Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Delft

Centrumgemeenteregeling Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang DWO-regio (2022-2026)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDelft
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingCentrumgemeenteregeling Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang DWO-regio (2022-2026)
CiteertitelCentrumgemeenteregeling Samenwerking Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang DWO-regio 2022-2026
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Deze regeling is tevens vastgesteld door de colleges van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Westland.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen
  2. artikel 8, vierde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-09-2022nieuwe regeling

13-09-2022

gmb-2022-425778

Tekst van de regeling

Intitulé

Centrumgemeenteregeling Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang DWO-regio (2022-2026)

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Westland,

 

Overwegende dat,

 

  • De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) bepalingen bevat op grond waarvan ingezetenen van Nederland in aanmerking komen voor maatwerkvoorzieningen, waaronder Beschermd Wonen, Beschermd Thuis1 en Maatschappelijke Opvang, te verstrekken door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente tot welke zij zich wenden;

  • De taak Beschermd Wonen/Beschermd Thuis gedecentraliseerd wordt, waarbij de verantwoordelijkheid neergelegd wordt bij de individuele gemeenten;

  • Er naar verwachting een nieuw objectief verdeelmodel ingevoerd wordt per 2023. Dit objectieve verdeelmodel leidt tot een financiële verschuiving, waarbij de individuele gemeenten de rijksvergoedingen rechtstreeks gaan ontvangen voor nieuwe cliënten2 Beschermd Wonen/ Beschermd Thuis;

  • Medio 2020 gemeenten in VNG-verband met elkaar een Norm voor Opdrachtgeverschap Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang hebben afgesproken waarmee zij zich verplichten om regionaal en bovenregionaal samen te werken om een voldoende gevarieerd en dekkend zorglandschap te ontwikkelen en te behouden;

  • De Norm voor Opdrachtgeverschap voorschrijft dat er nadere afspraken gemaakt worden over de toekomstige regionale samenwerking, met inbegrip van inspanningen en verplichtingen van de centrumgemeente en de regiogemeenten over de financiële samenwerking en de bekostiging van (boven)regionale voorzieningen;

  • De gemeenten in de DWO-regio wensen samen te werken voor een doeltreffende en doelmatige uitvoering van de Wmo 2015 ten aanzien van Beschermd Wonen/ Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang;

  • De gemeenten in de DWO-regio nadere afspraken wensen te maken over inspanningen en verplichtingen van de gemeenten jegens elkaar en in relatie tot de gemeente Delft voor de periode dat Delft als centrumgemeente blijft fungeren;

  • Op een later moment bekijken of de samenwerking via een centrumgemeenteregeling na 2026 voortgezet wordt;

  • De gemeenten in de DWO-regio hebben een Regiovisie Beschermd Thuis 2022-2026 opgesteld die richting geeft aan de verdere invulling en transformatie van Beschermd Wonen/Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang in de DWO-regio;

Gelet op:

 

  • De verkregen toestemming van de gemeenteraden van de regiogemeenten op grond van artikel 1, lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • Het gestelde over mandatering van bevoegdheden in artikel 8, lid 4 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • De Norm voor Opdrachtgeverschap beschermd wonen en maatschappelijke opvang zoals vastgesteld tijdens de algemene ledenvergadering van de Vereniging van Gemeenten op 25-9- 2020.

Besluiten vast te stellen de ‘Centrumgemeenteregeling Samenwerking Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang DWO-regio 2022-2026’.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

 

  • 1.

    Beleidsadviseur BW-MO: ambtelijk aanspreekpunt bij ieder van de samenwerkende gemeenten met betrekking tot de samenwerking;

  • 2.

    Beschermd Thuis: zelfstandig wonen in de wijk voor cliënten die een meer of minder intensieve begeleidingsbehoefte hebben. Zo nodig is snelle opschaling van zorg mogelijk. Met intensieve begeleiding en praktische ondersteuning worden cliënten met een Beschermd Thuis indicatie ondersteund om zoveel mogelijk zelf de regie te voeren over hun leven;

  • 3.

    Beschermd Wonen: volgens de definitie in de Wmo 2015, aangevuld met vormen van onplanbare 24-uurs zorg voor mensen met psychische en/of psychisch sociale problemen die in een zelfstandige (huur)woning of (huur)woning van een zorgaanbieder wonen;

  • 4.

    Bestuurlijk overleg DWO-regio: het overleg van de portefeuillehouders zorg van de samenwerkende gemeenten;

  • 5.

    Centrumgemeente: gemeente Delft;

  • 6.

    College: college van burgemeester en wethouders;

  • 7.

    Dienstverleningsovereenkomst: de overeenkomst tussen de centrumgemeente en de regiogemeenten, waarin afspraken zijn vastgelegd over de te leveren diensten en producten;

  • 8.

    DWO-regio: de regio die de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Westland omvat;

  • 9.

    Maatschappelijke Opvang: onderdak en begeleiding voor personen die de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving;

  • 10.

    Raad: gemeenteraad van een gemeente;

  • 11.

    Regeling: de centrumgemeenteregeling Samenwerking Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang DWO-regio;

  • 12.

    Regio-adviseur: een beleidsadviseur BW-MO die de regionale inzet en belangen van de samenwerkende gemeenten uitvoert en behartigt;

  • 13.

    Regiogemeenten: de gemeenten Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Westland

  • 14.

    Regionaal budget beschermd wonen:

    • a)

      tot de start van het objectief verdeelmodel het totaal aan rijksbudget voor beschermd wonen en beschermd thuis dat de centrumgemeente ontvangt.

       

    • b)

      vanaf de start van het objectief verdeelmodel het totaalbudget voor beschermd wonen en beschermd thuis dat de samenwerkende gemeenten afspreken gezamenlijk in te leggen voor de regionale voorzieningen en regionale uitvoeringskosten. Dit wordt gevormd uit het afnemend rijksbudget dat de centrumgemeente ontvangt en lokale budgetten dat de lokale gemeenten ontvangen.

  • 15.

    Regionaal budget maatschappelijke opvang: het totaal aan rijksbudget voor maatschappelijke opvang dat de centrumgemeente ontvangt;

  • 16.

    Samenwerkende gemeenten: de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Westland;

  • 17.

    Verdeelmodel: in de circulaire voor het gemeentefonds gepubliceerde verdeling van de rijksmiddelen per regio en/of per gemeente voor beschermd wonen/beschermd thuis en maatschappelijke opvang;

  • 18.

    Wmo 2015: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015: wet van 9 juli 2014 houdende regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang;

Artikel 2. Doel, taken, bevoegdheden en reikwijdte van de regeling

  • 1.

    De regeling heeft tot doel om de regionale samenwerking tussen de centrumgemeente en de regiogemeenten en tussen de samenwerkende gemeenten onderling op het gebied van beschermd wonen, beschermd thuis en maatschappelijke opvang te beschrijven en vast te leggen. Dit ten behoeve van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het bieden van continuïteit en kwaliteit van voorzieningen voor Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang alsmede de in- en uitstroom bij deze voorzieningen, waarbij de samenwerkende gemeenten een gevarieerd zorglandschap in stand houden, passende zorg aan inwoners gespreid in de regio bieden en de rol van opdrachtgever naar zorgaanbieders vervullen.

  • 2.

    De organisatie van de centrumgemeente voert namens de regiogemeenten de taken uit en oefent de bevoegdheden uit die noodzakelijk zijn om de in lid 1 beschreven gezamenlijke verantwoordelijkheid namens de regiogemeenten waar te maken voor zover de hiermee verband houdende en ten laste van de overige regiogemeenten komende kosten vallen binnen de daartoe van rijkswege beschikbaar gestelde budgetten.

  • 3.

    De beleidsbepalende bevoegdheden blijven berusten bij de afzonderlijke raden en colleges van de samenwerkende gemeenten, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft. De intentie van de samenwerkende gemeenten is om het beleid voor en in aansluiting op beschermd wonen, beschermd thuis en maatschappelijke opvang op elkaar af te stemmen, met in achtneming van artikel 3 lid 1.

  • 4.

    Ter uitwerking van lid 2 maken de regiogemeenten met inachtneming van de kaders van deze regeling nadere afspraken over de te verrichten taken en uit te oefenen bevoegdheden en de daarbij behorende kwaliteitseisen. Deze afspraken worden opgenomen in een dienstverleningsovereenkomst (hierna: DVO).

  • 5.

    Voor de uitvoering van de bevoegdheden verlenen de colleges respectievelijk de burgemeesters mandaat dan wel volmacht aan het college respectievelijk de burgemeester van de centrumgemeente. Dit met het recht om ondermandaat binnen de eigen organisatie te verlenen. De gemandateerde bevoegdheden zijn opgenomen als bijlage bij de DVO en worden na besluitvorming door de colleges door de regiogemeenten gepubliceerd.

Artikel 3. Beleidsvisie en centrale beleidsuitgangspunten

  • 1.

    De samenwerkende gemeenten ontwikkelen regionaal beleid in de vorm van een Regiovisie waarin de visie, ambitie en inspanningen van de lokale gemeenten en de samenwerkende gemeenten gezamenlijk op het terrein van Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang beschreven worden. Hierin beschrijven de colleges van de gemeenten hoe zij de transformatie willen versnellen/stimuleren zodat inwoners zo lang mogelijk en zo goed mogelijk thuis kunnen wonen dan wel zo kort als mogelijk in een vorm van Beschermd Wonen, Beschermd Thuis of Maatschappelijke Opvang hoeven te verblijven. De samenwerkende gemeenten zien dat als gezamenlijke opgave waaraan zij ook na de decentralisatie samen vorm blijven geven.

  • 2.

    Op grond van artikel 1.2.1 van de Wmo 2015 zijn voorzieningen voor Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang landelijk toegankelijk. De centrumgemeenten maken hierover op landelijk niveau nadere afspraken met elkaar. Regiogemeenten hebben zich eveneens gecommitteerd aan de afspraken over landelijke toegankelijkheid. De meest recente afspraken zijn te vinden op www.vng.nl.

Artikel 4. Personeel

De medewerkers die belast zijn met de uitvoering van de taken op het gebied van Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang zijn in dienst van en zijn werkzaam onder verantwoordelijkheid van het college van de centrumgemeente. De medewerkers die belast zijn met de uitvoering van de taken op het gebied van Beschermd Thuis zijn in dienst van en zijn werkzaam onder verantwoordelijkheid van het college waar de toegang tot deze maatwerkvoorziening ligt; dat is in de periode 2022 en 2023 bij de centrumgemeente.

Artikel 5. Dienstverleningsovereenkomst

  • 1.

    De werkzaamheden die de centrumgemeente Delft uitvoert zijn nader omschreven en vastgelegd in een DVO met de regiogemeenten die partijen gezamenlijk overeenkomen. Deze DVO is gelijkluidend voor alle regiogemeenten.

  • 2.

    De DVO wordt jaarlijks voor 1 december geëvalueerd en zo nodig geactualiseerd.

Artikel 6. Communicatie en afstemming

  • 1.

    De regiogemeenten hechten waarde aan een zorgvuldige afstemming en communicatie over de samenwerking gedurende de werking van deze gemeenschappelijke regeling. Daartoe dienen de volgende afstemmingmomenten:

    • a)

      De portefeuillehouders Zorg agenderen tenminste eenmaal per jaar de voortgang van de uitvoering van de Regiovisie in het regionaal Bestuurlijk overleg DWO-regio. Dit overleg zal worden voorbereid door de centrumgemeente in afstemming met de beleidsadviseurs BW-MO van de regiogemeenten.

      Op de agenda staan in ieder geval de volgende onderwerpen:

      • -

        de algemene gang van zaken rond de samenwerking;

      • -

        het jaarplan van het regionale uitvoeringsplan;

      • -

        het financieel overzicht inclusief begroting voor het volgende jaarvak;

      • -

        de jaarrapportage over het voorgaande jaar;

      • -

        de DVO

    • b)

      Minimaal vier keer per jaar vindt er een regionaal ambtelijk overleg plaats van de beleidsadviseurs BW-MO van de samenwerkende gemeenten, georganiseerd door de regionale adviseur;

  • 2.

    De samenwerkende gemeenten wijzen een medewerker binnen hun organisatie aan als beleidsadviseur BW-MO voor de samenwerking (zie hiervoor ook artikel 1.a). De regionale adviseur van de centrumgemeente is het vaste aanspreekpunt voor de beleidsadviseurs van de regiogemeenten om inhoudelijke vragen of ontwikkelingen te bespreken. De samenwerkende gemeenten wijzen tevens een vervanger aan.

Artikel 7. Bekostiging van Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang en doordecentralisatie Beschermd Wonen/Beschermd Thuis

  • 1.

    Op grond van de Wmo 2015 ontvangen alle gemeenten financiële middelen via het gemeentefonds waarmee zij preventieve, signalerende en ondersteunende taken ten behoeve van hun inwoners dienen te organiseren om een beroep op Beschermd Wonen, Beschermd Thuis of Maatschappelijke Opvang te voorkomen of de periode dat inwoners hierop aangewezen zijn zo kort mogelijk te houden.

  • 2.

    De centrumgemeente Delft ontvangt daarnaast financiële middelen van het Rijk waarmee de voorzieningen voor Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang in de DWO-regio bekostigd worden. Deze centrumgemeentemiddelen worden voor Beschermd Wonen, Beschermd Thuis afgebouwd vanaf de geplande start van de invoering van het nieuwe objectieve verdeelmodel op 1-1-2023. Voor Maatschappelijke Opvang blijft het centrumgemeentebudget voorlopig in stand.

  • 3.

    Tot de start van de invoering van het nieuwe objectieve verdeelmodel Beschermd Wonen beheert de centrumgemeente de centrumgemeentemiddelen die zij rechtstreeks van het Rijk ontvangt voor Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang volgens de afspraken in artikel 8 van deze regeling.

  • 4.

    Vanaf de start van de invoering van het nieuwe objectieve verdeelmodel beschermd wonen (naar verwachting 1-1-2023) wordt het regionale budget voor Beschermd Wonen en Beschermd Thuis gevormd door de middelen Beschermd Wonen die de centrumgemeente nog ontvangt van het Rijk; waar nodig aangevuld met middelen van de regiogemeenten zodra de afbouw van het regionale budget niet meer toereikend is voor de regionale voorzieningen Beschermd Wonen/Beschermd Thuis.

  • 5.

    Vanaf de start van de invoering van het nieuwe objectieve verdeelmodel beschermd wonen (naar verwachting 1-1-2023) worden regiogemeenten lokaal verantwoordelijk voor de bekostiging van Beschermd Wonen en Beschermd Thuis en de investeringen in preventieve, signalerende en ondersteunende taken ten behoeve van hun inwoners, inclusief de beleidsmatige en overige uitvoeringskosten, uit de lokale budgetten die gemeenten vanaf 2023 rechtstreeks ontvangen van het rijk.

  • 6.

    Vanaf de start van de invoering van het nieuwe objectieve verdeelmodel beschermd wonen (naar verwachting 1-1-2023) wordt voor nog regionaal uit te voeren taken een regionaal uitvoeringsbudget gevormd op basis van een jaarlijks bij de DVO op te stellen begroting.

Artikel 8. Financiële afspraken over de regionale budgetten Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang

  • 1.

    De centrumgemeente zet de regionale budgetten beschermd wonen/beschermd thuis en maatschappelijke opvang in voor de taken zoals beschreven in de Dienstverleningsovereenkomst (DVO) behorende bij deze regeling. Hierbij zijn de beleidsafspraken in de Regiovisie Beschermd Thuis in de DWO-regio 2022-2026, het uitgangspunt. Hierbij zet de centrumgemeente een deel van de rijksbijdrage in voor uitvoeringskosten zoals ambtelijke capaciteit. Dit deel wordt jaarlijks besproken met de regiogemeenten bij het opstellen van de begroting.

  • 2.

    De samenwerkende gemeenten hebben de intentie om de financiële uitgaven voor beschermd wonen, beschermd thuis en maatschappelijke opvang door de centrumgemeente in totaal niet boven de hoogte van de jaarlijkse regionale en lokale budgetten voor beschermd wonen, beschermd thuis en maatschappelijke opvang uit te laten komen.

  • 3.

    Bij verwachte overschrijding van de regionale uitgaven boven de inkomsten consulteert de centrumgemeente de regiogemeenten over bijstellingsmaatregelen, voorafgaand aan besluitvorming door de centrumgemeente.

  • 4.

    De centrumgemeente geeft de regiogemeenten periodiek (minimaal jaarlijks) inzage in de besteding van het regionale budget van beschermd wonen/beschermd thuis en maatschappelijke opvang.

  • 5.

    Als er na het realiseren van de prestaties en het verrekenen van de uitvoeringskosten na afloop van een kalenderjaar nog een bedrag binnen één of beide regionale budgetten resteert dan wordt door de centrumgemeente:

    • a.

      Voor egalisatie de bestemmingsreserve beschermd wonen/beschermd thuis en maatschappelijke opvang opgehoogd tot een bedrag ter hoogte van het maximum percentage als bepaald overeenkomstig lid 6, van de totale rijksbijdragen beschermd wonen/ beschermd thuis en maatschappelijke opvang van de samenwerkende gemeenten over het afgesloten kalenderjaar;

       

    • b.

      Na een bedrag ter hoogte van het maximum percentage, als bepaald overeenkomstig lid 6, van de rijksbijdragen beschermd wonen/beschermd thuis en maatschappelijke opvang van de samenwerkende gemeenten over het afgesloten kalenderjaar in het volgende kalenderjaar ingezet voor innovatie, met als doel het bekostigingsproces te verbeteren, de kwaliteit van zorg en het toezicht hierop aan te scherpen, het aanbod beter aan te laten sluiten bij de behoeften van cliënten en de doorstroom van cliënten naar lichtere vormen van zorg te bevorderen. Een voorstel voor de inzet van deze middelen wordt door de beleidsadviseurs BW-MO in het regionaal ambtelijk overleg opgesteld en voorgelegd ter goedkeuring aan het regionaal bestuurlijk overleg.

  • 6.

    De maximumpercentages genoemd in lid 5 onder a. en b. worden op voorstel van het bestuurlijk overleg DWO-regio vastgesteld door de colleges van de samenwerkende gemeenten. Als er na toepassing van stap a. en b. nog een bedrag over is, dan wordt dit op basis van een door het bestuurlijk overleg nader te bepalen verdeelsleutel verdeeld over de samenwerkende gemeenten.

  • 7.

    Als er na het realiseren van de prestaties en het verrekenen van de uitvoeringskosten na afloop van een kalenderjaar een financieel tekort is, dan wordt dit tekort door de samenwerkende gemeenten gezamenlijk gedragen. Hierbij wordt de verdeling van kosten berekend door toepassing van dezelfde verdeelsleutel als benoemd in leden 5 en 6.

Artikel 9. Informatie en verantwoording

  • 1.

    Indien een of meer leden van de colleges of de gemeenteraden van een deelnemende gemeente schriftelijk inlichtingen vraagt/vragen, waarvan het belang niet in strijd is met het openbaar belang, dan geeft het college van de centrumgemeente deze inlichtingen binnen zes weken aan het betreffende bestuursorgaan.

  • 2.

    De centrumgemeente stelt jaarlijks in samenspraak met de lokale beleidsadviseurs BW-MO een jaarplan voor het regionale uitvoeringsplan op, inclusief een begroting met daarin de verwachte lasten en baten voor het komende kalenderjaar. Na goedkeuring door het Regionaal Bestuurlijk overleg wordt de begroting voorgelegd aan de gemeenteraden van de samenwerkende gemeenten voor de inzet van lokale budgetten en aan de gemeenteraad van de gemeente Delft voor de inzet van het regionale budget.

  • 3.

    Bij het opstellen van het jaarplan wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de lokale cyclus van planning & control. In de DVO worden hier nadere afspraken over gemaakt.

  • 4.

    De financiële verantwoording door de centrumgemeente naar de regiogemeenten vindt plaats door middel van een jaarlijkse (management)verantwoording. De nadere uitwerking hiervan wordt geregeld in de DVO.

  • 5.

    De centrumgemeente draagt namens de regiogemeenten zorg voor informatie- en verantwoordingsplichten jegens derden.

Artikel 10. Archief

  • 1.

    Het college van de centrumgemeente is belast met de zorg voor en het toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden.

  • 2.

    Elke deelnemende gemeente draagt het beheer van de archiefbescheiden op aan de centrumgemeente Delft, onverminderd de verantwoordelijkheid van de colleges van de regiogemeenten als zorgdrager op basis van de Archiefwet 1995.

  • 3.

    Voor de bewaring van de op grond van artikel 12 van de Archiefwet 1995 over te brengen bescheiden wijst het college van de centrumgemeente een Bewaarplaats, als bedoeld in de Archiefwet 1995, aan.

  • 4.

    Elke regiogemeente draagt er zorg voor dat de Archiefverordening en andere van toepassing zijnde regelgeving het beheer van de archiefbescheiden door de centrumgemeente Delft mogelijk maakt.

  • 5.

    Nadere afspraken over het archief- en informatiebeheer worden vastgelegd in de DVO.

Artikel 11. Behandeling van bezwaren en klachten

  • 1.

    De toegangsorganisatie die indicaties stelt is de gemeente of een door de gemeente gemandateerde organisatie. Cliënten kunnen in bezwaar gaan tegen het indicatiebesluit bij de toegangsorganisatie die het besluit genomen heeft. De gemeente waar de indicatie is afgegeven behandelt het bezwaar- of beroepschrift.

  • 2.

    Klachten over gedragingen van medewerkers over de uitvoering worden behandeld overeenkomstig de klachtenregeling van de centrumgemeente of de lokale gemeente waar de medewerker in dienst is.

Artikel 12. Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing

  • 1.

    Deze regeling wordt door de gemeenten aangegaan voor de periode 2022-2026.

  • 2.

    Gedurende deze periode is het niet mogelijk om uit de regeling te treden.

  • 3.

    Toetreding tot de regeling door derden behoeft de goedkeuring van de colleges van de samenwerkende gemeenten en van het rijk vanwege de regio-indeling voor Maatschappelijke Opvang.

  • 4.

    Medio 2025 besluiten de samenwerkende gemeenten over de gewenste samenwerking vanaf 2026 en de wijze waarop die samenwerking vastgelegd wordt. Dat kan via het voortzetten van een centrumgemeenteregeling zijn, maar ook via andere samenwerkingsvormen.

  • 5.

    Een besluit tot opheffing van de regeling gaat vergezeld van een liquidatieplan vast te stellen door de raden van de samenwerkende gemeenten. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de samenwerkende gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing, in de gevolgen voor het regionale personeel en in de gevolgen van het door de regiogemeenten wederom zelfstandig uitvoeren van de taken als vermeld in artikel 2 van deze regeling, alsmede in de gevolgen voor het archief.

  • 6.

    Het college van de centrumgemeente is belast met de voorbereiding en uitvoering van de liquidatie.

Artikel 13. Evaluatie

  • 1.

    De werking van deze regeling wordt medio 2023 en medio 2025 geëvalueerd.

  • 2.

    De evaluatie wordt in samenwerking met de beleidsadviseurs BW-MO door de centrumgemeente voorbereid.

Artikel 14. Geschillen

  • 1.

    Op geschillen tussen de samenwerkende gemeenten onderling omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van deze regeling is artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen van toepassing.

  • 2.

    Een verzoek op grond van artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen vindt niet plaats dan nadat de samenwerkende gemeenten zich tot het uiterste hebben ingespannen het geschil in onderling overleg op te lossen.

  • 3.

    Mocht een voor samenwerkende gemeenten bevredigende oplossing niet binnen drie maanden na aanvang van het in het tweede lid bedoelde overleg zijn gevonden, dan wordt voorafgaande aan het nemen van een besluit omtrent het geschil, het geschil ter advisering voorgelegd aan een door de betreffende gemeenten samengestelde geschillencommissie. Deze commissie bestaat uit evenveel personen als het aantal bij het geschil betrokken gemeenten plus één. Hierbij wijst elk van de betrokken gemeenten een commissielid aan en wijzen zij gezamenlijk het laatste commissielid aan.

Artikel 15. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022, met gelijktijdige intrekking van het Convenant Regionale Samenwerking Beschermd Wonen en Opvang DWO-regio (2015)

  • 2.

    Het college van de centrumgemeente draagt zorg voor publicatie van de regeling en zendt de regeling aan gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland (art 26 lid 1 en 2 Wgr).

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Centrumgemeenteregeling Samenwerking Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang DWO-regio 2022-2026”.

Aldus vastgesteld door:

Het college van Delft op 13 september 2022

Het college van Midden-Delfland op 14 december 2021

Het college van Pijnacker-Nootdorp op 23 december 2021

Het college van Westland op 7 december 2021


1

In de Wmo wordt gesproken over de taak Beschermd Wonen. De maatwerkvoorziening Beschermd Thuis is door de DWO-regio als een nieuw zorgproduct, een tussenvorm ontwikkeld binnen Beschermd Wonen. Waar het Rijk de taak en het budget Beschermd Wonen decentraliseert, omvat dit voor de DWO-regio tevens Beschermd Thuis.

2

Definitie nieuwe cliënt: Een nieuwe cliënt is een inwoner die (a) het afgelopen jaar (365 dagen teruggerekend vanaf de datum dat de cliënt zich meldt geen aanvraag heeft gedaan en geen gebruik heeft gemaakt van een (b) BW-voorziening in de regio waar hij/zij zich meldt (bron: Doordecentralisatie Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen, Expertiseteam MO-BW-BG 2019).