Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling sekswerk Den Haag 2022 |
Citeertitel | Subsidieregeling sekswerk Den Haag 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Subsidieregeling sekswerk Den Haag 2022 |
Geen
Algemene subsidieverordening Den Haag 2020
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-09-2022 | nieuwe regeling | 13-09-2022 | RIS313120 OCW/10381026 |
De geactualiseerde Subsidieregeling Sekswerk Den Haag 2022 biedt maatschappelijke organisaties de mogelijkheid subsidie aan te vragen voor activiteiten die ten goede komen aan sekswerkers.
Deze subsidieregeling is geëvalueerd en op een aantal onderdelen gewijzigd. Het betreft hier een wetstechnische en redactionele actualisatie van de subsidieregeling. Gezien de hoeveelheid wijzigingen is deze nieuwe subsidieregeling vastgesteld. De doelstelling van deze subsidieregeling sluit aan bij de ambities opgenomen in de Prostitutienota Den Haag 2020-2022 (RIS304625).
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;
vast te stellen de Subsidieregeling Sekswerk Den Haag 2022:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
voorziening waarbij een dak- en thuisloze (ex)sekswerker toegang heeft tot 24-uursverblijf, met als doel dat deze doorstroomt naar eigen huisvesting of een andere passende woonvorm; | |
voorziening die voorziet in een verblijfsplek voor dak- en thuisloze (ex)sekswerkers gedurende de dag; | |
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag; | |
voorziening waarbij er kortdurende opvang van maximaal 5 dagen achtereenvolgend wordt geboden aan dak- en thuisloze (ex)sekswerkers met als doel dat deze doorstroomt naar de 24-uurshuisvesting of een andere passende woonvorm; | |
nota waarin de hoofdlijnen zijn vastgelegd van het prostitutiebeleid van de gemeente Den Haag voor de periode 2020-2022 (RIS304625); | |
personen van alle genders die zich beschikbaar stellen voor het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling; | |
het actief benaderen van sekswerkers door onder andere de raamstraten, clubs, massagesalons, privéhuizen en websites zoals www.kinky.nl te bezoeken. |
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikelen 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de subsidie
Subsidie wordt verstrekt voor de volgende activiteiten:
a. het online en offline verrichten van veldwerk in de vergunde en niet-vergunde sector voor alle doelgroepen sekswerkers;
b. zorgen dat alle doelgroepen sekswerkers veilig kunnen werken door adequate (SOA)zorg te faciliteren en ondersteuning te bieden;
c. het verminderen van het stigma rondom het beroep sekswerk;
d. het verbeteren van de arbeidsomstandigheden van alle doelgroepen sekswerkers;
e. het vergroten van de zelfredzaamheid en zelfsturing van alle doelgroepen (ex-) sekswerkers;
f. het informeren en adviseren van alle doelgroepen sekswerkers over hun rechten en plichten;
g. de organisatie van bijeenkomsten voor kennisoverdracht naar netwerkpartners en gemeenten; en
h. het vergroten van de inzichten in de ontwikkelingen van sekswerk.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk.
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Niet voor subsidie in aanmerking komen:
a. de BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht;
b. de kosten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn of worden gesubsidieerd of waarvoor een andere subsidieregeling van kracht is;
c. de kosten die, naar het oordeel van het college, niet in een proportionele verhouding staan tot de totale kosten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd en tot het doel waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
d. de kosten die gemaakt worden voor de waardering van vrijwilligers die meer bedragen dan € 15,-- per vrijwilliger per jaar of € 5.000,-- per aanvraag;
e. andere vrijwilligersvergoedingen dan reis- en onkostenvergoedingen;
f. de kosten voor de verzekering van vrijwilligers;
g. de kosten van Verklaringen Omtrent het Gedrag van vrijwilligers.
Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie
Artikel 1:9 Wijze van verdeling
Bij de rangschikking van de aanvragen voor activiteiten zoals in artikel 1:4, eerst lid, kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria en indicatoren en tot het daarbij vermelde aantal maximum aantal:
a. de mate waarin de aanvrager de sekswerkers ondersteunt bij een veilige uitoefening van hun beroep, om de seksuele gezondheid van sekswerkers te bevorderen:
1°. sekswerkers worden meerdere keren per week voorgelicht over een veilige uitoefening van sekswerk: 2 punten;
2°. sekswerkers worden één keer per week of minder voorgelicht over een veilige uitoefening: 1 punt;
b. aanvrager werkt samen met het CSG ten aanzien van adequate (soa-)zorg en ondersteuning, te waarderen met 2 punten;
c. de mate waarin activiteiten apart voor sekswerkers van alle genders worden aangeboden, waaronder mannen, vrouwen en transgenders:
1°. activiteiten worden voor sekswerkers van alle genders aangeboden: 2 punten;
2°. activiteiten worden voor twee doelgroepen aangeboden: 1 punt;
3°. activiteiten worden voor één doelgroep aangeboden: 0 punten;
d. aanvrager zet zich structureel in voor destigmatisering van het beroep sekswerk, zowel voor de sekswerker zelf als voor instituten zoals banken en verzekeraars met als doel dat de maatschappij op een neutrale manier tegen sekswerk aankijkt, te waarderen met 2 punten;
e. de mate waarin de aanvrager verbinding legt en daarbij kennis uitwisselt over het beroep sekswerk met netwerkpartners, zoals belangenorganisaties, het Rijk of de GGD, over het beroep sekswerk, met als doel destigmatisering van dit beroep:
1°. verbinding en kennisuitwisseling op lokaal en nationaal niveau: 2 punten;
2°. Verbinding en kennisuitwisseling op lokaal niveau: 1 punt;
f. de mate waarin de aanvrager bijdraagt aan positieverbetering, waaronder het vergroten van de zelfredzaamheid en zelfsturing van sekswerkers:
1°. de aanvrager biedt maatschappelijke hulp aan sekswerkers waarbij er een persoonlijk ontwikkelplan wordt opgesteld én biedt (groeps)activiteiten aan, waaronder bijvoorbeeld taallessen, ten behoeve van het vergroten van de zelfredzaamheid en zelfsturing van de sekswerker: 2 punten;
2°. de aanvrager biedt maatschappelijke hulp aan sekswerkers waarbij er een persoonlijk ontwikkelplan wordt opgesteld óf biedt (groeps)activiteiten aan, waaronder bijvoorbeeld taallessen, ten behoeve van het vergroten van de zelfredzaamheid en zelfsturing van de sekswerker: 1 punt;
g. aanvrager heeft minstens 3 jaar aantoonbare ervaring met het opzetten en uitvoeren van activiteiten zoals benoemd in het eerste lid van artikel 1.4, te waarderen met 2 punten;
h. aanvrager heeft aantoonbare ervaring met dienstverlening aan alle doelgroepen sekswerkers, te waarderen met 2 punten;
i. de mate waarin de aanvrager naast activiteiten zoals in artikel 1:4, eerste lid, ook dagopvang, noodopvang en 24-uurshuisvesting aanbiedt: 2 punten.
Bij de rangschikking van de aanvragen voor activiteiten zoals in artikel 1:4, tweede lid, kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria en indicatoren en tot het daarbij vermelde aantal punten:
a. aanvrager biedt dagopvang, noodopvang en 24-uurshuisvesting aan dak- en thuisloze (ex)sekswerkers om hen in staat te stellen om vanuit een veilige en leerzame omgeving vorm te geven aan een zelfstandig leven, te waarderen met 2 punten;
b. aanvrager biedt dagopvang aan dak- en thuisloze (ex)sekswerkers, waarbij maaltijden worden verzorgd, de gelegenheid is om te douchen, kleding te wassen, gebruik te maken van het internet en dagbesteding wordt aangeboden: 2 punten;
c. de mate waarin er 24-uurshuisvesting wordt geboden aan dak- en thuisloze (ex)sekswerkers, waarbij sekswerkers in een leefgroep onder begeleiding van opvangmedewerkers én meer zelfstandig kunnen werken aan hun persoonlijke doelen:
1°. biedt 24-uurshuisvesting waarbij (ex)sekswerkers in een leefgroep kunnen werken aan hun persoonlijke doelen en worden begeleid door opvangmedewerkers én de mogelijkheid voor (ex)sekswerkers om door te stromen naar een meer zelfstandige woonruimte : 2 punten;
2°. biedt 24-uurshuisvesting waarbij (ex)sekswerkers in een leefgroep kunnen werken aan hun persoonlijke doelen en worden begeleid door opvangmedewerkers: 1 punt;
d. aanvrager biedt kortdurende noodopvang van maximaal 5 dagen achtereenvolgend aan (ex)sekswerkers waarbij een vervolgtraject wordt opgesteld, maaltijden worden geboden en de mogelijkheid voor de 24-uurshuisvesting wordt besproken, te waarderen met 2 punten;
e. de aanvrager heeft schriftelijke en ondertekende werkafspraken met specialistische zorgaanbieders op het terrein van dagbesteding, geestelijke gezondheidszorg, medische zorg (huisarts) en verslavingszorg, zoals blijkt uit werkafspraken: 2 punten;
f. de mate waarin de aanvrager naast dagopvang, noodopvang en 24-uurshuisvesting ook een breed gevarieerd aanbod van activiteiten verricht, bedoeld zoals artikel 1:4, eerste lid:
1°. verricht alle activiteiten genoemd in artikel 1:4, eerste lid: 2 punten;
2°. verricht minimaal zes activiteiten genoemd in artikel 1:4, eerste lid: 1 punt;
g. aanvrager heeft minstens 3 jaar aantoonbare ervaring met het aanbieden van dag-, nood-, en 24-uursopvang in Den Haag, te waarderen met 2 punten.
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over voor activiteiten zoals in artikel 1:4, eerste lid:
a. een beschrijving van de te bereiken doelgroepen sekswerkers, de ervaring met de te bereiken doelgroepen sekswerkers en hoe met de te subsidiëren activiteit wordt aangesloten bij de behoeften van de verschillende doelgroepen;
b. een beschrijving van hoe wordt voortgebouwd op resultaten en ervaringen van eerdere activiteiten van de aanvrager en van het toekomstperspectief van de activiteiten; en
c. gegevens met betrekking tot de criteria bedoeld in artikel 1:9, tweede lid, op basis waarvan een beoordeling gemaakt kan worden ten behoeve van de toekenning van een subsidie.
Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over voor activiteiten zoals in artikel 1:4, tweede lid:
a. een beschrijving van de te bereiken doelgroep voor de dagopvang, noodopvang en 24-uurshuisvesting, de ervaring met de te bereiken doelgroep en hoe met de te subsidiëren opvang wordt aangesloten bij de behoeften van de doelgroep;
b. een beschrijving van hoe de activiteiten zoals in artikel 1:4, eerste lid, worden uitgevoerd;
c. een beschrijving van hoe wordt voortgebouwd op resultaten en ervaringen van eerdere activiteiten van de aanvrager en van het toekomstperspectief van de activiteit; en
d. gegevens met betrekking tot de criteria bedoeld in artikel 1:9, derde lid, op basis waarvan een beoordeling gemaakt kan worden ten behoeve van de toekenning van een subsidie.
Een aanvraag voor subsidie wordt in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak gelegen tussen 1 oktober en 14 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.
Het college beslist, in afwijking van artikel 10, eerste lid , van de ASV, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag om subsidie is ingediend.
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV kan het college subsidie weigeren als:
a. de aanvraag wordt gedaan voor activiteiten die naar het oordeel van het college reeds in voldoende mate uitgevoerd worden door anderen;
b. de aanvraag wordt gedaan voor activiteiten waarvoor de aanvrager al subsidie of financiering uit een andere regeling ontvangt of heeft aangevraagd;
c. aan de aanvraag voor een subsidie voor activiteiten van het eerste lid van artikel 1.4 niet ten minste 12 punten is toegekend;
d. aan de aanvraag voor een subsidie voor activiteiten van het tweede lid van artikel 1.4 niet ten minste 8 punten is toegekend.
Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betalingen
Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 12 tot en met 14 van de ASV gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
a. de subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan een steekproefcontrole door het college om te beoordelen of de subsidie terecht is verstrekt;
b. de subsidieontvanger die in aanraking komt met vermoedelijke slachtoffers van mensenhandel meldt deze vermoedelijke slachtoffers aan bij de zorgcoördinatoren mensenhandel van de gemeente Den Haag.
Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze:
Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf
Artikel 5:1 Wijze van verantwoorden
De aanvraag tot vaststelling bevat:
a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV; of
b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV; of
c. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is. Bij verantwoording door een rechtspersoon wordt hiervoor een bestuursverklaring of directieverklaring ingediend volgens het door het college vastgestelde model.
Het inhoudelijk verslag bevat:
a. een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de gerealiseerde activiteiten; of
b. een beknopt overzicht van het aantal hulpvragers uit de verschillende doelgroepen, waaronder mannelijke, vrouwelijke en transgender sekswerkers, die de organisaties heeft bereikt; of
c. een beknopte beschrijving van de uitvoering van de gerealiseerde activiteiten. Uit deze beschrijving moet blijken of en in hoeverre aan de subsidievoorschriften is voldaan; of
d. een beknopte beschrijving van de mate waarin de resultaten zoals opgenomen in de verleningsbeschikking zijn gehaald; of
e. een beknopte beschrijving van de mate waarin de in de verleningsbeschikking opgenomen doelstellingen zijn gehaald.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Het college evalueert deze subsidieregeling in het eerste kwartaal van 2024 en daarna iedere twee jaar.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad, waarin zij wordt geplaatst.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Sekswerk Den Haag 2022.