Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regel subsidie Herstel en veerkracht voor de Utrechtse jeugd gemeente Utrecht |
Citeertitel | Nadere regel subsidie Herstel en veerkracht voor de Utrechtse jeugd |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 156, derde lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-09-2022 | Subsidie voor initiatieven Utrechtse jeugd om corona-effecten te verzachten | 06-09-2022 |
Deze nadere regel verstaat onder:
Collectieve aanpak: De collectieve aanpak haalt veelvoorkomende opvoedvragen op bij ouders en jongeren. Hiermee wordt preventief en tijdig ingespeeld op vragen over opgroeien en opvoeden die leven in de wijk. Ons streven is om ouderschap te versterken door ouders en jongeren elkaar te laten ondersteunen bij opvoedvragen. Samen met ouders, jongeren en kinderen wordt bepaald hoe zij het beste kunnen worden ondersteund. Het kernteam collectieve aanpak bestaat uit JGZ, Lokalis, St. JoU en Dock.
Hervormingsagenda: Het ministerie van VWS, zorgaanbieders, cliënten(vertegenwoordigers), professionals en de VNG stellen samen de Hervormingsagenda Jeugd 2022-2028 op. Deze agenda wordt in het najaar 2022 vastgesteld. De Hervormingsagenda Jeugd heeft 2 doelen, die nadrukkelijk aan elkaar zijn gekoppeld en verder worden uitgewerkt:
Kansrijke Start: In de aanpak Kansrijke Start wil de gemeente Utrecht de kansen en mogelijkheden van kinderen in de eerste 1.000 dagen vergroten. In deze periode wordt de basis gelegd voor gelukkig, gezond en veilig kunnen opgroeien. In Utrecht werken verschillende partners samen aan een Kansrijke Start.
Kernpartneraanpak: De kernpartneraanpak is een samenwerking tussen onderwijs en zorg voor jeugd. De kernpartners bestaan uit: de (voor)school, de gemeente, de samenwerkingsverbanden PO en VO en buurtteamorganisatie Jeugd & Gezin. De kernpartners bieden begeleiding vanuit hun eigen professie en versterken de school in het bieden van ondersteuning op maat.
Nationaal Programma Onderwijs (NPOnderwijs): Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft in verband met de geconstateerde leerachterstand na de schoolsluitingen middelen ter beschikking gesteld om de effecten van corona op de leergroei en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren te verzachten. Scholen hebben op basis van schoolscans interventies kunnen kiezen met deze NPOnderwijs middelen. De gemeente maakt een aanvullend programma dat aansluit bij de behoeften van kinderen en jongeren en op de interventies die scholen al nemen. Waar in deze nadere regel NPOnderwijs wordt het gemeentelijke deel van de middelen van OCW bedoeld, tenzij anders aangegeven.
Ongelijk investeren: De verschillen in de stad worden groter en daarom moet steviger geïnvesteerd worden in inwoners in een kwetsbare positie. In deze nadere regel doen de burgemeester en wethouders dat door thema's en groepen te benoemen waar de effecten van corona de meeste (blijvende) impact hebben gehad. Deze thema's komen voort uit de ervaringen met Versneld vernieuwen en uit de conclusies uit de Staat van de Utrechtse jeugd.
Sociale basis: De sociale basis bestaat uit met en voor elkaar doen en de meer professionele, georganiseerde sociale basisvoorzieningen. Sociale basisvoorzieningen raken aan álle aspecten van het dagelijkse leven: ontmoeting, onderwijs, opvoeding, werk, gezondheid, wonen, bewegen, cultuur en veiligheid.
Staat van de Utrechtse Jeugd: om zicht te krijgen op hoe het met kinderen en jongeren gaat in Utrecht na corona is een breed onderzoek gedaan naar alle leefwerelden van de jeugd (april 2022). Dit onderzoek is gedaan op basis van data en interviews en ten behoeve van het goed richten van de inzet van de Utrechtse NPOnderwijs middelen.
Utrechts sturingsmodel: sturingsmodel gebaseerd op het model Simons waarbij de gemeente Utrecht stuurt op: waarden om vanuit te werken (leidende principes –zie artikel 1b-, co-creatie), kaders (budget of wettelijke kaders), monitoringinformatie (aantallen, ervaringen) en de dialoog die plaatsvindt om steeds te kunnen leren.
Verbindingsgroep: Dit is een groep in de school voor kinderen van 4 jaar die extra steun en tijd nodig hebben om de overgang van voorschool naar de reguliere basisschool te kunnen maken. Deze groep heeft maximaal 16 kinderen en de groep wordt zowel door een leerkracht als een pedagogisch medewerker van de voorschool gedraaid.
Versneld Vernieuwen: De gemeente heeft in 2020 meerjarige middelen beschikbaar gesteld om de negatieve sociale effecten van corona/coronamaatregelen tegen te gaan of te verzachten en tegelijkertijd de transformatie van de zorg en ondersteuning Jeugd en Wmo te versnellen. In 2021 heeft een groot aantal organisaties in twee tranches subsidie ontvangen vanuit de subsidieregeling Versneld Vernieuwen. De inzet vanuit deze regeling loopt tot 31 december 2022. Vanaf 2022 wordt de inzet geprioriteerd op een beperkt aantal thema's. Vanwege overlap in doelstelling en actoren (Utrechtse jeugd- en onderwijspartijen) voegen de burgemeester en wethouders een deel van de middelen voor versneld vernieuwen samen in deze nadere regel herstel en veerkracht voor de Utrechtse jeugd.
Deze nadere regel heeft als doel om kinderen en jongeren/jongvolwassenen te ondersteunen in herstel na de coronamaatregelen en hun veerkracht te vergroten. De verlening van projectsubsidies volgens deze nadere regel moet bijdragen aan één van onderstaande vier thema’s.
De thema's in deze beleidsregel zijn gebaseerd op de conclusies uit de Staat van de Utrechtse Jeugd en de jeugdthema’s uit Versneld Vernieuwen. De doelen worden uitgewerkt per thema in artikelen 9, 10, 11 en 12 en in de toelichting op de nadere regel:
Artikel 3 Eisen aan de subsidieaanvrager
Burgemeester en wethouders stellen de volgende eisen aan de subsidie-aanvrager:
De subsidieaanvraag wordt bij voorkeur ingediend namens een samenwerkingsverband van meerdere partijen. Indien dit het geval is, is één van de partijen penvoerder namens de samenwerkende organisaties of het netwerk. Deze penvoerder is aanvrager van de subsidie en treedt namens de organisaties op, is aanspreekpunt voor de gemeente en verzorgt de verantwoording;
Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond
Bij het publiceren van deze nadere regel zijn de subsidieplafonds voor de volledige looptijd van deze nadere regel als volgt:
Subsidieplafond NPOnderwijs: 4,85 miljoen. De gemeentelijke NPOnderwijs middelen zijn te besteden in de voorschoolse periode, het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs. Het is een eis om een aanvraag te doen in samenwerking met het onderwijs. Van dit bedrag is maximaal 1,1 miljoen gereserveerd voor de inzet van studenten in de VE in 2023 om de corona effecten op jonge kinderen te verzachten. Deze kunnen uitsluitend worden aangevraagd door bestaande samenwerkende Voorschoolse Educatie (VE) partners.
Subsidieplafond Onderwijs Achterstanden Beleid (artikel 9): 1,1 miljoen. Deze middelen zijn specifiek beschikbaar gesteld voor de inzet van studenten in de VE in 2022 om de corona effecten op jonge kinderen te verzachten. Deze kunnen uitsluitend worden aangevraagd door bestaande samenwerkende Voorschoolse Educatie (VE) partners.
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten
De activiteiten die in aanmerking komen voor subsidie worden genoemd per inhoudelijk thema in artikelen 9, 10, 11 en 12. Voor alle activiteiten geldt dat deze plaatsvinden in de gemeente Utrecht. De activiteiten kunnen worden uitgevoerd tot uiterlijk 31 juli 2025.
Artikel 6 Eisen aan de subsidieaanvraag
Voor de subsidieaanvraag geldt het volgende. De aanvraag bevat:
Een activiteitenplan van maximaal acht A4’tjes waarin staat:
Een onderbouwing waarom die activiteiten bijdragen aan de te bereiken doelstellingen zoals beschreven in één van de vier thema's in deze beleidsregel: wat zijn de effecten van de inzet (het verschil dat de aanvrager maakt) en waarom het aannemelijk is dat deze effecten weer bijdragen aan de subsidiedoelen (zie art 1j voor een definitie van verandertheorie);
Een sluitende begroting voor de subsidie(s) die de aanvrager aanvraagt met een heldere onderbouwing van de kosten. De aanvrager geeft in elk geval inzicht in:
Uit de subsidieaanvraag moet blijken op welke wijze, de activiteiten die de aanvrager voorstelt, verschillen van activiteiten waarvoor de aanvrager reeds financiering ontvangt. Deze eenmalige subsidie is aanvullend op de reguliere activiteiten en mag niet overlappen met lopende opdrachten, subsidies of andere financiële regelingen;
In de artikelen 9 en 12 worden voor de betreffende thema's aanvullende eisen gesteld aan de subsidieaanvraag.
Artikel 7 Indieningstermijn subsidieaanvraag
De aanvragen kunnen tot uiterlijk 31 december 2024 ingediend worden met e-herkenning via www.utrecht.nl/subsidie bij burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De aanvrager kan meerdere aanvragen indienen.
Artikel 8 Beoordeling subsidieaanvraag
De aanvragen die zijn ontvangen en voldoen aan alle bovenstaande eisen worden op basis van de volgende criteria in volgorde van binnenkomst beoordeeld. Voor verlening van de subsidie moet de aanvrager voor alle onderstaande criteria genoemd onder 1, 2 en 3 voldoende scoren.
De kwaliteit van de onderbouwing waarom de activiteiten bijdragen aan de te bereiken doelstellingen zoals beschreven in één van de vier thema's in deze beleidsregel: wat zijn de effecten van de inzet (het verschil dat de activiteiten maken) en waarom het aannemelijk is dat deze effecten weer bijdragen aan de subsidiedoelen (zie art 1j, definitie van verandertheorie);
Aanvrager(s), leren en samenwerking
De mate waarin de aanvrager aantoont dat de aanvrager samenwerkt met partijen in de stad, activiteiten aansluiten en aanvullend zijn op reguliere activiteiten en aanbod in de stad. Dit vraagt actieve afstemming en samenwerking met andere uitvoerende partijen in Utrecht en mogelijk gezamenlijke inzet;
Artikel 9 Thema Versterken gelijke kansen voor jonge kinderen
De volgende activiteiten komen voor subsidie in aanmerking, waarbij een bewuste keuze wordt gemaakt of dit in collectieve vorm mogelijk is, of individueel wordt aangeboden:
Activiteiten en/of initiatieven gericht op jonge kinderen en ouders. Deze activiteiten worden zoveel mogelijk samen met ouders vormgegeven, sluiten aan op de behoeften van Utrechtse (aanstaande) ouders en er wordt samen met ouders geleerd wat zij nodig hebben. De activiteiten zijn bijvoorbeeld gericht op:
Activiteiten en/of initiatieven op en rond de voorschoolse educatie- en kinderopvang groepen.
Bieden van een kinderopvang ‘plus’ groep: deze groep is bedoeld voor kinderen met een extra zorg- of ondersteuningsvraag die op dit moment tussen wal en schip vallen en niet terecht kunnen binnen de reguliere kinderopvang en/of voorschool. Hiermee wordt onnodige instroom in de aanvullende jeugdhulp voorkomen;
Bieden van een verbindingsgroep (het schooldeel): deze groep is bedoeld voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben om van peuter door te groeien naar kleuter binnen het reguliere basisonderwijs. Het gaat om de inzet van een leerkracht en pedagogisch medewerker op de verbindingsgroep, waarbij de inzet van de pedagogisch medewerker via de voorschoolse educatie wordt bekostigd;
Ter aanvulling op de eisen in artikel 3, stelt dit artikel voor activiteiten onder 9.1.c de volgende eisen:
Voor 9.1.c.iii geldt dat deze subsidie enkel kan worden aangevraagd door het schoolbestuur van de betreffende school waar de verbindingsgroep zich moet vestigen. Daarnaast moet de aanvraag een positief advies bevatten van het Samenwerkingsverband PO. Het Samenwerkingsverband PO heeft het overzicht en de regie over de uitrol van de verbindingsgroepen;
Artikel 10 Thema Herstel en veerkracht: Passende zorg en ondersteuning voor jeugd
De volgende activiteiten komen voor subsidie in aanmerking:
Het verzachten van de effecten van corona op kinderen en jongeren in een kwetsbare situatie door de versterking van het dagelijks leven. Daarbij valt te denken aan interventies zoals inzetten op ouderbetrokkenheid en educatief partnerschap op school, inzetten op een veilig en stimulerend gezin en/of het vergroten van bestaanszekerheid;
Passende zorg en ondersteuning bieden aan alle kinderen en jongeren in de PO/VO/MBO- leeftijd door het verbreden van de kijk op normaal gedrag van de jeugd (normaliseren) en een meer collectieve inzet op ondersteuningsvragen van de jeugd en gezinnen. Daarbij valt te denken aan interventies gericht op het versterken van de pedagogische basis, professionele samenwerking tussen het speciaal onderwijs, regulier onderwijs, jeugdhulp en partners uit de sociale basis;
Artikel 11 Thema Perspectief voor jongeren/jongvolwassenen en het versterken van hun mentale gezondheid
De volgende activiteiten komen voor subsidie in aanmerking:
Activiteiten die van invloed zijn op een duurzaam perspectief, zoals het investeren in transitiemomenten waarbij er mogelijk sprake is van een verhoogd risico op toename van de problematiek. Zoals de stap van voortgezet- naar vervolgonderwijs, zelfstandig gaan wonen, stages vinden, stap naar werk, etc.
Artikel 12 Thema Herstel en veerkracht op school: Verzachten van de corona effecten op de leergroei en sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen en het verstevigen van de sociale basis op en rond de school
Toelichting bij de nadere regel subsidie Herstel en veerkracht voor de Utrechtse jeugd
De gemeente Utrecht heeft sinds het begin van de pandemie verschillende regelingen ingesteld om de effecten van de coronamaatregelen te verzachten, waaronder de regelingen Perspectief voor jeugd (half februari 2021 tot half juni 2021) en Versneld Vernieuwen (2021). De gemeente Utrecht van het ministerie van OCW-middelen heeft ontvangen voor het Nationaal Programma Onderwijs (NPOnderwijs) om activiteiten te ondernemen ter ondersteuning of bevordering van de sociaal emotionele ontwikkeling van jeugdigen na de coronamaatregelen.
Om de inzet van de NPOnderwijs-middelen te richten heeft de gemeente Utrecht samen met partners in de stad de invloed van de coronapandemie op het welbevinden van kinderen en jongeren in kaart gebracht. De resultaten zijn vastgelegd in de Staat van de Utrechtse jeugd (april 2022). Hieruit blijkt dat alle kinderen, jongeren en jongvolwassenen geraakt zijn door de coronapandemie, maar dat veel kinderen en jongeren na het opheffen van de coronamaatregelen hun dagelijkse leven weer konden oppakken. Sommige (jonge) kinderen, jongeren en jongvolwassenen zijn echter extra geraakt en ondervonden veel impact op hun sociaal emotionele ontwikkeling en/of leergroei.
De coronacrisis heeft in het bijzonder een groot effect gehad op kinderen en jongeren die al voor corona extra ondersteuning kregen, jonge kinderen en jongeren/jongvolwassenen. Voor kinderen, jongeren en/of gezinnen die al voor corona extra ondersteuning nodig hadden leidde corona vaker tot verergering van problemen en zorgde ervoor dat de verschillen tussen jeugdigen groter zijn geworden. Jonge kinderen hebben tijdens de crisis minder sociale interactie gehad en professionals in de kinderopvang en Voorschoolse Educatie signaleren meer en andere hulpvragen. Jongeren en jongvolwassenen zijn door de beperkende maatregelen sterk in hun dagelijks leven geraakt en hebben hun leeftijdsgenoten erg gemist. Dit leidt onder andere tot meer motivatieproblemen, somberheid, eenzaamheid en een toename van depressieve klachten en angstklachten.
Herstel en veerkracht voor de Utrechtse jeugd
Er zijn verschillende incidentele middelen beschikbaar om de corona-effecten voor de Utrechtse jeugd te verzachten. Door de middelen in deze nadere regel te bundelen komen de burgemeester en wethouders tegemoet aan de behoefte van een meer integrale aanpak en bieden de burgemeester en wethouders tegelijkertijd richting door te kiezen voor een beperkt aantal thema's waarop inzet nodig is.
Binnen de vier thema’s bieden de burgemeester en wethouders ruimte voor creatieve aanpakken en (nieuwe) samenwerkingen. Dit maakt het mogelijk om op korte termijn een positieve bijdrage te leveren aan herstel en veerkracht voor de Utrechtse jeugd. De vier thema's zijn:
Door te focussen op deze thema's waar corona de meeste impact op heeft gehad, streeft de gemeente ernaar ongelijk te investeren voor gelijke kansen. Deze focus zorgt ook voor een gerichte inzet van de middelen en meer samenhang tussen de inzet vanuit verschillende partijen op een thema.
Deze nadere regel onderschrijft het belang van een stevige sociale basis met sterke basisvoorzieningen en goede zorg dichtbij en op maat. Niet alle kinderen, jongeren/jongvolwassenen en ouders van jonge kinderen weten de weg naar voorzieningen te vinden of ervaren drempels om er gebruik van te maken. Laagdrempelige ondersteuning en een collectieve aanpak in de directe leefomgeving helpt bij het vergroten van hun veerkracht. De burgemeester en wethouders willen een gezonde leefstijl stimuleren om gezondheidsverschillen te verkleinen daarom verwachten wij dat activiteiten binnen deze nadere regel bijdragen aan een gezonde leefstijl, bijvoorbeeld gezond eten stimuleren en rookvrij zijn.
De burgemeester en wethouders beseffen het met deze nadere regel mogelijkheden biedt voor gerichte extra inzet, maar ook veel van partijen vragen. Het burgemeester en wethouders heeft ervaren dat inzet van incidentele middelen niet altijd bijdraagt aan het behouden van een overzichtelijk veld van samenwerkingspartners en de druk op partijen kan verhogen. Partners geven aan dat het door corona en de krappe arbeidsmarkt al een uitdaging is om de bestaande zorg en ondersteuning goed te bieden. Tegelijkertijd hebben wij ervaren dat incidentele inzet ook kan helpen om snel extra ondersteuning te organiseren en vernieuwing tot stand te brengen.
De burgemeester en wethouders stellen deze nadere regel open voor partijen met een bestaande subsidie relatie en partijen die nog geen financiële relatie hebben met de gemeente. Zo kan nieuwe inzet ontstaan die waardevol en aanvullend is. Voorwaarde is dat deze partijen aantoonbaar samenwerken met bestaande organisaties die vergelijkbare activiteiten doen vanuit een gemeentelijke opdracht. Zo willen de burgemeester en wethouders voorkomen dat kerntaken van bestaande subsidiepartners (gedeeltelijk) worden overgenomen door andere partijen en er versnippering in beleid en aanpak ontstaat. De burgemeester en wethouders verwachten van onze partners dat zij de lokale situatie goed (leren) kennen, tijd maken om zich verder te ontwikkelen en optimaal aansluiten op - en samenwerken met andere partners in de stad. Dit draagt bij aan een duurzamer effect van de inzet vanuit deze nadere regel.
2.1 Artikel 9 Thema Versterken gelijke kansen voor jonge kinderen
Kinderen hebben hun hele leven profijt van een kansrijke start. Een kansrijke start betekent namelijk gelijkere kansen op het gebied van onderwijs en de levensloopbaan voor kinderen op latere leeftijd. Daarom zet Utrecht al langer in op de doelgroep jonge kinderen en het ondersteunen van (aanstaande) ouders al vanaf de zwangerschap. De burgemeester en wethouders zien dat door de coronaperiode een extra impuls nodig is voor deze doelgroep. Dit doen de burgemeester en wethouders onder andere door;
- Het versterken van bestaande initiatieven en projecten en een extra impuls aan de collectieve aanpak specifiek voor en rond jonge kinderen
- Het versterken van netwerken van professionals en ouders rond Kansrijke Start en de kernpartneraanpak Voorschoolse Educatie
Daarnaast biedt deze nadere regel ruimte voor nieuwe ideeën, creatieve oplossingen en (nieuwe) samenwerkingen om op korte termijn een positieve bijdrage te leveren aan het opvoeden en opgroeien van jonge kinderen in de stad.
In lijn met het doel van deze nadere regel genoemd in artikel 2 heeft dit thema als doel om de kansengelijkheid voor jonge kinderen te vergroten. De doelstellingen en/of maatschappelijke effecten zoals hieronder benoemd richten zich op jonge kinderen (van -9 maanden tot 6 jaar), hun (aanstaande) ouders/verzorgers en/of de professionals die werken met deze doelgroep:
Professionals die betrokken zijn bij kinderen en/of ouders voelen zich handelingsbekwaam, werken samen met andere partners en met ouders
Professionals zijn in staat om gelijkwaardig contact te maken met ouders, een vertrouwensbasis te vormen en van daaruit te werken aan het wegnemen van stress, persoonlijke ontwikkeling, het bieden van een eerlijke start vanuit huis en als dat nodig is, samen op zoek te gaan naar de juiste hulp- of ondersteuning;
2.2 Artikel 10 Thema Herstel en veerkracht: Passende zorg en ondersteuning voor jeugd
Vanuit de Staat van de Utrechtse jeugd leren deburgemeester en wethouders dat de coronacrisis een grotere negatieve invloed heeft op kinderen en jongeren uit gezinnen die extra ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld omdat er sprake is van een instabiele thuissituatie en armoede. Los van de extra ondersteuningsvragen door corona maakt het gebruik van jeugdhulp een snelle groei door. Als een van de oorzaken hiervan zien de burgemeester en wethouders de toegenomen prestatiedruk op jongeren en de versmalling van de definitie van normaal gedrag of een normale ontwikkeling. Variaties rondom de gemiddelde norm worden vaker geproblematiseerd. En dat leidt tot sneller labelen en medicaliseren van jeugdigen.
Om passende zorg en ondersteuning te bieden aan de kwetsbare jeugd is het niet altijd nodig om naar (zwaardere) zorgondersteuning te kijken. Vaak ligt een deel van de oplossing in het versterken van het dagelijks leven van jeugdigen en hun gezinnen. Scholen en partners in de basiszorg en sociale basis kunnen hier een belangrijke rol in spelen.
Binnen dit thema van de subsidieregeling willen de burgemeester en wethouders dan ook graag ruimte bieden aan activiteiten die kinderen en jongeren in een kwetsbare situatie passende zorg en ondersteuning bieden, in aanvulling of ter vernieuwing van wat er al is. Deze ondersteuning wordt geboden vanuit een brede kijk op normaal gedrag, mogelijk in een collectieve vormen gericht op de versterking van het dagelijks leven. Aangemoedigd wordt om andere partners buiten het jeugd- en onderwijsdomein te betrekken bij het ontwikkelen van activiteiten, bijvoorbeeld gericht op het vergroten van bestaanszekerheid.
In lijn met het doel van deze nadere regel genoemd in artikel 2 heeft dit thema als doel om passende zorg en ondersteuning te bieden aan kinderen en jongeren in een kwetsbare positie, die relatief meer negatieve gevolgen ervaren van de coronacrisis, bijvoorbeeld omdat zij te maken hebben met een instabiele thuissituatie of armoede.
Binnen dit thema willen de burgemeester en wethouders vanuit een collectieve en normaliserende kijk inzetten op de vragen van kinderen en jongeren in een kwetsbare positie. Belangrijk hierbij is dat wordt aangesloten bij wat Utrechtse ouders en jeugdigen hierin willen en nodig hebben.
2.3 Artikel 11 Thema Perspectief voor jongeren/jongvolwassenen en het versterken van hun mentale gezondheid
Al langere tijd laten onderzoeken zien dat jongeren zich minder mentaal gezond voelen. Jongeren ervaren onder meer prestatie- en schooldruk en studenten ervaren eenzaamheid, angst en depressie en fomo (fear of missing out) en hebben zorgen over de toekomst (gebrek aan bijvoorbeeld betaalbare woningen). Corona heeft de mentale gezondheid van jongeren/jongvolwassenen nog meer onder druk gezet. Meer aandacht voor welbevinden en de sociaal-emotionele ontwikkeling van jongeren en jongvolwassenen kan hen helpen hiermee op een gezonde manier om te gaan.
Onze ambitie is dat jongeren/jongvolwassenen in Utrecht weerbaar en veerkrachtig zijn. Ze hebben zelfvertrouwen en zelfinzicht en gezonde relaties, ze kunnen op een passende plek/ bij de juiste persoon terecht als ze contact willen over de uitdagingen in hun leven en hebben toegang tot passende hulp indien nodig. Jongeren/jongvolwassenen leven in een omgeving (thuis, school, werk, vrije tijd en online) waarin ze begrip ervaren, worden ondersteund, waarmee ze zich verbonden voelen en die ruimte biedt aan persoonlijke ontwikkeling. Mentale gezondheid wordt gezien als een collectieve en individuele verantwoordelijkheid.
Iedere jongere/jongvolwassene kan zo zelfstandig mogelijk deelnemen aan de samenleving. Een stabiele woonomgeving, inkomen, school/werk, gezondheid en een veilige leefomgeving zijn hiervoor belangrijk. Jongeren/jongvolwassenen die dat nodig hebben, krijgen samenhangende ondersteuning op maat, passend bij hun leefwereld. Het omgaan met problemen op alle leefgebieden en het voorkomen van een stapeling van problematiek is hierbij de insteek. Het is belangrijk dat de initiatieven zorgen voor een structurele bijdrage aan de verbetering van de mentale gezondheid en het perspectief van jongeren en jongvolwassenen. Daardoor kan de inzet van zwaardere vormen van zorg voorkomen worden.
In lijn met het doel van deze nadere regel genoemd in artikel 2 heeft dit thema als doel het ondersteunen van initiatieven die zich richten op laagdrempelige (preventieve) ondersteuning van jongeren/jongvolwassenen die te maken hebben met moeilijkheden in hun leven, of die willen werken aan hun ontwikkeling, vaardigheden, weerbaarheid of veerkracht.
De burgemeester en wethouders willen dat jongeren/jongvolwassenen, al dan niet in een kwetsbare positie, ongeacht hun leeftijd, doorgaande en passende ondersteuning krijgen op weg naar zelfstandigheid. Jongeren/jongvolwassenen gaan met vertrouwen hun toekomst richting zelfstandigheid tegemoet doordat zij zich gesteund weten door een maatschappij waarin zorg is voor de belangen van jongeren.
2.4 Artikel 12 Thema Herstel en veerkracht op school: Verzachten van de corona effecten op de leergroei en sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen en het verstevigen van de sociale basis op en rond de school
In lijn met het doel van deze nadere regel genoemd in artikel 2 heeft dit thema enerzijds als doel om de corona effecten op de leergroei en sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen in het PO en VO te verzachten door middel van school- of schoolbestuuroverstijgende inzet. Anderzijds biedt dit thema de mogelijkheid om initiatieven te honoreren die het dagelijkse leven en de veerkracht van kinderen en jongeren versterken door het verstevigen van de sociale basis op of rond de school. De inzet is daarbij gericht op het versterken van de verbinding tussen school en andere partijen in het leven van kinderen en ouders.