Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eemsdelta

Nadere regels subsidie gebiedsgerichte aanpak

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEemsdelta
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels subsidie gebiedsgerichte aanpak
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening gemeente Eemsdelta

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-10-2022nieuwe regeling

30-08-2022

gmb-2022-411416

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels subsidie gebiedsgerichte aanpak

Burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsdelta

 

gelet op de Algemene subsidieverordening van de gemeente Eemsdelta;

gelet op het Plan van aanpak versterking Eemsdelta 2021-2022;

 

besluiten:

 

vast te stellen de nadere regels voor het verstrekken van subsidie aan gebouweigenaren in het aardbevingsgebied in de provincie Groningen ten behoeve van verduurzaming, onderhoud en verbetering van het gebouw, in het kader van de gebiedsgerichte aanpak met betrekking tot versterkingsmaatregelen.

 

 

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Adres: adres als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen;

  • b.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsdelta

  • c.

    Maatwerkadviesrapport: maatwerkadviesrapport als bedoeld in de door de Stichting Kwaliteit voor Installaties Nederland bindend verklaarde Nationale Beoordelingsrichtlijn 9500, deel 02, zoals vastgesteld op 31 augustus 2011, inclusief latere wijzigingen, opgesteld door een persoon die voldoet aan de eisen van vakbekwaamheid van ‘EPA’-adviseur conform bijlage 2 van deze beoordelingsrichtlijn;

  • d.

    Meldcode: code beschikbaar gesteld door de minister per type en merk installatie voor de productie van duurzame energie;

  • e.

    Plan van aanpak versterking Eemsdelta 2021-2022: Plan van aanpak voor het versterkingsprogramma binnen de gemeente Eemsdelta, vastgesteld door de gemeenteraad van Eemsdelta op 27 oktober 2021;

  • f.

    Rijksregeling: Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 31 mei 2021, nr. 2021-0000136391, houdende vaststelling van regels voor het verstrekken van subsidie aan gebouweigenaren in het aardbevingsgebied in de provincie Groningen ten behoeve van verduurzaming, onderhoud en verbetering van het gebouw (Subsidieregeling verduurzaming, onderhoud en verbetering gebouwen aardbevingsgebied Groningen);

  • g.

    Verduurzamingsmaatregel: maatregel als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b van deze regeling;

  • h.

    Verordening: de Algemene subsidieverordening van de gemeente Eemsdelta;

  • i.

    Versterkingsprogramma: bouwkundig versterkingsprogramma als gevolg van de gaswinning in het Groningenveld.

 

Artikel 2. Subsidieverstrekking

  • 1.

    Voor subsidie op grond van deze regeling komt in aanmerking de eigenaar van een gebouw aan wie door het college een brief is verstuurd waarin is aangegeven dat de betreffende eigenaar aanspraak kan maken op deze regeling.

  • 2.

    Het college verstrekt in aanvulling op de Rijksregeling op aanvraag een subsidie voor de kosten van een verduurzamingsmaatregel, voor onderhoud of voor verbetering aan de eigenaar van een gebouw.

  • 3.

    De subsidie, bedoeld in het tweede lid, wordt verstrekt per adres zoals dat bestond op 6 november 2020.

  • 4.

    Per adres kan ten hoogste twee maal subsidie worden verstrekt, waarbij het totale bedrag aan subsidie niet meer bedraagt dan het bedrag genoemd in artikel 8.

  • 5.

    Op grond van deze regeling kan ook subsidie worden verstrekt voor activiteiten die ook uit anderen hoofde zijn of worden gesubsidieerd of gefinancierd, met dien verstande dat het totaal aan subsidie voor de betreffende activiteit nooit meer kan bedragen dan de totale kosten voor die activiteit.

  • 6.

    Aanvragen om subsidie op grond van het tweede lid, kunnen worden ingediend vanaf 12 oktober 2022 tot 12 oktober 2027.

  • 7.

    Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met een formulier dat beschikbaar is gesteld op de website van Samenwerkingsverband Noord-Nederland.

  • 8.

    Een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet mag voor meerdere adressen tegelijk een aanvraag doen.

 

Artikel 3. De aanvraag

Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2, bevat ten minste:

  • a.

    het adres van het gebouw ten behoeve waarvan subsidie wordt aangevraagd;

  • b.

    het bankrekeningnummer waarop het subsidiebedrag dient te worden overgemaakt;

  • c.

    een door de aanvrager:

    • i.

      opgestelde begroting van voorgenomen maatregelen, die dient te bestaan uit realistische prijsopgaven voor de betreffende maatregelen, gelet op marktprijzen en hetgeen anderszins volgens verkeersopvattingen redelijk is, of een

    • ii.

      ondertekende offerte of een opdrachtbevestiging van de aannemer of leverancier met daarop vermeld de datum van aanvang van de werkzaamheden of, indien van toepassing, de datum van levering van de installatie voorzien van het merk en type, of – indien beschikbaar – de meldcode, van ten hoogste twee maanden oud, respectievelijk een factuur en het daarbij behorende betalingsbewijs;

  • d.

    indien van toepassing, een door de aanvrager aanvaarde offerte of opdrachtbevestiging van een gecertificeerd adviseur met daarop vermeld de datum van oplevering van het maatwerkadviesrapport, respectievelijk een factuur en het daarbij behorende betalingsbewijs;

  • e.

    als subsidie wordt aangevraagd voor reeds getroffen activiteiten, een factuur en het daarbij behorende betalingsbewijs voor die activiteiten;

  • f.

    indien van toepassing, een afschrift van de besluiten tot verlening van andere subsidies op grond van deze regeling dan wel van de aanvragen tot verlening van deze andere subsidies.

 

Artikel 4. Subsidiabele kosten bij verduurzaming

  • 1.

    De subsidiabele kosten voor verduurzamingsmaatregelen zijn de kosten voor:

    • a.

      een maatwerkadviesrapport;

    • b.

      het aanschaffen van materiaal en de kosten van de installatie voor zover de installatie wordt uitgevoerd door een onderneming, voor het aanbrengen of installeren van de navolgende energiebesparingsmaatregelen:

    • 1°. dakisolatie in de thermische schil of isolatie van de zolder- of vlieringvloer, indien de zolder of vliering onverwarmd is, met een minimale Rd-waarde van 3,5 [m2K/W], of isolatie voor een monument;

    • 2°. vloer- of bodemisolatie in de thermische schil met een minimale Rd-waarde van 3,5 [m2K/W], of isolatie voor een monument;

    • 3°. gevelisolatie van de binnen- en buitengevel met een minimale Rd-waarde van 3,5 [m2K/W], of isolatie voor een monument;

    • 4°. spouwmuurisolatie in de thermische schil met een minimale Rd-waarde van 1,1 [m2K/W], of isolatie voor een monument;

    • 5°. HR++ glas met een maximale U-waarde van 1,2 [W/m2K], of triple-glas met een maximale U-waarde van 0,8 [W/m2K] in de thermische schil, of isolerend glas voor een monument;

    • 6°. kozijn vereist voor HR++ of triple-glas met een maximale U-waarde van 1,5 [W/m2K], of kozijn vereist voor het isoleren van glas voor een monument;

    • 7°. technieken voor warmteterugwinning (wtw), bestaande uit een systeem voor balansventilatie met wtw met een rendement van ten minste 90%, een verticaal systeem om douchewater voor te verwarmen met afvalwater (douchepijp wtw) met een rendement van ten minste 45%, of een systeem om douchewater voor te verwarmen met afvalwater (douchegoot wtw of douchebak wtw) met een rendement van ten minste 45%;

    • 8°. isolerende deur in de gevel met een maximale U-waarde van 2,0 [W/m2K];

    • 9°. isolerende gevelpanelen met een maximale U-waarde van 0,7 [W/m2K];

    • 10°. ruimteverwarmingstoestel of waterverwarmingstoestel met warmtepomp als bedoeld in artikel 4.5.1. juncto artikel 4.5.4. van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies;

    • 11°. zonneboiler als bedoeld in artikel 4.5.5. van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies;

    • 12°. zonnepanelen;

    • 13°. infraroodpanelen;

    • 14°. warmte-koudeopslag;

    • 15°. lage temperatuurverwarming voor woonkamer en keuken;

    • 16°. energiezuinige verwarmingspomp;

    • 17°. technieken voor de opwekking van windenergie.

 

Artikel 5. Subsidiabele kosten voor onderhoud

De subsidiabele kosten voor onderhoud zijn de kosten voor onderhoud in of aan het gebouw en voor zover relevant, met inbegrip van bijgebouwen op het erf van de aanvrager.

 

Artikel 6. Subsidiabele kosten voor verbetering

De subsidiabele kosten voor verbetering van het gebouw zijn de kosten voor verbeteringen in of verbonden aan het gebouw en voor zover relevant, met inbegrip van bijgebouwen op het erf van de aanvrager, die niet tot de inboedel behoren.

 

Artikel 7. Subsidiabele kosten vóór indiening van de aanvraag

Gelet op artikel 6, vijfde lid, onder b, van het Kaderbesluit, komen ook de kosten, bedoeld

in artikel 2, voor subsidie in aanmerking indien deze zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag doch na 6 november 2020.

 

Artikel 8. Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie op grond van artikel 2, lid 2 bedraagt in aanvulling op de Rijksregeling 100% van de subsidiabele kosten en ten hoogste € 7.000,--.

  • 2.

    Indien een eigenaar eerder subsidie heeft ontvangen op grond van artikel 2, wordt de subsidie in mindering gebracht op het bedrag dat ten hoogste kan worden ontvangen op grond van genoemde bedrag.

 

Artikel 9. Besluit op aanvraag (verlening) en vaststelling

  • 1.

    Het college besluit op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in deze regeling binnen 13 weken nadat de aanvraag is ingediend en aan alle indieningsvereisten is voldaan.

  • 2.

    In afwijking van de verordening wordt de subsidie direct vastgesteld zonder dat een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend.

 

Artikel 10. Afwijzingsgronden

Het college wijst een aanvraag (gedeeltelijk) af, indien de te verlenen subsidie samen met andere subsidies op grond van deze regeling die de aanvrager heeft ontvangen of nog zal ontvangen het maximum van 100% van de subsidiabele kosten van die activiteit overstijgt.

 

Artikel 11. Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond voor aanvragen op grond van artikel 2 bedraagt € 497,000,--.

  • 2.

    Het college verdeelt het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

 

Artikel 12. Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    Een activiteit waarvoor op grond van deze regeling een subsidie is verstrekt, wordt binnen 36 maanden na de verlening van de subsidie uitgevoerd.

  • 2.

    Het college kan op verzoek van de aanvrager de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste één jaar verlengen, indien sprake is van onvoorziene omstandigheden op grond waarvan het aannemelijk is dat niet aan de in het eerste lid genoemde termijn kan worden voldaan.

  • 3.

    De subsidieontvanger houdt alle facturen en betalingsbewijzen beschikbaar voor de activiteiten waarvoor de subsidie is vastgesteld gedurende drie jaar na vaststelling van de subsidie. Het college kan gedurende deze drie jaar op elk moment verzoeken om deze gegevens.

 

Artikel 13. Horizonbepaling

Deze regeling vervalt met ingang van 12 oktober 2027, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op aanvragen om subsidies die voor deze datum zijn ingediend.

 

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 12 oktober 2022.

 

Artikel 15. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere regels subsidie gebiedsgerichte aanpak.

 

 

 

 

Appingedam, 30 augustus 2022.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsdelta

Burgemeester,

Secretaris,

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

Op 6 november 2020 zijn bestuurlijke afspraken gemaakt tussen het Rijk, de provincie Groningen en de gemeenten Groningen, Het Hogeland, Midden-Groningen, Eemsdelta (tot 1 januari 2021 gemeenten Delfzijl, Loppersum en Appingedam) en Oldambt. De afspraken hebben onder meer betrekking op het verloop van het versterkingsprogramma en het toekomstbestendig maken van een deel van de gebouwenvoorraad.

 

In de bestuurlijke afspraken is afgesproken dat het mogelijk is om woningen later aan de versterkingsopgave te kunnen toevoegen. Voor die woningen is het echter niet mogelijk om subsidie aan te vragen op grond van een van de bestaande subsidieregeling, met uitzondering van de Rijksregeling blok E.

 

In het Plan van aanpak versterking Eemsdelta 2021-2022 zijn 71 woningen toegevoegd aan de versterkingsscope. Het betreft woningen die (nagenoeg) identiek zijn aan woningen die op een oude norm zijn beoordeeld en in de directe nabijheid staan. Om de verschillen in o.a. de subsidieregimes te verkleinen, wordt de eigenaren van deze 71 woningen met deze regeling een gegarandeerde subsidie van maximaal € 7.000,-- aangeboden voor woningverbetering of verduurzaming. De eigenaren van deze woningen hebben een brief ontvangen dat zij onder deze regeling vallen. Samen met de Rijksregeling Blok E kunnen de betrokken eigenaren aanspraak maken op een subsidie van € 17.000,--.

 

De regeling is een gemeentelijke regeling en wordt, net als de Rijksregeling, door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) in mandaat uitgevoerd. SNN is een samenwerking van de provincie Groningen, Drenthe en Friesland.

 

In de bestuurlijke afspraken is tevens de mogelijkheid opgenomen dat eigenaren aanspraak kunnen maken op onafhankelijke ondersteuning bij het maken van keuzes over de inzet van de subsidie. Deze ondersteuning loopt via de gemeentelijke energieloketten.

 

2. Verhouding tot de subsidieregeling van het rijk

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een subsidieregeling vastgesteld voor gebouweigenaren voor verduurzaming, onderhoud en verbetering van het gebouw. Gebouweigenaren die vallen onder de doelgroep van de onderhavige regeling, kunnen voor beide regelingen in aanmerking komen. Waar mogelijk wordt de toelichting van de Rijksregeling ook in deze toelichting op de regeling overgenomen.

 

3. Hoofdlijnen van de regeling

3.1 Doelgroep

Deze subsidieregeling geldt uitsluitend voor de 71 eigenaren die in het Plan van aanpak 2021-2022 aan de versterkingsopgave zijn toegevoegd. Alle betrokken eigenaren van gebouwen krijgen een brief van het college waarin is aangegeven dat aanspraak op deze regeling gemaakt kan worden. Het betreft woningen op de volgende plaatsen, zoals ook in het Plan van aanpak is weergegeven:

 

Straat

Plaats

Aantal

Ripperdastraat

Farmsum

36

Havenweg

Spijk

8

Tuinbouwweg/Havenweg

Spijk

23

Abel Olsderweg

Termunten

4

Totaal

 

71

 

 

3.2. Openstelling en subsidieplafond

De regeling treedt in werking op 4 juli 2022. De regeling maakt het mogelijk dat eigenaren die eerdere investeringen hebben gedaan aan hun gebouw, hiervoor ook subsidie kunnen aanvragen. Dit kan voor eerdere investeringen na 6 november 2020. Dit is de datum dat de bestuurlijke afspraken zijn gepubliceerd. Vanaf dat moment kunnen eigenaren zijn gaan investeren in het onderhoud en de verbetering van het gebouw in afwachting van de subsidie.

 

3.3. Omvang subsidie

Het subsidiebedrag is 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 7.000,-- per adres. Samen met de subsidie op grond van de Rijksregeling blok E (€ 10.000,--) kunnen de eigenaren van de 71 woningen die onder de doelgroep van de onderhavige regeling vallen dus in totaal aanspraak maken op een subsidie van € 17.000,--.

 

3.4. Subsidiabele activiteiten

De regeling stimuleert verduurzaming, onderhoud en verbeteringen in of verbonden aan het gebouw. Ook de kosten van een maatwerkadviesrapport in het kader van verduurzaming vallen hieronder. In de toelichting van artikel 4, 5 en 6 zijn de subsidiabele kosten uitgebreid omschreven. Met deze activiteiten worden investeringen in toekomstbestendige gebouwen in het aardbevingsgebied gestimuleerd.

 

3.5. Uitvoering

SNN voert de regeling uit.

 

Het is voor toegelaten instellingen als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet mogelijk om meerdere aanvragen te bundelen en op hetzelfde moment in te dienen. Eigenaren kunnen per adres het subsidiebedrag aanvragen maximaal in twee keer. Zodoende hoeft de eigenaar niet in één keer het gehele bedrag aan te vragen en kunnen de subsidiabele activiteiten verspreid worden, wanneer dit de eigenaar uitkomt.

 

De procedure gaat na indiening van de aanvraag als volgt:

  • In het aanvraagformulier wordt een realistische prijsopgave of een offerte of opdrachtbevestiging voor de betreffende maatregelen ingevuld.

  • Op een subsidieaanvraag uiterlijk dertien weken na ontvangst van de volledige aanvraag een beschikking gegeven. Deze termijn is afkomstig uit artikel 22 van het Kaderbesluit BZK-subsidies en wordt hier van overeenkomstige toepassing geacht gelet op de samenhang met de Rijksregeling blok E.

  • Vervolgens wordt binnen twee weken na de datum van de beschikking tot subsidieverlening een voorschot verstrekt van 100% van de subsidiabele kosten.

  • Achteraf kan worden gecontroleerd of de maatregelen tijdig zijn aangebracht of geïnstalleerd en in gebruik genomen, dan wel dat het maatwerkadvies-rapport is opgeleverd, bijvoorbeeld door het opvragen van bewijzen.

  • De subsidie wordt na 36 maanden na verlening van de subsidie ambtshalve vastgesteld. Hiervoor is geen aparte aanvraag tot subsidievaststelling nodig.

  • Indien daartoe aanleiding is kan bij misbruik op basis van artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht tot terugvordering van de subsidie worden overgegaan.

 

4. Samenhang met andere wet- en regelgeving

Subsidie kan gecombineerd worden met subsidies die op grond van andere regelingen zijn verstrekt. Dit kunnen zowel rijksregelingen als regelingen van andere overheden zijn. Of de andere regeling eveneens een dergelijke cumulatie toelaat, zal moeten blijken uit de desbetreffende regeling. De samenloop kan er in ieder geval niet toe leiden dat meer subsidie kan worden verkregen dan 100% van de subsidiabele kosten.

 

5. Staatssteun

Voor artikel 2, eerste en tweede lid, geldt dat het een ‘generieke maatregel’ betreft, waardoor geen sprake is van staatssteun.

 

II. Artikelsgewijs

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Dit artikel bevat enkele begripsbepalingen.

Met een “adres” is aangesloten bij de Wet basisregistratie adressen en gebouwen en wordt in deze subsidie bedoeld: een door het bevoegde gemeentelijke orgaan aan een verblijfsobject, een standplaats of een ligplaats toegekende benaming, bestaande uit een combinatie van de naam van een openbare ruimte, een nummeraanduiding en de naam van een woonplaats. Een verblijfsobject is in die wet omschreven als de kleinste binnen één of meer panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzicht zelfstandig is.

 

Artikel 2. Verstrekken van de subsidie

Het eerste lid bakent het gebied van clustering af door te verwijzen naar de brief die de betrokken eigenaren van het college hebben ontvangen waarin is aangegeven dat ze aanspraak op deze regeling kunnen maken. Het SNN bezit een adressenlijst waarmee de aanvraag op adresniveau gecontroleerd kan worden.

 

Het tweede lid bakent de doelgroep van de subsidieregeling af.

 

In het derde lid is vastgelegd dat alleen eigenaren de subsidie kunnen aanvragen als hun gebouw ten tijde van het vaststellen van de bestuurlijke afspraken (6 november 2020) als adres bestond. Dit heeft als doel om te voorkomen dat eigenaren hun gebouw laten splitsen om zo in aanmerking te komen voor meer subsidie.

 

Het vierde lid regelt dat een subsidie meerdere malen kan worden aangevraagd, mits het maximale subsidiebedrag niet wordt overschreden.

 

Het is op grond van het vijfde lid toegestaan om subsidie te stapelen.

 

De termijn waarbinnen subsidie kan worden aangevraagd is bepaald in het zesde lid.

 

Artikel 3. De aanvraag

In artikel 3 zijn regels gesteld ten aanzien van de gegevens die ten minste in de aanvraag opgenomen moeten zijn. Omdat zowel subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die nog moeten plaatsvinden, als voor activiteiten die al hebben plaatsgevonden kan een onderbouwing van de kosten blijken uit een door de aanvrager opgestelde begroting van voorgenomen maatregelen of indien de aanvraag om subsidie met terugwerkende kracht wordt ingediend, een factuur en het daarbij behorende betalingsbewijs.

 

Artikel 4. Subsidiabele kosten bij verduurzaming

De regeling stimuleert de aanschaf, ingebruikname en het uitvoeren van verduurzamingsmaatregelen. Deze maatregelen worden uitgevoerd aan het gebouw. Bij het opstellen van de lijst met subsidiabele maatregelen zijn maatregelen opgenomen zoals deze ook in de Regeling energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma Groningenveld waren opgenomen. Naast bovenstaande maatregelen wordt subsidie verstrekt voor een maatwerkadvies door een gecertificeerd adviseur. Subsidie voor een energieadvies wordt alleen verstrekt als dit in de vorm is van een officieel maatwerkadviesrapport. Een maatwerkadviesrapport wordt gegeven door een bedrijf dat gecertificeerd is volgens de Beoordelingsrichtlijn (BRL) 9500, deel 02. Dit bedrijf (de certificaathouder) laat de opname van het gebouw doen door een gecertificeerd EPA-adviseur. Dit is een persoon die voldoet aan de eisen van vakbekwaamheid zoals opgenomen in de beoordelingsrichtlijn.

 

Artikel 5. Subsidiabele kosten voor onderhoud

In dit artikel is bepaald dat subsidiabele kosten voor onderhoud zijn opgenomen. Onderhoud is het vervangen of herstellen van onderdelen aan een gebouw waardoor het wooncomfort hetzelfde blijft. Dit zijn instandhoudingswerkzaamheden, maar hebben eveneens betrekking op het reduceren van de onderhoudskosten en de verlenging van de levensduur van het object. Gedacht kan hierbij worden aan het vervangen van kozijnen, vernieuwing sanitaire voorzieningen, elektrische bedrading en dakbedekking. Om de eigenaar centraal te stellen, is gekozen voor deze brede doelbesteding en is geen limitatieve lijst van bestedingsdoelen opgenomen.

 

Artikel 6. Subsidiabele kosten voor verbetering

In dit artikel is vastgesteld dat subsidiabele kosten voor gebouwverbetering gelden voor activiteiten voor verbetering aan het gebouw of wanneer deze verbonden zijn aan het gebouw. Bijgebouwen zoals een schuur of een garage die verbonden zijn aan het gebouw kunnen hierbij ook worden betrokken. Hiermee wordt de relatie met de versterkingsoperatie gelegd. Kosten aan de inboedel (zoals het aanschaffen van een nieuwe televisie) zijn uitgesloten, dit om met de subsidie duurzame investeringen in de gebouwen te stimuleren. Onder verbetering van het gebouw valt het treffen van nieuwe voorzieningen waardoor meer wooncomfort ontstaat. Te denken valt aan het aanbrengen van nieuwe voorzieningen, zoals een cv-ketel, of het vernieuwen van de aanwezige verouderde voorzieningen naar de huidige standaard, zoals een vernieuwde keuken. Evenals het aanbrengen van luxere voorzieningen, zoals een uitbreiding van de badkamer valt onder de subsidiabele kosten. Om de eigenaar centraal te stellen, is gekozen voor deze brede doelbesteding en is geen limitatieve lijst van bestedingsdoelen opgenomen.

 

Artikel 7. Subsidiabele kosten vóór aanvraag gemaakte kosten

Dit artikel regelt dat eigenaren ook in aanmerking kunnen komen voor subsidie als zij vóór de indiening van de aanvraag de activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen, hebben uitgevoerd. Wel is hieraan de voorwaarde verbonden dat de activiteiten na 6 november 2020, dus nadat bekend is geworden dat deze kosten in aanmerking komen voor subsidie, moeten zijn gedaan.

 

Artikel 8. Hoogte van de subsidie

In artikel 8 is de hoogte van de subsidie bepaald. Voor de eigenaren van de betreffende 71 woningen is een gegarandeerde subsidie van € 17.000,-- beschikbaar. De eigenaren kunnen vanuit de onderhavige regeling aanspraak maken op een subsidie van maximaal € 7.000,--. Vanuit de Rijksregeling blok E kunnen zij aanspraak maken op een subsidie van maximaal € 10.000,--.

 

Artikel 9. Besluit op aanvraag (verlening) en vaststelling

In artikel 9 staat beschreven wanneer het college besluit op een subsidieaanvraag (verlening) en dat de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend.

 

Artikel 10. Afwijzingsgronden

In artikel 10 is, in aanvulling op de gronden uit de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening een aanvullende afwijzingsgrond vastgesteld.

 

Artikel 11. Subsidieplafond

In artikel 11 is de wijze van verdeling van het subsidieplafond geregeld. Deze verdeling gebeurt op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

 

Artikel 12. Verplichtingen van de subsidieontvanger

In dit artikel zijn de verplichtingen opgenomen van de subsidieontvanger. Daarbij is in het eerste lid opgenomen dat de eigenaren waarvoor op grond van deze regeling een subsidie is verleend de activiteiten binnen 36 maanden moeten zijn uitgevoerd. Voor deze relatief lange termijn is gekozen omdat de eigenaar zodoende voldoende tijd heeft om de activiteiten uit te voeren waarbij rekening is gehouden met de uitvoeringscapaciteit van de aannemers. Mocht deze termijn toch te kort zijn, dan wordt met het tweede lid de mogelijkheid verschaft om de termijn te verlengen.

 

In het derde lid is bepaald dat de subsidieontvanger alle facturen en betalingsbewijzen met betrekking tot de activiteiten waarvoor de subsidie is vastgesteld gedurende drie jaar na vaststelling van de subsidie beschikbaar houdt, zodat het college deze eventueel kan opvragen.

 

Artikel 13. Horizonbepaling

In artikel 13 is bepaald dat de regeling vervalt met ingang van 12 oktober 2027 met dien verstande dat deze van toepassing blijft op aanvragen om subsidies die voor deze datum zijn ingediend.

 

Artikel 14. Inwerkingtreding

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de regeling. De regeling treedt in werking met ingang van 12 oktober 2022.

 

Artikel 15. Citeertitel

Dit artikel regelt de citeertitel van de regeling.