Artikel 1 Opleggen van een maatregel
- 1.
De burgemeester legt overeenkomstig deze richtlijn een maatregel op indien de ontheemde naar het oordeel van de burgemeester:
- a.
zich niet houdt aan de voorwaarden van het huishoudelijk reglement;
- b.
een eerste schriftelijke dan wel mondelinge waarschuwing heeft ontvangen;
- c.
na de eerste schriftelijke dan wel mondelinge waarschuwing geen verandering in gedrag vertoont.
- 2.
Een maatregel wordt afgestemd op de ernst van de gedraging.
Artikel 2 Berekeningsgrondslag
Een maatregel wordt toegepast op het leefgeldcomponent zoals dat is toegekend voor het gehele huishouden.
Artikel 3 Het besluit tot opleggen van een maatregel
In het besluit tot het opleggen van een maatregel wordt in ieder geval vermeld:
- a.
de reden van de maatregel;
- b.
de duur van de maatregel;
- c.
het bedrag of percentage waarmee het leefgeld wordt verlaagd of geweigerd;
- d.
indien van toepassing de reden om af te wijken van de standaardmaatregel.
Artikel 4 Horen van belanghebbende
- 1.
Voordat een maatregel wordt opgelegd wordt een belanghebbende in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen.
- 2.
Het horen van een belanghebbende kan achterwege blijven als:
- a.
de vereiste spoed zich daartegen verzet;
- b.
belanghebbende al eerder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen en zich sindsdien geen feiten of omstandigheden hebben voorgedaan;
- c.
de burgemeester het horen niet nodig acht voor het vaststellen van de ernst van de gedraging of de mate van verwijtbarheid, of
- d.
belanghebbende aangeeft hiervan geen gebruik te willen maken.
Artikel 5 Ingangsdatum en tijdvak van een maatregel
- 1.
De maatregel wordt opgelegd met ingang van de eerstvolgende kalendermaand volgend op de datum waarop het besluit tot het opleggen van de maatregel aan de ontheemde is bekendgemaakt.
- 2.
De maatregel kan met terugwerkende kracht worden opgelegd indien de uitbetaling van het leefgeld over de achterliggende periode is geblokkeerd.
Artikel 6 Hoogte en duur van de maatregel
- 1.
De maatregel wordt vastgesteld op:
- a.
een verlaging of weigering van 20% van het leefgeld gedurende één maand indien er op basis van het huishoudelijk reglement een gele kaart is uitgedeeld.
- b.
een verlaging of weigering van 35% van het leefgeld gedurende één maand indien er op basis van het huishoudelijk reglement een oranje kaart is uitgedeeld.
- c.
een verlaging of weigering van 50% van het leefgeld gedurende één maand indien er op basis van het huishoudelijk reglement een rode kaart is uitgedeeld.
- 2.
Bij elke nieuwe overtreding van de huisregels, waarschuwing of gele, oranje of rode kaart, wordt de duur van de maatregel als bedoeld in artikel 6 lid 1 verdubbeld.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze uitvoeringsrichtlijn treedt in werking op 1 september 2022.