken deze aan als hotspot voor regulier toezicht en handhaving.
Onze hotspots (voor deze termijn) zijn: het evenement, de ontmoetingsplek en de supermarkt.
Bijlage II Borgingsafspraken project ‘Alcoholmatiging Jeugd in de Achterhoek’
Bijlage IV Handhavingsprotocol
Handhavingsprotocol Toezicht Drank- en Horecawet
Op 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet in werking getreden. In deze wet is het toezicht opgedragen aan de door de burgemeester aangewezen ambtenaren.
M.a.w. gemeenten zijn voortaan verantwoordelijk het toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet.
Ter uitvoering van het toezicht is het van belang om een handhavingsprotocol vast te stellen dat ten doel heeft:
Doel van de inzet van bestuurlijke handhavingsinstrumenten is het opheffen van de geconstateerde overtredingen en het voorkomen van nieuwe overtredingen.
Bij bestuurlijke handhaving kunnen de volgende instrumenten ingezet worden:
Daarnaast kan tegen de overtreding van een aantal artikelen op grond van de Wet economische delicten strafrechtelijk worden opgetreden. Ook kan op grond van artikel 45 DHW strafrechtelijk worden opgetreden tegen jongeren onder de 16 jaar die op voor het publiek toegankelijke plaatsen in het bezit van alcoholhoudende drank zijn.
Uitgangspunt van bestuurlijk optreden is dat bij de constatering van een overtreding eerst een waarschuwing wordt gegeven en de overtreder in de gelegenheid wordt gesteld de overtreding binnen een bepaalde termijn ongedaan te maken.
Gaat het om minder ernstige overtredingen, dan kan de toezichthouder volstaan met een (mondelinge) waarschuwing dat bij een volgende overtreding een bestuurlijke boete zal worden opgelegd. Wordt in dat geval een volgende overtreding geconstateerd, dan wordt een bestuurlijke boete opgelegd en krijgt de overtreder een schriftelijke waarschuwing dat bij een volgende overtreding een bestuurlijke maatregel in de vorm van een last onder dwangsom volgt.
Gaat het om zwaardere overtredingen, dan is de aard van de overtreding bepalend voor de vraag welk handhavingsinstrument het meest passend en effectief is.
Daar waar een last onder dwangsom wordt opgelegd is in de meeste gevallen uitgegaan van een dwangsom van € 250,- met een maximum van € 1.000,-. Het betreft hier overtredingen die niet direct tot een financieel voordeel leiden maar waarbij de dwangsom toch voldoende financiële prikkel moet geven om de overtreding te beëindigen. Een bedrag van € 250,- als uitgangspunt lijkt in die gevallen redelijk en proportioneel.
Bij minder ernstige overtredingen is uitgegaan van een dwangsom van € 100,- met een maximum van € 400,-.
De maximale dwangsom is vastgesteld op het viervoudige van het dwangsombedrag zodat na 4 geconstateerde overtredingen zonodig een ander bestuurlijk instrument ingezet kan worden om een einde aan de overtreding te maken.
Bij ernstige overtredingen (zie hieronder) zal direct een einde aan de overtreding moeten worden gemaakt en zullen daartoe veelal zwaardere middelen ingezet (moeten) worden. Van een ernstige overtreding is sprake indien:
In het schema op de volgende pagina’s zijn de belangrijkste artikelen van de Drank- en Horecawet met vermelding van de te nemen maatregelen d.w.z. toe te passen instrumenten bij overtreding van deze artikelen opgenomen.
overwegende dat het met het oog op de uitvoering van de Drank- en Horecawet van belang is beleidsregels ter handhaving van deze wet vast te stellen;
gelet op de artikelen 19a, 31, 32, 36 en 44a van de Drank- en Horecawet, artikelen 125 en 174 van de Gemeentewet en afdeling 5.3.1 van de Algemene wet bestuursrecht
Handhavingsprotocol Drank- en Horecawet
Apv : Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Berkelland
Boa : Buitengewoon opsporingsambtenaar
HUP : Handhavingsuitvoeringsprogramma
Nota LGB: De nota Lokaal Gezondheidsbeleid “voorkomen is beter dan genezen”2013-2016”
NVWA : Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
E-MOVO: Elektronische Monitor en voorlichting (dit is een landelijk vragenlijstonderzoek onder scholieren die de GGD uitvoert)
RIVM: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Frisvalley: FrisValley is het alcoholmatigingsproject in Regio FoodValley. Onder het motto "Geen 18? Geen alcohol!" wijst FrisValley jongeren op de gevaren van te vroeg, te veel en te vaak alcoholgebruik