Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lelystad

Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels met betrekking tot ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg 2009-2012 (Nota Zorg voor elkaar, Beleid voor ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg 2009-2012)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLelystad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels met betrekking tot ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg 2009-2012 (Nota Zorg voor elkaar, Beleid voor ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg 2009-2012)
CiteertitelNota Zorg voor elkaar, Beleid voor ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg 2009-2012
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-04-2009bestaande beleidsregel

09-04-2009

Onbekend

Nr. B09-03133

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels met betrekking tot ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg 2009-2012 (Nota Zorg voor elkaar, Beleid voor ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg 2009-2012)

 

Collegebesluit

 

Nummer: B09-03133

 

Het college van de gemeente Lelystad,

 

BESLUIT

 

De navolgende beleidsregel vast te stellen

Zorg voor elkaar, Beleid voor ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg 2009 - 2012

 

 

Inhoudsopgave

 

1.Mantelzorg en Vrijwilligerswerk in de Zorg

1.1 Inleiding 3

1.2 Wat is mantelzorg en wie zijn de mantelzorgers? 3

1.3 Welke hulp bieden mantelzorgers? 4

1.4 Waar lopen mantelzorgers tegenaan? 4

1.5 Toekomstige ontwikkelingen 5

1.6 Vrijwilligerswerk in de zorg 5

1.7 Slot 6

 

2. Mantelzorg in fasen

2.1 Inleiding 8

2.2 De mantelzorger uit beeld 8

2.3 De mantelzorger in beeld 8

2.4 De mantelzorger ondersteund 8

2.5 Slot 10

 

3. Landelijke situatie

3.1 Inleiding 11

3.2 Groei landelijk budget 11

3.3 Beleidsbrief mantelzorg en vrijwilligerswerk 2008 - 2011 11

 

4. Lokale situatie

4.1 Inleiding 13

4.2 Lokale cijfers 13

4.3 Huidig lokale inzet 14

4.4 Lokale ontwikkelingen 17

4.5 Overige lokale spelers 17

Slot 18

 

5. Beleidsdoelen 2009 - 2012

5.1 Inleiding 19

5.2 Beleidsdoelen mantelzorg 19

5.3 Beleidsdoelen vrijwilligerswerk in de zorg 22

5.4 Lokale ondersteuningsorganisatie voor mantelzorg en vrijwilligerswerk 22

5.5 Inzet gemeentelijke middelen 24

5.6 Globaal overzicht te verwachten prestaties vrijwilligerswerk in de zorg 27

 

Bijlage Vliegwiel Mantelzorgondersteuning

 

1.Mantelzorg en vrijwilligerswerk in de zorg

 

1.1 Inleiding

In Nederland ontvangen jaarlijks vele mensen zorg. Een vijfde deel (20%) ontvangt professionele zorg. De grootste groep ontvangt echter zorg van mensen uit hun omgeving, zogenaamde mantelzorg of een combinatie van professionele zorg en mantelzorg. Daarnaast hebben vrijwilligers een aandeel in het leveren van zorg; het zogenaamde vrijwilligerswerk in de zorg. In de volgende paragrafen (1.2 tot en met 1.5) wordt ingegaan op mantelzorg waarna in paragraaf 1.6 het vrijwilligerwerk in de zorg wordt besproken. Mantelzorg en vrijwilligerswerk in de zorg zijn beleidsterreinen die met de komst van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) in 2007 nadrukkelijker onder de aandacht zijn gekomen. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers is een prestatieveld1 binnen de Wmo en verplicht gemeenten tot het voeren van een actief beleid op dit terrein. Opgemerkt wordt dat het gemeentelijk beleid met betrekking tot het algemeen vrijwilligerswerk beschreven staat in de nota "Voor elkaar" 'Nota vrijwilligersbeleid 2007 tot en met 2010'.

 

1.2 Wat is mantelzorg en wie zijn die mantelzorgers?

Mezzo - de landelijke belangenvereniging voor mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg - omschrijft op haar website mantelzorgers als volgt:

 

Mantelzorgers zorgen langdurig en onbetaald voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis. Mantelzorgers zijn geen beroepsmatige zorgverleners, maar geven zorg omdat zij een persoonlijke band hebben met degene voor wie ze zorgen. Mantelzorg is niet de alledaagse zorg zoals de zorg voor een gezond kind. (Bron: www.mezzo.nl)

 

Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) hanteert de volgende definitie van mantelzorg:

 

Mantelzorg is de onbetaalde zorg die Nederlanders geven aan familie en vrienden met gezondheidsproblemen. (Bron: www.scp.nD

Aanvullend op de definitie hanteert het SCP een vuistregel om te bepalen wanneer er daadwerkelijk sprake is van mantelzorg. Deze vuistregel - waarvan veel gemeenten en zorginstellingen in hun beleid uitgaan - luidt:

 

Van mantelzorg is sprake wanneer er langer dan 3 maanden of meer dan 8 uur per week hulp geboden wordt. (Bron: www.scp.nl)

 

Mensen met een indicatie voor zorg op grond van de AWBZ2 kunnen sinds enige tijd ook een beroep doen op een persoonsgebonden budget (Pgb). Met het Pgb kunnen zij bijvoorbeeld de mantelzorger een bedrag betalen voor de zorg die hij verleend. Op die manier kan de mantelzorger (deels) financieel gecompenseerd worden.

 

Mantelzorg heeft een aantal specifieke kenmerken:

  • Voor mantelzorg wordt niet gekozen, het overkomt je

  • Mantelzorg wordt niet in georganiseerd verband verricht;

  • De zorg is gericht op de zorgbehoefte van een ander;

  • Het gaat om hulp bij de persoonlijke verzorging, hulp bij de huishoudelijke taken, enz;

  • De zorgverlening heeft een relatief duurzaam karakter;

  • Mantelzorg vloeit voort uit een bestaande persoonlijke relatie;

  • De zorg wordt niet beroepsmatig verleend en niet betaald;

  • Mantelzorg kan door omstandigheden zodanig zijn dat het niet vrijwillig is.

 

In Nederland zorgen ongeveer 2,4 miljoen mensen langer dan 3 maanden of meer dan 8 uur per week voor een naaste (Bron: SCP, Mezzo, VNG, 2003). Een groot deel van de mantelzorgers is prima in staat deze zorg te combineren met een baan, studie, gezin, kortom het eigen leven. Onderzoek van het SCP (uit: De mantelval. Over de dreigende overbelasting van de mantelzorger) toont aan dat mantelzorg toeneemt en dat onder mantelzorgers overbelasting toeneemt. Uit recent onderzoek (uit: Betrekkelijke betrokkenheid. Studies in sociale cohesie) blijkt dat in 2007 een mantelzorger gemiddeld 17 uur per week zorg aan een naaste verleend en dit langer dan 3 maanden doet.

Mezzo vraagt de aandacht voor specifieke groepen mantelzorgers. Jonge mantelzorgers vormen een groep die zich vaak aan het zicht onttrekt. Jonge mantelzorgers kunnen de meest uiteenlopende taken en verantwoordelijkheden hebben. Het betreft (jonge) kinderen die bijvoorbeeld thuis koken, boodschappen doen en voor broertjes en zusjes zorgen omdat de ouders daartoe niet of onvoldoende in staat zijn. Dit gaat verder dan thuis een handje meehelpen en kan onverantwoorde vormen aannemen. Hoewel kinderen en jongeren die opgroeien met zorg in vergelijking met leeftijdsgenoten eerder zelfstandig zijn en al vroeg praktische vaardigheden leren, overheersen de negatieve gevolgen op korte en langere termijn. "Jonge mantelzorgers behoren tot een risicogroep. Zij hebben onder meer een verhoogde kans op depressiviteit, hebben slechtere schoolprestaties en weinig tijd voor vrienden. Ook kunnen de ervaringen van jonge mantelzorgers doorwerken in hun volwassen leven. Jonge mantelzorgers moeten daarom in een vroeg stadium erkend en ondersteund worden. Dit komt naar voren uit een inventarisatie die het Nivel uitgevoerd heeft in opdracht van Mezzo, Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwilligerszorg" (Mezzo, persbericht, april 2008). Het signaleren van jonge mantelzorgers is een groot knelpunt.

Een tweede groep betreft allochtone mantelzorgers. In bepaalde culturen is het normaal dat een gezin (vaak vrouwen) alle zorg op zich neemt voor een familielid (bijvoorbeeld een gehandicapt kind) dat niet (meer) in staat is voor zichzelf te zorgen. In sommige gevallen blijft deze zorgsituatie verborgen voor de buitenwereld of geeft de zorg dusdanig veel druk op de mantelzorger, dat professionele ondersteuning nodig is. Allochtone mantelzorgers weten niet altijd de weg te vinden naar die ondersteuning.

Een derde groep betreft werkende mantelzorgers. Mantelzorgers die nog actief zijn in het arbeidsproces en regelmatig in de knel raken tussen hun baan en mantelzorg. Telefoontjes plegen tijdens het werk omdat instellingen alleen tijdens kantooruren bereikbaar zijn of plotseling weg moeten van het werk zijn zaken waarmee mantelzorgers die werken te maken hebben. Vrije dagen gaan op aan het brengen van bezoekjes aan huisartsen, ziekenhuizen, en dergelijke waardoor er nauwelijks dagen overblijven om een keer langer vakantie te nemen. Het is voor mantelzorgers in sommige gevallen lastig op vakantie te gaan, omdat er niet altijd iemand is aan wie de zorg tijdelijk kan worden overgedragen. Niet alle werkgevers hebben het personeelsbeleid afgestemd op mantelzorg. Het gevolg kan zijn dat mantelzorgers (langdurig) uitvallen door ziekte en zowel de werkgever als de werknemer de dupe is. Binnen deze groep vormen vrouwen van circa 40 tot 60 jaar oud een extra kwetsbare groep. Naast de mantelzorg die zij verlenen aan bijvoorbeeld hun ouders, werken ze vaak en hebben het eigen gezin met daarbij horende huishoudelijke taken. Het sociale leven schiet er dan nogal eens bij in.

 

1.3 Welke hulp bieden mantelzorgers?

Over de hulp die door mantelzorgers wordt geboden zijn diverse artikelen en documenten verschenen waarin steeds weer verschillende categorieën worden gevormd om de hulpvormen in onder te verdelen. Het SCP onderscheidt in haar studie "Vrij om te helpen" vier categorieën:

  • a.

    Huishoudelijke verzorging: denk aan boodschappen doen, eten koken, de was doen, schoonmaken;

  • b.

    Persoonlijke verzorging: (helpen bij het) wassen, eten, aankleden, tillen / verplaatsen van de zorgvrager;

  • c.

    Psychosocialebegeleiding: bij een naaste die met psychische, psychiatrische of psychosociale problemen kampt;

  • d.

    Verpleegkundige hulp; zoals het verzorgen van een wond, het toedienen van injecties, etcetera.

Veel mantelzorgers vervullen taken uit de eerste categorie, maar alle combinaties komen voor.

 

1.4 Waar lopen mantelzorgers tegenaan?

Vanuit verantwoordelijkheid en respect voor verwanten en naaste omgeving pakken veel mantelzorgers zorg op. De meesten lopen daarbij niet tegen problemen aan. Het geeft hen juist voldoening zich in te zetten voor een ander. Er zijn echter ook mantelzorgers die wel tegen problemen aan lopen. De problemen (naast de zorgen om de zorgvrager) waarmee een mantelzorger te maken kan krijgen, zijn zeer uiteenlopend. Om het te structureren verdelen we deze problemen onder in een aantal categorieën, te weten:

  • a.

    Fysieke problemen; door extra lichamelijke inspanning bij het verzorgen kunnen allerlei fysieke ongemakken optreden. Ook kan worden gedacht aan verschijnselen van stress en een burn-out;

  • b.

    Praktische problemen; het verzorgen van mensen is niet eenvoudig. Voor de ene mantelzorger is het opdoen van kennis en kunde eenvoudiger dan voor de ander;

  • c.

    Psychische problemen; met name wanneer mantelzorgers te maken hebben met chronisch of ongeneeslijk zieken legt mantelzorg een behoorlijk beslag op de psyche;

  • d.

    Relationele problemen; de relatie zorgvrager - mantelzorger verandert in de tijd. Zeker als er voorheen sprake was van een meer "gelijkwaardige" relatie kan dat tot problemen leiden. Claimgedrag van de zorgvrager kan een oorzaak van relationele problemen vormen. De zorgvrager wordt dan te veeleisend of onredelijk ten opzichte van de mantelzorger en dat leidt tot spanningen. Verder kunnen bepaalde ziekten het gedrag van de zorgvrager agressiever maken, dit kan bedreigend zijn voor de mantelzorger;

  • e.

    Sociale problemen; zwaarbelaste mantelzorgers komen tijd tekort en dat gaat meestal ten koste van het eigen sociale leven. Een dagje of avondje "vrij" wordt steeds lastiger te combineren met de mantelzorg. Dit kan leiden tot een afname van sociale contacten of in extreme gevallen tot sociaal isolement;

  • f.

    Financiële problemen; er zijn extra kosten vanwege ziekte die (mede) voor rekening van de mantelzorger komen. Daarnaast moet de mantelzorger soms kiezen tussen onbetaalde mantelzorg en betaalde arbeid;

  • g.

    Gebrek aan (professionele) ondersteuning: de mantelzorger weet niet dat er ondersteuning is, waar hij ondersteuning kan vinden of de benodigde ondersteuning is er daadwerkelijk niet cq. sluit niet aan op de vraag.

 

1.5Toekomstige ontwikkelingen

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) verwacht in de komende tien jaar mede door de vergrijzing een groei van het aantal mantelzorgers in de leeftijdsgroep 65 tot 74 jaar. Zij verwacht verder dat het aantal ontvangers van mantelzorg en vrijwilligerszorg tussen 2006 en 2020 behoorlijk zal stijgen, daarbij baseert ze zich op de publicatie "Blijvend in balans" van het SCP.

Het SCP verwacht dat door demografische ontwikkelingen op het gebied van leeftijdsopbouw van de bevolking en samenstelling van huishoudens de druk op mantelzorgers in de komende 20 jaar zal toenemen. Ook veranderingen cq. verschuivingen in de AWBZ hebben gevolgen voor mantelzorgers. Zo kan het strenger indiceren in het kader van de AWBZ en de Wmo voor mantelzorgers tot een zwaardere belasting leiden. Vanaf 1 januari 2009 zijn voorts een deel van de functies ondersteunende en activerende begeleiding uit de AWBZ komen te vervallen. De verwachting is dat hierdoor het beroep op mantelzorgers zal toenemen. Het SCP heeft verder becijferd dat het gemiddeld aantal uren mantelzorg dat wordt verleend tussen 2004 en 2007 is gestegen. In 2004 werd gemiddeld 13 uur per week mantelzorg verleend, in 2007 is dat gestegen naar gemiddeld 17 uur per week.

Het NIZW3 verwacht dat een aantal maatschappelijke ontwikkelingen ervoor zal zorgen dat er vanuit het sociaal netwerk van mensen minder hulp kan worden verwacht. Bijvoorbeeld doordat vrouwen meer gaan werken, ouderen langer moeten werken en het aantal werklozen daalt. Daarnaast verwacht het NIZW dat kinderen wat meer van hun ouders afgroeien, waardoor zij minder de verplichting voelen voor hen te zorgen. Tevens willen ouders in toenemende mate onafhankelijk zijn van hun kinderen. Doordat de bevolking groeit neemt het aanbod van mantelzorg niet af door deze ontwikkelingen, aldus het NIZW. Anderzijds neemt de zorgvraag wel toe door vergrijzing en een groeiende bevolking. De druk op mantelzorg zal dus ook in de toekomst blijven bestaan. Daarom staan gemeenten en maatschappelijke organisaties met de komst van de Wmo voor de uitdaging om een stevige, lokale ondersteuningsstructuur op te bouwen voor mantelzorgers.

 

1.6 Vrijwilligerswerk in de zorg

Mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg worden vaak in één adem genoemd. In de Wmo zijn ze in één prestatieveld opgenomen. De begrippen mantelzorg en mantelzorgers zijn hiervoor al beschreven, hier wordt nader ingegaan op het begrip vrijwilligerswerk in de zorg.

Vrijwilligers in de zorg zetten zich in hun vrije tijd in voor de samenleving. Landelijk bekende organisaties die zich op dit terrein begeven en vrijwilligers in de zorg begeleiden zijn bijvoorbeeld het Rode Kruis, Humanitas en De Zonnebloem. Ook vanuit kerken en moskeeën zijn veel vrijwilligers actief in het verlenen van zorg. De activiteiten die de vrijwilligers uitvoeren kunnen zich ook op het welzijnsvlak begeven. De vrijwilliger bepaalt in belangrijke mate zelf welke taken hij of zij wil uitvoeren. Taken variëren van gaan wandelen met iemand, het bieden van hulp in het huishouden tot het begeleiden van een terminaal zieke patiënt. Vrijwilligers worden niet zelden het cement van de samenleving genoemd, of het nu om vrijwilligers gaat in het verenigingsleven of vrijwilligers in de zorg. Vrijwilligers leveren een positieve bijdrage aan de maatschappij en krijgen voor hun vrijwilligerswerk bovendien doorgaans waardering en sociale contacten terug. Vrijwilligers in de zorg - zoals vrijwillige thuiszorgmedewerkers - zetten zich in voor de (kwetsbare) medemens en tonen medeverantwoordelijkheid. Daarin lijken vrijwilligers in de zorg en mantelzorgers dan ook op elkaar.

Hoewel er overeenkomsten zijn, verschillen mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg op diverse punten van elkaar. Ter verduidelijking wordt hier in schema een aantal verschillen weergegeven:

 

Vrijwilligers in de zorg

Mantelzorgers

Zorg / hulp naast of in plaats van professionele zorq

extra hulp voor iemand in eiqen kring / sociaal netwerk

Niet afdwingbaar door overheid, wel stimulans vrije keuze

Niet afdwingbaar door de overheid, in principe vrije keus, maar wel sprake van morele plicht

Bewuste keuze

Overkomt je

Motivatie: uit liefde, verantwoordelijkheid, Motivatie: uit liefde, verantwoordelijkheid, behulpzaamheid ervaring op willen doen, verrijking

Motivatie: uit liefde, verantwoordelijkheid, behulpzaamheid

Vanuit georganiseerd verband

Ongeorganiseerd

Meestal onbetaald, mogeliike vergoedinq

Onbetaald, soms vergoeding via pgb mogelijk

Afgebakend in tijd

Doorlopend, soms 24 uur per dag

Je bepaalt zelf de aard van het werk

Ongedifferentieerd, je doet alles, ook wat je niet of minder ligt

Waardering van anderen

Wordt door velen als vanzelfsprekend gezien

Collegiale contacten

Beperkt je in onderhouden van andere contacten

Coördinatie, deskundiqheidsbevorderinq

Geen feedback

Je geeft je eigen grenzen aan

Risico van overbelasting (psychisch, fysiek) en sociaal isolement

Tijdsbesteding gemiddeld 17 uur per maand

 

Tijdsbesteding gemiddeld 17 uur per week

(Bron: www.e1z.nl, website expertisecentrum informele zorg, 2006)

 

De belangrijkste overeenkomst is dat het bij beiden om mensen gaat die een ander helpen en ondersteunen en daarom een belangrijke functie hebben in de samenleving. Het belangrijkste verschil is dat bij mantelzorg vaak geen sprake is van een vrijwillige keuze. Eerder voelt het voor de mantelzorger als een morele verplichting of vanzelfsprekendheid ten opzichte van de zorgvrager. Een vrijwilliger in de zorg daarentegen kiest er zelf voor om vrijwilligerswerk te gaan doen en kan hier in principe op elk willekeurig moment weer mee stoppen.

Een ander belangrijk verschil tussen een mantelzorger en een vrijwilliger in de zorg is dat de eerste emotioneel betrokken is en dat de tweede (zeker in het begin) wat meer afstand heeft tot de zorgvrager. Daardoor is een vrijwilliger beter in staat bepaalde grenzen te stellen voor wat betreft de zwaarte van de te leveren zorg en de tijdsinvestering die wordt gevraagd. Vrijwilligers nemen geen taken over van professionals, terwijl dat bij mantelzorgers in voorkomende gevallen wel gebeurd. Combinaties in het verlenen van zorg van professionele hulpverleners, vrijwilligers en mantelzorgers komen in diverse vormen voor. Dit vergt een goede afstemming en planning.

Het gaat bij mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg altijd om evenwicht. Essentieel is het dat er evenwicht is tussen de draaglast die op hen rust en de draagkracht die ze zelf inbrengen. Wanneer de balans te ver doorslaat naar de negatieve kant, dreigt overbelasting en is ondersteuning gewenst.

 

1.7 Slot

 

Het verlenen van mantelzorg of het doen van vrijwilligerswerk in de zorg verdient waardering. Daarom moeten mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Wanneer alle zorg die in Nederland nodig is door professionele hulpverleners zou worden geboden, dan is de rekening niet meer te betalen4; mantelzorgers en vrijwilligers zijn letterlijk onbetaalbaar! Mantelzorgers en vrijwilligers (in de zorg) tonen een verantwoordelijkheidsgevoel dat in de Wmo centraal staat: "eerst kijken wat je zelf kan doen of in je omgeving kan organiseren, doe dan pas een beroep op professionele voorzieningen". De gemeente Lelystad onderstreept die gedachte en zal in deze nota aangeven hoe zij dat op lokaal niveau wenst in te vullen.

 

 

2. Mantelzorg in fasen

 

2.1 Inleiding

Het organiseren van voldoende, adequate ondersteuning voor mantelzorgers is een uitdaging voor gemeenten. Voordat een mantelzorger daadwerkelijk ondersteund kan worden, moet hij op enig moment in beeld zijn. Dat is niet altijd een vanzelfsprekendheid, alleen al omdat veel mensen niet weten dat ze mantelzorger zijn. We onderscheiden drie fasen die de mantelzorger moeten leiden naar ondersteuning:

  • a.

    de mantelzorger uit beeld; de mantelzorger is (nog) niet bekend bij het steunpunt, zorgloket, ouderenadviseurs, e.d. De mantelzorger weet soms zelf niet dat hij / zij mantelzorger is (erkenning en herkenning);

  • b.

    de mantelzorger in beeld; de mantelzorger gaat zelf op zoek naar ondersteuning bij de lokale instellingen, professionals of wordt door hen gesignaleerd;

  • c.

    de mantelzorger ondersteund; nadat de mantelzorger terecht komt bij het steunpunt, zorgloket, e.d. wordt de juiste ondersteuning geregeld.

Hierna worden in drie paragrafen bovenstaande fasen nader uitgewerkt.

 

2.2 De mantelzorger uit beeld

In deze fase is de mantelzorger nog niet in beeld bij de gemeente noch bij andere instellingen die de mantelzorger naar ondersteuning kunnen doorverwijzen. Mantelzorgers hoeven ook niet allemaal in beeld te zijn. Zolang mantelzorgers zich prima redden is de noodzaak er niet. Pas wanneer mantelzorgers overbelast dreigen te raken of ondersteuning nodig hebben moeten zij in beeld zijn. De weg naar ondersteuning is niet voor iedere mantelzorger bekend. Juist de mantelzorger die de ondersteuning het hardst nodig heeft, ontbreekt het vaak aan de tijd zich te verdiepen in ondersteuningsmogelijkheden. Veel mantelzorgers zijn zich er niet van bewust dat ze mantelzorger zijn. Ze kennen de term niet en zien het als gebruikelijk en vanzelfsprekend dat zij de zorg voor hun partner, ouder of kind op zich nemen. Ook in hun omgeving (familie, vrienden, buren, maar ook de huisarts, de leerkracht, de werkgever, etcetera) worden zij niet herkend als mantelzorger. Door de toenemende aandacht voor mantelzorg neemt de bewustwording van mantelzorgers toe en ontstaat er meer erkenning voor de belangrijke rol die mantelzorgers in de samenleving innemen.

Het actiever onder de aandacht brengen van mantelzorg en het mobiliseren van allerlei maatschappelijke organisaties en professionals om nadrukkelijk mantelzorg te signaleren, moet ertoe leiden dat mantelzorgers vroegtijdig in beeld zijn, zodat vanuit preventief oogpunt ondersteuning kan worden gerealiseerd op het juiste moment.

 

2.3 De mantelzorger in beeld

De mantelzorger kan in feite op twee manieren in beeld komen. Ten eerste doordat hij zich er bewust van wordt, dat hij mantelzorger is. Indien hij behoefte heeft aan ondersteuning en onvoldoende bekend is met de mogelijkheden, zal hij informatie inwinnen bij de huisarts, de ouderenadviseur, een wijkpost, het steunpunt mantelzorg, het zorgloket, enzovoorts. Daardoor is hij in beeld en is ondersteuning dichterbij. Om een mantelzorger voldoende te ondersteunen is een goed beeld van zijn situatie nodig. Integrale vraagverheldering is daarbij een goede methode om tot de kern van de mantelzorgsituatie door te dringen. Dat wil zeggen door breder te kijken dan alleen de eerste vraag die de mantelzorger stelt, komen ook andere knelpunten naar voren. Knelpunten kunnen zich voordoen op vele terreinen als wonen, welzijn, zorg, onderwijs, werk, inkomen of inburgering. Het achterhalen van de zogenaamde "vraag achter de vraag" leidt in deze fase tot de juiste ondersteuning. De tweede manier waarop een mantelzorger in beeld komt is signalering. iedereen kan mantelzorgers signaleren: familie, vrienden, buren, kennissen, collega's, enzovoorts. Heel veel mensen hebben mantelzorgers in hun directe omgeving. Van bepaalde beroepsgroepen mag verwacht worden dat zij mantelzorgers (actief) signaleren en doorverwijzen naar de juiste plaats indien er behoefte is aan informatie, advies of ondersteuning. Met name professionals die werkzaam zijn op terreinen als wonen, welzijn en zorg vervullen een signaleringsfunctie. Te vaak nog zijn mantelzorgers onvoldoende in beeld bij zorginstellingen of andere betrokken organisaties, waardoor signalering en doorverwijzing onvoldoende uit de verf komt.

 

2.4 De mantelzorger ondersteund

Mantelzorgers staan niet altijd open voor ondersteuning. Het gaat soms te snel voor hen of de zorgvrager. Vaak is het een geleidelijk proces waarin de mantelzorger en de zorgvrager in gaan zien dat de mantelzorg tot overbelasting kan leiden en dat ondersteuning nodig is. Daarom bestaan er diverse vormen van ondersteuning. Van een simpele boodschappendienst tot een weekendverblijf in een zorghotel. Met een breed en kwalitatief goed ondersteuningsaanbod is het daarom mogelijk om mantelzorgers ondersteuning op maat te bieden. De volgende vormen van ondersteuning zijn mogelijk:

 

a. praktische ondersteuning

In de eerste plaats kan gedacht worden aan kleine klusjes in en om het huis, zoals het opknappen van de tuin, het aansluiten van een computer, eenvoudig schilderwerk, enzovoorts. In dat geval kan een vrijwilliger een ontlastende factor zijn voor de mantelzorger. Andere ondersteuningsvormen zijn een boodschappendienst of hulp bij het huishouden (in het kader van de Wmo). Door deze ondersteuning kan de mantelzorger zich blijven richten op zijn zorgtaken en worden hem andere klusjes uit handen genomen. Deze vormen van ondersteuning worden vaak als praktische ondersteuning aangeduid.

 

b.respijtzorg

Het komt voor dat de mantelzorger even ontlast moet worden van zijn zorgtaken. Dat kan door een vrijwilliger die voor een korte periode (een paar uurtjes) in huis komt om de zorgvrager gezelschap te houden, zodat de mantelzorger er even uit kan. Er zijn ook uitgebreidere vormen van respijtzorg. De zorgvrager verblijft bijvoorbeeld een heel weekend in een zorghotel, zodat de mantelzorger een weekend vrijaf heeft om de accu weer op te laden. Sinds enkele jaren zijn zorgboerderijen in opkomst. Op een zorgboerderij kan de zorgvrager een dag(deel) verblijven zodat de mantelzorger tot rust kan komen of juist de tijd heeft voor andere zaken als werk, opleiding of het huishouden.

 

c.lotgenotencontact

In veel gemeenten zijn er vormen van lotgenotencontact, een gelegenheid voor mantelzorgers elkaar te treffen. Bij elkaar vinden ze begrip en kunnen ze ervaringen uitwisselen. Vaak is er professionele begeleiding aanwezig en worden voorlichtingsbijeenkomsten gehouden.

 

d.mantelzorgmakelaar

Een relatief nieuwe voorziening is de mantelzorgmakelaar. Deze is gespecialiseerd in het overnemen van een aantal regeltaken van de mantelzorger. Een mantelzorger moet doorgaans veel regelen voor de zorgvrager. Afspraken met de huisarts, het ziekenhuis, maar ook met CIZ5 , zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeente, enzovoorts. Daarnaast moet de mantelzorger soms afspraken maken met zijn werkgever of bij de uitkeringsinstantie een (tijdelijke) ontheffing van de sollicitatieplicht regelen. Het kost veel tijd en energie om alle informatie uit te zoeken, te lezen en begrijpen. Een mantelzorgmakelaar is volledig thuis in de wereld van de zorg en kan deze regeltaken van de mantelzorger overnemen. Het plegen van telefoontjes, aanvragen en invullen van formulieren, aanvragen van een indicatie bij het CIZ, afspraken maken met instellingen is voor de mantelzorgmakelaar geen probleem. Steeds meer mantelzorgers kiezen ervoor om de regeltaken aan een mantelzorgmakelaar over te dragen. De mantelzorgmakelaar is in te huren voor een bedrag per uur. Een aantal zorgverzekeraars vergoedt deze kosten. In een beperkt aantal uur kan de mantelzorgmakelaar veel doen voor een mantelzorger. De mantelzorger kan zich op zijn zorgtaak concentreren in het vertrouwen dat de regeltaken bij de mantelzorgmakelaar in goede handen zijn.

 

e.systeemgerichte begeleiding

Mantelzorger worden heeft soms een behoorlijke impact op het leven. In een gezinssituatie heeft het invloed op de levens van alle gezinsleden. Steeds meer instellingen bieden dan ook vormen van begeleiding aan die niet alleen op het individu (de mantelzorger) gericht zijn maar op het gehele gezin. Er wordt ook wel gesproken van systeemgerichte begeleiding, waarbij het begrip "systeem" slaat op het gezin. Ervaringen met systeembegeleiding zijn op veel plaatsen in Nederland positief. Het bevordert de bewustwording van andere gezinsleden over mantelzorg en zorgt er voor dat de zorg wordt gedeeld. Als de mantelzorger niet wordt gezien als alleen maar een medezorgverlener, is het een effectieve manier voor het tegengaan en voorkomen van overbelasting bij mantelzorgers.

 

f.Informatie, educatie, expertise en vertegenwoordiging

In veel gemeenten bestaan organisaties die zich specifiek op vrijwilligers (in de zorg) en mantelzorgers richten. Deze organisaties vervullen voor de doelgroep een coördinerende- en expertise rol, en vertegenwoordigen de belangen van de mantelzorgers. Behalve de mantelzorgers, doen ook andere (vrijwillige) organisaties, bijvoorbeeld Humanitas en Zonnebloem, een beroep op deze adressen. Deze activiteiten leveren een belangrijke bijdrage aan een klimaat waarin mensen de zorg voor een ander op zich willen en kunnen nemen. Deze organisaties verzorgen verder vaak de informatievoorziening (bijvoorbeeld door: themabijeenkomsten, telefonisch meldpunt, mantelzorgkrant en website) en educatie (bijvoorbeeld door: cursussen over ziektes/ziektebeelden, training empowerment en voorlichtingsbijeenkomsten).

 

2.5 Slot

In de hoofdstukken 1 en 2 zijn de begrippen mantelzorg en vrijwilligerszorg toegelicht en zijn de verschillen en overeenkomsten besproken. Knelpunten, voorzieningen en specifieke groepen mantelzorgers zijn aan de orde geweest. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de landelijke situatie zoals rijksmiddelen die worden ingezet en landelijke kaders die gelden.

 

3.Landelijke situaties

 

3.1 Inleiding

Nadat in de vorige hoofdstukken is ingegaan op de begrippen mantelzorg en vrijwilligerswerk in de zorg, wordt in dit hoofdstuk nader ingegaan op de beleidskaders zoals die zijn gesteld vanuit het Rijk.

 

3.2 Groei landelijk budget

In de laatste jaren is er op rijksniveau steeds meer aandacht voor mantelzorgers. Dit komt onder andere tot uiting in het oplopende landelijke budget voor mantelzorg. In het jaar 2000 was er landelijk een budget van € 7,6 miljoen beschikbaar voor mantelzorg (Bron: Ministerie VWS). In 2007 bedroeg het landelijke budget € 32 miljoen. Daarnaast kwam in dat jaar in het kader van het "mantelzorgcompliment" een extra € 65 miljoen beschikbaar voor mantelzorg6 . De besteding van de € 32 miljoen valt onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. De middelen worden verdeeld via het Gemeentefonds. Verder worden er vanuit het ministerie nog middelen besteedt aan:

- Instellingssubsidies; (ruim € 9 miljoen aan o.a. Mezzo, Rode Kruis, Zonnebloem, VTA7 instellingen)

- Projectsubsidies; (ruim € 5 miljoen)

 

3.3 Beleidsbrief Mantelzorg en vrijwilligerswerk 2008 - 2011

Staatssecretaris Bussemaker van het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) stuurde in 2007 de beleidsbrief "Mantelzorg en Vrijwilligerswerk 2008-2011" naar de Tweede Kamer. In de beleidsbrief wijst de staatssecretaris op de belangrijke rol van vrijwilligers en mantelzorgers in de samenleving. "Vrijwilligers en mantelzorgers dragen bij aan de zelfredzaamheid en participatie van anderen en aan de verbinding en onderlinge betrokkenheid en sociale samenhang in onze maatschappij", aldus de staatssecretaris.

 

In de Wmo nemen mantelzorg en vrijwilligerswerk een belangrijke rol in. Om op de hoge zorgkosten te besparen is een groter beroep op de eigen verantwoordelijkheid van burgers een vereiste. Mantelzorgers en vrijwilligers (in de zorg) zijn actief in het gebied vóórdat er een beroep wordt gedaan op betaalde zorg. Het risico ligt op de loer dat er een te grote druk komt te liggen op mantelzorgers en vrijwilligers. Om dat te voorkomen vraagt de Wmo van gemeenten beleid te voeren om ondersteuning voor deze doelgroepen te realiseren. De staatssecretaris geeft in haar beleidsbrief aan dat gemeenten hiertoe de ruimte krijgen. Gemeenten kunnen toegespitst op de lokale situatie integraal beleid voeren, waarbij verbindingen worden gelegd tussen de ondersteuningsbehoefte van mantelzorgers en andere beleidsterreinen, zoals kinderopvang, de toewijzing van woningen, lokaal werkgelegenheidsbeleid, enzovoorts.

 

In haar beleidsbrief noemt de staatssecretaris 3 speerpunten voor de komende jaren. Ten eerste moeten alle mantelzorgers kunnen rekenen op een goed aanbod van ondersteuning, daartoe wil zij een aantal basisfuncties benoemen. De VNG8 en Mezzo ontwikkelen een gezamenlijke visie op mantelzorgondersteuning, zij worden door het ministerie daarin gestimuleerd in te gaan op het idee van de (basis)functies. Uiteindelijk dienen die basisfuncties als grond voor een gerichte kwaliteitsimpuls voor de lokale ondersteuning. Dit moet erin resulteren dat in 75% van de gemeentelijke plannen voor de tweede Wmo-cyclus deze basisfuncties zijn opgenomen. Daarin staat de ondersteuningsbehoefte van de mantelzorger in ieder geval centraal. De staatssecretaris gaat er in haar beleidsbrief vooralsnog van uit dat de basisfuncties zullen aansluiten bij het bekende "vliegwiel mantelzorgondersteuning", dat is ontwikkeld door EIZ9 Het vliegwiel is in de bijlage van deze nota opgenomen.

Het tweede speerpunt van de staatssecretaris betreft meer oog voor mogelijkheden om arbeid en mantelzorg beter te combineren. Om dit te bereiken wordt op dit terrein samengewerkt met de ministeries van SZW10 en BZK11 en enkele grote bedrijven om zodoende bij de overheid en andere (grotere) werkgevers een personeelsbeleid te stimuleren dat rekening houdt met werkende mantelzorgers. Zoals flexibele werktijden of de mogelijkheid zorgverlof op te nemen. Dit kan langdurige uitval van werknemers of arbeidsconflicten voorkomen. Dit wordt mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid genoemd.

Het derde speerpunt van de staatssecretaris betreft het terugdringen van het aantal overbelaste mantelzorgers (volgens haar schatting circa 200.000) wat een opdracht is voor de gemeenten. Oplossingen daarin liggen vooral op het gebied van adequate respijtzorg, zodat mantelzorgers weer evenwicht kunnen vinden in het combineren van arbeid, zorg, het gezin en het eigen sociale leven. Daarin zal de staatssecretaris aanvullend op de basisfuncties op lokaal niveau, vanuit het Rijk initiatieven stimuleren die bijdragen aan het ontlasten van mantelzorgers.

Op het gebied van vrijwilligerswerk in de zorg wordt vanuit het Rijk gestimuleerd dat mensen daarin verantwoordelijkheid op zich nemen. Zeker in het kader van de Wmo wordt een beroep gedaan op mensen om zelf naar anderen om te kijken in de eigen sociale omgeving, wijk en buurt. Ook de ontwikkelingen in het onderwijs zoals maatschappelijke stages worden nadrukkelijk betrokken bij het tekort aan handen in de zorgsector. Verder vindt er discussie plaats over hoe in te spelen op de zogenaamde "zilveren kracht", oftewel de grote groep mensen die bijna de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt maar wel nog gemotiveerd en capabel is om zich na hun pensioen al dan niet als vrijwilliger in te zetten in bijvoorbeeld de zorg.

 

4.Lokale situaties

 

4.1 Inleiding

Nadat in het vorige hoofdstuk de landelijke situatie nader is belicht, wordt nu ingegaan op de Lelystadse situatie van mantelzorg en vrijwilligerswerk in de zorg. In de volgende paragraaf (4.2) wordt met behulp van cijfers een beeld geschetst van de lokale situatie. In paragraaf 4.3 staat een overzicht van de huidige gemeentelijke inzet op het gebied van mantelzorg en vrijwilligerswerk in de zorg. In paragraaf 4.4 wordt kort ingegaan op twee, samenhangende, lokale ontwikkelingen. Naast de partijen die ten behoeve van mantelzorg en vrijwilligerswerk in de zorg subsidie van de gemeente ontvangen zijn er in Lelystad meer partijen actief die in paragraaf 4.5 onder de noemer overige lokale spelers kort worden besproken.

 

4.2 Lokale cijfers

a. Volwassenen (18 jaar en ouder)

Wanneer de gemiddelde landelijke cijfers over mantelzorg van het SCP worden vertaald naar Lelystad (op basis van (afgerond) 55.800 inwoners van 18 jaar en ouder, cijfers per 1 januari 2008), dan zijn er in Lelystad gedurende een kalenderjaar naar schatting:

  • ruim 10.500 mantelzorgers boven de 18 jaar (19%);

  • ruim 6.000 mantelzorgers vrouw (58% van 10.500) en bijna 4.500 man;

  • ongeveer 7.500 mantelzorgers (71%) tussen de 35 en 65 jaar;

  • ruim 2.000 mantelzorgers (20%) die hulp geven binnen het eigen huishouden en bijna 8.500 mantelzorgers die zorgen voor iemand buiten het eigen huishouden;

  • een kleine 6.000 mantelzorgers (56%) die mantelzorg met betaald werk combineren;

  • ruim 800 mantelzorgers (8%) die zich zeer zwaar of zelfs overbelast voelen.

 

Ter aanvulling wordt opgemerkt dat er op basis van de landelijke cijfers in Lelystad iedere maand ongeveer 7.300 mantelzorgers zijn (13% van 55.800 inwoners van 18 jaar en ouder). Het SCP geeft voorts aan dat uit hun onderzoek naar voren komt dat mannen gemiddeld gezien vaker hulp bieden op het praktische vlak (administratie, klussen), terwijl vrouwen actiever zijn op het gebied van huishoudelijke zorg, persoonlijke verzorging, begeleiding en toezicht. Vrouwen verrichten derhalve taken die weinig uitstel dulden en daarom lastiger met arbeid te combineren zijn. Van de mantelzorgers zorgt voorts 14% voor hun partner, 44% dat doet voor een ouder en 12% voor een vriend. Mantelzorgers hebben even vaak een betaalde baan als de rest van de volwassen Nederlandse bevolking en ongeveer hetzelfde opleidingsniveau, zij zijn echter minder vaak alleenstaand. Ten slotte blijken mantelzorgers die zich zeer zwaar of overbelast voelen last te hebben van stressklachten zoals een gevoel van gejaagdheid, concentratie- en slaapproblemen en verminderde eetlust. Vooral degenen die langdurig en intensief voor hun partner zorgen behoren tot de meest zwaar belaste mantelzorgers. Toch vertonen ook mensen die minder uren mantelzorg verlenen soms spanningsklachten.

 

b. Jongeren (tot 18 jaar)

In het rapport "Opgroeien met zorg" van het NIVEL12 uit 2008 wordt geconstateerd dat er geen precieze cijfers zijn over de omvang van de groep kinderen die opgroeien met een ziek of beperkt gezinslid. In "Opgroeien met zorg" wordt een onderzoek uit 2004 (Tielen) aangehaald waarin staat dat 10% van de jongeren tussen 12 en 15 jaar mantelzorgtaken verricht. Wanneer dit cijfer vertaald wordt naar Lelystad (op basis van (afgerond) 6.400 inwoners in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar, cijfers per 1 januari 2008), dan zijn er in Lelystad circa 640 jonge mantelzorgers (10%).

 

c. Leefsituatieonderzoek 2006

In 2006 hield de gemeente Lelystad een enquête (Leefsituatieonderzoek 2006) onder haar bevolking (2100 respondenten) waarbij onder meer aandacht is besteed aan mantelzorg en vrijwilligerswerk. Daarbij is mantelzorg als volgt gedefinieerd:

Mantelzorg is de zorg die u geeft aan een bekende uit uw omgeving, zoals uw partner, ouders, kind, buren of vrienden, als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is.

Deze zorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen, enzovoorts. Mantelzorg wordt niet betaald. (N.B. Een vrijwilliger vanuit een vrijwilligerscentrale is geen mantelzorger). Het gaat niet om de normale huishoudelijke verrichtingen in uw eigen huishouden.

Op de vraag of men in de afgelopen 12 maanden mantelzorg had verleend antwoordde 22% bevestigend. Van de respondenten verleende 16% nog steeds mantelzorg en 6% gaf aan dat in het afgelopen jaar gedaan te hebben maar dat op dit moment niet meer te doen. Van de mensen die mantelzorg hadden verleend, zorgde in de helft van de gevallen de mantelzorger voor een (schoon)ouder, 15% zorgde voor de partner of kind in het eigen gezin en 15% voor een vriend of kennis. De overige 20% zorgde voor een ander familielid, iemand uit de buurt of vulde "anders" in. De meeste zorg wordt besteed aan:

  • huishoudelijke taken (55%);

  • vervoer naar/ begeleiding bij activiteiten of bezoeken buitenshuis (51%) en

  • persoonlijke verzorging (34%).

Met name de laatste categorie kan intensieve vormen van mantelzorg aannemen. Gemiddeld besteden de mantelzorgers in Lelystad zo'n 9,4 uur per week aan mantelzorg. Van de mantelzorgers voelde:

  • 4% zich zeer zwaar of zelfs overbelast;

  • 13% zich tamelijk zwaar belast en

  • 39% enigszins belast;

  • de grootste groep (43%) zich niet of nauwelijks belast;

Van de mantelzorgers gaf verder 17% aan steun te willen ontvangen om de belasting te verminderen.

Het totale percentage inwoners dat mantelzorg verleend komt redelijk overeen met de resultaten van het hierboven aangehaalde SCP-onderzoek; in Lelystad verleende in een kalenderjaar op basis van het leefsituatieonderzoek 22% van de inwoners mantelzorg, landelijk is dit 19%. Voorts zorgt landelijk 20% van de mantelzorgers voor iemand uit het eigen huishouden. In Lelystad is dat 15%. Landelijk zorgt 44% voor een ouder; in Lelystad is dat 50%. Positief is dat de Lelystadse mantelzorgers zich minder vaak zeer zwaar of overbelast voelen (8% landelijk ten opzichte van 4% in Lelystad).

Uit het Leefsituatieonderzoek 2006 kwam naar voren dat circa 12% van de respondenten vrijwilligerswerk deed met betrekking tot buren-, bejaarden- of gehandicaptenhulp. Gemiddeld waren deze vrijwilligers circa 4 uur per week kwijt aan hun taken. Dat komt redelijk overeen met het landelijk gemiddelde van 17 uur per maand.

 

4.3 Huidige lokale inzet

Bij de invoering van de Wmo is de voormalige subsidieregeling CVTM13 die onder de AWBZ viel, onder verantwoordelijkheid van de gemeenten gebracht. In Lelystad is de besteding van deze middelen als volgt ingevuld.

 

  • 1.

    Project "De boer op"

Het project "De boer op" is ondergebracht bij lcare en is een samenwerkingsverband van Stichting De Verborgen Bron / Educatieve boerderij "De Huif', Stichting Coloriet en lcare Thuiszorg Flevoland. Onder begeleiding van gekwalificeerde medewerkers van De Huif, de thuiszorg en het verpleeghuis wordt er gedurende 5 dagen per week op de zorgboerderij De Huif dagbesteding aangeboden aan dementerenden. Ook hun partners (de mantelzorgers) kunnen aan de (aangepaste) activiteiten op De Huif deelnemen. De activiteiten voor de dementerenden worden betaald uit de AWBZ. De kosten van de activiteiten voor de mantelzorgers kunnen niet ten laste van de AWBZ worden gebracht. Deze kosten werden voorheen betaald uit de CVTM-regeling en worden thans door de gemeente gesubsidieerd. Het project voorziet duidelijk in een behoefte, zowel van de dementerenden als van hun mantelzorgers. Het is een uniek project waarbij dagbesteding op een boerderij wordt aangeboden. De subsidiëring van het project is in 2008 gecontinueerd en bedroeg € 21.658.

 

  • 2.

    Activerende huisbezoeken (LPPO14 )

In Lelystad worden alle senioren van 70 jaar en ouder bezocht (preventief huisbezoek). De senioren krijgen daarbij informatie over het dienstverlenings- en activiteitenaanbod in Lelystad. In aansluiting daarop worden, als hier aanleiding toe is, extra huisbezoeken gebracht aan een aantal senioren om extra ondersteuning te bieden. Deze laatste noemen we activerende huisbezoeken. De huisbezoeken worden afgelegd door vrijwillige senioren onder aansturing van een professioneel coördinator. De vrijwilligers werken nauw samen met het Team Ouderenadviseurs. In totaal zijn in 2007 bijna 700 senioren bezocht. Dit project past goed in het streven om het vrijwilligerswerk in de zorg te stimuleren. Verder wordt hiermee een bijdrage geleverd aan het beleid dat erop gericht is dat ouderen zolang mogelijk op een verantwoorde manier zelfstandig kunnen blijven wonen. De subsidiëring van de huisbezoeken is in 2008 gecontinueerd. Er is voor 2008 in totaal een subsidie van € 83.934 toegekend voor zowel de preventieve als de activerende huisbezoeken. De ene helft van dit bedrag wordt vanuit de Wmo (voormalige CVTM) betaald. De andere helft wordt uit de reguliere gemeentebegroting betaald.

 

  • 3.

    Meldpunt VrijwilligersZorg (SSGL15)

Het Meldpunt VrijwilligersZorg is ondergebracht bij de SSGL. Er zijn in 2007 ruim 100 vrijwilligers actief geweest. In totaal leverden zij ruim 10.000 uren hulp. Het meldpunt heeft een aantal hulpverleningsdiensten op het gebied van vrijwilligerszorg.

  • Praktische hulpdiensten; (boodschappen doen, wandelen, tuin bijhouden, meegaan bij bezoek aan huisarts of ziekenhuis, e.d.). Voor sommige 'diensten geldt een inkomensgrens, zodat de doelgroep die er gebruik van maakt ook echt de mensen zijn die het nodig hebben;

  • Toch Thuis (= vervanging van mantelzorgers); al nemen de vrijwilligers géén zorgtaken over, het betreft meer een oppasdienst, zodat de mantelzorger even vrijaf heeft;

  • Vrijwillige Terminale Zorg (VTZ); vrijwilligers nemen tijdelijk de taak over van de mantelzorger bij een terminaal zieke, zodat de mantelzorger even tijd voor zichzelf heeft (wordt vanuit het ministerie van VWS gesubsidieerd);

  • Vriendschap op Maat (VOM); een maatjesproject voor mensen met een psychiatrische achtergrond of chronisch zieken (bijvoorbeeld mensen met niet aangeboren hersenletsel);

  • JOZO (Jongeren in de zorg); jongeren worden in aanraking met zorg gebracht. Loopt circa 3 jaar. Onder andere vanuit fysiotherapie opleidingen lopen jongeren stage.

 

Voor het Meldpunt is het coördineren van de verschillende projecten een lastige klus, omdat zij voor de coördinatie grotendeels afhankelijk is van haar vrijwilligers. Dat heeft soms gevolgen voor kwaliteit en continuïteit. Met name het maatjesproject (VOM) vraagt het nodige aan coördinatie en begeleiding van vrijwilligers. Het Meldpunt heeft ten behoeve van uitbreiding van de (professionele) coördinatiecapaciteit, in overleg met Pluspunt en het Steunpunt Mantelzorg, in september 2008 een subsidieaanvraag ter hoogte van€ 40.000 ingediend.

Naast deze activiteiten heeft het Meldpunt een samenwerkingsovereenkomst gesloten met verpleeg­ en verzorgingshuis De Hoven om vrijwilligers in te zetten bij de terminale zorg in de palliatieve 16 unit "het Hofje". Hiervoor worden de vrijwilligers ( 2 dagdelen per week) ook getraind.

Het Meldpunt VrijwilligersZorg werkt ook samen met de Zonnebloem. De Zonnebloem heeft in Lelystad ook vrijwilligers. In sommige gevallen wisselen het Meldpunt en de Zonnebloem cliënten uit die zij kunnen ondersteunen met hun vrijwilligers.

De subsidiëring van vrijwilligerswerk in de zorg - zoals dat gebruikelijk was in de AWBZ - is gecontinueerd in 2008, waarbij in 2008 € 35.796 subsidie is toegekend aan het Meldpunt VrijwilligersZorg. Daarnaast ontvangt het Meldpunt jaarlijks€ 5.000 specifiek ten behoeve van JOZO.

 

  • 4.

    Steunpunt Mantelzorg

In de gemeente Lelystad is een Steunpunt Mantelzorg (ondergebracht bij Axion) actief. Daar werken diverse mantelzorgconsulenten die ondersteuning en begeleiding bieden aan mantelzorgers. Het Steunpunt Mantelzorg biedt mantelzorgers:

  • Emotionele ondersteuning;

  • Ondersteuning bij praktische zaken, zoals het invullen of toelichten van formulieren en het aanvragen van hulp;

  • Lotgenotencontact;

  • De gelegenheid vragen te stellen en advies in te winnen;

  • Vraaggerichte activiteiten;

Daarnaast zijn gespecialiseerde consulenten voor de volgende groepen in dienst bij het Steunpunt:

  • Jonge mantelzorgers

  • Marokkaanse/ Turkse mantelzorgers

  • Surinaamse/ Antilliaanse mantelzorgers

 

In 2008 subsidieert de gemeente Lelystad het Steunpunt Mantelzorg voor een basisbedrag van € 163.520. De volgende activiteiten worden daarmee door het Steunpunt gerealiseerd:

  • Registreren van mantelzorgers en bieden van individuele begeleiding

  • Individuele begeleiding aan circa 150 mantelzorgers;

  • Mantelzorgsalons;

  • 10x per jaar, circa 30-35 mantelzorgers per keer aanwezig;

  • NAH 17 -café;

  • Maandelijks, circa 20-25 bezoekers per keer;

  • In samenwerking met lnterakt Contour;

  • Wil men ook gaan opzetten voor jongvolwassenen met NAH;

  • GGz-band, bijeenkomsten voor GGz-mantelzorgers;

  • iedere 6 weken 15-20 bezoekers per keer i.s.m. STIP GGz

  • Alzheimer café;

  • 1x per maand i.s.m. Alzheimer Flevoland;

  • Vertegenwoordiging van mantelzorgers in de klankbordgroep Wmo;

  • Weerbaarheidscursus voor mantelzorgers;

  • 1x per jaar cursus "In evenwicht met jezelf'; 12-15 mantelzorgers per cursus;

  • 6 bijeenkomsten, 1 terugkomdag;

  • Inloopspreekuur;

  • Wekelijks;

  • 3-5 mantelzorgers per keer;

  • op 4 verschillende locaties in Lelystad;

  • Dag van de Mantelzorg jaarlijks op 10 november);

  • Deelname aan diverse informatiemarkten.

 

Naast deze directe ondersteuning probeert het Steunpunt Mantelzorg de lokale mantelzorgers ook op indirecte wijze te ondersteunen. Het Steunpunt is actief in lokale en regionale netwerken, stuurgroepen en werkgroepen en heeft daarnaast een landelijk netwerk opgebouwd. Hierdoor heeft zij in het verleden een aantal keer met succes landelijke subsidies geworven, onder andere voor het ondersteunen van jonge mantelzorgers. Het Steunpunt probeert via haar contacten met andere instellingen mantelzorgers te bereiken.

In 2007 nam in vergelijking met 2006 het aantal bij het Steunpunt geregistreerde mantelzorgers toe met 12%. Ook over 2008 is (per oktober) weer een grote toename waar te nemen van het aantal geregistreerde mantelzorgers bij het Steunpunt. Inmiddels staan 350 mantelzorgers bij het Steunpunt geregistreerd.

Mantelzorgers komen via diverse kanalen bij het Steunpunt terecht. Dat kan rechtstreeks doordat ze het Steunpunt kennen uit de media. Ook komen mantelzorgers bij het Steunpunt terecht via bijvoorbeeld de huisarts, ouderenadviseurs, welzijns- en zorginstellingen, het gemeentelijk Zorgloket of de woningcorporatie. Om deze toeleiding van mantelzorgers zo effectief mogelijk te laten zijn, investeert het Steunpunt in haar bekendheid en relatie met andere professionals en organisaties. Ten slotte komen ook mantelzorgers via mond op mond reclame bij het Steunpunt terecht.

Naast het basissubsidiebedrag (in 2008 € 163.520) is er in de gemeente Lelystad nog een éénmalig bedrag van € 185.043 gereserveerd voor mantelzorgondersteuning. Dit bedrag is opgebouwd uit de € 110.043 die het Ministerie van VWS heeft toegevoegd aan de Wmo-uitkering nadat het uitkeren van het "Mantelzorgcompliment" tot een onderbesteding leidde. Zie hiervoor ook hoofdstuk 3 van deze nota. In de Voorjaarsnota 2007 werd éénmalig € 75.000 gereserveerd voor versterking van de mantelzorgondersteuning in 2008. In 2008 is een deel van de € 185.043 reeds ingezet. Een subsidiebedrag van € 87.805 is toegekend aan het Steunpunt Mantelzorg voor het uitvoeren van de volgende activiteiten:

  • ondersteunen van mantelzorgers uit het Caribische gebied; de verwachting is dat de vraag vanuit deze hoek in de komende tijd aanzienlijk toe zal nemen; Kosten ureninzet: € 17.490, in 2009 zal dit worden ingebouwd in het reguliere aanbod;

  • aanbieden van een gratis Mezzo-jaarlidmaatschap aan mantelzorgers, inclusief een bijbehorend aantrekkelijk productpakket voor mantelzorgers; Totale kosten : € 9.100;

  • extra inzetten op het ondersteunen van nieuwe mantelzorgers; Extra inzet personeel: € 34.980;

  • versterken van de respijtzorg; Het Steunpunt zal de mogelijkheden van respijtzorg in Lelystad in beeld brengen en ervoor zorgen dat mantelzorgers en instellingen op de hoogte zijn van de mogelijkheden en het aanbod van respijtzorg. Het Steunpunt zal een website ontwikkelen waarop de beschikbare respijtzorg te vinden is. Extra ureninzet: € 26.235.

Bovenstaande houdt in dat er na toekenning van de€ 87.805 nog een bedrag is gereserveerd á € 97.238 ten behoeve van mantelzorgondersteuning. Voorstellen voor de besteding van dit bedrag zijn opgenomen in hoofdstuk 5 van deze nota.

 

  • 5.

    Subsidie cursus GGz-mantelzorgers (MeerkantenGGz)

Meerkanten GGz biedt ondersteuning aan mensen met geestelijke gezondheidsproblematiek. In de omgeving van GGz-patiënten bevinden zich mantelzorgers waarvoor onder meer Mezzo de aandacht vraagt van gemeenten en instellingen die ondersteuning bieden aan mantelzorgers. Omdat de zorg die deze mantelzorgers verlenen zich minder op het fysieke vlak afspeelt maar meer op het geestelijke is het minder zichtbaar. Meerkanten ontvangt subsidie (ruim€ 5.000) van de gemeente Lelystad voor het aanbieden van cursussen aan mantelzorgers voor omgaan met dementie, borderline en schizofrenie. Deze subsidie komt uit de voormalige AWBZ-subsidieregeling Collectieve Preventie GGz (CPGGz) die in de Wmo is overgegaan. De totale subsidie aan Meerkanten GGz in het kader van de CPGGz bedroeg in 2008 € 46.381.

 

  • 6.

    Buddyzorg Flevoland

Vanuit Buddyzorg Flevoland wordt door circa 12 buddy's afkomstig uit Lelystad en Almere buddyzorg verleend aan mensen met HIV/ AIDS. Afhankelijk van de vraag worden de buddy's in de verschillende gemeenten in Flevoland ingezet. De Vrijwilligers en Mantelzorg Centrale Almere (VMCA) ontvangt op basis van het aantal mensen dat begeleid wordt, al geruime tijd uit de reguliere gemeentelijke middelen, een bijdrage. In 2009 zal één Lelystedeling begeleid worden. Hiervoor ontvangt de VMCA € 2.000 gemeentelijke subsidie.

 

4.4 Lokale ontwikkelingen

In 'Voor elkaar, Nota vrijwilligersbeleid 2007 tot en met 201O' staat het gemeentelijk beleid inzake het algemeen vrijwilligerswerk beschreven. De nota "Voor elkaar' en 'Zorg voor elkaar' zijn aanvullend op elkaar en bestrijken samen het terrein van prestatieveld 4, 'ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers' in de Wmo.

In de nota 'Voor elkaar' is onder meer de aanbeveling opgenomen te kijken welke mogelijkheden er zijn om de samenwerking tussen het Steunpunt Mantelzorg, het Meldpunt VrijwilligersZorg en Pluspunt Vrijwilligerswerk verder invulling te geven. Het proces dat naar aanleiding hiervan in 2007 is gestart heeft er toe geleid dat de huidige drie organisaties voor vrijwilligerswerk en mantelzorg in Lelystad begin 2009 zullen samengaan in één nieuwe lokale ondersteuningsorganisatie voor vrijwilligerswerk en mantelzorg.

De Stichting Welzijn Ouderen Lelystad (SWOL), 3D jeugdwelzijnswerk) en de (drie partijen van de) nieuwe ondersteuningsorganisatie voor vrijwilligerswerk en mantelzorg (Pluspunt+) hebben medio 2008 een intentieverklaring getekend met daarin het voornemen medio 2009 te fuseren tot brede welzijnsinstelling voor Lelystad.

 

4.5 Overige lokale spelers

Naast de vorengenoemde organisaties zijn er meer lokale (of regionale) spelers die actief zijn op het gebied van mantelzorg en vrijwilligerszorg maar voor dit doel geen gemeentelijke subsidie ontvangen. Het betreft onder meer:

  • thuiszorginstellingen zoals lcare;

  • zorgaanbieders voor mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking zoals Triade en lnterakt Contour;

  • zorgaanbieders voor ouderen zoals Coloriet en Woonzorg Flevoland;

  • instellingen die zorg verlenen aan mensen met psychosociale en psychiatrische problematiek zoals Meerkanten GGz en Kwintes;

  • landelijke (vrijwilligers)organisaties zoals De Zonnebloem, het Rode Kruis, de Unie van Vrijwilligers en Humanitas;

  • de (lokale) kerken (zoals bijvoorbeeld via het Interkerkelijk Diaconaal Overleg) en moskeeën.

 

Met name de thuiszorginstellingen, de zorgaanbieders voor mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking en de zorgaanbieders voor ouderen hebben te maken met de mantelzorgers van hun cliënten. Een aantal van deze instellingen heeft reeds een actief mantelzorgbeleid, bij andere partijen is dit nog minder ontwikkeld. De landelijke vrijwilligersorganisaties zijn veelal georganiseerd in lokale of regionale afdelingen. Zij dienen een actief en adequaat vrijwilligersbeleid te voeren om hun bestand van vrijwilligers op peil te houden.

De instellingen die geen gemeentelijke subsidie ontvangen kunnen uiteraard wel gebruik maken van de deskundigheid, de ervaring en het netwerk van het Meldpunt VrijwilligersZorg, het Steunpunt Mantelzorg en ook Pluspunt Vrijwilligerswerk. Het Meldpunt, Steunpunt en Pluspunt hebben deze rol nu ook al. Deze drie instellingen zullen gevraagd worden deze rol in de nabije toekomst nog nadrukkelijker op te pakken door bijvoorbeeld actief de andere instellingen te benaderen en hun diensten aan te bieden.

 

4.6 Slot

In de hoofdstukken 3 en 4 is naar voren gekomen dat er zowel landelijk als lokaal steeds meer aandacht is voor mantelzorg en vrijwilligerswerk in de zorg. Dat uit zich in beleid en financiële middelen, maar ook in een meer gespecialiseerd ondersteuningsaanbod van maatschappelijke organisaties en professionals. In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op het Lelystadse beleid voor de toekomst.

 

5.Beleidsdoelen 2009-2012

 

5.1 Inleiding

In de Wmo wordt de nadruk gelegd op de eigen en medeverantwoordelijkheid van burgers voor het eigen welzijn en dat van mensen om hen heen. Deze eigen verantwoordelijkheid wordt de komende jaren alleen maar belangrijker gelet op de huidige en voorgenomen versobering van de AWBZ. Mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg tonen bij uitstek deze verantwoordelijkheid.

De algemene gemeentelijke doelstelling is om zowel voor mantelzorgers als vrijwilligers in de zorg de positie te versterken. In de volgende twee paragrafen, 5.2 en 5.3, wordt ingegaan op de wijze waarop de positie van mantelzorgers respectievelijk de positie van vrijwilligers in de zorg kan worden versterkt. In paragraaf 5.4 wordt ingegaan op de samenvoeging van de drie lokale organisaties voor vrijwilligerswerk en mantelzorg in één Lelystadse stichting. In paragraaf 5.5 worden voorstellen gedaan voor in de komende jaren uit te voeren activiteiten met daaraan gekoppeld de benodigde middelen.

 

5.2 Beleidsdoelen mantelzorg

De landelijke overheid heeft drie speerpunten voor de komende jaren met betrekking tot mantelzorg geformuleerd. Ten eerste moeten alle mantelzorgers kunnen rekenen op een goed aanbod van ondersteuning (basisfuncties), het tweede speerpunt betreft meer oog voor mogelijkheden om arbeid en mantelzorg beter te combineren en het derde speerpunt is het terugdringen van het aantal overbelaste mantelzorgers. In Lelystad zijn in totaal minstens 11.000 inwoners (zowel jongeren als volwassenen) die mantelzorg verrichten. Meer dan 6.000 van deze mantelzorgers combineren mantelzorg met een opleiding of betaald werk. In totaal bijna 900 mantelzorgers voelen zich zeer zwaar of zelfs overbelast. Het Steunpunt Mantelzorg biedt ondersteuning en begeleiding aan mantelzorgers.

In aansluiting op de landelijke speerpunten en gelet op het totaal aantal mantelzorgers en het aantal zeer zwaar of overbelaste mantelzorgers en in lijn met de activiteiten ten behoeve van mantelzorgers die het Steunpunt Mantelzorg reeds uitvoert kan het maatschappelijk effect dat de gemeente met mantelzorg wil bewerkstelligen als volgt worden geformuleerd:

 

De positie van mantelzorgers te versterken, zodat zij op een gezonde wijze de zorg kunnen combineren met een baan, opleiding, gezin en sociale activiteiten.

 

De gemeente verwacht dit te realiseren door zich - mede gebaseerd op de drie speerpunten van de staatssecretaris - de volgende beleidsdoelen te stellen:

  • 1.

    meer aandacht en waardering voor mantelzorgers;

  • 2.

    de mogelijkheden voor respijtzorg versterken;

  • 3.

    de inzet op bepaalde groepen mantelzorgers versterken;

  • 4.

    de mogelijkheden voor mantelzorgers om (regel)taken uit te besteden vergroten;

  • 5.

    een grote(re) betrokkenheid van (zorg)instellingen bij hun mantelzorgers.

Deze beleidsdoelen worden hierna verder uitgewerkt.

  • 1.

    De gemeente wil dat er meer aandacht en waardering voor mantelzorgers is. Zij wil dit bereiken door:

  • Jaarlijks rond de Dag van de Mantelzorg een lunch te organiseren voor de lokale mantelzorgers;

  • Mantelzorg positief in de publiciteit te brengen en daarmee onder de aandacht van burgers en organisaties, bijvoorbeeld door het wekelijkse artikel van het Steunpunt in de Flevopost en van tijd tot tijd artikelen in het Stadsbulletin;

  • Incidentele acties (zoals in 2008 het lidmaatschap van Mezzo via het Steunpunt).

 

  • 2.

    De gemeente wil de mogelijkheden voor respijtzorg versterken (speerpunt 3 van de staatssecretaris). De gemeente wil dit bereiken door het Steunpunt Mantelzorg:

  • de mogelijkheden en hiaten op het gebied van respijtzorg in beeld te laten brengen (inclusief eventuele verbeterpunten). Deze taak wordt met behulp van de extra subsidie in 2008 reeds uitgevoerd. Vervolgens zal de gemeente, samen met het Steunpunt, voor de organisatie, financiering en uitvoering van de eventuele verbeterpunten de juiste partijen tot actie aanzetten.

  • de mogelijkheden voor respijtzorg onder de aandacht te laten brengen bij instellingen, mantelzorgers en het (digitale) Zorgloket.

  • een website op te laten zetten en te onderhouden waarop het aanbod van respijtzorg in beeld wordt gebracht.

 

  • 3.

    De gemeente wil de inzet op bepaalde groepen mantelzorgers versterken. Het gaat daarbij om de volgende groepen:

 

  • a.

    Allochtone mantelzorgers

Door culturele verschillen gaan bepaalde allochtonen soms anders om met mantelzorg. Zij komen daardoor minder snel in beeld voor ondersteuning, waar de behoefte of zelfs noodzaak aan ondersteuning er wel is. Het Steunpunt Mantelzorg beschikt over consulenten voor Marokkaanse / Turkse (6 uur per week) en Antilliaanse (8 uur per week) mantelzorgers. De consulenten weten deze doelgroepen te bereiken. De vraag naar individuele begeleiding in deze groepen is stijgend. Mantelzorgproblematiek is desondanks nog weinig bespreekbaar. Binnen met name de Turkse en Marokkaanse gemeenschappen wordt aangegeven dat er wel voor elkaar wordt gezorgd. Overigens komt er veel ernstige multi-problematiek voor, waarvoor het Steunpunt de samenwerking met zorgorganisaties zoekt. Lotgenotencontact verloopt, mede vanwege de culturele component, eveneens moeizaam. In 2008 is al extra inzet voor mantelzorgers uit het Caribische gebied gerealiseerd. In 2009 zal dit ingebouwd worden in het reguliere aanbod. Voorgesteld wordt het aanbod voor allochtone mantelzorgers te versterken met ongeveer 4 uur per week.

 

  • b.

    GGz mantelzorgers

De vorm van zorg die de GGz mantelzorger levert, verschilt in veel gevallen behoorlijk van de gebruikelijke mantelzorg. Een psychiatrische stoornis is bijvoorbeeld niet altijd zichtbaar voor de buitenwereld. Verder vinden familieleden het vaak moeilijk om met anderen over de stoornis te praten. Ook kan de situatie van de patiënt plotseling verslechteren waardoor onmiddellijke actie is vereist. Vanwege de onvoorspelbaarheid van de stoornis blijft ten slotte in 'goede periodes' de angst voor terugval bestaan. De gemeente Lelystad wenst het bereik van deze groep mantelzorgers te vergroten door extra inzet van Meerkanten GGz, het Steunpunt Mantelzorg en eventueel STIP GGz te organiseren. In 2009 zal met deze partijen worden een plan van aanpak worden opgesteld om het bereik van deze doelgroep te vergroten.

 

  • c.

    Werkende mantelzorgers (speerpunt 2 van de staatssecretaris)

Bij het kabinet staat het verbeteren van de combinatie mantelzorg en betaalde arbeid hoog op de agenda. Het ministerie van VWS financiert daarom het meerjarig landelijk project Werk&mantelzorg (vervolg op Mantelzorg@work). Doel is om het personeelsbeleid in Nederland mantelzorgvriendelijker te maken. Op de website werkenmantelzorg.nl is hiertoe voor werkgevers een gereedschapskist beschikbaar. Hier wordt nog geen gemeentelijke inzet op gepleegd. De gemeente vindt het belangrijk dat werkgevers in Lelystad een mantelzorgvriendelijk personeels beleid voeren. De gemeente wil daarom dat het Steunpunt de website en de gereedschapskist bij werkgevers in Lelystad onder de aandacht brengt. Het Steunpunt Mantelzorg kan werkgevers / bedrijven in Lelystad voorlichten en indien gewenst begeleiden bij het mantelzorgvriendelijker maken van hun personeelsbeleid (bondgenootschappen met bedrijven).

 

Mantelzorgers die actief zijn in het arbeidsproces, kunnen problemen hebben met het vinden van een goede balans tussen arbeid, zorg en ontspanning. Met name de ontspanning komt bij deze groep onder druk te staan. Want de zorg kan niet zonder gevolgen worden geminderd en arbeid zorgt voor een inkomen. Een mantelzorgmakelaar kan regeltaken van mantelzorgers overnemen waardoor deze zich meer kan concentreren op zijn werk. Onder punt 4 wordt nader ingegaan op de mantelzorgmakelaar.

 

Naast de werkende mantelzorger is er de arbeidsplichtige mantelzorger die in de knel kan raken door de sollicitatieplicht of een reïntegratietraject. De gemeente Lelystad streeft ernaar om individuele gevallen waar mantelzorg in het spel is vanuit de afdeling Werk & Inkomen zorgvuldig te beoordelen. Het belang van de mantelzorger (en de zorgvrager) staat hierbij voorop. Bij sommige mantelzorgers biedt sociale activering kansen om met andere zaken dan alleen maar mantelzorg bezig te zijn. Andere mantelzorgers zijn juist gebaat bij (tijdelijke) vrijstelling van de sollicitatieplicht of het reïntegratietraject om zich volledig op de zorg te kunnen richten. Met Concern voor Werk is afgesproken dat in het kader van de sociale activeringstrajecten, waarbij sprake is van mantelzorg, een extra module kan worden aangeboden die de mantelzorger ondersteunt. Daarbij kan gedacht worden aan de inzet van een zorgmakelaar, training en respijtzorg. Voorgesteld wordt deze inzet te continueren.

  • d.

    Jonge mantelzorqers

Een groep mantelzorgers die minder snel wordt gesignaleerd betreft jonge mantelzorgers. Bij professionals is het begrip jonge mantelzorgers en de bijbehorende problematiek relatief onbekend. Gebleken is dat jonge mantelzorgers vooral behoefte hebben aan activiteiten met lotgenoten en minder behoefte hebben aan begeleiding. In de reguliere gemeentelijke subsidie is een bedrag opgenomen ten behoeve van mantelzorgondersteuning specifiek voor jonge mantelzorgers. Gezien het grote belang van een adequate signalering van jonge mantelzorgers wordt voorgesteld deze inzet te continueren.

Het Steunpunt Mantelzorg ontvangt verder van Mezzo een subsidie voor een pilotproject gericht op jonge mantelzorgers. De pilot is erop gericht om structureel de signalering van jonge mantelzorgers te verbeteren. Daarbij zoekt het Steunpunt o.a. de afstemming met scholen en andere instellingen (zoals bijvoorbeeld het Centrum voor Jeugd en Gezin en Bureau Jeugdzorg) die dichtbij de doelgroep opereren. Er wordt momenteel gewerkt om de signalering van jonge mantelzorgers in het Elektronisch Signaleringssysteem Alle Risicojeugd (ESAR) zoals dat in Flevoland provinciaal wordt gebruikt op te nemen. Naast de verbeterde signalering van jonge mantelzorgers, is een beter toegesneden begeleiding en ondersteuningsaanbod een doel in de pilot.

 

e. Partners van dementerende ouderen

Het leven met een partner waarbij dementie ontluikt kan zwaar zijn. In de meeste gevallen verergert de situatie met de tijd. Ondersteuning voor deze groep is gewenst. Het Medisch Coördinatie Centrum Flevoland (MCC) biedt diverse projecten gericht op dementie, maar ook op diabetes, CVA 18 , hartfalen en palliatieve zorg. De gemeente Lelystad heeft MCC Flevoland subsidie verleend voor het drukken van het Geheugensteuntje Lelystad, waarin belangrijke informatie rondom dementie is opgenomen. Ook biedt het MCC op haar website informatie aan met betrekking tot dementie.

Het steunpunt Mantelzorg organiseert samen met Alzheimer Flevoland thans één keer per maand het Alzheimer-café in Lelystad. Met het project 'De boer op' wordt verder gedurende 5 dagen per week op de zorgboerderij De Huif dagbesteding aangeboden aan dementerenden en hun partners. Voorgesteld wordt deze inzet te continueren.

De groep dementerende ouderen is, in verband met de toenemende vergrijzing, groeiende. In 2005 waren er in Flevoland 2.470 mensen met dementie. In 2020 is dit aantal gegroeid tot meer dan 4.000 en in 2030 zullen dat er naar verwachting meer dan 6.500 zijn. De groei in Flevoland bedraagt derhalve 170% terwijl in heel Nederland in dezelfde periode een toename met 65% wordt verwacht. De komende periode moet, mede in verband hiermee, daarom aan deze groep meer aandacht worden geschonken. In 2010 zal in overleg met betrokken partijen, zoals het Steunpunt en het MCC Flevoland, zal de inzet bepaald worden en een plan van aanpak opgesteld worden.

 

4.De gemeente wil de mogelijkheden voor mantelzorgers om (regel)taken uit te besteden vergroten. Een mantelzorgmakelaar kan regeltaken van een mantelzorger overnemen. Zo kan een mantelzorgmakelaar van dienst zijn voor:

  • werkende mantelzorgers, door met zijn juridische kennis goede afspraken te maken met werkgevers;

  • mantelzorgers die het overzicht kwijt zijn in de wet- en regelgeving, door hen uitzoek- en regeltaken uit handen te nemen; daarbij kan gedacht worden aan het aanvragen van indicaties, afspraken maken met de uitkeringsinstanties, zorgverzekeraars, en dergelijke;

  • arbeidsplichtige mantelzorgers; voor het maken van afspraken met de uitkeringsinstanties.

Voorgesteld wordt het Steunpunt Mantelzorg gedurende een pilotperiode van twee jaar subsidie te verstrekken om een mantelzorgmakelaar aan te stellen. Medio 2010 zal de mantelzorgmakelaar geëvalueerd worden. Afhankelijk van de uitkomst daarvan zal een voorstel worden gedaan voor de volgende jaren.

 

5.De gemeente wil een grote(re) betrokkenheid van (zorg)instellingen bij hun mantelzorgers.

Veel (zorg)instellingen hebben via hun cliënten te maken met mantelzorgers. Veel cliënten ontvangen, naast professionele zorg, immers ook mantelzorg. De gemeente wil deze partijen stimuleren een actief mantelzorgbeleid te ontwikkelen. Op grond van een inventarisatie van wat deze partijen thans op dit gebied al doen zal de gemeente bezien hoe zij haar stimulerende rol vorm en inhoud kan geven.

 

5.3 Beleidsdoelen vrijwilligerswerk in de zorg

Op het gebied van vrijwilligerswerk in de zorg stimuleert de landelijke overheid mensen om verantwoordelijkheid voor anderen op zich te nemen. De Wmo legt de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid en de medeverantwoordelijkheid van burgers voor het eigen welzijn en dat van mensen om hen heen. Via het Meldpunt VrijwilligersZorg zijn in 2007 ruim 100 vrijwilligers actief geweest.

In aansluiting op de landelijke doelstelling voor vrijwilligerswerk in de zorg en de basisgedachte van de Wmo en gelet op het aantal vrijwilligers in de zorg dat via het meldpunt actief is kunnen de maatschappelijke effecten die de gemeente met het vrijwilligerswerk in de zorg wenst te realiseren als volgt worden geformuleerd:

 

  • a.

    Het vergroten van het aantal vrijwilligers dat vrijwilligerswerk in de zorg verricht

  • b.

    De positie van de vrijwilligers in de zorg te versterken.

 

De gemeente Lelystad verwacht dit te bereiken door zich de volgende beleidsdoelen te stellen:

6.voldoende professionele ondersteuning voor vrijwilligers in de zorg realiseren;

7.ondersteuning bieden door middel van deskundigheidsbevordering .

 

6.De gemeente wil voldoende professionele ondersteuning voor vrijwilligers in de zorg realiseren. Maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de Wmo en in het verlengde daarvan de versobering van de AWBZ, vragen om een grotere betrokkenheid van mensen op elkaar. Dit blijkt ook uit het toegenomen beroep dat op het Meldpunt wordt gedaan voor de inzet van vrijwilligers. Door middel van vrijwilligerswerk (in de zorg) kan deze betrokkenheid voor een deel worden vormgegeven. Het is daarom van belang dat het aantal vrijwilligers in de zorg de komende jaren vergroot wordt. Op dit moment kent het Meldpunt VrijwilligersZorg slechts een beperkte formatie. De professionele formatie van het Meldpunt is niet meegegroeid met het toegenomen aantal hulpvragen. De basis van het Meldpunt is hiermee erg smal. De coördinerende taken bij de diverse projecten worden bijvoorbeeld uitgevoerd door vrijwilligers (met name voor het project Vriendschap op maat en het tuintjesproject levert dit een knelpunt op). Daarnaast is het met de huidige capaciteit vaak niet mogelijk om nieuwe projecten of activiteiten op te zetten. Zo heeft het Meldpunt plannen voor het opzetten van een maatjesproject voor nieuwe doelgroepen, hetgeen met de huidige capaciteit echter niet mogelijk is. Dat er behoefte bestaat aan een dergelijk project blijkt uit een initiatief van Triade om zelf zo'n project op te willen zetten. Voor de gemeente is het Meldpunt echter de beste partij om nieuwe initiatieven op het gebied van het vrijwilligerswerk in de zorg op te zetten. Andere partijen met vragen of ideeën kunnen zich in de toekomst tot het Meldpunt wenden voor ondersteuning bij de uitvoering. Verder is er thans een concreet knelpunt met betrekking tot de inzet ten behoeve van palliatieve unit 't Hofje. Het ministerie vergoed de kosten van deze inzet niet (in tegenstelling tot dezelfde inzet ten behoeve van mensen in de thuissituatie). De inzet door het Meldpunt ten behoeve van 't Hofje wordt mogelijk gemaakt met deze uitbreiding van capaciteit. De hiervoor geschetste situatie is zowel voor de vrijwilligers als de gemeente een ongewenste situatie. Door de aanstaande samenvoeging van het Meldpunt, het Steunpunt Mantelzorg en Pluspunt Vrijwilligerswerk wordt de personele basis in het geheel reeds versterkt. In het geval van het vrijwilligerswerk in de zorg biedt dit echter onvoldoende soelaas. Voorgesteld wordt de professionele capaciteit van het Meldpunt met ongeveer 2 fte uit te breiden.

 

7. De gemeente wil vrijwilligers in de zorg ondersteuning bieden door middel van deskundigheidsbevordering. Om de positie van vrijwilligers in de zorg, niet alleen degenen die via Pluspunt en het Meldpunt VrijwilligersZorg actief zijn maar ook degenen die bijvoorbeeld in (sport)verengingen en de kerken en moskeeën vrijwilligerswerk verrichten, te versterken is een budget voor deskundigheidsbevordering via Pluspunt Vrijwilligerswerk beschikbaar. Dit budget is vooralsnog voldoende om in de behoefte aan deskundigheidsbevordering te voorzien.

 

5.4 Lokale ondersteuningsorganisatie voor vrijwilligerswerk en mantelzorg

Naast bovengenoemde doelstellingen streeft de gemeente Lelystad in zijn algemeenheid het volgende na:

Een kwalitatief goede dienstverlening voor vrijwilligerswerk en mantelzorg

De gemeente Lelystad verwacht dit te kunnen bereiken door zich de volgende doelstelling te stellen:

8.Één sterke lokale goed toegankelijke en bereikbare ondersteuningsorganisatie voor vrijwilligerswerk en mantelzorg

8.De gemeente wil één sterke lokale goed toegankelijke en bereikbare ondersteuningsorganisatie voor vrijwilligerswerk en mantelzorg

De nieuwe ondersteuningsorganisatie dient goed toegankelijk en bereikbaar te zijn. Dat geldt voor zowel de loketfunctie als de telefonische bereikbaarheid Tegenwoordig is voor veel mensen echter een website de eerste kennismaking met een organisatie. Tevens is een website voor veel mensen de manier om informatie op te zoeken. Het is derhalve belangrijk via de website een goede (eerste) indruk te maken en toegankelijke en bereikbaar te zijn. Dat kan onder meer door alle, voor zowel hulpvrager als vrijwilliger benodigde, informatie op een toegankelijke manier op de website te plaatsen, deze informatie up-to-date te houden en de site goed te onderhouden. Voorgesteld wordt een eenmalig bedrag te reserveren voor het ontwikkelen van een gezamenlijke website, en daarnaast een bedrag te reserveren ten behoeve van het onderhouden en actueel houden van de site beschikbaar te stellen.

 

5.5 Inzet gemeentelijke middelen

 

Mantelzorg: De positie van mantelzorgers te versterken, zodat zij op een gezonde wijze de zorg kunnen combineren met een baan, opleiding, gezin en sociale activiteiten.

 

 

Wat

Hoe

kosten

Basisaanbod

 

 

Individuele begeleiding

Bieden van individuele begeleiding

Requliere subsidie

Groepsbijeenkomsten

Mantelzorqsalons, NAH-café

Reguliere subsidie

Inloopspreekuur

Wekelijks op vier verschillende locaties

Requliere subsidie

Cursussen

Weerbaarheidscursus voor mantelzorqers

Reguliere subsidie

Vertegenwoordigen mantelzorgers

Cliëntenraad Wmo, informatiemarkten

Reguliere subsidie

1. aandacht en waardering voor mantelzorgers

 

 

Mantelzorglunch

Jaarlijks rond de Dag van de Mantelzorg

€ 1.500 per jaar reserveren

Dag van de Mantelzorg

Feestelijke bijeenkomst

Reguliere subsidie

Mantelzorg positief in de publiciteit

Regelmatig artikel lokaal blad

Reguliere subsidie

Incidentele acties

Bijvoorbeeld lidmaatschap Mezzo

€ 5.000 per jaar reserveren

2. mogelijkheden voor respijtzorg

 

 

Respijtzorg

-Inventariseren mogelijkheden respijtzorg;

-Onder de aandacht brengen van de mogelijkheden voor respijtzorg

-Opzetten en onderhouden van een website met aanbod respijtzorg

-Incidentele middelen 2008

-Reguliere subsidie

-€ 3.000 per jaar reserveren

3. inzet op bepaalde groepen mantelzorgers

 

 

Allochtone mantelzorgers

 

Consulent voor mantelzorgers uit het Caribische gebied consulent voor Marokkaanse en Turkse mantelzorqers

€ 10.000 per jaar reserveren

GGz mantelzorgers

 

-GGz-band (bijeenkomsten voor GGz-mantelzorgers)

-Inzet Meerkanten GGz

-Opstellen uitvoeringsplan om bereik GGz mantelzorgers te verçiroten

-Reguliere subsidie

-Reguliere subsidie

-Vooralsnog geen kosten

Werkende mantelZorgers

-voorlichten van bedrijven over het mantelzorgvriendelijker maken van personeelsbeleid en een aantal bedrijven hierbij ondersteunen (Steunpunt)

-Mantelzorgmakelaar

-bij sociale activeringstrajecten of een reïntegratietraject tijdelijke vrijstelling verlenen dan wel aanbieden van een extra module

-€ 10.000 per jaar reserveren voor een periode van twee jaar uit incidentele middelen mantelzorg

-Zie onder punt 4

-Inzet door afdeling Werk & Inkomen

Jonge mantelzorgers

De signalering en het beqeleidings- en ondersteuninqsaanbod verbeteren

Subsidie van Mezzo

Partners van dementerende ouderen

-Maandelijks alzheimer-café en project 'De boer op'

-in overleq met MCC en Steunpunt de inzet gaan bepalen

-Reguliere subsidie -

-vooralsnog geen kosten

4. de mogelijkheid voor mantelzorgers om (regel)taken uit te besteden

 

 

Mantelzorgmakelaar

ondersteunen van werkende mantelzorgers en mantelzorgers die verstrikt raken in wet- en regelgeving of de weg niet weten te vinden in de zorgwereld (bondgenootschap met bedrijven)

€ 40.000 per jaar reserveren voor een periode van twee jaar uit de incidentele middelen mantelzorg

5. betrokkenheid van (zorg instellingen bij hun mantelzorgers

 

 

Mantelzorgbeleid instellingen

Stimuleren (uitvoering) mantelzorgbeleid instellingen

€ 5.000 per jaar reserveren

 

 

Vrijwilligers in de zorg:

  • a.

    Het vergroten van het aantal vrijwilligers dat vrijwilligerswerk in de zorg verricht

  • b.

    De positie van de vrijwilligers in de zorg te versterken

 

 

Wat

Hoe

Kosten

Basisaanbod

 

 

Praktische hulpdiensten

Boodschappen doen, tuin bijhouden etcetera

Reguliere subsidie

Vervanging mantelzorqers

Oppasdienst

Reguliere subsidie

Vrijwillige Terminale Zorg

Overnemen taken van een mantelzorger bij een terminaal zieke

Reguliere subsidie

Vriendschap op maat

 

Maatjesproject voor mensen met een psychiatrische achtergrond of chronisch zieken

Reguliere subsidie

Jongeren in de zorg

Jongeren worden in aanraking met de zorg gebracht

Reguliere subsidie

Activerend huisbezoek

Extra huisbezoek met aanbod voor extra ondersteuning

Reguliere subsidie

Buddyproject

 

Maatjesproject voor mensen met HIV/ AIDS

Reguliere subsidie

6. realiseren van voldoende professionele ondersteuning voor vrijwilligers in de zorg

 

 

Vergroten van het aantal vrijwilligers in de zorg, het aanboren van nieuwe groepen vrijwilligers en het ontwikkelen van nieuwe activiteiten

Uitbreiden professionele capaciteit Meldpunt

€ 100.000 per jaar reserveren

7. ondersteuning bieden door middel van deskundigheidsbevordering

 

 

Deskundigheidsbevordering vrijwilligers in de zorg

 

Budget ten behoeve van deskundigheidsbevordering

 

Bestaand budget Pluspunt (€ 14.000 per jaar) is vooralsnog toereikend

 

Lokale ondersteuningsorganisatie: een kwalitatief goede dienstverlening voor vrïjwilligerswerk en mantelzorg

 

 

Wat

Hoe

Kosten

8. Één sterke lokale goed oegankelijke en bereikbare ondersteuningsorganisatie voor vrijwilligerswerk en mantelzorg

 

 

Ontwikkelen van een gezamenlijke website

 

-ontwikkelen website

-onderhouden van website

- € 10.000 incidenteel reserveren

-€3.000 per jaar reserveren

 

 

Samenvattend:

Structurele intensivering ………………………………………....................totaal………….................vanaf 2010……...................vanaf 2011

mantelzorglunch………………………………………………........................€1.500………..................€..1.500

incidentele acties………………………………………..............................-..5.000…………………………......................................... €. 5.000

uitbreiden capaciteit Steunpunt…………………………......................-..10.000………..............-..10.000

onderhouden website nieuwe organisatie/respijtzorg.................-..6.000………..............-.3.000………...........................-.3.000

stimuleren mantelzorgbeleid instellingen………………....................-..5.000…………………………………….................................-..5.000

uitbreiden capaciteit meldpunt…………………………….......................-..100.000.+…............-..60.000..+……..............….....-..40.000

Totaal …………………………………………………………………..........................€127.500……….............€.74.500……………..................€.53.000

 

Voorgesteld wordt bovenstaande structurele intensivering van € 127.500 ten laste te brengen van de Reserve Wmo en een en ander bij de Voorjaarsnota 2009 te melden ten behoeve van definitieve besluitvorming door de raad.

 

Incidentele intensivering

bondgenootschap met bedrijven € 10.000 per jaar voor een periode van twee jaar………€ 20.000

mantelzorgmakelaar € 40.000 per jaar voor een periode van twee jaar……………………......- 80.000

ontwikkelen website nieuwe organisatie€ 10.000 (eenmalig)…………………………………….....- 10.000 +

Totaal………………………………………………………………………………………………………….......................€110.000..

 

Voorgesteld wordt bovenstaande incidentele intensivering te dekken uit de Reserve Wmo. In de Wmo reserve is ook het restant ad € 97.238 van de eenmalig ten behoeve van mantelzorg beschikbare middelen opgenomen.

 

5.6 Globaal overzicht te verwachten prestaties vrijwilligerswerk in de zorg

Inzet extra coördinatieuren Meldpunt VrijwilligersZorg

  • het werven van nieuwe vrijwilligers;

  • het zoeken van nieuwe vijvers om meer vrijwilligers te kunnen werven (bijvoorbeeld mogelijkheden onderzoeken om mensen die vanwege de huidige crisis in een uitkering terecht komen, om te scholen voor vrijwilligerswerk)

  • het behouden van vrijwilligers door het bieden van scholing en begeleiding (bijvoorbeeld het opzetten van een pool van vrijwilligerscoaches waarvan elders in Nederland succesvolle pilots zijn geweest).

  • het zoeken van (nieuwe) mogelijkheden om iets voor de doelgroep op te zetten die nu buiten de boot vallen voor de klussendienst (nu worden aanvragen doorverwezen naar de klussenbus van lcare en Leviant; aan beide zijn kosten en een lidmaatschap verbonden).

 

Daarnaast zal ook de inzet van de coördinator ten behoeve van palliatieve unit 't Hofje en het opzetten van het opzetten van een maatjesproject voor nieuwe doelgroepen, hetgeen met de huidige capaciteit niet mogelijk is, met de uitbreiding van de coördinatiecapaciteit gerealiseerd moeten worden. Dat er behoefte bestaat aan een maatjesproject blijkt uit een initiatief van Triade om zelf zo'n project op te willen zetten. Voor de gemeente is het Meldpunt echter de beste partij om nieuwe initiatieven op het gebied van het vrijwilligerswerk in de zorg op te zetten. Andere partijen met vragen of ideeën kunnen zich in de toekomst tot het Meldpunt wenden voor ondersteuning bij de uitvoering.

 

De afgelopen jaren zijn de volgende uren inzet door vrijwilligers door het Meldpunt gerealiseerd:

2005: 6.604

2006: 8.048

2007: 10.444

2008: 11.847 (Hierin zijn de cijfers Urn mei meegenomen van Humanitas projecten, daarna zijn deze afzonderlijk uitgevoerd)

 

In 2008 is de inzet van vrijwilligers uitgedrukt in uren met ruim 13% gegroeid. Voor 2009 wordt wederom een groei met 10% tot 15% nagestreefd. Overigens zonder dat er extra capaciteit beschikbaar is gesteld (en aldus Pluspunt+ bovendien in een dalende markt). Voor 2010 wordt mede als gevolg van de inzet van extra middelen een groei nagestreefd van 15% tot 20% en voor 2011 wanneer de capaciteit nog verder wordt uitgebreid en de uitbreiding uit 2010 meer zal gaan renderen een groei met 20% tot 25%.

 

Betaalde coördinator Vriendschap op Maat (VoM)

In het VoM-project worden mensen met een psychiatrische achtergrond of Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) gekoppeld aan vrijwilligers om samen een activiteit te ondernemen. De cliënten worden aangeleverd door onder andere MEE, Kwintes, Meerkanten en het maatschappelijk werk. Het betreft over het algemeen mensen die het moeilijk vinden het dagelijks leven weer vorm te geven, sommigen zitten in een sociaal isolement. De vrijwilligers van VoM worden opgeleid en begeleid door een vrijwillige coördinator. Deze coördinator moet in staat zijn de problematiek van de hulpvragers goed in te schatten en inzicht te hebben in de mogelijkheden van de vrijwilligers. Invullen van deze coördinatiefunctie door een vrijwilliger is niet verantwoord gelet op de zwaarte van deze taak, voor een adequate opleiding en begeleiding van de vrijwilligers is een betaalde coördinator noodzakelijk. De betaalde coördinator neemt de werkzaamheden (opleiden en begeleiden van de VoM-vrijwilligers) dus over van de vrijwillige coördinator.

VoM kent op dit moment een wachtlijst van 7 personen (waarvoor geen vrijwilliger beschikbaar is). Naar verwachting zal deze wachtlijst binnen een half jaar tot een jaar nadat de betaalde coördinator in dienst is gekomen kunnen worden weggewerkt. Het streven is dat er dan ook meer vrijwilligers beschikbaar zijn zodat nieuwe aanmeldingen sneller kunnen worden gekoppeld.

 

 

 

 

 

Het college van Lelystad,

Lelystad, 09 april 2009


1

In de Wmo wordt gewerkt met 9 prestatievelden waarop gemeenten beleid ontwikkelen en uitvoeren, het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers is het vierde prestatieveld van de wet.

2

AWBZ = Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

3

Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn

4

De financiële waarde van mantelzorg wordt geschat op € 7,7 miljard per jaar

5

CIZ= Centrum Indicatiestelling Zorg

6

Een deel daarvan ging uiteindelijk naar de gemeenten, voor de gemeente Lelystad was dat € 110.043

7

VTA = Vorming, Training en Advies; is per 2008 overgegaan naar gemeenten om vrijwilligers lokaal te ondersteunen

8

VNG= Vereniging Nederlandse Gemeenten

9

EIZ= Expertisecentrum Informele Zorg

10

SZW= Sociale Zaken en Werkgelegenheid

11

BZK= Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

12

Nivel: Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg

13

Coördinatie Vrijwillige Thuiszorg en Mantelzorg

14

Lokaal Platform Preventief Ouderenbeleid

15

Stichting Samenwerkende Gezondheidscentra Lelystad

16

Gespecialiseerde zorg voor mensen die terminaal ziek zijn

17

Niet aangeboren hersenletsel

18

Cerebro Vasculair Accident, hersenbloeding of herseninfarct