Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Het Hogeland

Nadere regels subsidie gebouweigenaren aardbevingsgebied als tegemoetkoming voor niet-uitlegbare verschillen met betrekking tot versterkingsmaatregelen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHet Hogeland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels subsidie gebouweigenaren aardbevingsgebied als tegemoetkoming voor niet-uitlegbare verschillen met betrekking tot versterkingsmaatregelen
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-231832.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-09-2022Gewijzigde regeling

26-07-2022

Gemeenteblad 2022-404955

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels subsidie gebouweigenaren aardbevingsgebied als tegemoetkoming voor niet-uitlegbare verschillen met betrekking tot versterkingsmaatregelen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland;

gelet op de bestuurlijke afspraken die op 6 november 2020 zijn gemaakt met het Rijk;

gelet op de Algemene Subsidieverordening Het Hogeland 2019

 

besluit vast te stellen de “Nadere regels voor het verstrekken van subsidie aan gebouweigenaren in het aardbevingsgebied in de provincie Groningen ten behoeve van verduurzaming, onderhoud en verbetering van het gebouw, als tegemoetkoming voor niet-uitlegbare verschillen met betrekking tot versterkingsmaatregelen”.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvullende maatregelen: maatregelen die het college de eigenaar van een gebouw, dat valt onder de clustering, kan aanbieden om specifieke problemen op te lossen, gevoelens van onveiligheid weg te nemen of om vergelijkbare maatregelen te kunnen aanbieden als bij beoordelingen op basis van het beoordelingskader NPR:9998:2018 T2 of ouder;

  • b.

    Adres: adres als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen;

  • c.

    Batch 1588: door de Nationaal Coördinator Groningen benoemde batch van 1.588 gebouwen waarvoor versterkingsadviezen zijn opgesteld;

  • d.

    Beoordeling: bouwkundige berekening of een gebouw aan de veiligheidsnorm, bedoeld in artikel 52d, tweede lid, onderdeel a, van de Mijnbouwwet, voldoet;

  • e.

    Bouwblok: verzameling gebouwen die aan alle zijden omsloten worden door wegen en op die manier een blok vormen;

  • f.

    Clustering: clustering als bedoeld in artikel 1 van de Rijksregeling

  • g.

    College: college van burgemeester en wethouders van gemeente Het Hogeland;

  • h.

    Versterkingsprogramma: bouwkundig versterkingsprogramma als gevolg van de gaswinning in het Groningenveld;

  • i.

    Lokaal energieproject: project gericht op energiebesparing of opwekking van duurzame energie ten behoeve van het eigen gebouw, dat wordt uitgevoerd binnen een postcodegebied als bedoeld in artikel 47, eerste lid, onderdeel z, van de Wet belastingen op milieugrondslag;

  • j.

    Maatwerkadviesrapport: maatwerkadviesrapport als bedoeld in de door de Stichting Kwaliteit voor Installaties Nederland bindend verklaarde Nationale Beoordelingsrichtlijn 9500, deel 02, zoals vastgesteld op 31 augustus 2011, inclusief latere wijzigingen, opgesteld door een persoon die voldoet aan de eisen van vakbekwaamheid van ‘EPA’-adviseur conform bijlage 2 van deze beoordelingsrichtlijn;

  • k.

    Meldcode: code beschikbaar gesteld door de minister per type en merk installatie voor de productie van duurzame energie;

  • l.

    Referentiegebouw: gebouw, zoals aangegeven op de tot deze regeling behorende kaart of kaarten;

  • m.

    Rijksregeling: Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 31 mei 2021, nr. 2021-0000136391, houdende vaststelling van regels voor het verstrekken van subsidie aan gebouweigenaren in het aardbevingsgebied in de provincie Groningen ten behoeve van verduurzaming, onderhoud en verbetering van het gebouw (Subsidieregeling verduurzaming, onderhoud en verbetering gebouwen aardbevingsgebied Groningen);

  • n.

    Typologie: verzameling gebouwen met dusdanig vergelijkbare visuele dan wel constructieve kenmerken dat hun gedrag bij en weerstand tegen aardbevingen zich op een vergelijkbare wijze laat beschrijven;

  • o.

    Verduurzamingsmaatregel: maatregel als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b van deze regeling.

  • p.

    Verordening: de Algemene subsidieverordening Het Hogeland 2019

Artikel 2. Subsidieverstrekking

  • 1.

    Voor subsidie op grond van deze regeling komt in aanmerking de eigenaar van een gebouw, dat geen referentiegebouw is, maar wel deel uitmaakt van het versterkingsprogramma:

  • a.

    Voor zover dat gebouw gelegen is in het dorp Kantens of het dorp Zandeweer, waarvan minimaal 50% van de gebouwen binnen het versterkingsprogramma tot een referentiegebouw behoort; of

  • b.

    Voor zover dat gebouw behoort tot een bouwblok waarin een referentiegebouw staat en behoort tot de typologie van dit referentiegebouw; of

  • c.

    Die op grond van de brieven van respectievelijk 22 februari 2021 en 28 juni 2021 van het College en Nationaal Coördinator Groningen een aanspraak krachtens deze regeling in het vooruitzicht is gesteld.

  • 2.

    Het college verstrekt op aanvraag een subsidie voor de kosten van een verduurzamingsmaatregel en/of deelname aan een lokaal energieproject aan de eigenaar van een gebouw, voor zover:

  • a.

    dat gebouw op of voor 6 november 2020 deel uitmaakt van het versterkingsprogramma;

  • b.

    dat gebouw niet valt onder batch 1588;

  • c.

    dat gebouw niet valt onder de Rijksregeling;

  • d.

    de eigenaar van dat gebouw de keuze is aangeboden om voor aanvullende maatregelen te kiezen en dat ook heeft gekozen.

  • 3.

    Het college verstrekt op aanvraag een subsidie voor de kosten van een verduurzamingsmaatregel, voor onderhoud of voor verbetering aan de eigenaar van een gebouw, voor zover:

  • a.

    dat gebouw op of voor 6 november 2020 deel uitmaakt van het versterkingsprogramma;

  • b.

    dat gebouw niet valt onder batch 1588;

  • c.

    dat gebouw niet valt onder de Rijksregeling;

  • d.

    de eigenaar van dat gebouw geen keuze is aangeboden om voor aanvullende maatregelen te kiezen of deze keuze wel is geboden maar van deze keuze geen gebruik is gemaakt;

  • 4.

    De subsidie, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt verstrekt per adres zoals dat bestond op 6 november 2020.

  • 5.

    Per adres kan ten hoogste twee maal subsidie worden verstrekt, waarbij het totale bedrag aan subsidie niet meer bedraagt dan het bedrag genoemd in artikel 8.

  • 6.

    Op grond van deze regeling kan ook subsidie worden verstrekt voor activiteiten als bedoeld in het tweede en derde lid die ook uit anderen hoofde zijn of worden gesubsidieerd of gefinancierd.

  • 7.

    Conform artikel 7, vierde lid van de verordening kunnen aanvragen om subsidie op grond van het tweede en derde lid worden ingediend vanaf 15 november 2021 tot 15 november 2026.

  • 8.

    In afwijking van artikel 6, eerste lid van de verordening wordt een aanvraag voor subsidie ingediend met een formulier dat beschikbaar is gesteld op de website van Samenwerkingsverband Noord-Nederland.

  • 9.

    Een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet mag voor meerdere adressen tegelijk een aanvraag doen.

Artikel 3. De aanvraag

Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid, bevat ten minste:

  • a.

    het adres van het gebouw ten behoeve waarvan subsidie wordt aangevraagd;

  • b.

    het bankrekeningnummer waarop het subsidiebedrag dient te worden overgemaakt;

  • c.

    een door de aanvrager:

  • I.

    opgestelde begroting van voorgenomen maatregelen, die dient te bestaan uit realistische prijsopgaven voor de betreffende maatregelen, gelet op marktprijzen en hetgeen anderszins volgens verkeersopvattingen redelijk is, of

  • II.

    ondertekende offerte of een opdrachtbevestiging van de aannemer of leverancier met daarop vermeld de datum van aanvang van de werkzaamheden of, indien van toepassing, de datum van levering van de installatie voorzien van het merk en type, of – indien beschikbaar – de meldcode, van ten hoogste twee maanden oud, respectievelijk een factuur en het daarbij behorende betalingsbewijs;

  • d.

    indien van toepassing, een door de aanvrager aanvaarde offerte of opdrachtbevestiging van een gecertificeerd adviseur met daarop vermeld de datum van oplevering van het maatwerkadviesrapport, respectievelijk een factuur en het daarbij behorende betalingsbewijs;

  • e.

    als subsidie wordt aangevraagd voor reeds getroffen activiteiten, een factuur en het daarbij behorende betalingsbewijs voor die activiteiten;

  • f.

    indien van toepassing, een afschrift van de besluiten tot verlening van andere subsidies op grond van deze regeling dan wel van de aanvragen tot verlening van deze andere subsidies.

Artikel 4. Subsidiabele kosten bij verduurzaming

De subsidiabele kosten voor verduurzamingsmaatregelen of ter zake van een lokaal energieproject, zijn de kosten voor:

  • a.

    een maatwerkadviesrapport;

  • b.

    het aanschaffen van materiaal en de kosten van de installatie voor zover de installatie wordt uitgevoerd door een onderneming, voor het aanbrengen of installeren van de navolgende energiebesparingsmaatregelen:

  • dakisolatie in de thermische schil of isolatie van de zolder- of vlieringvloer, indien de zolder of vliering onverwarmd is, met een minimale Rd-waarde van 3,5 [m2K/W], of isolatie voor een monument;

  • vloer- of bodemisolatie in de thermische schil met een minimale Rd-waarde van 3,5 [m2K/W], of isolatie voor een monument;

  • gevelisolatie van de binnen- en buitengevel met een minimale Rd-waarde van 3,5 [m2K/W], of isolatie voor een monument;

  • spouwmuurisolatie in de thermische schil met een minimale Rd-waarde van 1,1 [m2K/W], of isolatie voor een monument;

  • HR++ glas met een maximale U-waarde van 1,2 [W/m2K], of triple-glas met een maximale U-waarde van 0,8 [W/m2K] in de thermische schil, of isolerend glas voor een monument;

  • kozijn vereist voor HR++ of triple-glas met een maximale U-waarde van 1,5 [W/m2K], of kozijn vereist voor het isoleren van glas voor een monument;

  • technieken voor warmteterugwinning (wtw), bestaande uit een systeem voor balansventilatie met wtw met een rendement van ten minste 90%, een verticaal systeem om douchewater voor te verwarmen met afvalwater (douchepijp wtw) met een rendement van ten minste 45%, of een systeem om douchewater voor te verwarmen met afvalwater (douchegoot wtw of douchebak wtw) met een rendement van ten minste 45%;

  • isolerende deur in de gevel met een maximale U-waarde van 2,0 [W/m2K];

  • isolerende gevelpanelen met een maximale U-waarde van 0,7 [W/m2K];

  • ruimteverwarmingstoestel of waterverwarmingstoestel met warmtepomp als bedoeld in artikel 4.5.1. juncto artikel 4.5.4. van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies;

  • zonneboiler als bedoeld in artikel 4.5.5. van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies;

  • zonnepanelen;

  • infraroodpanelen;

  • warmte-koudeopslag;

  • lage temperatuurverwarming voor woonkamer en keuken;

  • energiezuinige verwarmingspomp;

  • technieken voor de opwekking van windenergie.

Artikel 5. Subsidiabele kosten voor onderhoud

De subsidiabele kosten voor onderhoud zijn de kosten voor onderhoud in of aan het gebouw en voor zover relevant, met inbegrip van bijgebouwen op het erf van de aanvrager.

Artikel 6. Subsidiabele kosten voor verbetering

De subsidiabele kosten voor verbetering van het gebouw zijn de kosten voor verbeteringen in of verbonden aan het gebouw en voor zover relevant, met inbegrip van bijgebouwen op het erf van de aanvrager, die niet tot de inboedel behoren.

Artikel 7. Subsidiabele kosten vóór indiening van de aanvraag

Kosten, bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid, komen ook voor subsidie in aanmerking indien deze zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag doch na 6 november 2020.

Artikel 8. Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie op grond van artikel 2, tweede lid, bedraagt 100% van de subsidiabele kosten en ten hoogste € 7.000,–.

  • 2.

    De subsidie op grond van artikel 2, derde lid, bedraagt 100% van de subsidiabele kosten en ten hoogste € 17.000,–.

  • 3.

    Indien een eigenaar eerder subsidie heeft ontvangen op grond van artikel 2, tweede of derde lid, wordt de eerder ontvangen subsidie in mindering gebracht op het bedrag dat ten hoogste kan worden ontvangen op grond van de in het eerste of tweede lid genoemde bedragen.

Artikel 9. Besluit op aanvraag (verlening) en vaststelling

  • 1.

    Het college besluit op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in deze regeling binnen 13 weken nadat de aanvraag is ingediend en aan alle indieningsvereisten is voldaan.

  • 2.

    In afwijking van de verordening wordt de subsidie direct vastgesteld zonder dat een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend.

Artikel 10. Afwijzingsgronden

Het college wijst een aanvraag (gedeeltelijk) af, indien de te verlenen subsidie samen met andere subsidies op grond van deze regeling die de aanvrager heeft ontvangen of nog zal ontvangen het maximum van 100% van de subsidiabele kosten van die activiteit overstijgt.

Artikel 11. Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond voor aanvragen op grond van artikel 2, tweede en derde lid is € 10.000.000

  • 2.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het vastgestelde subsidieplafond van deze regeling is bereikt.

  • 3.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

Artikel 12. Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    Een activiteit waarvoor op grond van deze regeling een subsidie is verstrekt, wordt binnen 36 maanden na de verlening van de subsidie uitgevoerd.

  • 2.

    Het college kan op verzoek van de aanvrager de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste één jaar verlengen, indien sprake is van onvoorziene omstandigheden op grond waarvan het aannemelijk is dat niet aan de in het eerste lid genoemde termijn kan worden voldaan.

  • 3.

    De subsidieontvanger houdt alle facturen en betalingsbewijzen beschikbaar voor de activiteiten waarvoor de subsidie is vastgesteld gedurende drie jaar na vaststelling van de subsidie. Het college kan gedurende deze drie jaar op elk moment verzoeken om deze gegevens.

Artikel 13. Aanspraak op tegemoetkoming

  • 1.

    Eigenaren van gebouwen maken aanspraak op een vrij te besteden tegemoet van € 13.000,-- voor zover:

    a. het een gebouw betreft zoals bedoeld in artikel 2, derde lid, of

    b. het een gebouw betreft dat:

    i. op of voor 6 november 2020 deel uitmaakt van het versterkingsprogramma;

    ii. volgens een beoordeling die heeft plaatsgevonden met de NPR:9998:2018 tijdvak 2 of een eerdere versie van de NPR:9998 voldoet aan de veiligheidsnorm;

    iii. voor zover het een gebouw in eigendom is van een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet , niet valt onder batch 1588, en

    iv. niet valt onder de clustering als bedoeld in artikel 2, eerste, tweede en derde lid van deze regeling.

  • 2.

    Een melding om voor de tegemoetkoming in aanmerking te komen wordt gedaan met een formulier dat beschikbaar is gesteld op de website van Samenwerkingsverband Noord-Nederland.

  • 3.

    De tegemoetkoming zoals bedoeld in het eerste lid is niet afhankelijk van een subsidieaanvraag.

  • 4.

    De tegemoetkoming zoals bedoeld in het eerste lid wordt uitgekeerd door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland.

Artikel 14. Hardheidsclausule

Het College kan artikel 2 van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 15. Horizonbepaling

Deze regeling vervalt met ingang van 15 november 2026, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op aanvragen om subsidies die voor deze datum zijn ingediend.

Artikel 16. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 15 november 2021.

Artikel 17. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere regels subsidie gebouweigenaren aardbevingsgebied als tegemoetkoming voor niet-uitlegbare verschillen met betrekking tot versterkingsmaatregelen gemeente Het Hogeland.

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland op 9 november 2021

H.J. Bolding, voorzitter

P.P.M. van Vilsteren, secretaris

Bijlage 1 Kaart Bedum

Bijlage 2 Kaart Kantens

Bijlage 3 Kaart Uithuizen

Bijlage 4 Kaart Uithuizermeeden

Bijlage 5 Kaart Winsum

Bijlage 6 Kaart Zandeweer