Organisatie | Leeuwarden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Eenmalige energietoeslag Leeuwarden 2022-2 |
Citeertitel | Beleidsregels Eenmalige energietoeslag Leeuwarden 2022-2 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Beleidsregels Eenmalige energietoeslag Leeuwarden 2022-2 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-09-2022 | 01-01-2023 | nieuwe regeling | 13-09-2022 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden,
- titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
- het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden
huishoudens in aanmerking kunnen komen voor een eenmalige energietoeslag 2022;
- het daarom wenselijk is voor dit doel tijdelijk aparte beleidsregels vast te stellen;
- het college het wenselijk vindt om de termijn waarin de toeslag kan worden aangevraagd te verlengen tot
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
b. College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden;
c. Aanvrager: de alleenstaande of alleenstaande ouder die de energietoeslag aanvraagt of ambtshalve ontvangt, dan wel de samenwonenden die deze gezamenlijk aanvragen of ontvangen;
d. Energietoeslag: gemeentelijke categorale toeslag als tegemoetkoming voor de gestegen kosten van energie;
e. Inkomen: totaal van het inkomen zoals bedoeld in artikel 31 PW;
f. Zelfstandige woning: woning in eigen bezit en/of een woning waarvoor een commerciële huur wordt betaald;
g. Peildatum: de eerste van de maand in de periode 1 januari 2022 en 1 april 2022;
Artikel 2 Reikwijdte van de beleidsregels
De beleidsregels zijn een uitwerking van artikel 35 van de wet ten behoeve van het op categoriale wijze verstrekken van een eenmalige energietoeslag voor huishoudens met een laag inkomen in de gemeente Leeuwarden.
Artikel 3 Doelgroep eenmalige energietoeslag
Artikel 4 Hoogte en uitbetaling van de eenmalige energietoeslag
De energietoeslag bedraagt €1.300,- per huishouden en wordt eenmalig volledig uitbetaald.
Artikel 5 Ambtshalve toekenning
De eenmalige energietoeslag wordt zoveel mogelijk ambtshalve verstrekt aan huishoudens die in de periode 1 januari 2022 tot 1 april 2022 voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 3 en waarvan het bankrekeningnummer bekend is bij de gemeente. Er wordt van uitgegaan dat iemand voldoet aan de doelgroepomschrijving van artikel 3 als diegene op een enig moment in de referteperiode:
De aanvraag voor de eenmalige energietoeslag 2022 wordt, bij voorkeur, digitaal ingediend door middel van het aanvraagformulier op www.leeuwarden.nl.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregels Eenmalige energietoeslag Leeuwarden 2022-2.
De beleidsregel eenmalige energietoeslag 2022-2 staat niet op zich zelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 8 in.
In artikel 3 wordt de doelgroep nader omschreven. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip ‘inkomen’ en ‘referteperiode’ is zo goed mogelijk aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt in het kader van de bijzondere bijstand en de gemeentelijke minimaregelingen. Daar voorziet artikel 1 in.
Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die recht hebben op een uitkering op grond van de algemene bijstand, de Bbz of IOAW of IOAZ. Daar kan de gemeente andere groepen aan toe voegen, bijvoorbeeld personen die recht hebben op periodieke bijzondere bijstand of een bijdrage op grond van gemeentelijke minimaregeling. De gemeente ziet hier van af omdat de aanwezige gegevens van de bijzondere bijstand en de gemeentelijke minimaregelingen niet voldoende zijn om vast te stellen dat zij op voorhand ook zullen voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2 en andere voorwaarden uit de Participatiewet.