Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Subsidieregeling streetsport stadsdelen Den Haag 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling streetsport stadsdelen Den Haag 2022
CiteertitelSubsidieregeling streetsport stadsdelen Den Haag 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpSubsidieregeling streetsport stadsdelen Den Haag 2022

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-09-202231-12-2023nieuwe regeling

20-09-2022

gmb-2022-425767

RIS313201 DPZ/10384462

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling streetsport stadsdelen Den Haag 2022

Om de overlast van Haagse jongeren zoveel mogelijk te voorkomen, biedt de gemeente op verschillende pleinen en speelvelden in de stadsdelen streetsport aan. Door kinderen en jongvolwassenen van 6 tot 27 jaar op pleinen en speelvelden te laten sporten, vervelen zij zich minder en komen zij niet in de verleiding overlast te veroorzaken. Streetsport is een middel om jongeren in beweging te brengen en te houden. Hierbij wordt bewegen ruimer opgevat dan alleen sporten. Bewegen draagt bij aan het ontwikkelen van talenten en het krijgen van een zinvolle vrijetijdsbesteding

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

gelet op:

 

  • -

    artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,

 

besluit: vast te stellen de Subsidieregeling Streetsport Den Haag 2022

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

ASV:

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

bewezen interventiemethodiek:

sport- en beweeginterventiemethodiek die is beoordeeld en erkend volgens een landelijk afgesproken beoordelingssysteem;

college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

buurtsportcoach:

een professional, in dienst bij een werkgever, die zijn functie uitvoert in lijn met de omschreven doelen en activiteiten in deze regeling en die verbindingen legt tussen sport en minimaal één andere sector zoals onderwijs, zorg, welzijn, kinderopvang en gezondheid;

fte:

fulltime-equivalent; werkbelasting van een werknemer, waarbij uitgegaan wordt van een werkbelasting van 36 uur per week, minimaal 40 weken per jaar;

normbedrag laag:

een bedrag van € 50.000,- aan bruto loonkosten voor de aanstelling van 1 fte buurtsportcoach zonder hbo- of wo-diploma;

normbedrag hoog:

een bedrag van € 65.000,- aan de bruto loonkosten voor de aanstelling van 1 fte buurtsportcoach met minimaal een hbo-diploma;

opleidingskosten:

kosten voor trainingen, cursussen, scholing en dergelijke, voor zover die ten gunste komen van de ontwikkeling van de in dienst genomen buurtsportcoach;

overhead:

de kosten die een organisatie structureel maakt voor gebouwen en buitenterreinen, personeel, administratie, ICT en andere vaste lasten, die niet rechtstreeks verbonden zijn met het uitvoeren van de subsidiabele activiteiten;

stadsdelen:

Escamp, Haagse Hout, Laak, Leidschenveen/Ypenburg, Loosduinen, Segbroek en Scheveningen.

 

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidieregeling is het bevorderen van sport- bewegingsdeelname van kinderen en jongvolwassenen in de leeftijdscategorie van 6 tot 27 jaar in de gedefinieerde stadsdelen.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is om overlastgevend gedrag van jongeren te voorkomen door middel van sport en beweging en daarbij staat bewegen voor het ontwikkelen van talenten en het krijgen van een zinvolle vrijetijdsbesteding als alternatief voor rondhangen.

 

Artikel 1:4 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het aanbieden van een divers sport- en bewegingsprogramma of het op een andere manier actief betrekken van kinderen en jongvolwassenen in de leeftijdscategorie 6 tot 27 jaar bij het sporten door het inzetten van buurtsportcoaches.

  • 2.

    Het is verplicht de activiteiten, genoemd in het eerste lid, uit te voeren volgens de aangegeven intensiteit en op alle pleinen of speelvelden, genoemd in de bijlage bij deze subsidieregeling.

 

Artikel 1:5 Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen.

 

Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.

  • 2.

    Voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de loonkosten van elke buurtsportcoach zonder hbo- of wo-opleiding, tot een maximum van het lage normbedrag per fte;

    b. de loonkosten van elke buurtsportcoach met een hbo- of wo-opleiding, tot een maximum van het hoge normbedrag per fte;

    c. een percentage van maximaal 2% van de bruto loonkosten voor de opleidingskosten van de buurtsportcoach;

    d. de BTW over de gesubsidieerde kosten, voor zover de BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht;

    e. maximaal 10% van de bruto loonkosten voor overhead.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de kosten die zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag;

    b. de kosten van activiteiten die eerder op basis van een subsidieregeling of anderszins door het college en anderen zijn gefinancierd of die in aanmerking komen voor financiering door middel van niet-gemeentelijke regelingen.

 

Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt minimaal € 300.000 en maximaal € 370.000.

 

Artikel 1:8 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor 2022 een subsidieplafond van € 370.000.

 

Artikel 1:9 Wijze van verdeling

  • 1.

    Het college brengt een rangschikking in de aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie.

  • 2.

    Bij de rangschikking kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde maximumaantal:

    a. de mate waarin uit de aanvraag blijkt dat er inzicht is in dat wat nodig is om de volledige doelgroep te ondersteunen om te kunnen sporten en bewegen:

    1° goed inzicht: 6 punten;

    2° voldoende inzicht: 3 punten;

    3° weinig tot geen inzicht: 0 punten;

    b. de mate waarin uit de aanvraag blijkt dat de activiteit is gericht op het binden van de doelgroep aan het aangeboden sport- en bewegingsprogramma:

    1° volledig gericht: 6 punten;

    2° deels gericht: 3 punten;

    3° nauwelijks of niet gericht: 0 punten;

    c. de mate waarin uit de aanvraag blijkt dat de activiteiten aansluiten op de behoeften van de doelgroep:

    1° sluit heel goed aan: 6 punten;

    2° sluit redelijk aan: 3 punten;

    3° sluit nauwelijks of niet aan: 0 punten;

    d. het aantal jaren ervaring van de aanvrager met het ondersteunen om te kunnen sporten en bewegen van de doelgroep zoals blijkt uit de beschreven ervaring in de aanvraag:

    1° drie jaar of meer: 2 punten;

    2° minder dan drie jaar: 0 punten;

    e. de mate waarin de aanvrager een aantoonbaar relevant en lokaal netwerk heeft en actief samenwerkt:

    1° goed relevant, lokaal netwerk en werkt daarmee actief samen: 6 punten;

    2° redelijk relevant, lokaal netwerk en werkt daarmee actief samen: 3 punten;

    3° beperkt relevant, lokaal netwerk of werkt daarmee niet actief samen: 0 punten;

    f. de mate waaruit blijkt dat de ingezette buurtsportcoaches in staat zullen zijn de spanningen bij de doelgroep te signaleren en te delen met het netwerk:

    1° zeer goed in staat: 6 punten;

    2° redelijk in staat: 3 punten;

    3° beperkt of niet in staat: 0 punten;

    g. indien gebruik wordt gemaakt van een bewezen interventiemethodiek passend bij de beoogde doelgroep in het betreffende gebied: 2 punten.

 

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

 

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

  • 1.

    Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    a. Een plan van aanpak met daarin tenminste uitgewerkt:

    i. het doel van de activiteiten;

    ii. de wijze waarop het sportprogramma is ingericht;

    iii. in hoeverre het programma een divers aanbod heeft;

    iv. de verwachte resultaten van het programma;

    v. de wijze waarop de doelgroep wordt bereikt en betrokken bij het programma;

    vi. hoe het sport- en bewegingsprogramma wordt uitgevoerd;

    vii. planning door het jaar heen;

    viii. mogelijke risico’s en beheersmaatregelen bij de uitvoering van het programma;

    ix. hoe de organisatie eruit ziet voor de uitvoering.

    b. Een overzicht waaruit blijkt dat de aanvrager beschikt over een relevant netwerk voor het uitvoeren van de activiteiten en waarin duidelijk de wijze van samenwerking wordt aangegeven

  • 2.

    De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van door het college vastgestelde aanvraagformulier en begrotingsformat.

  • 3.

    Indien loonkosten in de begroting zijn opgenomen worden de salarisberekeningen van de in te zetten personen gespecificeerd.

 

Artikel 2:2 Aanvraagtermijn

Een aanvraag voor een subsidie kan worden ingediend vanaf 1 oktober 2022 tot en met 31 oktober 2022.

 

Artikel 2:3 Beslistermijn

Het college beslist binnen twaalf weken na sluiting van de aanvraagtermijn.

 

Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden

 

Artikel 3:1 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4.25, tweede lid, en 4.35 van de Awb en artikel 11, eerste, tweede en derde lid van de ASV weigert het college de aanvraag indien:

  • a. een aanvraag minder dan 15 punten scoort;

    b. een aanvraag niet voldoet aan de in deze regeling gestelde eisen.

 

Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling

 

Artikel 4:1 Verplichtingen

Onverminderd Afdeling 4.2.4. van de Awb en artikel 12 en 13 van de ASV gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a. de subsidieontvanger verstrekt het college voor 1 juli 2023 een tussenrapportage, bestaande uit een activiteitenverslag en een financiële rapportage op basis van de daarvoor beschikbaar gestelde formats;

    b. de subsidieontvanger voert de activiteiten uit van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023;

    c. de subsidieontvanger draagt zorg voor de werving, aanstelling en begeleiding van buurtsportcoaches;

    d. de subsidieontvanger voert de activiteiten zoals beschreven in artikel 1.4 professioneel en beroepsmatig uit;

    e. de subsidieontvanger bepaalt de inzet per in de bijlage opgenomen pleintjes en speelvelden in overleg met de stakeholders.

 

Artikel 4:2 Bevoorschotting

Bevoorschotting bedraagt 90% van de verleende subsidie op het moment van verlening.

 

Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling

 

Artikel 5:1 Wijze van verantwoorden

Uiterlijk 12 weken nadat de activiteiten zijn verricht dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in zoals omschreven in artikel 17, vierde en vijfde lid van de ASV.

 

Hoofdstuk 6Overige bepalingen

 

Artikel 6:1 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van publicatie in het gemeenteblad en vervalt op 31 december 2023.

 

Artikel 6:2 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling streetsport stadsdelen Den Haag 2022.

 

Bijlage bij de Subsidieregeling streetsport stadsdelen Den Haag 2022

 

Lijst van de stadsdelen en de door het college aangewezen pleinen en speelvelden die in de buurt liggen van locaties waar het risico op jongerenoverlast relatief hoog is

 

I. Stadsdelen waar streetsport wordt aangeboden:

a. Stadsdeel Escamp:

b. Stadsdeel Haagse Hout;

c. Stadsdeel Laak;

d. Stadsdeel Leidschenveen/Ypenburg;

e. Stadsdeel Loosduinen;

f. Stadsdeel Segbroek;

g. Stadsdeel Scheveningen.

 

II. Pleinen en speelvelden per stadsdeel

  • a.

    Escamp: intensiteit inzet = 40 uur per week

    1° Baambruggestraat

    2° Escamp Carré

    3° Haagse sporttuin Moerwijk

    4° Heeswijkplein

    5° Laan van Wateringse Veld

    6° Playground Bouwlust

    7° Playground Cruyff court ADO Den Haag

    8° Playground Cruyff court Morgenstond

    9° Wasperveenstraat

 

  • b.

    Haagse Hout: intensiteit inzet = 10 uur per week

    1° Jan van Riebeekstraat

 

  • c.

    Laak: intensiteit inzet = 20 uur per week

    1° ’t Zandje

 

  • d.

    Leidschenveen-Ypenburg: intensiteit inzet = 20 uur per week

    1° Oeverwallaan

    2° Vrouw Avenweg ('t Blauwe Pad)

 

  • h.

    Loosduinen: intensiteit inzet = 27 uur per week

    1° Nieuw Waldeck (exacte locatie in overleg te bepalen)

    2° Houtwijk (exacte locatie in overleg te bepalen)

 

  • i.

    . Segbroek: intensiteit inzet = 20 uur per week

    1° Newtonplein

    2° Playground Hondius

 

  • j.

    Scheveningen: intensiteit inzet = 18,5 uur per week

    1° Haringkade

    2° Sporttuin Duindorp

 

Den Haag, 20 september 2022

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van zanen