Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zevenaar

Besluit mandaat-, volmacht- en machtiging Zevenaar 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZevenaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit mandaat-, volmacht- en machtiging Zevenaar 2022
CiteertitelMandaatregeling Zevenaar 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Mandaatregeling Zevenaar 2020.

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgermeester.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-09-2022nieuwe regeling

06-09-2022

gmb-2022-414835

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit mandaat-, volmacht- en machtiging Zevenaar 2022

Het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar en de burgemeester van Zevenaar, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

 

gelet op de artikelen 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

 

overwegende,

 

dat in deze regeling de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden aan functionarissen in de organisatie worden toegekend om hen in staat te stellen deze taken rechtmatig uit te voeren;

 

B E S L U I T E N:

vast te stellen het navolgende Besluit mandaat-, volmacht- en machtiging Zevenaar 2022

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    besluit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1:3 Awb;

  • b.

    mandaat: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • c.

    mandaatgever: het bestuursorgaan dat de oorspronkelijke wettelijke bevoegdheid heeft en deze aan een ander mandateert;

  • d.

    mandaathouder: de functionaris die namens het bestuursorgaan een bevoegdheid uitoefent;

  • e.

    volmacht: de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • f.

    machtiging: de bevoegdheid tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • g.

    CAO: CAO Gemeenten;

  • h.

    Personeelshandboek: verzameling van alle lokale regelingen, arbeidsvoorwaarden en beleid ten aanzien van het personeel;

  • i.

    functieboek 1: functieboek waarin de functies van de sleutelfunctionarissen zijn beschreven.

Artikel 2 Schakelbepaling volmacht en machtiging

Waar in dit besluit gesproken wordt over mandaat, dient tenzij anders is bepaald, daaronder tevens te worden begrepen volmacht en machtiging.

Artikel 3 Inhoud mandaat

De bevoegdheid om krachtens mandaat besluiten te nemen omvat tevens de bevoegdheid tot het stellen van voorschriften en beperkingen en het verrichten van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen.

Artikel 4 Algemene bepalingen

  • 1.

    Het college en de burgemeester van Zevenaar verlenen de functionaris die werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur het mandaat om alle besluiten te nemen en alle overige (rechts)handelingen te verrichten, waaronder de vertegenwoordiging in rechte, die in het kader van een goede uitoefening van zijn taken en bevoegdheden nodig zijn.

  • 2.

    Het gestelde in het eerste lid geldt uitsluitend wanneer is voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 5.

  • 3.

    De mandaathouder heeft tevens de bevoegdheid het in het eerste lid bedoelde mandaatbesluit te ondertekenen.

Artikel 5 Voorwaarden en uitzonderingen mandaatverlening

  • 1.

    Het in het artikel 4, eerste lid, bedoelde mandaat komt de mandaathouder slechts toe, voor zover de uitoefening van de bevoegdheid overeenstemt met de taken en verantwoordelijkheden van de organisatie-eenheid c.q. taakveld waarbinnen de functionaris werkzaam is.

  • 2.

    De in bijlage 1 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan het college respectievelijk de burgemeester.

  • 3.

    De in bijlage 2 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de gemeentesecretaris.

  • 4.

    De in bijlage 3 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de afdelingshoofden.

  • 5.

    Ondermandaat is niet toegestaan, tenzij het college of de burgemeester ten aanzien van een bepaalde bevoegdheid hebben aangegeven dat ondermandaat wel is toegestaan.

  • 6.

    Het doorgeven van een volmacht (substitutie) of machtiging is wel toegestaan.

  • 7.

    De Budgethoudersregeling en het Treasurystatuut dienen in acht te worden genomen.

  • 8.

    In geval van strijdigheid tussen de Budgethoudersregeling en het Mandaatbesluit vervalt laatstgenoemd besluit.

  • 9.

    Naast de mandaten die op basis van deze algemene mandatenregeling worden verleend, kunnen er ook individuele mandaten worden verleend.

Artikel 6 Specifieke mandaten aan derden

  • 1.

    Verlening van mandaat aan een mandaathouder die niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever, behoeft de instemming van de mandaathouder en in voorkomend geval van degene onder wiens verantwoordelijkheid de gemandateerde werkt.

  • 2.

    Mandaat tot het uitoefenen van bevoegdheden en taken die aan een Gemeenschappelijke Regeling zijn opgedragen valt niet onder deze regeling.

  • 3.

    Mandaat tot het uitoefenen van taken en bevoegdheden die door middel van een overeenkomst aan een derde zijn overgedragen, valt niet onder deze regeling.

  • 4.

    Voor zover aan overige derden een specifiek mandaat wordt verleend, zijn deze opgenomen in bijlage 4.

  • 5.

    Het specifieke mandaat laat onverlet de werking van het algemeen mandaat.

  • 6.

    De algemene uitzonderingen zoals genoemd in bijlage 1 zijn onverkort van toepassing op specifieke mandaten.

Artikel 7 Plaatsvervanging

  • 1.

    Indien het mandaat, de volmacht of machtiging aan een bepaalde functionaris wordt verleend, wordt daarmee het mandaat, de volmacht of machtiging eveneens geacht te zijn verleend aan de hiërarchisch hoger geplaatsten, zoals de gemeentesecretaris en het afdelingshoofd van de betreffende afdeling.

  • 2.

    Bij afwezigheid of verhindering van het afdelingshoofd als bedoeld in het eerste lid, kan deze worden vervangen door een ander afdelingshoofd.

Artikel 8 Ondertekeningswijze bij mandaat

Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen, als volgt:

“Namens het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar” of “Namens de burgemeester van Zevenaar”,

Handtekening

Naam mandaathouder

Functie mandaathouder

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag nadat deze is bekendgemaakt.

Artikel 10 Intrekking oude regelingen

De Mandaatregeling Zevenaar 2020 wordt ingetrokken.

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Mandaatregeling Zevenaar 2022’.

Het college van burgemeester en wethouders, respectievelijk de burgemeester van Zevenaar,

Zevenaar, 6 september 2022

Secretaris,

Burgemeester

Bijlage 1 Niet gemandateerde bevoegdheden van het college en de burgemeester

 

Algemeen

  • 1.

    Indien het besluit een afwijking zou inhouden van het bestaande beleid, vastgestelde richtlijnen en/of voorschriften.

  • 2.

    In geval van een bevoegdheid die in een wettelijke regeling expliciet wordt uitgezonderd van mandaat en derhalve geacht wordt voorbehouden te zijn aan het desbetreffende orgaan aan wie het is toebedeeld.

  • 3.

    Het voorgenomen besluit een overschrijding van een budget of krediet tot gevolg heeft dan wel een groot financieel risico met zich brengt.

  • 4.

    Als een lid van het college of de leidinggevende van de mandaathouder heeft aangegeven dat hij het voorstel aan de mandaatgever wenst voor te leggen.

  • 5.

    Als de mandaatgever heeft aangegeven zelf te willen besluiten.

  • 6.

    Aan het voorgenomen besluit mogelijkerwijs politieke consequenties zijn verbonden dan wel dat dit precedentwerking tot gevolg kan hebben; hiervan is sprake als:

    • -

      de aangelegenheid tot negatieve berichtgeving in de media heeft geleid of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat dit zal gebeuren;

    • -

      de aangelegenheid ingrijpende gevolgen kan hebben voor een groot aantal inwoners, bedrijven, verenigingen, stichtingen of belangengroepen.

  • 7.

    Indien de mandaathouder een persoonlijk belang heeft bij de uitoefening van de bevoegdheden, dan vindt besluitvorming plaats door de hiërarchisch hoger geplaatste persoon op de afdeling.

Publiekrecht

  • 1.

    Het doen van voorstellen aan de raad.

  • 2.

    Het afleggen van verantwoording, het informeren en raadplegen van de raad.

  • 3.

    Het beslissen om een besluit met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure voor te bereiden.

  • 4.

    Het nemen van een besluit dat is voorbereid met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure en waarbij zienswijzen zijn ingediend.

  • 5.

    Voordracht voor of benoeming van personen op grond van een wettelijk voorschrift betreft anders dan het aangaan van een dienstverband.

  • 6.

    Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften of beleidsregels.

  • 7.

    Het beslissen op bezwaar wanneer het primaire besluit niet in mandaat is genomen.

  • 8.

    Het beslissen op bezwaar waarbij wordt afgeweken van het advies van de Adviescommissie voor bezwaarschriften.

  • 9.

    Het beslissen op een verzoek in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter, als bedoeld in artikel 7:1a Awb.

  • 10.

    Het beslissen ten aanzien van een ingediende klacht op grond van hoofdstuk 9 Awb.

  • 11.

    Het instellen van commissies als bedoeld in artikel 83 en 84 Gemeentewet.

  • 12.

    Het benoemen van personen in adviesorganen van het college.

  • 13.

    Het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente in organen van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen.

  • 14.

    Het nemen van besluiten t.a.v. alternatieve geschillenbeslechting, zoals mediation.

  • 15.

    Het geven van een zienswijze op een voorgenomen besluit van een bestuursorgaan van een ander openbaar lichaam.

  • 16.

    Het nemen van een aanwijzingsbesluit op grond van de APV.

  • 17.

    Alle bevoegdheden op grond van de APV ten aanzien van seksinrichtingen.

Privaatrecht

  • 1.

    Het besluit tot oprichting van of deelneming in rechtspersonen.

  • 2.

    Het afgeven van borgstellingen, uitgezonderd de borgstelling voor kredieten in het kader van een schuldhulpverleningstraject.

  • 3.

    Het aanvragen van surseance van betaling of faillissement.

  • 4.

    Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van een schenking, erfstelling of legaat.

  • 5.

    Het besluit tot het doen van een schenking.

  • 6.

    Besluiten tot het aangaan van civiele procedures voor vorderingen boven de € 25.000,-.

  • 7.

    Het nemen van besluiten t.a.v. alternatieve geschillenbeslechting, zoals mediation.

  • 8.

    Besluiten tot het treffen van een schikking.

  • 9.

    Het beslissen inzake verzekeringsaangelegenheden, waaronder aansprakelijkheid van de gemeente, boven de € 10.000,- per geval.

  • 10.

    Het oninbaar verklaren van vorderingen boven de € 25.000,-.

  • 11.

    Besluiten tot het aangaan van convenanten, intentieverklaringen en bestuursovereenkomsten.

  • 12.

    Besluiten om een privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten in gevallen waarvoor de raad heeft verzocht om van tevoren te worden ingelicht.

  • 13.

    Het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen.

Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Het vaststellen van de definitieve functiebeschrijvingen/functiewaarderingen.

  • 2.

    Alle rechtshandelingen ten aanzien van de gemeentesecretaris, zoals: het aangaan, wijzigen en beëindigen/ontbinden/opzeggen van een arbeidsovereenkomst, schorsing, het overeenkomen van salaris bij aanvang van de arbeidsovereenkomst, het geven van extra salarisverhoging en persoonlijke toelage(n).

Bevoegdheden burgemeester

  • 1.

    Het opleggen van een huisverbod.

  • 2.

    Het sluiten van een woning (artikel 13b Opiumwet).

  • 3.

    Het verlenen van een evenementenvergunning, risicocategorie C.

  • 4.

    Het instellen van cameratoezicht op openbare plaatsen.

  • 5.

    Noodverordening/noodbevel.

  • 6.

    Het intrekken of verlengen van een tijdelijk huisverbod krachtens de Wet tijdelijk huisverbod.

  • 7.

    Het nemen van een crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.

  • 8.

    Alle overige in de Gemeentewet, Hoofdstuk XI, aan de burgemeester toegekende bevoegdheden op het gebied van openbare orde en veiligheid, tenzij uitdrukkelijk gemandateerd.

  • 9.

    Alle bevoegdheden op grond van de Wet veiligheidsregio’s.

  • 10.

    Alle bevoegdheden op grond van de Wet aanpak woonoverlast en de daarop gebaseerde bepalingen in de APV.

  • 11.

    Alle bevoegdheden op grond van de APV ten aanzien van het toezicht op horecabedrijven.

  • 12.

    Het opleggen van een verblijfsontzegging op grond van de APV.

  • 13.

    Het opleggen van een gebiedsverbod op grond van de APV.

Bijlage 2 mandaat voorbehouden aan algemeen directeur/secretaris

Personeelsaangelegenheden

Bevoegdheden die gelden ten aanzien van alle (hiërarchisch ondergeschikte) medewerkers tenzij anders is vermeld.

  • 1.

    Het nemen van een beslissing om over te gaan tot schorsing en ontzeggen van de toegang tot het gemeentehuis of gemeentedienst.

  • 2.

    Alle rechtshandelingen ten aanzien van de afdelingshoofden en functionarissen van functieboek 1, zoals: het aangaan, wijzigen en beëindigen/ontbinden/opzeggen van een arbeidsovereenkomst, schorsing, het overeenkomen van salaris bij aanvang van de arbeidsovereenkomst, het geven van extra salarisverhoging en persoonlijke toelage(n).

  • 3.

    Het opzeggen, ontbinden of beëindigen van een arbeidsovereenkomst (alle ontslaggronden).

  • 4.

    Het aangaan van een vaststellingsovereenkomst, waarbij een vergoeding wordt toegekend.

  • 5.

    Het toepassen van de hardheidsclausule in de CAO of het Personeelshandboek.

  • 6.

    Het vaststellen van de voorlopige functiebeschrijvingen.

  • 7.

    Het vaststellen van de formatie.

  • 8.

    Het indelen van een nieuwe functie in een HR21 normfunctie welke reeds in het huidige functieboek is vastgesteld.

  • 9.

    Het wijzigen of intrekken van het personeelshandboe

Overige bevoegdheden

  • 1.

    Het voeren van het lokaal overleg met de vakbonden.

  • 2.

    Het nemen van besluiten indien bij betrokkenheid van meerdere afdelingen er geen overeenstemming is over het te nemen besluit.

Bijlage 3 mandaat voorbehouden aan afdelingshoofd(en)

Personeelsaangelegenheden

Bevoegdheden die gelden ten aanzien van alle (hiërarchisch ondergeschikte) medewerkers tenzij anders is vermeld.

  • 1.

    Alle rechtshandelingen ten aanzien van de medewerkers van de desbetreffende afdeling, zoals: het aangaan en wijzigen van een arbeidsovereenkomst, het overeenkomen van salaris bij aanvang van de arbeidsovereenkomst, het geven van extra salarisverhoging en persoonlijke toelage(n), met uitzondering van het opzeggen/ontbinden of beëindigen van de arbeidsovereenkomst.

  • 2.

    Het verlenen van ontslag op eigen verzoek van de medewerker.

  • 3.

    Het nemen van beslissingen ten aanzien van alle overige bevoegdheden op grond van de CAO en het Personeelshandboek.

  • 4.

    Het aangaan en opzeggen van overeenkomsten met betrekking tot het inhuren van tijdelijk personeel.

Overige bevoegdheden

  • 1.

    Het nemen van besluiten over verzoeken om planschade en nadeelcompensatie, waarbij de toekenning meer dan € 10.000,- bedraagt.

  • 2.

    Het toekennen, weigeren, wijzigen en intrekken van subsidies vanaf € 30.000,-.

  • 3.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wmo of de Jeugdwet, waarmee een bedrag is gemoeid vanaf € 30.000,- per aanvraag.

  • 4.

    Het toepassing geven aan de hardheidsclausule

  • 5.

    Het aangaan en opzeggen van verplichtingen voor:

    • a.

      werken met een opdrachtwaarde vanaf € 250.000,- en;

    • b.

      leveringen en diensten met een opdrachtwaarde vanaf € 100.000,-, mits het aangaan van een verplichting past binnen de vastgestelde Grondexploitatie (GREX).

  • 6.

    Besluiten tot de aan- en verkoop van onroerende zaken tot een bedrag van € 500.000, mits het besluit past binnen de vastgestelde GREX en de grondprijsbrief.

  • 7.

    Besluiten tot het aangaan van civiele procedures voor vorderingen tot € 25.000,-.

  • 8.

    Het aanvragen van vergunningen/ontheffingen en het doen van meldingen ten behoeve van de eigen afdeling.

  • 9.

    Het benoemen van de ambtenaren van de burgerlijke stand.

  • 10.

    Het nemen van besluiten tot het aanvragen van subsidie t.b.v. de gemeente.

  • 11.

    Het indienen van een zienswijze, het maken van bezwaar, het indienen van beroep of hoger beroep (zowel bestuursrechtelijk- als civielrechtelijk) of het verzoeken om een voorlopige voorziening in een bestuursrechtelijke procedure.

  • 12.

    Het verlenen van een machtiging tot het vertegenwoordigen van de gemeente in een bestuursrechtelijke-, strafrechtelijke- of privaatrechtelijke procedure.

  • 13.

    Het beslissen op bezwaar indien conform het advies van de Adviescommissie voor bezwaarschriften wordt besloten.

  • 14.

    Het beslissen op verzoeken op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming.

  • 15.

    Het aangaan en opzeggen van verwerkersovereenkomsten.

  • 16.

    Het aanwijzen van toezichthouders.

  • 17.

    Het oninbaar verklaren van vorderingen tussen de € 5.000,- en de € 25.000,-.

  • 18.

    Het vaststellen van een formulier voor het indienen van een aanvraag.

Bijlage 4 mandaat aan derden

  • 1.

    Ondertekeningsmandaat ten aanzien van het nemen van het besluit tot het opleggen van een huisverbod (Wet tijdelijk huisverbod). De Hulpofficier overlegt met de burgemeester voordat een huisverbod wordt opgelegd.

  • 2.

    Bevoegdheden o.g.v. de Huisvestingsverordening aan de woningbouwcoöperaties, de Urgentiecommissie woonruimteverdeling gemeente Arnhem en de hoofden van de afdeling Sociale Zekerheid en Omgevingsrecht en Juridisch Advies en Control van de gemeente Arnhem.

  • 3.

    Bevoegdheden o.g.v. de Wegsleepregeling aan bergingsbedrijf van Amerongen BV te Arnhem.

  • 4.

    Bevoegdheden o.g.v. de Wet kinderopvang aan de inspecteur GGD.

  • 5.

    Bevoegdheden o.g.v. de Jeugdwet aan de geregistreerde instellingen.

  • 6.

    Bevoegdheden o.g.v. de Wet maatschappelijke ondersteuning t.b.v. het beschermd wonen aan de centrumgemeente Arnhem.

  • 7.

    Bevoegdheden tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen o.g.v. het Burgerlijk Wetboek aan de Officier van Dienst en de Algemeen Commandant Bevolkingszorg in geval van incidenten, rampen en crises.

  • 8.

    Het aanwijzen van bijzondere opsporingsambtenaren voor het gebied Rhederlaag aan de directie van RGV Holding BV, thans Leisurelands (17-2-2011).

  • 9.

    Bevoegdheden o.g.v. de Wet maatschappelijke ondersteuning:

    • -

      aan de directeur van de Veiligheidsregio- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) als toezichthouder calamiteitentoezicht;

    • -

      aan de directeur van de VGGM voor het kwaliteitstoezicht.

  • 10.

    Bevoegdheden o.g.v. de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet aan de gemeente Arnhem als toezichthouder rechtmatigheid.

 

 

Toelichting op het Besluit mandaat-, volmacht- en machtiging Zevenaar 2022

Voor u ligt het mandaatbesluit van de gemeente Zevenaar. In artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt mandaat omschreven als de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. De bevoegdheid in mandaat wordt uitgeoefend onder verantwoordelijkheid van het oorspronkelijke bevoegde orgaan. De mandaathouder kan namens de mandaatgever besluiten nemen. Deze besluiten worden toegerekend aan het bestuursorgaan zelf. Het bestuursorgaan verliest de bevoegdheid om zelf het besluit te nemen niet en kan dit ook te allen tijde doen. Ook betekent dit dat bezwaar en beroep tegen een in mandaat genomen besluit wordt ingesteld tegen het bestuursorgaan zelf en niet tegen de ambtenaar die het besluit feitelijk heeft genomen.

 

Methodiek

De gemeente Zevenaar kent een besturingsfilosofie, waarbij op basis van integraliteit wordt gewerkt. Volgens dit organisatiebeginsel worden de bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie gelegd om de organisatie zo slagvaardig mogelijk te maken. De afdelingshoofden, maar ook de onder hen ressorterende functionarissen, moeten over die bevoegdheden beschikken om de hen toegekende taken adequaat en efficiënt uit te voeren.

Dat impliceert tevens dat het bestuur haar medewerkers het vertrouwen schenkt dat zij op gepaste en verstandige wijze gebruik maken van en omgaan met hun bevoegdheden. Derhalve wordt een zeker inschattingsvermogen en politieke sensitiviteit verlangd van de betrokken functionaris. Waar dat in een incidenteel geval verkeerd wordt ingeschat, heeft dat naar derden geen gevolgen. Immers, de betreffende functionaris was formeel bevoegd. Intern kan de functionaris echter aangesproken worden op een onjuist of onterecht gebruik van zijn bevoegdheden. Belangrijk is ook dat van een mandaat gebruik kan worden gemaakt; het is geen verplichting. Dit dient van geval tot geval bekeken te worden door de functionaris.

 

De omgekeerde methodiek is minder onderhoudsgevoelig en komt beter tegemoet aan de uitgangspunten van integraliteit. Alle collegebevoegdheden worden gemandateerd tot op medewerkers-niveau, tenzij de bevoegdheid expliciet wordt voorbehouden aan een ander (leidinggevend) niveau. Bovendien wordt in de mandaatregeling zo min mogelijk verwezen naar wetsartikelen e.d. Het directe gevolg van deze methode is natuurlijk dat alle bevoegdheden die niet zijn uitgezonderd van het mandaat, zijn gemandateerd tot op medewerkers-niveau en dus zo laag mogelijk in de organisatie komen te liggen.

 

Ondertekening- en beslissingsmandaat

In het mandaatbesluit is degene die bevoegd is in mandaat een besluit te nemen tevens bevoegd dit besluit te ondertekenen. Uitgangspunt van het mandaatbesluit is dat alle bevoegdheden beslissingsmandaten zijn. Met beslissingen worden hier zowel beslissingen gericht op rechtsgevolg bedoeld (besluiten in de zin van de Awb) als beslissingen die niet zijn gericht op rechtsgevolg.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Spreekt voor zich.

 

Artikel 2

Dit artikel vormt een weerslag van artikel 10:12 Awb. Door dit artikel wordt duidelijk dat de mandaatregeling niet slechts betrekking heeft op het publiekrechtelijk handelen van de gemeente maar op al het handelen, dus ook privaatrechtelijk en feitelijk handelen.

 

Een voorbeeld van volmacht is de bevoegdheid tot het aangaan van overeenkomsten en een voorbeeld van een machtiging is de bevoegdheid om een betaling te verrichten of om tarieven vast te stellen voor commerciële dienstverlening door de gemeente.

 

Volmacht is de privaatrechtelijke evenknie van mandaat. Volmacht is geregeld in het Burgerlijk Wetboek, boek 3 art. 60 e.v. en wordt via de schakelbepaling in de Awb (art. 10:12) gelijkgesteld met mandaat. Volmacht is niet als zodanig in het mandaatbesluit te onderscheiden. Toch is het van belang even bij deze rechtsfiguur stil te staan. Volmacht speelt een rol bij het optreden van de gemeente als rechtspersoon naar burgerlijk recht. Een voorbeeld kan hierbij wellicht duidelijkheid verschaffen. Als de gemeente (als rechtspersoon) een koopovereenkomst sluit, is het college op grond van de Gemeentewet het bevoegde orgaan om tot koop te beslissen. De ondertekening van de koopovereenkomst wordt echter door de burgemeester (ingevolge art. 171 Gemeentewet) gedaan. Het college kan een ambtenaar een volmacht verlenen om besluiten te nemen tot het aangaan van een overeenkomst. Toch zal de burgemeester nog steeds de overeenkomst moeten ondertekenen, tenzij deze aan een ambtenaar volmacht verleent om de gemeente namens hem/haar te vertegenwoordigen.

 

Artikel 3

Het ligt voor de hand dat bij mandatering van een bevoegdheid ook de daarbij behorende handelingen, bijvoorbeeld ondertekening van de stukken, door de mandaathouder worden verricht. In plaats van per gemandateerde bevoegdheid ook de bijbehorende handelingen te mandateren, is deze algemene bepaling in het mandaatbesluit opgenomen.

 

Artikel 4

In het eerste artikellid worden de bevoegdheden die bij het college en de burgemeester berusten, gemandateerd aan de medewerkers van de gemeente Zevenaar en aan ingehuurde medewerkers die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.

 

In het tweede lid is opgenomen dat de voorwaarden en uitzonderingen die in artikel 5 zijn opgenomen in acht dienen te worden genomen bij de uitoefening van het mandaat.

 

In het derde lid is opgenomen dat er geen onderscheid bestaat tussen een beslis- en ondertekeningsmandaat.

 

Artikel 5

In het eerste lid is de voorwaarde opgenomen dat pas gebruik kan worden gemaakt van een mandaat als de uitoefening van een bevoegdheid overeenstemt met de taken en verantwoordelijkheden van de desbetreffende organisatie-eenheid danwel taakveld. In de hoofd- en detailstructuur, vastgesteld door de stuurgroep Rijnwaarden/Zevenaar, zijn de verschillende organisatie-eenheden beschreven. Daarnaast zijn in de functieplaatsingsboeken de taken beschreven op medewerkers-niveau.

 

Het uitgangspunt van de regeling is dat de bevoegdheden zodanig in de organisatie zijn neergelegd dat het slechts in uitzonderingssituaties nodig moet zijn om terug te vallen op een hoger bevoegdhedenniveau. Dit past ook bij de uitgangspunten van de besturingsfilosofie die door de stuurgroep is vastgesteld.

 

In het tweede lid wordt verwezen naar bijlage 1, waarin de bevoegdheden zijn opgesomd die zijn uitgezonderd van mandaat.

 

In het derde lid wordt verwezen naar bijlage 2, waarin de bevoegdheden zijn opgesomd die zijn gemandateerd aan de algemeen directeur/gemeentesecretaris.

 

In het vierde lid wordt verwezen naar bijlage 3, waarin de bevoegdheden zijn opgesomd die zijn gemandateerd aan de afdelingshoofden.

 

In het vijfde lid is opgenomen dat ondermandaat niet is toegestaan, tenzij dit expliciet is aangegeven.

 

In het zesde lid is opgenomen dat het doorgeven van een volmacht (substitutie) of machtiging wel is toegestaan. Dit is met name van belang bij het compareren bij en het ondertekenen van notariële akten. Aan de medewerkers van het desbetreffende notariskantoor kan per geval een volmacht/machtiging worden verleend door de burgemeester dan wel de gevolmachtigde ambtenaar.

 

In het zevende lid is opgenomen dat hetgeen is bepaald in de Budgethoudersregeling en het Treasurystatuut in acht wordt genomen bij de uitoefening van een mandaat.

 

In het achtste lid is geregeld dat de Budgethoudersregeling voorgaat op het Mandaatbesluit in geval van strijdigheid.

 

In het negende lid is opgenomen dat het college en de burgemeester ook nog individuele mandaten kunnen verlenen. Een overzicht van deze mandaten wordt achter deze mandatenregeling gevoegd.

 

Artikel 6

In dit artikel zijn de mandaten aan derden geregeld. Het betreft derden die niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever. In bijlage 4 is een lijst van mandaten opgesomd.

 

In het tweede lid is opgenomen dat de mandaten die aan een gemeenschappelijke regeling zijn verleend buiten de reikwijdte van het Mandaatbesluit vallen.

 

Artikel 7

Spreekt voor zich.

 

Artikel 8

Spreekt voor zich.

 

Artikel 9

Spreekt voor zich.

 

Artikel 10

De mandaten aan externe partijen worden niet ingetrokken en blijven dus ook na in werking treden van dit mandaatbesluit gelden. Dit sluit aan bij art. 10:4 Awb. Mandaat aan ondergeschikten is steeds een eenzijdige (publiekrechtelijke) rechtshandeling. Externe partijen zijn geen ondergeschikten. Mandaat aan niet- ondergeschikten is – met uitzondering van de situatie waarin bij wettelijk voorschrift in mandaat is voorzien – alleen mogelijk indien de ander het mandaat ook aanvaardt: wilsovereenstemming is vereist en dat impliceert een afspraak of in de terminologie van het BW een overeenkomst. De omgekeerde methodiek is niet geschikt voor het vastleggen van mandaten aan niet-ondergeschikten.

 

Artikel 11

Spreekt voor zich.

 

Bijlage 1

In deze bijlage staan de bevoegdheden die van mandaat zijn uitgezonderd. Dit houdt in dat de bestuursorganen zelf deze bevoegdheden blijven uitoefenen. Een portefeuillehouder alleen komen geen bevoegdheden toe op grond van de wet. Deze lijn is doorgetrokken in dit Mandaatbesluit.

 

Er is een onderverdeling gemaakt in algemeen, publiekrechtelijke bevoegdheden, privaatrechtelijke bevoegdheden, personeelsaangelegenheden en specifieke bevoegdheden van de burgemeester.

 

Veel van de bevoegdheden spreken voor zich. Een enkele bevoegdheid wordt hieronder nog toegelicht.

 

Publiekrecht

Onder 2; de portefeuillehouder kan zelfstandig ook de raad informeren.

 

Privaatrecht

Onder 10; het mandaat kan worden uitgeoefend per vordering; er kunnen meerdere vorderingen bestaan op één wederpartij.

 

Personeelsaangelegenheden

De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren, die per 1 januari 2020 in werking treedt, regelt dat ambtenaren zoveel mogelijk dezelfde rechten en plichten krijgen als werknemers in het bedrijfsleven. De aanstelling verandert in een arbeidsovereenkomst, zodat het Burgerlijk Wetboek rechtstreeks van toepassing is op de rechtspositie van ambtenaren tezamen met de CAO Gemeenten en het personeelshandboek.

 

Onder 2; aan het college blijft voorbehouden alle rechtshandelingen ten aanzien van de gemeentesecretaris.

 

Bevoegdheden burgemeester

Onder 1; het betreft een beslismandaat. Het ondertekeningsmandaat is gemandateerd aan de Hulpofficier van Justitie (zie bijlage 4, onder 1).

 

Onder 3; het weigeren van evenementenvergunning risicocategorie C is wel gemandateerd. Ook het verlenen/weigeren van een evenementenvergunning risicocategorie 0, A en B is gemandateerd (zie afdeling 7 van de APV).

 

Onder 4; het betreft een bevoegdheid op grond van de APV.

 

Onder 5; dit is geregeld in Hoofdstuk XI van de Gemeentewet.

 

Onder 7; sinds 1 januari 2020 vervangt de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (Bopz).

 

Bijlage 2

In deze bijlage staan de bevoegdheden die zijn gemandateerd aan de algemeen directeur/gemeentesecretaris.

 

Personeelsaangelegenheden

Onder 2; de gemeentesecretaris beslist over alle rechtspositionele aangelegenheden ten aanzien van de afdelingshoofden en functionarissen van functieboek 1.

 

Onder 3; de gemeentesecretaris gaat over het ontslag van alle ambtenaren die hiërarchisch ondergeschikt aan hem/haar zijn. Dit betreft alle gronden voor ontslag, zoals genoemd in artikel 7:669, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek.

 

Onder 4; als met een medewerker een vaststellingsovereenkomst wordt gesloten, waarbij een vergoeding wordt toegekend dan is de gemeentesecretaris bevoegd.

 

Bijlage 3

In deze bijlage staan de bevoegdheden die zijn gemandateerd aan de afdelingshoofden.

 

Personeelsaangelegenheden

Onder 1; de afdelingshoofden beslissen over alle rechtspositionele aangelegenheden ten aanzien van hun medewerkers, met uitzondering van het schorsen van de medewerker of opzeggen van de arbeidsovereenkomst. Deze bevoegdheid ligt bij de gemeentesecretaris.

 

Overige bevoegdheden

Onder 2; bij bedragen boven de € 50.000,- dient eerst te worden afgestemd met de portefeuillehouder.

 

Onder 4; dit geldt niet voor de hardheidsclausule in de CAO of het Personeelshandboek. Deze bevoegdheid ligt bij de gemeentesecretaris.

 

Onder 5; onderstaande drempelwaarden dienen in acht te worden genomen bij het aangaan (en opzeggen) van een verplichting.

 

Werken

Diensten en Leveringen

Tot € 250.000

medewerker

Tot € 100.000

medewerker

Vanaf € 250.000

afdelingshoofd

Vanaf € 100.000

afdelingshoofd

 

  • -

    bovenstaande bedragen betreffen de gecalculeerde opdrachtwaarde.

  • -

    de aanbesteding dient te geschieden volgens het Liemerse Inkoop- en aanbestedingsbeleid;

  • -

    het aangaan van verplichtingen is inclusief beslissing over meer- en minderwerk, mits dit binnen het beschikbare budget of krediet blijft;

  • -

    er ligt altijd een bestuurlijk besluit en voldoende budget/krediet ten grondslag aan het aangaan van verplichtingen;

  • -

    de afwegingen die in Bijlage 1 onder Algemeen zijn opgesomd dienen in acht te worden genomen.

  • -

    als het aangaan van een verplichting past binnen de financiële kaders van de Grondexploitatie (GREX) dan ligt het mandaat op medewerkers-niveau, ongeacht de waarde die met de verplichting is gemoeid.

Onder 6: als het besluit past binnen de financiële kaders van de Grondexploitatie (GREX) en de grondprijsbrief dan ligt het mandaat op medewerkers-niveau, ongeacht de waarde die met de verplichting is gemoeid.

 

Onder 11: Met deze bevoegdheid wordt ook bedoeld het nemen van een procesbesluit, als bedoeld in artikel 160, lid 1, onder f, van de Gemeentewet. Bij de bevoegdheid tot het instellen van hoger beroep (bestuursrechtelijk- als civielrechtelijk) dient eerst afstemming plaats te vinden met de portefeuillehouder.

 

Onder 12; de bevoegdheid ziet ook op het machtigen van derden (zoals advocaten en adviseurs).

 

Onder 15; deze overeenkomsten zijn gebaseerd op de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

 

Bijlage 4

In deze bijlage staan de bevoegdheden die aan externen zijn verleend. Het betreft een opsomming van de verleende mandaten. De mandaten zijn niet gedetailleerd beschreven. Hiervoor dienen de afzonderlijke mandaatbesluiten te worden geraadpleegd.

 

Niet tot de categorie externen behoren de gemeenschappelijke regelingen. Dit is bepaald in artikel 6, tweede lid.