Organisatie | Lingewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Preventie- en handhavingsplan alcohol |
Citeertitel | Preventie- en handhavingsplan alcohol |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-11-2020 | nieuwe regeling | 09-11-2020 Gemeentenieuws, 18-11-2020 |
Iedereen weet het, (overmatig) alcohol gebruik is schadelijk voor de gezondheid. Voor de ontwikkeling van minderjarigen zijn de negatieve gevolgen van alcoholgebruik zeer schadelijk. Overmatig alcoholgebruik heeft invloed op de hersenen, die tot het 25ᵉ levensjaar nog volop in ontwikkeling zijn. In de puberjaren zorgt alcoholgebruik voor aantasting van de prefrontale cortex wat leer- en concentratie problemen veroorzaakt. Sinds 2014 is het voor minderjarigen verboden om alcohol te kopen of dit bij zich te hebben in de openbare ruimte. Ook is het verboden om alcohol te verkopen aan minderjarigen, dit geldt voor alle mogelijke verkooppunten van alcohol1.
Alcohol heeft niet alleen schadelijke gevolgen voor de gezondheid van de persoon zelf. Zowel voor minderjaren als voor volwassenen zorgt problematisch alcoholgebruik2 voor negatieve gevolgen voor de omgeving. Denk hierbij aan productiviteitsverlies op het werk of op school, verkeersongevallen, ziekte en verslaving (en daarmee dus ook zorgkosten).
Gemeenten zijn op grond van artikel 43a van de Drank- en Horecawet (hierna: DHW) verplicht om een Preventie- en handhavingsplan alcohol vast te stellen. In dit plan moet worden beschreven hoe invulling wordt gegeven aan preventie en de toezichts- en handhavingstaak in het kader van de DHW, door het benoemen van doelstellingen, preventieve acties, handhavingsacties en te behalen resultaten. Dit plan is expliciet gericht op het terugdringen van alcoholgebruik door minderjarigen.
De evaluatie van het vorige Preventie- en handhavingsplan toonde aan dat er nog niet voldoende resultaat is bereikt in het terugdringen van het alcoholgebruik onder minderjarigen. Dit doel bleek tevens moeilijk meetbaar door gebrek aan cijfers. De acties uit het huidige plan zijn daarom zo opgesteld dat na uitvoering te onderbouwen is of de bijbehorende doelstellingen wel of niet behaald zijn. Tevens is de keuze gemaakt dat huidig plan zich richt op acties die zorgen voor:
Samenwerking op de gebieden preventie, handhaving en communicatie zijn van belang en vormen daarom de basis van dit plan.
Een gezonde leefstijl is in essentie een verantwoordelijkheid van onze inwoners zelf. De sociale omgangsnormen bepalen vaak of jongeren alcohol drinken voor hun 18ᵉ verjaardag. Inzet op preventie bij de ouders, scholen en (sport)verenigingen is daarom van belang, zodat zij mee werken aan het veranderen van de sociale omgangsnormen. Zij dienen er al het mogelijke aan te doen om er voor te zorgen dat kinderen vóór hun 18e geen alcohol drinken. Ook niet een beetje en ook niet thuis onder het motto: dan kunnen we het in de gaten houden.
Bij de inzet op preventie en handhaving van het alcoholgebruik heeft de gemeente zich te houden aan een aantal wettelijke kaders. Daarnaast is het belangrijk om het beleid af te stemmen op andere beleidsterreinen die hieraan raken, zoals gezondheidsbeleid, onderwijsbeleid en sportbeleid.
Per 1 januari 2013 is het toezicht op de DHW van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) overgedragen aan de gemeente. Op 1 januari 2014 is de leeftijd waarop alcohol mag worden gekocht verhoogd van 16 jaar naar 18 jaar. De DHW richt zich op drie zaken:
Toezicht en handhaving door de gemeente is noodzakelijk om deze doelstellingen te behalen. Preventie, toezicht en handhaving zijn hierbij onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Naar aanleiding van een evaluatie van de DHW zijn voorstellen gedaan voor een wijziging van de DHW in een nieuwe Alcoholwet. Het is niet duidelijk hoe de Alcoholwet er precies uit gaat zien en wanneer deze in werking zal treden, omdat de wet nog moet worden aangeboden aan de Tweede Kamer en behandeling in het parlement dus nog plaats moet vinden. Indien er zich wijzigingen voordoen in de wettelijk eisen is aanpassing van dit plan mogelijk. Een gewijzigde versie zal dan aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
Het Nationaal Preventieakkoord3 dateert van uit najaar van 2018 en is een initiatief van de regering. Het akkoord richt zich op roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik. Het beschrijft een aantal ambities en doelstellingen die in 2040 behaald moeten zijn. Voor dit Preventie- en handhavingsplan zijn de volgende opgenomen doelstellingen relevant:
De beschreven acties in dit plan sluiten aan op deze genoemde doelstellingen uit het Nationaal Preventieakkoord. Hiervoor is uiteraard een goed overleg en samenwerking nodig met diverse partners die ook een rol en verantwoordelijkheid hebben om deze doelstellingen te behalen, met name de scholen en (sport)verenigingen met een kantine.
Focus op jeugd en hun ouders/verzorgers
Als gemeente verkiezen we stimuleren en motiveren boven de inzet van handhaving. De (opvoedings)rol van ouders is daarom van cruciaal belang. Scholen hebben dagelijks contact met de doelgroep en een directe toegang tot hun ouders. Hierdoor kan voor een deel van de voorlichting aan jongeren en hun ouders gebruik gemaakt worden van de infrastructuur van de scholen. De middelbare scholen in de gemeenten Lingewaard en Overbetuwe vallen gedeeltelijk onder dezelfde overkoepelende organisaties. Daarbij bezoeken leerlingen uit de ene gemeente regelmatig een school in de andere gemeente. Samenwerking tussen de middelbare scholen tussen beide gemeenten is daarom zeer gewenst.
Focus op sport(verenigingen) met kantine
Een van de plaatsen waarvan landelijk bekend is dat minderjarigen er gemakkelijker alcohol kunnen kopen en volwassenen overmatig consumeren, zijn sportkantines. In het lokaal sportakkoord is er aandacht voor de doelstellingen uit het Nationaal Preventieakkoord, het hebben van een gezonde sportkantine en het zorgen voor een rookvrije generatie. Een gezonde sportkantine richt zich naast het aanbod van eten ook op verantwoorde verkoop4 van alcohol. Sportaanbieders werken hiervoor samen met maatschappelijke partners. Het lokale sportakkoord en de doelstellingen uit voorliggend plan, zijn met elkaar in overeenstemming. Dit plan richt zich in eerste instantie op sportkantines omdat dit een directe toegang geeft tot een groot deel van de doelgroep. Vervolgens is de wens om ook andere verenigingen met kantines (zoals muziekverenigingen) en plekken zoals sociaal culturele centra mee te nemen in de doelstellingen rondom de verkoop en het gebruik van alcohol en drugs. Naast het preventieve beleid is het noodzakelijk om verkooppunten van alcohol te controleren op naleving van de wet. Hierbij valt te denken aan verkooppunten zoals supermarkten, slijterijen en verenigingen met kantines. Nergens mag alcohol verkocht worden aan minderjarigen.
De GGD Midden-Gelderland doet jaarlijks onderzoek naar diverse onderwerpen die met gezondheid te maken hebben en bevragen daarvoor ook jongeren. Naar het alcoholgebruik van jongeren wordt daarbij ook gevraagd. De resultaten van deze onderzoeken zullen worden gebruikt om een beeld te krijgen van het alcoholgebruik onder minderjarigen en daarmee te beoordelen of de acties uit dit plan het gewenste effect hebben.
Relatie beleidsplan Sociaal Domein
Voorliggend plan richt zich vanuit het wettelijke kader op preventie en handhaving aan jongeren. Naast de focus op jongeren blijft het preventiebeleid alcohol ook van belang voor de gezondheid van volwassenen en bestaat er een relatie met het thema drugs. Deze aandachtsvelden worden opgenomen in het beleidsplan Sociaal Domein binnen het publieke gezondheidsbeleid. Echter zullen enkele acties op deze thema’s, met name gelegen in de voorlichtingssfeer, al vanuit voorliggend plan worden uitgevoerd door acties vanuit een breder perspectief op te pakken.
In de inleiding is benoemd dat preventie, handhaving en communicatie de basis van voorliggend plan vormen. Er dient proactief en middels diverse vormen gecommuniceerd te worden om het onderwerp op het netvlies te houden, bewustwording te creëren en kennis te vergroten.
De gemeenten Lingewaard en Overbetuwe hebben intensief samengewerkt in de opstelling van hun Preventie- en handhavingsplan alcohol. Beide gemeenten hebben een eigen Preventie- en handhavingsplan alcohol maar deze is qua opzet vergelijkbaar en ook de doelstellingen zijn gelijkluidend geformuleerd. Op uitvoeringsniveau verschillen de plannen licht van elkaar. Dit heeft te maken met andere accenten en beschikbare middelen.
Waar wenselijk en mogelijk worden door de gemeenten samen met partners gesproken en eventueel diensten ingekocht. Tevens zullen we elkaar periodiek op de hoogte houden van de uitvoering, delen we kennis en leren we van elkaars ervaringen.
Het maken van plannen en afspraken betreft met name het deel preventie van het Preventie- en handhavingsplan. Handhaving is een belangrijk middel om controle uit te oefenen op die plannen en afspraken en bij te kunnen sturen waar nodig.
Gemeenten stellen jaarlijks een Handhavingsuitvoeringsprogramma (hierna: HUP) op.
Hierin wordt beschreven hoeveel tijd beschikbaar is voor welke handhavingstaak, gebaseerd op een inschatting van de risico’s die aan de handhavingstaken zijn verbonden. Controle op alcoholgebruik door en alcoholverkoop aan minderjarigen krijgt hierin een hoge prioriteit. Waarbij de focus ligt op de zogenaamde hotspots5:
De gemeente Lingewaard heeft 0,6 fte beschikbaar voor het uitvoeren van de DHW-controles. De intentie bestaat om alle Buitengewoon opsporingsambtenaren, Domein I (hierna: boa’s) integraal op te leiden.
Het streven is om de hotspots in Lingewaard jaarlijks te controleren.
De controles worden onaangekondigd uitgevoerd en kunnen worden onderverdeeld in:
Basiscontroles De boa’s controleren bij de verkooppunten of de vergunning en het aanhangsel actueel is, of deze aanwezig is, of de leidinggevende aanwezig is, of de leeftijdsgrensaanduiding bij de entree zichtbaar is aangebracht en of wordt voldaan aan de inrichtingseisen. Ook wordt gecontroleerd op de Drank- en Horecaverordening.
Leeftijdgrenscontroles Een leeftijdsgrenscontrole gaat over de verkoop van alcohol aan minderjarigen. De boa kijkt of de verkoper de leeftijd controleert van de persoon die alcohol wil kopen en weigert te verkopen als het een minderjarige betreft. De controles vinden plaats bij alle verkooppunten van alcohol en bij evenementen.
Naast deze reguliere controle bestaan er zogenaamde confrontatieaudits.
Bij de invoering van de verhoogde leeftijdsgrens hebben een aantal alcoholverstrekkers de gemeente om hulp gevraagd om met de nieuwe regel om te kunnen gaan en zijn de confrontatieaudits in het leven geroepen. Tijdens de confrontatieaudits wordt met jongeren gecontroleerd of de ondernemer zich houdt aan de geldende leeftijdsgrenzen. Direct na de controle wordt de ondernemer met de uitkomst geconfronteerd. Bij naleving van de regel, ontvangt de ondernemer een compliment. Indien de regel niet wordt nageleefd, wordt hulp geboden om herhaling in de toekomst te voorkomen. Mocht blijken dat er na de confrontatieaudits geen verbetering optreedt, dan zal er handhavend worden opgetreden.
Controles bij evenementen Op basis van de jaarkalender wordt bepaald welke evenementen, die een ontheffing hebben om alcohol te mogen schenken, worden gecontroleerd. De controle ziet op het schenken aan personen jonger dan 18 jaar en het doorschenken aan dronken personen. Er wordt ook uitleg gegeven over hoe om te gaan met de leeftijdgrens (preventie) en organisatoren kunnen kosteloos gebruikmaken van ID-scanners en adem analyse apparaten.
Controles niet- vergunningplichtige bedrijven Deze controles vinden plaats bij o.a. supermarkten, cafetaria’s, warenhuizen en kaaswinkels. Op grond van de DHW mogen deze bedrijven alleen zwak- alcoholische dranken verkopen. Ook hier wordt uitleg gegeven over hoe om te gaan met de leeftijdsgrens.
Controles verboden drankgebruik (artikel 2:48 APV en artikel 45 DHW)
Deze (reguliere) controles vinden plaats in alle voor publiek toegankelijke ruimten. Hierbij kan o.a. worden gedacht aan de openbare weg, cafés, evenementen en portieken. Tijdens deze controles wordt er gecontroleerd op het indrinken op hangplekken door jongeren boven de 18 jaar en het aanwezig of gereed voor consumptie hebben van alcohol. Wanneer de boa’s constateren dat jongeren onder de 18 jaar alcoholhoudende drank bij zich hebben, worden zij hierop aangesproken en voor de keuze gesteld voor het ontvangen van een geldboete of doorgestuurd te worden naar Halt voor een leerstraf. De nadruk ligt hierbij op de overlastgevende locaties in de aangewezen gebieden (bebouwde kom) en waar overlast bekend is. In het jeugdgroepenoverleg wordt besproken op welke wijze toezichtstaken structureel kunnen worden ingezet op de aandachtslocaties.
Ter uitvoering van de handhavingstaken hebben de gemeenten Lingewaard en Overbetuwe het ‘Interventiebeleid Drank- en Horecawet’ (bijlage 1) en het ‘Stappenplan overtredingen Drank- en Horecawet’ (bijlage 2) vastgesteld. Het uitgangspunt van dit beleid is gericht op het opheffen van overtredingen en om herhaling hiervan te voorkomen. Stapsgewijs wordt de werkwijze van de toezichthouder weergegeven.
In het stappenplan overtredingen Drank- en Horecawet zijn de interventiegrenzen uitgewerkt. In de tabel wordt per geconstateerde overtreding benoemd welke sanctie hieraan gekoppeld is. In de beoordeling wordt gekeken naar de aard en ernst van de overtreding. Dit houdt in dat bij ernstige overtredingen een boeterapport/proces-verbaal wordt opgemaakt. Bij overtredingen wordt een waarschuwing gegeven en mogelijkheid tot herstel geboden.
De volgende stap in het stappenplan wordt toegepast op het moment dat binnen twee jaar na een geconstateerde overtreding, de overtreding opnieuw wordt begaan. Indien binnen twee jaar na de eerste constatering geen nieuwe overtreding plaatsvindt, dan begint de horecaondernemer met een schone lei.
De hoogte van de boetebedragen is vastgelegd in de bijlage behorend bij het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet. Het opleggen van sancties is geen doel op zich. In beginsel zijn de sancties bedoeld als een pressiemiddel om overtredingen ongedaan te maken en te voorkomen.
Het toezicht op de DHW ligt primair bij de gemeente. De politie heeft een signalerende rol en richt zich met name op misbruik of verstoring van de openbare orde. Tijdens reguliere controles/surveillances in de openbare ruimte houdt de politie een vinger aan de pols bij evenementen en controleert op het in bezit hebben van alcoholhoudende drank door jongeren. Er zal altijd afstemming plaatsvinden met de gemeente als er sprake is van misstanden ten aanzien van jongeren en alcoholhoudende drank. De aandachtslocaties worden integraal besproken en gezamenlijk wordt bepaald in het jeugdgroepenoverleg waar de volgende drie afdelingen en instanties aan deelnemen: Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH), Sociaal Domein en Politie. Multidisciplinair overleg vindt plaats om te voorkomen dat jongeren tussen wal en schip vallen.
4. Doelstellingen en bijbehorende activiteiten
We hebben de ambitie om minimaal de landelijke doelstellingen uit het Nationale Preventieakkoord te behalen. Er wordt hiermee ingezet op preventieve activiteiten met een structurele impact, het maken van korte klappen die mogelijk geen blijvend effect veroorzaken wordt voorkomen.
Preventie kan gericht worden op de omgevingsfactoren van kinderen die een effect hebben op alcohol- en drugsgebruik. Deze omgevingsfactoren kunnen opgedeeld worden in vier domeinen; gezin, vrienden en leeftijdsgenoten, school en vrije tijd6. De opgestelde doelen zijn gekoppeld aan deze domeinen.
Bewustwording en kennisvergroting
Alcoholgebruik van ouders/verzorgers in het bijzijn van hun kinderen heeft invloed op het alcohol gebruik van deze kinderen in de toekomst7. Kinderen die hun ouders/verzorgers zien drinken ontwikkelen een positievere verwachting over alcoholgebruik dan kinderen die hun ouders/verzorgers niet zien drinken. De positievere verwachting geeft een hogere kans op drinken op jongere leeftijd en bingedrinken bij jongeren. Voorbeeldgedrag van ouders/verzorgers heeft dus effect op kinderen, zelfs al op kinderen van een jonge leeftijd (ca. 2 jaar). Uiteraard vinden we het belangrijk dat ouders het goede voorbeeld geven en hun opvoedingsrol binnen dit thema oppakken. Het is daarom belangrijk om preventie te richten op ouders/verzorgers door ze te informeren en bewust te maken van hun voorbeeldrol.
Deze bewustwording moet worden opgebouwd. Pas als ouders/verzorgers ervan overtuigd zijn dat alcohol en drugs slecht zijn voor minderjarigen, zullen zij actief gaan meewerken aan het behalen van de verdere doelstellingen uit dit plan. Door de voorlichting aan zowel minderjarigen zelf, als de volwassenen om hen heen te blijven herhalen, zal de bewustwording zich langzaam maar zeker verspreiden. Hiervoor is een lange adem nodig maar zo zal op den duur het gewenste doel bereikt worden.
Zorgen voor een gezamenlijke verantwoordelijkheid in samenleving o.a. bij scholen en (sport)verenigingen
Naast ouders/verzorgers heeft ook de omgeving van jongeren een grote invloed op hun houding en gedrag. Scholen en (sport)verenigingen en sociaal culturele centra zijn hierin belangrijke spelers. Zij hebben te maken met de jongeren doelgroep en hebben een voorbeeld- en signaalfunctie waardoor ze een grote rol kunnen vervullen op het thema middelengebruik.
Jongeren die hun vrienden en leeftijdsgenoten zien drinken hebben een grotere kans om zelf eerder alcohol te gaan drinken en later meer alcohol te gaan drinken. Als er binnen een groep wordt gebruikt komt iedereen in aanraking met alcohol worden de jongeren door elkaar beïnvloed.
Alcoholpreventie voor jongeren in de schoolomgeving komt het meest voor. Uit internationaal onderzoek is gebleken dat alcoholinterventies in de schoolsetting effectief kunnen zijn bij het voorkomen of verminderen van alcoholgebruik bij jongeren8. Het is daarom belangrijk om samen met partners als het jongerenwerk, Halt, Iriszorg en scholen afspraken te maken over interventies.
Veel jongeren en volwassenen sporten graag in hun vrije tijd. Een gezonde sportomgeving is een van de vijf thema’s in het nationale preventieakkoord. Sportverenigingen zijn, vanwege de sociale cohesie en het raakvlak dat sport heeft met het thema gezondheid, een goede setting om gezond gedrag te stimuleren. De gezonde sportomgeving moet een gezonde leefstijl van sporters stimuleren, waaronder alcoholgebruik. Het opnemen van beleid omtrent het schenken van alcohol, handhaving en regels door lokale sportverenigingen kan hierbij zeer helpend zijn.
Om daadwerkelijk te zien of acties hun doel hebben bereikt is het belangrijk om cijfers ter onderbouwing beschikbaar te hebben. De Integrale Jeugdrapportage van de VGGM levert hierover interessante informatie aan, waarbij een splitsing wordt gemaakt tussen minderjarigen en meerderjarigen.
De gemeente ziet toe op de naleving van de DHW. Dit houdt in dat in het openbaar door zowel minderjarigen als volwassenen geen alcohol wordt gedronken en er überhaupt geen alcohol wordt verkocht aan minderjarigen. Hierop wordt toezicht gehouden door de boa’s van de gemeente en waar nodig handhavend opgetreden.
Dit is overigens geen garantie dat minderjarigen geen alcohol meer drinken. Hun ouders of andere volwassenen kunnen de alcohol nog steeds aan hen geven.
Om de zes genoemde doelstellingen te behalen zijn acties nodig. Alleen aandacht besteden aan preventie en voorlichting zonder te handhaven is niet effectief. Juist de combinatie blijkt effectief9. Ook is samenwerking met andere betrokken partijen zoals Halt, Iriszorg, de scholen en het jongerenwerk hierbij noodzakelijk en meegenomen in de activiteiten.
Bewustwording en kennisvergroting creëren
Tijdens één evenement wordt, na vooraf gecommuniceerd te hebben, de Haltinterventie confrontatie middelengebruik10 ingezet.
Zorgen voor een gezamenlijke verantwoordelijkheid in samenleving o.a. bij scholen en (sport)verenigingen
De gemeente faciliteert naar behoefte professionele kennisdeling aan kantinebeheerders en/of kantinecommisies11.
De gemeente brengt scholing van barvrijwilligers onder de aandacht en stimuleert verenigingen om meer barvrijwilligers te scholen. Deze cursussen worden verzorgt door Iriszorg en zijn kosteloos voor de verenigingen. Tevens heeft NOCNSF een gratis online cursus beschikbaar gesteld.12
Als gevolg van de preventieve activiteiten bij de doelen 1 en 2 is de verwachting dat er in de Integrale Jeugdrapportage van de GGD (is) een daling te zien van jongeren tussen de 12 en 17 jaar dat ooit alcohol heeft gedronken.
Alle boa’s worden getraind13 in het herkennen van gedrag dat hoort bij alcohol- en drugsgebruik.
Veel partijen die betrokken zijn bij de preventieve activiteiten, genoemd in dit plan, worden bekostigd via reguliere subsidie. De activiteiten uit dit plan, worden reeds vanuit die subsidies gedekt. Aanvullende kosten die gemaakt moeten worden zijn de volgende:
Thema-avonden voor ouders en leerlingen op middelbare scholen14: | |
Veel partijen die betrokken zijn bij de preventieve activiteiten, genoemd in dit plan, worden bekostigd via reguliere subsidie. De activiteiten uit dit plan, worden reeds vanuit die subsidies gedekt. Aanvullende kosten die gemaakt moeten worden zijn de volgende:
Thema-avonden voor ouders en leerlingen op middelbare scholen14: | |
Bijlage 1. Interventiebeleid Drank- en Horecawet
Interventiebeleid Drank- en Horecawet Gemeente Lingewaard
Het Interventiebeleid beschrijft de wijze waarop de gemeente handelt om overtredingen van de Drank- en Horecawet op te heffen en herhaling ervan te voorkomen. Het beleid regelt de werkwijze van de inspecteur bij de uiteindelijk toe te passen interventie. Rekening wordt daarbij gehouden met de ernst van de overtredingen en de risico’s die aan de overtredingen verbonden zijn. Per constatering wordt de voorgestelde interventie beschreven.
Naar de ernst van overtredingen vindt onderverdeling plaats in de volgende twee categorieën: ernstige overtreding en overtreding. Daarnaast kan sprake zijn van een herhaalde overtreding.
Een ernstige overtreding is een handeling of gedraging in strijd met de daarop van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en normen met een zodanig karakter, dat er:
Een overtreding is een handeling of gedraging in strijd met de daarop van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en normen met een zodanig karakter, dat er weliswaar geen sprake is van een ernstige overtreding, maar dat de handeling of gedraging dusdanig ongewenst is dat herhaling van de overtreding moet worden voorkomen, mede ter voorkoming van het ontstaan van een ernstige overtreding.
Het tijdens een (her)inspectie opnieuw vaststellen van een zelfde of soortgelijke overtreding, waarvoor tegen de ondernemer in de daaraan voorafgaande periode van twee jaar, reeds een interventie werd toegepast.
Het rapport waarin overtredingen worden vastgelegd. Overtredingen van de Drank- en Horecawet worden over het algemeen niet strafrechtelijk, maar bestuursrechtelijk afgehandeld. De (daartoe bevoegde) toezichthoudende ambtenaren kunnen een boeterapport opmaken, indien de betreffende regelgeving daarin voorziet.
Het toezicht houden op de naleving van wettelijke voorschriften en het opsporen van overtredingen van wettelijke voorschriften, met inbegrip van het trachten te voorkomen van overtredingen.
Een herinspectie is een inspectie die volgt op een officiële eerdere inspectie waarbij een overtreding is geconstateerd en naar aanleiding waarvan het noodzakelijk wordt geacht om binnen een na de eerste inspectie aangegeven termijn middels een volgende inspectie na te gaan of afdoende corrigerende maatregelen zijn genomen of om de omvang van een probleem vast te stellen.
Het door de opsporingsambtenaar onder zich nemen of gaan houden van daarvoor vatbare voorwerpen ten behoeve van de strafvordering.
Medewerker die inspecties uitvoert/toezicht uitoefent.
Het beoordelen van (bedrijfs)processen en/of zaken om vast te stellen of deze voldoen aan de gestelde wettelijke voorschriften.
De bevindingen van een uitgevoerde inspectie.
Elk instrument dat de gemeente gebruikt om naleving van wettelijke voorschriften te bevorderen.
Het beleid dat de gemeente toepast om geconstateerde overtredingen te doen opheffen en in de toekomst te voorkomen, rekening houdend met de ernst van de overtreding, houding en gedrag van de ondernemer en de risico’s die verbonden zijn met het proces en het product waarmee de desbetreffende ondernemer zich bezighoudt.
De interventiegrens is de grens waarop een overtreding is ingedeeld naar ernst van de overtreding.
Een mededeling (mondeling of per brief) aan een ondernemer met daarin een door de gemeente geconstateerde tekortkoming waarvoor geen interventie wordt gestart. Gemaakte afspraken worden bij voorkeur schriftelijk bevestigd.
Informatie die voor de gemeente relevant kan zijn in relatie tot het toezicht.
Het verstrekken van informatie en geven van ondersteuning aan de ondernemer om deze te helpen met het begrijpen en naleven van de regels. Het geven van uitleg over wettelijke voorschriften waarvan de handhaving aan de gemeente is opgedragen.
Informatieverstrekking is gericht op de bevordering van de naleving van de wettelijke voorschriften.
De natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming exploiteert of beheert.
Een proces-verbaal is een door de Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) ondertekend verslag van een handeling, bevinding of proces. Uitsluitend door de minister van Justitie aangewezen Buitengewoon Opsporingsambtenaren zijn bevoegd om overtredingen strafrechtelijk op te sporen (artikel 142, Wetboek van Strafvordering en artikel 17, Wet op de economische delicten) en de daaraan verbonden maatregel, het opmaken van proces- verbaal, te nemen.
Er is sprake van recidive wanneer er reeds wegens een soortgelijk feit een onherroepelijke boete of straf is opgelegd.
Een interventie die beoogt bestraffend en afschrikwekkend te werken. Mogelijke sanctionerende interventies zijn:
Schriftelijke waarschuwing (SW)
Een brief aan de ondernemer van een geconstateerde overtreding. Een waarschuwing is geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
In de brief wordt in ieder geval vermeld: de overtreding en het overtreden wetsartikel, nalevingshulp, de eventuele termijn van opheffen van de overtreding en de verplichte schriftelijke melding door de ondernemer van het opheffen van de overtreding.
Een activiteit als omschreven in Hoofdstuk 5, Afdeling 5.2 Toezicht op naleving van de Algemene wet bestuursrecht.
Toezicht bestaat uit het verzamelen van informatie, het nemen en onderzoeken van monsters en het beoordelen van de verzamelde informatie en de resultaten van monsteronderzoek, en op grond daarvan vaststellen of er sprake is van een overtreding van een wettelijk voorschrift en eventueel naar aanleiding daarvan interveniëren. Toezicht wordt uitgevoerd op die plaatsen waar en waarvoor de aan de toezichthouder DHW opgedragen wettelijke voorschriften van toepassing zijn. Toezicht wordt uitgevoerd door toezichthouders die daartoe door de gemeente zijn aangewezen.
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
De begrippen uit de Awb zijn van overeenkomstige toepassing.
De wettelijke basis voor het interventiebeleid is de Drank- en Horecawet.
Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van de juiste interventie wordt rekening gehouden met:
Het subsidiariteit- en proportionaliteitsbeginsel. De interventie dient te worden toegepast die het minst ingrijpend en het best passend is om het gestelde doel te bereiken. Dit betekent dat bij een overtreding niet standaard één bepaalde interventie mogelijk is. Bepaald dient te worden welke interventie in de specifieke situatie de beste is;
De inspecteur heeft de taak om bij (een) geconstateerde overtreding(en) de ernst van de overtreding(en) te beoordelen in het licht van de totale bedrijfsvoering in de gecontroleerde onderneming. Deze beoordeling doet de inspecteur op basis van zijn technisch inhoudelijke kennis, de van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en het interventiebeleid.
Tijdens de inspectie bepaalt de inspecteur de relevante wettelijke voorschriften.
De inspecteur verzamelt relevante feiten en omstandigheden en onderscheidt daarbij de feiten en omstandigheden van elkaar.
Feiten zijn: daden, handelingen en dergelijke, die werkelijk plaatsgevonden hebben. Omstandigheden zijn: bijzonderheden die verband houden met de vastgestelde feiten.
De inspecteur beoordeelt de tekortkomingen en bepaalt of er wel of geen overtreding is van de wettelijke voorschriften. Indien het geen overtreding is, dan zijn de verzamelde feiten niet in strijd met de wettelijke voorschriften. Indien het wel een overtreding is, beoordeelt de inspecteur of de feiten te sanctioneren zijn.
Als er een overtreding is van de wettelijke voorschriften, bepaalt de inspecteur de ‘status’ van de overtreding op basis van de ernst van deze overtreding; hij maakt op basis van het interventiebeleid de afweging of het een overtreding of een ernstige overtreding betreft. Hij maakt daarbij gebruik van de definities van overtredingen uit dit interventiebeleid.
De inspecteur hanteert het interventiebeleid en stelt vast welke corrigerende en/of sanctionerende interventie(s) de geschiktste is op basis van zijn oordeel over: de status van de overtreding, de verwijtbaarheid, recidive, onwil, economisch voordeel en de voorgeschiedenis.
De inspecteur past die interventie(s) toe die nodig is (zijn) en maakt afspraken over de termijn van opheffen van de overtreding.
De inspecteur bepaalt de overige stappen, die kunnen bestaan uit: het bieden van nalevingshulp om de betreffende overtreding te doen opheffen of om herhaling van de overtreding te voorkomen en eventueel het afspreken van een termijn voor herinspectie.
De inspecteur registreert de inspectie.
De inspecteur bewaakt de termijn en neemt de noodzakelijke vervolgstappen, zoals in het gehanteerde interventiebeleid is beschreven.
De uitwerking van de interventiegrenzen zijn per artikel van de Drank- en Horecawet of de daarop gebaseerde regelgeving opgenomen in de tabel in bijlage 1 ‘Stappenplan overtredingen Drank- en Horecawet’.
Voor de keuze van interventies op basis van de ernst van de overtredingen gelden de volgende uitgangspunten:
Er wordt een boeterapport/proces-verbaal opgemaakt en zo nodig een bestuursrechtelijk traject gestart.
Er wordt passende nalevingshulp geboden. Er wordt een herinspectie uitgevoerd.
Er wordt een schriftelijke waarschuwing gegeven en de mogelijkheid tot herstel geboden.
Het stappenplan heeft als doel dat op een eenduidige wijze gehandhaafd wordt bij overtredingen van de Drank- en Horecawet. Hierbij zijn onder meer de volgende aandachtspunten van belang:
Bijlage 2. Stappenplan overtredingen Drank- en Horecawet
Tenzij anders vermeld kan zowel een Bestuurlijke boete als een proces verbaal worden opgemaakt. Dit dient in overleg met de OvJ te gebeuren.