Organisatie | Kaag en Braassem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidie-uitvraag Opvang Rijnstreek 2023-2026 |
Citeertitel | Subsidie-uitvraag Opvang Rijnstreek 2023-2026 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage III-a |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2023 | nieuwe regeling | 05-07-2022 | 439246 |
Deze Subsidie-uitvraag Opvang Rijnstreek 2023-2026 is als volgt ingedeeld.
Hoofdstuk 1 beschrijft de aanleiding van de taak Opvang.
Hoofdstuk 2 beschrijft de ambitie en doelstellingen van Gemeente.
Hoofdstuk 3 gaat over de inhoud en omvang van de taak Opvang. De taak omvat drie onderdelen: Opvang, Samenwerken en de Ontwikkelagenda.
Hoofdstuk 4, 5 en 6 gaan over de financiering, monitoring en verantwoording en gewenste kwaliteit op het gebied van de taak Opvang.
Hoofdstuk 7 en 8 beschrijven de procedure met onder andere informatie over belangrijke deadlines en de beoordeling.
Hoofdstuk 9 ten slotte geeft alle begripsomschrijvingen.
De bijlagen omvatten enerzijds inhoudelijke informatie en voorwaarden en anderzijds procedurele informatie.
Gemeente is met ingang van 2023 als gevolg van de doordecentralisatie maatschappelijke zorg verantwoordelijk voor de Opvang van en Ondersteuning aan Inwoners die Dak- of Thuisloos zijn geraakt en/of vanwege een psychische aandoening niet zelfstandig kunnen wonen. Hiermee kan Gemeente ervoor zorgen dat de benodigde hulp eerder, dichterbij de vertrouwde thuissituatie en meer in samenhang met onze samenwerkingspartners wordt georganiseerd. Deze Inwoners hebben immers veelal problemen op meerdere leefgebieden. Lokaal kan het beste vorm gegeven worden aan wat Inwoners nodig hebben om prettig te wonen en leven. Dit sluit aan bij het advies dat de Commissie Dannenberg eind 2015 in opdracht van het Rijk uitbracht over de gewenste omslag in de maatschappelijke zorg.
In december 2021 heeft Gemeente ter voorbereiding op deze nieuwe taken de ambitie en aanpak vastgelegd in het Strategiedocument Ondersteuning met wonen en Opvang 2023 Rijnstreek. De ambulante taken van de maatschappelijke zorg en de Toegang tot Opvang zijn belegd bij Tom in de buurt. Voor inwoners die vanwege een psychische stoornis behoeft hebben aan een vorm van wonen stellen de Rijnstreekgemeenten per 1 januari 2023 een raamovereenkomst op. Voorzieningen waarvoor de vraag in de Rijnstreek te klein is om te organiseren, blijven op Holland Rijnland-niveau beschikbaar. De Wmo-ondersteuning en -zorg in de Rijnstreek ziet er daarmee per 1 januari 2023 als volgt uit:
Op basis van de toetsing aan de inhoudelijke taak is de keuze gemaakt om per januari 2023 aan één partij Subsidie te verstrekken die in staat is om de hele taak Opvang uit te voeren.
De Subsidieregeling Opvang Rijnstreek 2023-2029 en de Subsidie-uitvraag Opvang Rijnstreek 2023-2026 bevatten de juridische en inhoudelijke grondslag, aanvullend op de subsidieverordeningen van de Rijnstreek en wettelijke en gemeentelijke kaders (zie Bijlage I), op basis waarvan de verstrekking voor de taak Opvang gedaan kan worden. Gemeente Alphen aan den Rijn zal namens de Rijnstreekgemeenten verantwoordelijk worden voor de uitvoering en financiering van de Subsidieregeling. De inhoud en voorwaarden van de Subsidieregeling en Subsidie-uitvraag zijn opgesteld op basis van dialoog met geïnteresseerde aanbieders, cliënt- en adviesraden en andere belanghebbenden. In Bijlage II vindt u een nadere beschrijving van het dialoogtraject.
In dit hoofdstuk beschrijft Gemeente de ambitie en doelen die we met de inzet van Opvang willen realiseren. De wensen en vragen van onze Inwoners (al dan niet uitgesproken) die aanspraak maken en/of hebben gemaakt op Opvang vormen het fundament van onze ambitie en doelen. Deze wensen worden in dit hoofdstuk met quotes van deze Inwoners geïllustreerd.
Gemeente wil de komende jaren een omslag realiseren op het gebied van Opvang. Nu vindt deze opvang en Ondersteuning nog voornamelijk plaats in de woonvoorziening van een zorginstelling. De kern van de gewenste omslag is dat wij de opvang en Ondersteuning eerder, in samenhang met lokale samenwerkingspartners en zo lang mogelijk dichtbij de vertrouwde thuissituatie willen organiseren. Door meer gespecialiseerde en intensieve Ondersteuning dichtbij de Inwoner te organiseren, denken we het beste vorm te kunnen geven aan wat Inwoners nodig hebben om zo lang, zelfstandig en zelfredzaam als mogelijk te wonen en leven.
“Ik wil gewoon wonen, net als jij, maar ik heb wel ondersteuning nodig, dat komt erbij.”
Inwoners zijn niet de problemen die ze ervaren, het zijn Inwoners die in een kwetsbare positie verkeren en – al dan niet tijdelijk – Opvang nodig hebben. Gemeente vindt het belangrijk dat juist deze Inwoners de kans krijgen om eerder en dichtbij op een eigen plek kunnen wonen en leven. Dit betekent dat de Subsidieontvanger zo snel mogelijk een eigen duurzame plek organiseert voor een Inwoner die Dak- of Thuisloos is geraakt en in staat is om zelfstandig te wonen, eventueel met Ondersteuning. Wanneer dit niet mogelijk is, organiseert Subsidieontvanger tijdelijk een omgeving waar de Inwoner een ontwikkeling richting zelfstandigheid kan doormaken. Hier is ook de Ondersteuning op gericht. De Inwoner bepaalt zoveel mogelijk zelf welke Ondersteuning nodig is en wanneer. Als de Inwoner (nog) niet goed in staat is om dit zelfstandig te bepalen, biedt de professional hierbij hulp.
“Gewone mensen zitten er niet in mijn kringetje, behalve mijn ouders. … Ik heb hulp nodig bij onder de mensen komen. Niet onder de hulpverleners bedoel ik.”
Meedoen is een breed begrip. Het gaat niet alleen over betekenisvol je leven kunnen leiden op een manier die bij je past, maar het gaat óók over betrokkenheid bij en van (levens)belang zijn voor elkaar. Inwoners die een beroep doen op Opvang hebben niet altijd een sociaal netwerk. Daarmee mist een veilige basis om hulp te vragen, om op terug te vallen en om veerkracht op te doen.
Het bouwen aan dit netwerk kan met inzet van (ervaringsdeskundige) vrijwilligers en/of (informele) initiatieven en kan indien nodig aangevuld worden met professionele ondersteuning. Tegelijkertijd kan de Inwoner vanuit haar of zijn talenten ook een bijdrage leveren aan de samenleving. Dit wordt gestimuleerd en gezien als onderdeel van het ontwikkelen van de zelfredzaamheid.
“Ik heb niet elke week op donderdagmiddag een zorgbehoefte, en daarom heb ik niet op elke donderdagmiddag een contactmoment nodig. Ik heb geen vaste contactmomenten nodig. Ik heb wel gemakkelijk af- of opplussen nodig wanneer de zorgnood daar is.”
Inwoners zijn uniek. De Ondersteuning die geboden wordt, is dan ook geen standaardproduct, maar is divers, duurzaam en op maat gesneden. De vraag (al dan niet uitgesproken), talenten en mogelijkheden van de Inwoner staan centraal, waarbij ook gekeken wordt naar de hulp die de het (informele) netwerk kan bieden. De ondersteuningsbehoefte van onze Inwoners kan wisselen in intensiteit en de momenten waarop deze nodig is. Daarom is flexibiliteit in de inzet van de professional nodig en is voldoende ruimte voor de professional om onconventionele oplossingen in te zetten als de situatie daarom vraagt.
“Voortijdig ingrijpen, dat voorkomt een hoop.”
Hulp moet snel beschikbaar zijn. Voor een Inwoner die acuut Dakloos is geraakt en snel Opvang nodig heeft, wordt direct onderdak geregeld. Creatieve oplossingen hebben meerwaarde en worden aangemoedigd.
“Af van dat eiland. In zo’n situatie als de onze raakt alles aan mekaar: wonen, geld, contacten, verslaving, dagelijkse bezigheden.”
Wanneer Inwoners Opvang nodig hebben, wordt hun vraag breed benaderd en wordt integraal naar oplossingen gekeken. Met het sociaal netwerk en met samenwerkingspartners wordt gewerkt met de methodiek één huishouden, één plan, één regisseur (1H1P1R). Dit is ook nodig om te voorkomen dat problemen zich opstapelen of escaleren.
Uitvoerders zorgen samen met de partners binnen het sociaal domein voor samenhangende zorg en zoekt naar slimme verbindingen. Op deze manier kan in samenwerking Vroegsignalering, erbij blijven en vinger aan de pols en nazorg geregeld worden. Hierbij kan sprake zijn van een noodzakelijke maar Warme overdracht tussen partners.
In dit hoofdstuk worden de onderdelen die samen de taak Opvang omvatten toegelicht. Daarbij gaat het concreet om:
Subsidieontvanger biedt een breed pallet van Opvang en Ondersteuning aan alle Inwoners (alleenstaanden én gezinnen) van de Rijnstreek boven de 18 jaar die acuut Dakloos zijn geraakt en/of Thuisloos zijn (of dreigen te raken) en daarbij behoefte hebben aan Ondersteuning (bij het Briefadres)1.
Bij de Opvang en Ondersteuning van mensen die aanspraak maken op Opvang (of dreigen te raken) zijn vier aandachtsgebieden te onderscheiden: Preventie, Stabilisatie, Herstel en Duurzame uitstroom. Deze aandachtsgebieden volgen elkaar meestal op, maar kunnen ook overlappen. Hieronder volgt een toelichting van de gebieden waar Subsidieontvanger aandacht voor dient te hebben.
Subsidieontvanger zet zich in om te voorkomen dat Inwoners Dak- en/of Thuisloos raken. Daarbij is minimaal inzet nodig voor:
het beschikbaar stellen van expertise aan partners die te maken krijgen met Inwoners die (dreigen) Dak- en/of Thuisloos te raken. Eventueel wordt gezamenlijk opgetrokken om te voorkomen dat acute Dakloosheid ontstaat. De Toegang van Tom in de Buurt is één van deze partners aan wie de expertise beschikbaar wordt gesteld om te voorkomen dat Inwoners onnodig aanspraak moeten doen op Opvang.
Wanneer een Inwoner aanspraak maakt op Opvang binnen kantoortijden moet er meteen hulp geboden worden (zie hoofdstuk 3 voor afbakening met de regionale opvang). Inwoners die Dak- en/of Thuisloos raken, hebben veelal de regie over het leven verloren. De Inwoner wordt ondersteund bij het bevorderen van regie.
Een basisvoorwaarde voor het bevorderen van regie is een woonplek. Hier is direct aandacht voor nodig.
Subsidieontvanger dient minimaal 20 woonplekken in de Rijnstreek beschikbaar te hebben (variërend in omvang, locatie en doelgroep) waarin de Opvang en Ondersteuning aangeboden kan worden. Daarbij is aandacht voor het organiseren van opvangplekken voor jongeren tussen 18 en 27 die dakloos zijn geraakt. Uitgangspunt is dat Inwoners dichtbij de vertrouwde thuissituatie wordt opgevangen. Daarbij verwachten wij ook dat gebruik gemaakt wordt van innovatieve oplossingen. Als er geen plek is, wordt een ad hoc oplossing georganiseerd. Indien nodig kan in het uiterste geval ook een hotelplek ingezet worden.
Naast aandacht voor een woonplek kan aandacht nodig zijn voor:
Na een fase van Stabilisatie kan de Inwoner en de Ondersteuning zich richten op Herstel. Daarbij kan aandacht nodig zijn voor:
Het vierde aandachtsgebied gaat over het moment waarop de opvang en/of Ondersteuning vanuit de taak Opvang niet meer nodig is. Dat kan zijn omdat de Inwoner een ontwikkeling richting zelfstandigheid heeft doorgemaakt of omdat de Inwoner behoefte heeft aan een andere vorm van ondersteuning. Denk bijvoorbeeld aan de Ondersteuning van Tom in de buurt, Ondersteuning met wonen of ondersteuning vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Subsidieontvanger heeft al vroeg in het traject aandacht voor het uitstroomperspectief. Subsidieontvanger schept samen met partners de voorwaarden om een soepele overgang te realiseren. Concreet betekent dit o.a. dat Subsidieontvanger de toeleiding naar deze Ondersteuning organiseert, dat partners indien nodig tegelijkertijd Ondersteuning bieden en dat een vangnet voor de Inwoner georganiseerd wordt om terugval te voorkomen.
Duurzame uitstroom is geen standaard route:
Ook de duur van Opvang kan verschillen. De gemiddelde duur van Opvang is 9 maanden, maar hier zit veel variatie tussen. Subsidieontvanger is in staat om in te spelen op de verschillende situaties waaruit Duurzame uitstroom kan plaatsvinden.
Om duurzame uitstroom te realiseren heeft het de voorkeur dat Subsidieontvanger:
Opvang staat niet op zichzelf. Om tot integrale oplossingen te komen en om de beoogde ambitie te realiseren is het noodzakelijk dat de Subsidieontvanger samenwerkt met professionals in de Toegang, rond casuïstiek en op de grenzen en verantwoordelijkheden en wetgeving. Het gaat om elkaar kennen, elkaar begrijpen en om duidelijke verwachtingen en verantwoordelijkheden. Hieronder zijn de belangrijkste samenwerkingspartners afgebeeld. De Rijnstreekgemeenten zien samenwerken en verbinding als onderdeel van de taak Opvang.
Deze samenwerking wordt minimaal verwacht op de volgende onderdelen (in alfabetische volgorde).
De Subsidieontvanger adviseert op verzoek van aanbieder jeugdhulp over het voorkomen van dreigende Dakloosheid van jongeren in gezinnen waar dit speelt en draagt zo nodig oplossingen aan voor de jongere (denk aan kamers met aandacht of aparte opvang voor jongeren). Daarnaast schakelt Subsidieontvanger met de aanbieder jeugdhulp over kinderen in de Opvang die jeugdhulp nodig hebben.
Subsidieontvanger kent de weg in het medisch domein en verwijst Inwoners die aanspraak maken op Opvang actief door voor behandeling wanneer verslaving en/of GGZ-problematiek de weg naar zelfstandigheid belemmeren. Ook stimuleert Subsidieontvanger dat bij fysieke gezondheidsklachten huisartsen en andere eerstelijnszorg ingeschakeld worden.
Ondersteuning – Tom in de buurt
Veel van de taken die van belang zijn voor de taak Opvang is belegd bij Tom in de buurt. Tom in de buurt is verantwoordelijk voor alle ambulante Wmo ondersteuning, waaronder bemoeizorg en daginvulling. Ook de Ondersteuning na uitstroom uit Opvang valt onder de opdracht van Tom in de buurt. Samenwerking met Tom in de buurt is dan ook van groot belang om de doelstelling voor onze Inwoners én onze ambitie te realiseren.
Specialistische maatschappelijke zorg, specifiek de regionale opvang
Indien een alleenstaande of gezin een beroep doet op opvang buiten kantooruren is eerste opvang mogelijk via de regionale opvang. Voor gezinnen die zich buiten kantooruren melden is het mogelijk om via de centrale bereikbaarheidsdienst een opvangplek te organiseren, op kosten van de taak Opvang. In het uiterste geval kan zeer tijdelijk een hotelplek georganiseerd worden hiervoor.
Op de eerstvolgende werkdag na start van (regionale) acute Opvang voor alleenstaanden volgt het aanmeldingsgesprek bij de regionale toegang, tijdens dit gesprek wordt bekend wat de gemeente van herkomst is. In het geval van alleenstaanden kan het nodig zijn om meerdere gesprekken te voeren om te bepalen of iemand geschikt is voor een (lokale) opvangplek in de Rijnstreek. De richtlijn is dat de beoordeling altijd binnen twee weken plaats vindt, het is niet wenselijk voor de Inwoner dat het proces van plaatsing langer duurt. Binnen deze twee weken zal Tom in de buurt aangehaakt worden wanneer bekend is dat de Inwoner uitstroomperspectief heeft naar een (lokale) opvangplek in de Rijnstreek. Subsidieontvanger houdt zich actief op de hoogte van de situatie van Inwoners uit de Rijnstreek die tijdelijk verblijven in de regionale opvang en overlegt over het moment van terugplaatsing in de Rijnstreek. Bij terugkomst in de Rijnstreek biedt Subsidieontvanger begeleiding en draagt wanneer mogelijk over aan Tom in de buurt. Andersom verwijst Subsidieontvanger door naar de regionale opvang als 24/7 toezicht noodzakelijk is voor cliënt of als de koude of hitteregeling van kracht is en draagt er zorg voor dat cliënten daar aankomen.
Toegang tot de opvang is belegd bij Tom in de buurt. Concreet betekent dit dat Tom in de buurt een afweging maakt over de intensiteit binnen de verschillende modules van de ontwikkelde bekostiging (zie Bijlage III) op basis van één of meerdere gesprekken met de Inwoner. Het perspectief en doel van de Inwoner is hierbij leidend. Daarom worden per leefgebied doelen beschreven waar gedurende het traject aan wordt gewerkt. De optelsom van de intensiteit per module vormt een vast ondersteuningspakket. Subsidieontvanger en Tom in de buurt werken samen om tot een passend ondersteuningspakket te komen.
Het is aan Subsidieontvanger en Tom in de buurt om dit nader uit te werken.
Subsidieontvanger onderhoudt contacten met welzijnspartners omdat die een belangrijke signalerende rol hebben. In het geval van (dreigende) Dakloosheid handelt Subsidieontvanger direct, zodat het vertrouwen dat de welzijnspartner heeft opgebouwd bij de Inwoner niet verloren gaat. Daarnaast houdt Subsidieontvanger zich actief op de hoogte van welzijnsactiviteiten die passen bij Inwoners in de opvang die aan hun Herstel werken en begeleidt Inwoners daarbij.
Subsidieontvanger heeft korte lijnen met het Serviceplein (voor inkomen) en Rijnvicus (voor werk). Subsidieontvanger begeleidt Inwoners in dat traject, signaleert obstakels daarbij en bespreekt die zo nodig met Rijnvicus of werkgever. Door het verplicht stellen van budgetbeheer voor Inwoners die aanspraak maken op Opvang voorkomt Subsidieontvanger dat (nieuwe) schulden ontstaan.
Subsidieontvanger ondersteunt Inwoners die aanspraak maken op Opvang zodat overlast voorkomen wordt. Ook komt Subsidieontvanger zijn verplichtingen na als partner in een eventuele drie-partijenovereenkomst. Daarnaast is Subsidieontvanger een actieve partner in het overleg met woningcorporaties over contingent woningen en andere nieuwe vormen van huisvesting.
Subsidieontvanger participeert in het zorgnetwerk en houdt zich aan de afspraken zoals vastgelegd in het Convenant voorkomen huisuitzetting. Zo nodig regelt Subsidieontvanger vervoer naar de regionale opvang voor mensen met verward gedrag die niet in staat zijn daar zelfstandig te komen.
In hoofdstuk 2 beschrijft Gemeente de ambitie voor de taak Opvang. Gemeente en Subsidieontvanger hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om deze ambitie te realiseren, maar wel ieder vanuit een eigen rol. Om de ambitie te realiseren is gedurende de looptijd van de Subsidieregeling aandacht nodig voor de uitwerking en implementatie van een reeks onderwerpen die samen de Ontwikkelagenda omvatten.
Deze onderwerpen worden hieronder toegelicht en geconcretiseerd. Stap voor stap willen wij uitvoering geven aan de uitwerking en implementatie hiervan. Wij doen dit vanuit Strategische Partnerschap, waarbij we een langdurige relatie hebben in het transformatieproces. De Ontwikkelagenda is onderdeel van de taak Opvang. Dit betekent dat aantoonbare inzet wordt verwacht van Subsidieontvanger bij de uitvoering van de Ontwikkelagenda.
Gemeente vindt het belangrijk dat juist Inwoners die Dak- en/of Thuisloos zijn geraakt zo snel mogelijk een eigen woonplek hebben om te herstellen, eventueel met Ondersteuning. Momenteel vindt dit nog met name plaats in de daarvoor ingerichte opvangplekken.
Gedurende de looptijd van de Subsidieregeling wordt gewerkt aan het mogelijk maken van Herstel in een eigen woonplek. De uitwerking en implementatie van deze transformatie vraagt om een stevige samenwerking tussen gemeenten, Subsidieontvanger, verhuurders en Tom in de buurt. Concreet vraagt dit om:
Als antwoord op het toenemend aantal Inwoners zonder vaste verblijfplek is het nodig om innovatief te zijn. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het organiseren van woningdelen. Voorbeelden zijn concepten als Onder de Pannen en Kamers met Aandacht. Per 2023 wil Gemeente deze concepten verder uitwerken met Subsidieontvanger.
Het tijdig verwerken van uitkeringsaanvragen verloopt goed. Er liggen kansen om de financiële stabilisatie van Inwoners die Dak- en/of Thuisloos zijn geraakt te bevorderen. Daarbij gaat het onder andere over het organiseren van tijdige en passende schuldhulp, budgetbeheer en bewindvoering. Gemeente en Subsidieontvanger werken nader uit wat hiervoor nodig is en geven hier uitvoering aan.
Voor de uitvoering van de taak Opvang is een uitbreiding van het aantal opvangplekken wenselijk. Bij publicatie van deze subsidie-uitvraag zijn 20 opvangplekken in de Rijnstreek beschikbaar. De Rijnstreek wil toegroeien naar 30 opvangplekken in de Rijnstreek. Hier willen we gedurende de looptijd van de overeenkomst gezamenlijk invulling aan geven. Deze uitbreiding dient plaats te vinden binnen de bij Gemeente beschikbare middelen. In 2023 is budget beschikbaar om uit te breiden naar 22 opvangplekken in de Rijnstreek.
Jaarlijks stelt Gemeente het budget vast voor de uitvoering van de taak Opvang. Dit budget komt tot stand op basis van een combinatie van:
de bekostiging die de gemeenten van Holland Rijnland gezamenlijk hebben opgesteld voor de maatschappelijke zorg.
Bij deze wijze van bekostiging wordt per Inwoner een vast pakket samengesteld op basis van de ontwikkelde product- en tariefstructuur (zie Bijlage III). Dat gebeurt bij de Toegang door Tom in de buurt (zie hoofdstuk 3.2);
Op basis van de bovenstaande punten is het budget voor de subsidie Opvang in 2023: € 1.049.613,31.
Dit budget is inclusief eventuele hotelkosten én btw. Bij eventuele btw-plichtigheid komt de financiële last voor rekening van de Subsidieaanvrager. We gaan er dus vanuit dat Subsidieaanvrager deze verplichting meeneemt bij de aanvraag.
Jaarlijks wordt 95% van de Subsidie in vier gelijke betalingen per kwartaal bij wijze van voorschot uitbetaald. Op basis van een volledige en tijdige kwalitatieve en financiële verantwoording (zie hoofdstuk 5), wordt de overige 5% uitbetaald bij het definitief vaststellen van de Subsidie. De inzet op de leefgebieden (zoals beschreven in Bijlage III) wordt afzonderlijk afgerekend. Dit betekent dat concreet dat het budget voor activering leefgebieden én sociaal beheer/veiligheid niet uitwisselbaar zijn met het budget voor de module huisvesting.
5. Monitoring en verantwoording
In hoofdstuk 2 beschrijft Gemeente de ambitie en doelen die we met de inzet van de taak Opvang willen realiseren. Subsidieontvanger en Gemeente hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om deze ambitie en doelstellingen te realiseren, maar ieder wel vanuit een eigen rol:
Daar waar de ‘kaders’ en ‘inhoudelijke invulling’ samenkomen ontstaat het Strategische Partnerschap, met focus op resultaat en verbinding met andere aanpalende velden en partners. Uitgangspunten zijn transparantie, dialoog, vertrouwen en samen leren en verbeteren.
Voor de invulling van dit Strategische Partnerschap is aandacht nodig voor:
Deze onderwerpen worden hieronder toegelicht en vertaald naar voorwaarden.
Om de definitieve Subsidie vast te stellen én gezamenlijk te sturen op het realiseren van de ambities en doelstellingen is informatie nodig. Deze informatie kan een kwantitatief karakter hebben, maar minstens zo belangrijk is de informatie met een kwalitatief karakter.
Het gaat om tellen en vertellen, waarbij Gemeente een balans zoekt tussen het verkrijgen van voldoende informatie en de administratieve lasten die dit met zich meebrengt. De verantwoording vindt plaats op twee momenten in het jaar:
Uiterlijk 31 juli van het lopende subsidietijdvak dient de Subsidieontvanger een tussentijdse rapportage in. Deze rapportage dient een rekening en verantwoording over de verrichte activiteiten van het eerste half jaar te bevatten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten en een prognose voor het tweede halfjaar.
In Bijlage IV heeft Gemeente de doelstellingen (zoals beschreven in paragraaf 2.2) vertaald naar Indicatoren. Subsidieontvanger is verantwoordelijk voor het monitoren en verantwoorden van deze Indicatoren op de hierboven genoemde verantwoordings-momenten. Gemeente streeft ernaar om gedurende de looptijd van de Subsidieregeling een gelijke set aan informatie te hanteren. Tegelijkertijd kan de benodigde informatie (waaronder Indicatoren) op basis van evaluatie en voortschrijdend inzicht gedurende de looptijd van de Subsidieregeling in overleg worden aangepast.
Gemeente zet de komende periode in op meer Informatiegestuurd werken om zo weloverwogen besluiten en beleid te kunnen maken die de dienstverlening en bedrijfsvoering substantieel kunnen verbeteren. Dit betekent dat Gemeente toewerkt naar meer geautomatiseerde processen waarbij eigen informatie, informatie van Subsidieontvanger en informatie van andere bronnen wordt verzameld, gebundeld en gecombineerd om zo verbeterde inzichten te realiseren en sneller en beter ingespeeld kan worden op trends en toekomstige ontwikkelingen. Op deze manier kunnen Gemeente en Subsidieontvanger vroegtijdig sturen op maatschappelijke vraagstukken, doelen en effecten. Ook kan Informatiegestuurd werken bijdragen aan een meer efficiënte inzet van middelen. Van Subsidieontvanger wordt verwacht dat hij het Informatiegestuurd werken ondersteunt en verder helpt ontwikkelen. In onderling overleg wordt bepaald welke gegevens beschikbaar zijn of ontwikkeld kunnen worden. Voor de verdere ontwikkeling van Informatiegestuurd werken zullen de gemeenten te zijner tijd een bedrag beschikbaar stellen. De hoogte van dit bedrag is nog niet vastgesteld, maar zal in overleg met de Subsidieontvanger worden bepaald en is afhankelijk van de specifieke eisen en wensen van de Gemeente.
Informatie met betrekking tot zorgvuldige overgang
Om de overgang van de huidige Inwoners met opvang zorgvuldig te laten verlopen, worden door Subsidieontvanger tijdens de implementatieperiode de volgende stappen ondernomen:
in overleg met Gemeente en de huidige uitvoerende partijen worden alle Inwoners met Opvang geïnformeerd over de wijziging van de uitvoerende partij en de consequenties voor de Inwoner. Gemeente neemt de regie in dit communicatietraject en stelt hiervoor een communicatieplan op in overleg met de huidige uitvoerende partijen en Subsidieontvanger;
Gedurende de looptijd van de Subsidie wordt het gesprek gevoerd tussen Gemeente en Subsidieontvanger. Subsidieontvanger en Gemeente hebben zoveel overleg als nodig voor de uitvoering van de subsidie. Daarbij gaat het in ieder geval om gesprekken over en/of met:
Subsidieontvanger dient gedurende de looptijd van de Subsidie vaste contactpersonen aan te wijzen die gedurende de looptijd van de Subsidie als aanspreekpunt fungeert voor Gemeente.
5.3 Verantwoording/beoordeling van de prestaties
Gemeente beoordeelt de uitvoering van de Subsidie op basis van de rapportage(s) en het gesprek daarover. Niet alleen ter beoordeling van de uitvoering van de Subsidie maar ook met het doel om gezamenlijk te leren en te verbeteren. Het gaat hierbij om de volgende instrumenten:
Cliëntervaringsonderzoek: Gemeente zal in samenwerking met de Subsidieontvanger een doorlopende methodiek ontwikkelen die aansluit bij de wettelijke eisen en kwaliteitsvereisten, waardoor zowel Gemeente als Subsidieontvanger inzicht krijgen in de tevredenheid van Inwoners bij begin- en einde van de Ondersteuning en opvang gedurende trajecten. Dit onderzoek wordt door een onafhankelijke partij uitgevoerd en gefinancierd door de gemeenten.
Indien de Subsidieontvanger de afgesproken indicatoren/resultaten niet behaalt, naar waarschijnlijkheid niet zal behalen en/of de taak boven het budget dreigt uit te voeren, dient Subsidieontvanger dit tijdig (proactief) mee te delen en aan te kunnen tonen aan Gemeente. Gemeente en Subsidieontvanger treden dan in overleg over de (mogelijke) oorzaken en verbeteringen. Op basis van de uitkomsten van dit overleg kunnen de gemeenten overgaan tot het lager vaststellen van de subsidie of het intrekken of wijzigen van de subsidieverlening conform artikel 4:48 Awb.
In artikel 3.1 van de Wmo is vastgelegd dat de Opvang en Ondersteuning van goede kwaliteit moet zijn. Een nadere concretisering hiervan is in het kwaliteitskader (Bijlage V) opgenomen. Het kwaliteitskader is gebaseerd op de doelstellingen en uitgangspunten uit de Wmo 2015 en de ‘Kwaliteitseisen Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang’ van de VNG. In dit kwaliteitskader is beschreven welke voorwaarden Gemeente stelt aan de door Subsidieontvanger geleverde Opvang en Ondersteuning. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen wettelijke eisen waaraan Subsidieontvanger moet voldoen en aanvullende kwaliteitseisen die zijn opgesteld om te kunnen sturen op de doelstellingen van de taak Opvang. Subsidieontvanger voert de opdracht uit conform het bepaalde in Bijlage V uit en is in bezit van deze documenten. Van Subsidieontvanger wordt tevens verwacht dat hij de landelijke ontwikkelingen volgt en implementeert in zijn werkwijze.
Daarnaast is Gemeente volgens artikel 6.6 van de Wmo wettelijk verantwoordelijk om toezicht te houden op de kwaliteit van de uitvoering van de opvang en ondersteuning. Gemeente heeft hiervoor een toezichthouder Wmo aangesteld. Het kwaliteitskader vormt de basis voor het kwaliteitstoezicht. Het kwaliteitskader zal ook onderdeel zijn van het gesprek (hoofdstuk 5.2) tussen Gemeente en Subsidieontvanger om onder andere te leren en verbeteren. In het kader van toezicht op de kwaliteit en het gesprek kan Gemeente gedurende de looptijd van de Subsidieregeling de documenten zoals omschreven in het kwaliteitskader opvragen.
Het kwaliteitskader kan in de looptijd van de opdracht aangepast worden wanneer Opdrachtgever hier reden toe ziet. Nieuwe inzichten en veranderingen in de huidige situatie kunnen leiden tot nieuwe kwaliteitseisen of een aanscherping van het kwaliteitskader. Opdrachtgever zal Subsidieontvanger hier tijdig over informeren en betrekken.
Dit hoofdstuk beschrijft het proces van de Subsidietaak Opvang.
Geïnteresseerde partijen kunnen uiterlijk tot 1 september 2022 voor 12:00 uur een aanvraag indienen voor de Subsidie. Subsidieaanvrager dient hiervoor het aanvraagformulier (zie Bijlage VI) met alle daarbij behorende stukken te in te dienen via sociaaldomein@alphenaandenrijn.nl, onder vermelding van Subsidie Opvang Rijnstreek 2023-2026. Voor de opeenvolgende jaren (2024-2026) dient elk jaar opnieuw een bijgestelde aanvraag te worden ingediend voor 1 september.
Gemeente zal uiterlijk voor 1 oktober 2022 de uitkomst bekendmaken.
Communicatie met betrekking tot de Subsidie-uitvraag vindt plaats op de volgende manieren:
Gemeente vergoedt geen kosten die betrekking hebben op het aanvragen van deze subsidie.
De Subsidieaanvrager kan, na het besluit van het college, bezwaar maken tegen dit besluit. Hiervoor geldt een termijn van zes weken. Dit is geregeld in de Algemene wet bestuursrecht.
De Subsidie Opvang Rijnstreek 2023-2026 treedt in werking op 01-01-2023.
Gemeenten hebben de keuze gemaakt om één partij te selecteren voor de Subsidie. De aanvraag met de beste beoordeling ontvangt de Subsidie. In dit hoofdstuk wordt beschreven op welke wijze Gemeente komt tot deze selectie.
8.2 Beoordeling van het plan van aanpak
Naast een volledigheidscontrole beoordeelt Gemeente het plan van aanpak. Subsidieaanvrager dient in dit plan van aanpak (maximaal 10 pagina’s) antwoord te geven op de volgende vragen:
De kwaliteit van het plan van aanpak wordt integraal beoordeeld door een daarvoor ingericht beoordelingsteam met materiedeskundigen van Gemeente. De score hangt af van de mate waarin Subsidieaanvrager:
De beoordeling vindt plaats aan de hand van onderstaande waarderingssystematiek.
In totaal kan een Subsidieaanvrager 100 punten krijgen voor het plan van aanpak.
De score die een Subsidieaanvrager scoort op het ingediende plan van aanpak, wordt vermenigvuldigd met een factor 10 om tot de totale score voor het plan van aanpak te komen.
Alle begrippen die in deze Subsidie-uitvraag worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als de begrippen uit de Algemene wet bestuursrecht, Jeugdwet, Wmo, Participatiewet en Asv 2020;
In deze Subsidie-uitvraag wordt verstaan onder:
Informatiegestuurd werken: het gebruiken van geautomatiseerde processen waarbij eigen informatie, informatie van Subsidieontvanger en informatie van andere bronnen wordt verzameld, gebundeld en gecombineerd om zo verbeterde inzichten te realiseren en sneller en beter in te spelen op trends en toekomstige ontwikkelingen.
Bijlage I. Kader Opvang Rijnstreek
Voor de uitvoering van de taak Opvang zijn zowel wettelijke en gemeentelijke kaders en/of landelijke richtlijnen van toepassing. Hieronder worden de belangrijkste wetten en kaders uiteengezet. Deze lijst is niet uitputtend. Van Subsidieontvanger wordt verwacht dat hij op de hoogte is en blijft van de vigerende wet- en regelgeving voor de uitvoering van de taak Opvang. Op deze manier kunnen we samen en naast elkaar werken aan activiteiten en aan het vinden van antwoorden op de vragen die onze Inwoners hebben.
Wettelijke kaders (op alfabetische volgorde)
Gemeentelijke kaders (op alfabetische volgorde)
Bijlage II. Dialoogtraject subsidieregeling- en subsidieuitvraag Opvang Rijnstreek
De inhoud en voorwaarden van de subsidieregeling- en subsidieuitvraag Opvang Rijnstreek zijn opgesteld op basis van dialoog met geïnteresseerde aanbieders (zowel in de Rijnstreek als op het niveau van Holland Rijnland), (cliënt-)adviesraden en samenwerkingspartners. Hieronder volgt een uiteenzetting van de bijeenkomsten die hebben plaatsgevonden in het kader van dit dialoogtraject.
Bijlage III. Bekostiging Opvang Rijnstreek
Jaarlijks stelt Gemeente het budget vast voor de uitvoering van de taak Opvang. Één van de drie elementen op basis waarvan het budget tot stand komt is de bekostiging die de gemeenten van Holland Rijnland gezamenlijk hebben opgesteld voor de maatschappelijke zorg. Deze wijze van bekostiging is opgebouwd uit een aantal elementen:
Deze bijlage bevat een beschrijving van deze elementen.
In de regio Holland Rijnland is afgesproken zoveel mogelijk gelijk op te trekken in de bekostiging van de maatschappelijke zorg, waar de taak Opvang onderdeel van is. De gemeenten van Holland Rijnland hebben in de verkenning gezocht naar een model om de volgende doelen te realiseren:
Op basis van de verkenning is gekozen voor een cliëntvolgende bekostiging. Bij deze wijze van bekostiging wordt per Inwoner een vast pakket samengesteld op basis van de ontwikkelde productstructuur (zie hieronder). Concreet betekent dit dat de Toegang van Tom in de buurt een afweging maakt over de intensiteit binnen de verschillende modules op basis van één of meerdere gesprekken met de Inwoner. Het perspectief en doel van de Inwoner is hierbij leidend. Daarom worden per leefgebied doelen beschreven waar gedurende het traject aan gewerkt wordt. De optelsom van de intensiteit per module vormt een vast ondersteuningspakket. In dit gehele proces wordt samen opgetrokken met de aanbieder Opvang.
De gemeenten van Holland Rijnland hebben ook een uniforme productstructuur afgesproken. De productstructuur heeft een modulaire opbouw. Vanwege lokale omstandigheden kent de bekostiging bij toespitsing op de Rijnstreek kleine verschillen. De modules zijn herkenbaar en afgebakend. Voor elke Inwoner die aanspraak maakt op Opvang wordt een pakket samengesteld. Dat gebeurt bij de Toegang door Tom in de buurt. Het pakket wordt samengesteld op basis uit de onderdelen van de productstructuur (zie figuur hieronder).
Hieronder wordt de productstructuur voor de taak Opvang in de Rijnstreek toegelicht.
Gericht op het versterken van de vaardigheden van Inwoner ten aanzien van fysieke en mentale gezondheid (voeding, gedrag, gebruik verdovende middelen) en persoonlijke hygiëne. Er wordt onderscheid gemaakt tussen psychische en lichamelijke gezondheid:
Activiteiten: ondersteuning gericht op versterken van zelfzorg en gezondheid. Voorbeelden hiervan zijn:
Gericht op het verkrijgen van een stabiele financiële situatie met een toereikend inkomen voor levensonderhoud, de administratie is op orde. Indien van toepassing is er sprake van budgetbeheer en is er inzicht in en aanpak van schulden.
Inwoner is zich bewust van uitgaven die hij zich wel of niet kan veroorloven en kan: zelf contact opnemen met instanties in geval van betalingsachterstanden, hulp accepteren bij financiële problemen.
Activiteiten: Ondersteuning gericht op het leren verkrijgen van inzicht in de financiële situatie, het aangaan van (financiële) verplichtingen en het aanbrengen van structuur.
Sociaal en persoonlijk functioneren
Gericht op het verkrijgen van wederkerige verbindingen, een betrokken leefomgeving, steun van anderen en het tegengaan van eenzaamheid. Inwoner kan een beroep doen op personen in zijn of haar netwerk en kan grenzen stellen.
Activiteiten: ondersteuning gericht op het verkrijgen van inzichten en vaardigheden die Inwoner helpen in een sociale omgeving en het hebben van verschillende contacten.
2.2 Veiligheid en Sociaal beheer
Het bevorderen en in stand houden van een veilige en stabiele verblijfsomgeving. Er wordt onderscheid gemaakt naar:
Activiteiten: ondersteuning richt zich op het bieden van veiligheid en samenleven op zowel individueel niveau als op het niveau van de groep. Voorbeelden hiervan zijn:
In de productstructuur is deze module opgesplitst in 2 onderdelen: Veiligheid & Sociaal Beheer. Beide modules bestaan uit drie treden. Het toekennen van een specifieke trede hangt in de praktijk vaak samen met het soort voorziening waar een client op is aangewezen. Immers voor het organiseren van 24/7 aanwezigheid is een bepaald clientvolume nodig. Van belang is dat ondersteuningsbehoefte op het vlak van 24/7 toezicht & aard van voorziening waar cliënt de Ondersteuning ontvangt voldoende op elkaar aansluiten.
Sociaal beheer (mate van aanwezigheid overdag en in het weekend (07:00 en 23:00): gaat om de mate van aanwezigheid van begeleiding overdag op afroep, op gezette tijden binnen een woonvoorziening of doorlopend. Deze aanwezigheid biedt Inwoners hulp in de nabijheid bij terugval, is ondersteunend bij het bieden van en vasthouden aan een dagritme en ondersteunt bij het leren (samen) wonen en het opdoen van woonvaardigheden. Ondersteuning is erop gericht te bevorderen dat Inwoners zich thuis voelen en prettig samenleven binnen de woonvoorziening en ondersteunt in het leggen van de verbinding met de wijk/de buurt. Interventies zijn gericht op de groep en niet primair op het individu. Voorbeelden zijn begeleiding bij het opstellen van huisregels, samen koken of boodschappen doen en het ondersteunen bij het prettig samenwonen met elkaar.
Trede 1: ondersteuning die op afroep (binnen 30 minuten aanwezig) of gedurende de week en in het weekend overdag op gezette tijden een oogje in het zeil houdt, polshoogte neemt bij cliënten die zelfstandig wonen of in een geclusterde woonvoorziening en op deze momenten aanspreekbaar is voor vragen van cliënten, 7 dagen per week.
Veiligheid (mate van aanwezigheid in de nacht, tussen 23:00 en 07:00): gaat om de mate van oproepbaarheid/aanwezigheid van begeleiding in de nacht en weekenden. Deze inzet is bedoeld & gericht op het bevorderen en het in stand houden van een veilige verblijfsomgeving. Daarbij gaat het om de persoonlijke veiligheid, maar ook om de veiligheid van naastbetrokkenen. Begeleiding anticipeert op verward of agressief gedrag en herkent signalen. In de praktijk is er nadrukkelijk sprake van samenwerking met het sociale domein en woningcorporaties.
Zelfstandigheid en zelfredzaamheid van mensen zo lang en zo veel mogelijk te handhaven door daar waar mogelijk de zorg en ondersteuning in de eigen woonomgeving en bij voorkeur in de eigen woning te organiseren.
De module staat in het geval van scheiden wonen en zorg uit. In geval van intramurale bekostiging kan deze aan worden gezet. In dat geval worden de kosten voor het wonen (huisvestingslasten, nutsvoorzieningen) en hotelmatige kosten (voeding, schoonmaak, was) uit deze module vergoed.
Voor de taak Opvang in de Rijnstreek gelden de volgende tarieven. Bijlage III-a bevat een onderbouwing van deze tarieven.
Op voorhand zijn niet alle implicaties van de verandering in het bekostigingsmodel te overzien. Zowel op subregionaal als op regionaal niveau benutten de gemeenten de implementatieperiode (2de helft 2022) om in gesprek met aanbieders te zorgen voor een zorgvuldige transitie. De implicaties van de invoering van het nieuwe bekostigingsmodel zullen ook na invoering zowel regionaal als subregionaal worden gemonitord. Indien uit de monitoring structurele weeffouten in de bekostigingssystematiek naar voren komen, zal tot aanpassing van het model worden overgegaan.
Bijlage IV. Indicatoren Opvang Rijnstreek
Definities indicatoren kwantitatief
Bijlage V. Kwaliteitskader Opvang Rijnstreek
Bijlage VI Aanvraagformulier Opvang Rijnstreek
Aanvraagformulier Subsidie Opvang Rijnstreek Gemeenten 2023
Naam aanvrager2: | |
Naam contactpersoon3: | |
Het bestuur van bovengenoemde instelling vraagt een Subsidie aan voor het jaar 2023 en verklaart dat alle hierbij verstrekte gegevens naar waarheid zijn ingevuld.
Een complete Subsidieaanvraag bevat de volgende onderdelen:
De Subsidieaanvraag (inclusief bijlagen) dient uiterlijk op 1 september 12:00 te worden ingediend via sociaaldomein@alphenaandenrijn.nl o.v.v. Subsidie Opvang Rijnstreek 2023.