Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amersfoort

Verordening nadeelcompensatie Amersfoort

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmersfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening nadeelcompensatie Amersfoort
CiteertitelVerordening nadeelcompensatie Amersfoort
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening treedt in werking gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Omgevingswet en artikel 1 onderdeel A van de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten.

Deze regeling vervangt de procedureverordening advisering planschade 2008.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023nieuwe regeling

06-09-2022

gmb-2022-411237

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening nadeelcompensatie Amersfoort

De raad van de gemeente Amersfoort;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 juli 2022 nummer 1626474;

 

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet, titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 van de Omgevingswet,

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening nadeelcompensatie Amersfoort

Artikel 1. Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding, waarvan de aanvrager stelt dat deze is veroorzaakt door een bestuursorgaan in de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak. Het gaat om aanvragen om nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Deze verordening heeft geen betrekking op aanvragen om schadevergoeding waarop een bijzondere regeling van toepassing is.

  • 3.

    Het bestuursorgaan kan nadere invulling geven aan de omvang van het normaal maatschappelijk risico als bedoeld in artikel 4:126 Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Heffen recht

  • 1.

    Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding wordt een recht van € 300,- geheven.

  • 2.

    Het bestuursorgaan wijst de indiener van de aanvraag op de verschuldigdheid van het recht en deelt hem mee dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling dient te zijn bijgeschreven op de rekening van de gemeente dan wel op de aangegeven plaats dient te zijn gestort. Indien het bedrag niet binnen deze termijn is bijgeschreven of gestort, besluit het bestuursorgaan de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 3. Aanvraag

  • 1.

    De aanvrager van schadevergoeding maakt gebruik van een door het bestuursorgaan vastgesteld elektronisch formulier.

  • 2.

    De aanvrager verstrekt de gegevens en bescheiden die voor het nemen van de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. Als niet aan de aanvraagvereisten wordt voldaan kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen. In aanvulling op de aanvraagvereisten in artikel 4:127 van de Algemene wet bestuursrecht bevat een aanvraag mede:

    • a.

      indien de schade bestaat uit winst - of inkomstenderving: in elk geval een door een accountant gewaarmerkte jaarrekening over het jaar waarin schade is geleden, alsmede de door een accountant gewaarmerkte jaarrekeningen over een periode van zo mogelijk drie jaar voorafgaande aan het jaar waarin het besluit of de feitelijke handeling waarop de aanvraag betrekking heeft, genomen is respectievelijk een aanvang genomen heeft en de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting;

    • b.

      indien de schade bestaat uit gederfde huurinkomsten: een afschrift van de huurovereenkomst en een eigendomsakte;

    • c.

      indien de schade bestaat uit een lagere opbrengst bij de verkoop van een onroerende zaak of een bedrijf: een kopie van de eigendomsakte van de onroerende zaak, dan wel – als het de verkoop van een bedrijf betreft – van een uittreksel uit het handelsregister van de kamer van Koophandel.

Artikel 4. Inschakeling van een onafhankelijke adviescommissie

  • 1.

    Het bestuursorgaan wint slechts advies in bij een onafhankelijke adviescommissie voor zover dat naar zijn oordeel noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen. Een onafhankelijke adviescommissie kan bestaan uit één of meer deskundigen.

  • 2.

    Advies als bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval niet ingewonnen als:

    • a.

      de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan kennelijk ongegrond is, omdat zich kennelijk een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      de schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door het bestuursorgaan van de gemeente Amersfoort genomen besluit of verrichte handeling;

    • c.

      de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan voldoende gelijkenis vertoont met andere aanvragen waarvoor al advies is uitgebracht;

    • d.

      de schadevergoeding kennelijk minder bedraagt dan € 500,- voor natuurlijke personen en € 1000,- voor rechtspersonen, of

    • e.

      naar het oordeel van het bestuursorgaan in de gemeentelijke organisatie voldoende deskundigheid voor de beoordeling van de aanvraag aanwezig is.

  • 3.

    Het besluit om de aanvraag af te wijzen zonder inschakeling van een onafhankelijke adviescommissie wordt genomen binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 4.

    Het besluit om de aanvraag toe te wijzen zonder inschakeling van een onafhankelijke adviescommissie wordt genomen binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag, onderscheidenlijk binnen acht weken nadat de termijn verstreken is gedurende welke de aanvrager de aanvraag kon aanvullen.

  • 5.

    Het bestuursorgaan kan de in het derde en vierde lid bedoelde besluit eenmaal voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 5. Belanghebbenden

  • 1.

    Bij de voorbereiding op de beslissing op de aanvraag, wordt naast de aanvrager ook als belanghebbende aangemerkt :

    • a.

      degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten, en

    • b.

      als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet, de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht, tenzij:

      • de schadevergoeding redelijkerwijze voor rekening behoort te blijven van het bestuursorgaan, of

      • de schadevergoeding voldoende op een andere manier is verzekerd.

Artikel 6. Opdrachtverlening onafhankelijke adviescommissie

  • 1.

    Indien het bestuursorgaan advies wil inwinnen, dan verleent het opdracht aan een onafhankelijke adviescommissie binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag, onderscheidenlijk binnen acht weken nadat de termijn verstreken is gedurende welke de aanvrager de aanvraag kon aanvullen.

  • 2.

    Voorafgaand aan de opdrachtverlening zendt het bestuursorgaan de belanghebbenden een mededeling over het voornemen om een opdracht te verlenen aan een onafhankelijke adviescommissie.

  • 3.

    De belanghebbenden kunnen binnen twee weken na de mededeling als bedoeld in het tweede lid schriftelijk en gemotiveerd een verzoek tot wraking van de (leden van) de onafhankelijke adviescommissie bij het bestuursorgaan indienen.

  • 4.

    Het bestuursorgaan beslist binnen twee weken na het verstrijken van de in het derde lid bedoelde termijn over een ingediend verzoek tot wraking.

Artikel 7 Werkwijze onafhankelijke adviescommissie

  • 1.

    Het bestuursorgaan stelt aan de onafhankelijke adviescommissie alle op de aanvraag betrekking hebbende informatie, alsmede de voor de beoordeling daarvan naar het oordeel van de onafhankelijke adviescommissie noodzakelijke bescheiden ter beschikking.

  • 2.

    De onafhankelijke adviescommissie stelt het bestuursorgaan en de belanghebbenden in de gelegenheid een toelichting te geven, dan wel hun standpunt over de aanvraag kenbaar te maken.

  • 3.

    Voor zover de onafhankelijke adviescommissie een bezichtiging ter plaatse nodig acht, bepaalt hij het tijdstip waarop dit plaatsvindt en nodigt het bestuursorgaan en de belanghebbenden voor de plaatsopneming uit.

  • 4.

    Alvorens een advies uit te brengen zendt de onafhankelijke adviescommissie binnen zestien weken na dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan het bestuursorgaan en de belanghebbenden. De onafhankelijke adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn verlengen.

  • 5.

    Het bestuursorgaan en de belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na de toezending van het conceptadvies schriftelijk hierop te reageren.

  • 6.

    In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de onafhankelijke adviescommissie binnen vier weken na het verstrijken van de in het vijfde lid bedoelde termijn een advies uit aan het bestuursorgaan, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken.

  • 7.

    In het geval geen of niet tijdig reacties zijn ingediend, brengt de onafhankelijke adviescommissie binnen twee weken na het verstrijken van de in het vijfde lid bedoelde termijn een advies uit aan het bestuursorgaan.

Artikel 8. Beslissing op de aanvraag

  • 1.

    Het bestuursorgaan beslist binnen acht weken na ontvangst van het advies op de aanvraag en maakt dit besluit binnen deze termijn, onder toezending van het advies, bekend aan de belanghebbenden.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan het in het eerste lid bedoelde besluit eenmaal voor ten hoogste zes maanden verdagen.

Artikel 9. Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald bij het onherroepelijk worden van het beslissing op de aanvraag.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Omgevingswet en artikel 1 onderdeel A van de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening nadeelcompensatie Amersfoort.

Artikel 11. Intrekking oude regeling en overgangsrecht

De procedureverordening advisering planschade 2008 wordt ingetrokken met de inwerkingtreding van de Omgevingswet en artikel 1 onderdeel A van de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten, met dien verstande dat de procedureverordening advisering planschade 2008 van toepassing blijft voor de in de artikelen 4.17 tot en met 4.20 Invoeringswet Omgevingswet omschreven gevallen waarin het oude recht van toepassing blijft op een verzoek om schadevergoeding.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 september 2022.

De griffier,

De voorzitter,