Organisatie | Lingewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verbod gevaarlijke drankverpakkingen |
Citeertitel | Beleidsregels verbod gevaarlijke drankverpakkingen |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Richtlijnen verbod glaswerk bij evenementen 2003.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-04-2015 | nieuwe regeling | 31-03-2015 Lokale (gemeente)krant, 09-04-2015 |
In elke evenementenvergunning en ontheffing wordt in beginsel het verbod opgelegd om drankverpakkingen van glas, blik, aardewerk en porselein te gebruiken, tenzij sprake is van een uitzondering als bedoeld in artikel 3.
Toelichting Beleidsregels verbod gevaarlijke drankverpakkingen
Ter bevordering van de veiligheid bij evenementen en bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard waar alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt1 is het wenselijk dat gevaarlijke drinkverpakkingen geweerd worden. Verpakkingen van glas, aardewerk en porselein zijn makkelijk breekbaar en kunnen daardoor bezoekers of voorbijgangers verwonden. Niet zelden wordt glas ook als wapen gebruikt.
Op grond van artikel 2:25 lid 1 APV is het verboden om zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. Artikel 3 Dhw verbiedt het uitoefenen van het horecabedrijf (de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse). Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden, op grond van respectievelijk artikel 1:4 APV en artikel 35 Dhw.
De burgemeester is als bestuursorgaan bevoegd om beleidsregels vast te stellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende dan wel gedelegeerde bevoegdheid (artikel 4:81 Awb).
Onderhavige beleidsregels bepalen dat het verbod in beginsel altijd wordt opgelegd in evenementenvergunningen en ontheffingen als bedoeld in artikel 35 Dhw (artikel 2), tenzij het risico gedurende het gehele evenement dermate gering is dat het voorschrift als onredelijk bezwarend kan worden gekwalificeerd. In dat geval is sprake van een uitzondering (artikel 3).
Ten aanzien van eis b geldt het volgende. Er is voor gekozen om per geval te beoordelen of de aard van het evenement en de aanwezige groep bezoekers en/of deelnemers dusdanig geringe veiligheidsrisico's met zich meebrengen dat oplegging van het voorschrift onredelijk bezwarend is. In de praktijk zullen gemeentelijk toezichthouders en de politie over deze aspecten om advies worden gevraagd.