Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Den Helder

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDen Helder
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ 2022
CiteertitelBeleidsregel Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt Beleidsregel Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ, vastgesteld op 28 maart 2017.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 18a van de Participatiewet
  3. artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
  4. artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-09-2022nieuwe regeling

19-09-2022

gmb-2022-423935

2022-042533

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder;

 

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

gelet op artikel 18a van de Participatiewet;

 

gelet op artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

 

gelet op artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

 

b e s l u i t :

 

Vast te stellen de Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ 2022

 

Gelijktijdig in te trekken het besluit van 28 maart 2017 betreffende de Beleidsregel Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ

 

 

Algemeen

 

Het Besluit aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving is op 13 oktober 2012 (Stb 484) vastgesteld.

 

In dit besluit is geregeld dat per 1 januari 2013 bij schending van de inlichtingenplicht bestuurlijke boeten worden opgelegd, waar voorheen de uitkering werd afgestemd door middel van een verlaging.

 

 

De inlichtingenplicht houdt in dat de belanghebbende op grond van artikel 17 van de Participatiewet of artikel 13 van de IOAW/IOAZ verplicht is aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededelingen te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand/uitkering.

 

Binnen het Besluit aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving heeft de gemeente de bevoegdheid om nadere regels te stellen met betrekking tot het begrip onverwijld, afzien van een bestuurlijke boete, het afgeven van een waarschuwing, de hoogte van een boete bij nul-fraude en verminderde verwijtbaarheid. Vorenstaande wordt in navolgende beleidsregels ingevuld.

 

 

 

Artikel 1 Termijn verstrekken inlichtingen

  • 1

    De belanghebbende dient zich zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 7 werkdagen na het voordoen van een wijziging in zijn persoonlijke of financiële situatie het college hiervan op de hoogte te stellen.

     

  • 2

    Er is sprake van niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht wanneer de informatie op werkdag 7 of later van belanghebbende wordt ontvangen.

     

  • 3

    Bij te late melding zonder benadelingsbedrag bedraagt de boete € 150,00, rekening houdend met het evenredigheidsbeginsel.

     

  • 4

    In afwijking op lid 3 van dit artikel geldt bij de melding voor personen die in detentie of in een inrichting raken;

     

    • a)

      bij een detentieperiode of verblijf in een inrichting van minder dan 1 maand wordt afgezien van het opleggen van een boete en

       

    • b)

      bij een detentieperiode of verblijf in een inrichting van langer dan 1 maand wordt bij te late melding een waarschuwing gegeven.

Artikel 2 Schriftelijke waarschuwing

  • 1

    In plaats van een boete wordt een schriftelijke waarschuwing gegeven als:

     

    • a)

      het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht niet heeft geleid tot een benadelingsbedrag;

    • b)

      het benadelingsbedrag niet hoger is dan 150 euro;

       

    • c)

      niet eerder is besloten een waarschuwing te geven vanwege het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht binnen een periode van 2 jaar, gerekend vanaf de datum waarop eerder aan belanghebbende een waarschuwing is gegeven;

       

    • d)

      sprake is van dringende redenen.

  • 2

    Wanneer het college een gegrond vermoeden heeft dat de belanghebbende opzettelijk de inlichtingenplicht heeft geschonden of als het niet reageren en/of niet verstrekken van inlichtingen heeft geleid tot beëindiging van de uitkering, wordt geen waarschuwing gegeven.

     

Artikel 3 Draagkracht

  • 1

    Bij de vaststelling van de draagkracht moet worden gekeken naar de financiële draagkracht ten tijde van het besluit tot opleggen van een boete (fictieve draagkracht).

     

  • 2

    De fictieve draagkracht wordt gebaseerd op 5 % van de van toepassing zijnde (kostendelers)norm.

     

  • Al het inkomen boven de beslagvrije voet wordt in aanmerking genomen. Bij de draagkracht kan ook het vermogen worden meegenomen in de berekening van de aflossingscapaciteit

     

Artikel 4 Beslistermijn

  • 1

    Het besluit tot het opleggen van de boete wordt genomen binnen een termijn van 13 weken na dagtekening rapport schending inlichtingenplicht.

     

  • 2

    Indien het besluit tot het opleggen van de boete wordt genomen op een moment dat gelegen is tussen 13 weken en 26 weken na de datum van het rapport van overtreding, wordt het boetepercentage verlaagd met 5%.

     

  • 3

    Indien het besluit tot het opleggen van de boete wordt genomen op een moment dat gelegen is tussen 26 weken en 52 weken na de datum van het rapport van overtreding, wordt het boetepercentage verlaagd met 10%.

     

  • 4

    Indien het besluit tot het opleggen van de boete wordt genomen op een moment dat gelegen is na 52 weken na de datum van het rapport van overtreding, wordt het boetepercentage in ieder geval verlaagd met 15%. Daarnaast wordt rapport opgemaakt van de feiten en omstandigheden die hebben geleid tot de besluitvorming op het gegeven moment. Op basis van het rapport wordt beoordeeld wat de gevolgen kunnen zijn voor de hoogte van de op te leggen boete, naast de verlaging met 15%.

     

  • 5

    Bij verlaging van het boetepercentage op grond van het tweede tot en met het vierde lid is het bedrag waarmee de boete wordt verlaagd nooit hoger dan € 1.000,00.

     

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college kan in individuele bijzondere situaties ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze beleidsregel, indien toepassing van deze beleidsregel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

 

Artikel 6 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ 2022.

 

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van zijn bekendmaking.

     

  • 2.

    Met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt het besluit van 28 maart 2017 betreffende de Beleidsregel Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ ingetrokken.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van

19 september 2022.

Burgemeester

J.A. (Jan) de Boer MSc.

Secretaris

K. (Koen) van Veen