Organisatie | Delft |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsprogramma Gewelddadig Jihadisme 2015-2019 |
Citeertitel | Uitvoeringsprogramma Gewelddadig Jihadisme 2015-2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-09-2022 | nieuwe regelilng | 12-02-2020 | 4179223 |
In de afgelopen jaren hebben we vanuit de gezamenlijke inzet en ervaring van de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Rijswijk en Westland een stevige basis gelegd voor een integrale aanpak van extremisme, polarisatie en radicalisering. Deze aanpak is de lokale vertaling van de Nationale Contraterrorismestrategie1 (2016- 2020) die het raamwerk biedt voor het effectief tegengaan van de extremistische en terroristische dreiging in Nederland. Vanuit onze huidige basis versterken we de integrale benadering. Om nieuwe uitdagingen het hoofd te bieden investeren we in het verbreden van onze netwerken en het versterken van de sensitiviteit, deskundigheid en het signaliseringsvermogen van onze professionals.
Het meest recente Dreigingsbeeld (2DTN51, december 2019) van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) schets verschillende uitdagingen. Het dreigingsniveau is verschoven van ‘substantieel’ (niveau 4/5: de kans op een terroristische aanslag in Nederland is reëel) naar ‘aanzienlijk’ (niveau 3/5: een terroristische aanslag in Nederland is voorstelbaar). De dreiging komt niet alleen vanuit aanhangers van gewelddadig jihadistisch gedachtegoed; geweldsdreiging vanuit de rechts-extremistische scene is ook voorstelbaar.
Daarnaast neemt polarisatie tussen groepen toe, net als de afstand van groepen tot de samenleving en de overheid.
Ook in Delft, Midden-Delfland, Rijswijk en Westland is het aan de orde dat inwoners vatbaar zijn voor extremistisch gedachtegoed. Of dat groeperingen met tegengestelde opvattingen scherper tegenover elkaar kunnen komen te staan. Vanuit het lokale niveau hebben wij een cruciale rol om ervoor te zorgen dat we deze problematieken voorkomen of vroegtijdig tegengaan.
De problematiek van extremisme, radicalisering en polarisatie vergt altijd maatwerk en vraagt om nauwe samenwerking en wisselwerking tussen het maatschappelijk veld en het sociale en veiligheidsdomein. Waar het sociaal domein en maatschappelijk veld zicht richt op het versterken van ‘de basis’ en het vergroten van beschermende factoren, richt het veiligheidsdomein zich op de potentiële risicofactoren. Ieder domein levert zodoende vanuit zijn eigen rol en expertise een essentiële bijdrage aan de algehele aanpak en blijven we samen werken aan het signaleren, voorkomen en tegengaan van radicalisering, extremisme en polarisatie.
Marja van Bijsterveldt Burgemeester van Delft
Portefeuillehouder CTER (Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering) District E (Delft, Rijswijk, Midden-Delfland en Westland)
Landelijke trends en ontwikkelingen
De voedingsbodem voor radicalisering, polarisatie en extremisme bestaat uit verschillende risicofactoren die voor iedereen anders kunnen zijn. Voorbeelden zijn een achtergestelde maatschappelijke of sociaaleconomische positie, een slecht sociaal netwerk, gezinsproblematiek, algemene gevoelens van discriminatie en frustratie over het eigen leven of de situatie in de wereld, maar ook persoonlijke kenmerken kunnen een rol spelen, zoals drijfveren en de aanwezigheid van psychische en gedragsproblematiek.
Deze factoren leiden niet per definitie tot een gestage ontwikkeling van (gevoeligheid voor) radicalisering tot een extremistische of terroristische actie. Wanneer een voedingsbodem aanwezig is en er externe omstandigheden – de zogenaamde triggerfactoren – bijkomen die een impact achterlaten, kan dit ervoor zorgen dat een proces van radicalisering wordt ingezet, versneld of omgekeerd.
De dreiging die hiervan uitgaat is onverminderd. De steekincidenten in Den Haag en Amsterdam, de arrestaties in Arnhem voor het voorbereiden van een terroristische aanslag (allen in 2018), en ook de schietpartij in Utrecht passen in het huidige dreigingsbeeld.
Het gewelddadig jihadisme is nog altijd de meest bepalende factor in het dreigingsbeeld; bijzondere aandacht hiervoor blijft gerechtvaardigd. Er is sprake van een heroriëntatie van de Nederlandse jihadistische beweging, waarbij meer nadruk ligt op propaganda en werving, maar waarvan nog niet duidelijk is in welke richting deze zich ontwikkelt. Daarnaast speelt het vraagstuk rondom (minderjarige) terugkeerders uit strijdgebied, maar ook van de terugkeer in de maatschappij van personen die veroordeeld zijn voor terroristische misdrijven.
In Nederland zijn naar schatting enkele honderden individuen, (echt-)paren en tientallen gezinnen die het jihadistisch gedachtegoed aanhangen. Van de kinderen die voortkomen uit deze relaties kan gesteld worden dat de kans aanwezig is dat ze op latere leeftijd deel uitmaken van jihadistische netwerken en mogelijk een dreiging zullen vormen.
Ook zijn er ontwikkelingen in het dreigingsbeeld die maken dat de focus verbreedt naar andere vormen van extremisme. Tegelijkertijd aan het gewelddadig jihadisme, zijn gewelddadige extreemrechtse en rechtsextremistische formaties en individuen meer in opkomst. Kleine rechts-extremistische groeperingen zijn vooral actief met intimiderende en radicale acties. Naast een toename in activiteiten zoals doelbekladding, bezetting, bedreiging, brandstichting en vernieling, loopt sinds 2014 ook het dodental door extreemrechts geweld op. Ook bij deze vorm van extremistisch geweld is de maatschappelijke impact, zowel off- als online, aanzienlijk. Binnen de Nederlandse context waarschuwen de AIVD en NCTV voor (online) activering vanrechts-terroristische eenlingen door het steeds agressiever en opruiender internationale internetdiscours waarvan onder andere alt-right zich vaak bedient.
Ook vanuit de links-extremistische en extreemlinkse hoek gaat een potentiële dreiging uit. In tegenstelling tot gefragmenteerd en marginaal georganiseerd extreemrechts en rechts-extremistisch Nederland, weten links-extremistische en extreemlinkse actievoerders elkaar te vinden op bepaalde thema’s, zoals bijvoorbeeld klimaat. Ondanks dat er vaak sprake is van (online) activisme, is er ook een toename te zien in buitenwettelijke vormen van protest waarbij de confrontatie met voornamelijk extreemrechtse groeperingen niet wordt geschuwd.
Problematisch gedrag en ongewenste buitenlandse inmenging
Ook gaat er een potentiële dreiging uit van problematisch gedrag; gedrag dat binnen de grenzen van de wet valt maar dat onze democratische rechtsorde dreigt te ondermijnen. Denk bijvoorbeeld aan gedrag dat onverdraagzaamheid jegens anderen bevordert op basis van ras, geslacht, geloof, nationaliteit of overtuiging, of gedrag dat de grondrechtelijke rechten en vrijheden van anderen afwijst of in het geding brengt. Dergelijk gedrag zou op grote schaal en/of lange termijn schade kunnen toebrengen aan de werking en integriteit van de democratische rechtsorde, en kunnen resulteren in gewelddadig extremisme, polarisatie, vervreemding, intolerantie en/of instandhouding van extremistische bewegingen.
De meest zorgelijke ontwikkelingen van dit moment op dit vlak zijn volgens de AIVD en de NCTV de gedragingen die voortkomen uit het salafisme, ongewenste buitenlandse inmenging en de invloed van ‘salafistische aanjagers’ op formeel en informeel onderwijs en religieuze instellingen in Nederland.
Kijkend naar de ontwikkelingen zoals hierboven geschetst, de ervaringen van de afgelopen jaren, de lessen uit de praktijk en de wetenschap, spiegeling aan andere gemeenten en het gewijzigde dreigingsbeeld, verbreden we onze aanpak. We gaan ons naast gewelddadig jihadisme ook op andere vormen van gewelddadig extremisme richten, waarbij we starten met links- en rechtsextremisme. Nu investeren in kennis en signaleringsvermogen met betrekking tot deze ideologieën, kan straks helpen om in een vroeg stadium op eventuele dreiging of problematiek in te grijpen.
We gaan verder op basis van wat de afgelopen jaren is opgebouwd en succesvol gebleken en sluiten zo veel mogelijk aan bij bestaande structuren en initiatieven. We benutten de kennis uit de wetenschap en deskundigheid van experts. In de komende periode kijken we nadrukkelijker naar evidence based werken en best practices om de aanpak verder te professionaliseren.
De gemeenten uit district E zijn weerbaar tegen extremisme, polarisatie en radicalisering, gaan dit actief tegen en grijpen adequaat in als maatschappelijke spanningen ontstaan of personen afglijden.
We geven onze aanpak vorm met vier actielijnen, met ieder meerdere activiteiten of maatregelen. De actielijnen staan niet op zichzelf, maar hangen in grote mate met elkaar samen. Zowel preventieve als repressieve activiteiten worden ingezet om (potentieel) gewelddadig gedrag, dat ideologisch gedreven is, tegen te gaan. Dit doen we in samenwerking met lokale, nationale en internationale partners en organisaties en individuen die zich inzetten voor het versterken en vergroten van de weerbaarheid van de samenleving. Raakvlakken met ander beleid zijn:
De actielijnen gaan uit van drie belangrijke aspecten: signaleren, voorkomen, en ingrijpen. De aspecten overlappen deels en vullen elkaar aan en zijn per actielijn verschillend.
Samen met partners uit het veiligheids- en sociaal domein en het maatschappelijk middenveld willen we radicalisering, potentieel gewelddadig ideologisch gedreven gedrag en toenemende polarisatie zo vroeg mogelijk signaleren. Het is belangrijk om in te zetten op bewustwording en kennis om mogelijke signalen te herkennen en een handelingsperspectief te vormen.
We zetten zo veel mogelijk in op preventie om er voor te zorgen dat mensen zich niet aangetrokken voelen tot gewelddadige ideologieën, dat maatschappelijke spanningen niet ontstaan of dat zich geen ongewenste polarisatie voordoet.
Als personen toch radicaliseren, dan interveniëren we met een persoonsgerichte aanpak. Als tegenstellingen verscherpen, spanningen zodanig toenemen of escaleren tot openbare orde problematiek, dan treden we op om spanningen te dempen en situaties te stabiliseren.
Hieronder beschrijven we per actielijn welke activiteiten (interventies, instrumenten, maatregelen) kunnen worden uitgevoerd. De concrete activiteiten worden opgenomen in een overzicht per actielijn (voor iedere gemeente uit het district wordt een separaat document opgesteld).
1.Verminderen maatschappelijke onrust en ongewenste polarisatie
Als gevolg van binnen- en buitenlandse gebeurtenissen/incidenten die raken aan thematiek zoals polarisatie, radicalisering en ondermijning van de democratische rechtsorde, kunnen maatschappelijke spanningen in een samenleving ontstaan. Om deze spanningen of tegenstellingen te verkleinen investeren we in (herstel van) relaties en verbinding.
Een contactcirkel wordt opgeroepen zodra er een incident heeft plaatsgevonden rondom maatschappelijke spanningen. De contactcirkel vergaart inzicht in harde (feitelijke incidenten/gebeurtenissen) en zachte signalen (sentimenten en zorgen rondom fysieke en sociale veiligheid) en vormt een gezamenlijk handelingskader. Een contactcirkel bestaat uit personen die een sleutelpositie vervullen binnen bijvoorbeeld de politie, welzijnswerk, maatschappelijke, culturele en/of religieuze organisaties en het onderwijs. Deze personen hebben goed zicht op wat er binnen en buiten hun gemeenschappen speelt. Afhankelijk van wat er in de samenleving op dat moment aan de hand is, kan de contactcirkel worden aangevuld met andere partijen.
We leven in een samenleving die op verschillende fronten dynamisch is. Sociaal- culturele en fysieke grenzen vervagen, er ontstaan nieuwe invullingen en denkbeelden over bijvoorbeeld identiteit, “je thuis voelen” en culturen waar je (nog) niet bekend mee bent. Enerzijds biedt dit vrijheid en nieuwe kansen en mogelijkheden – anderzijds brengt dit angst, uitdagingen en onzekerheden met zich mee. Om te zorgen dat iedereen tegengewicht en veerkracht kan bieden tegen ongewenste invloeden en voedingsbodems voor radicalisering, richten we ons binnen deze actielijn op activiteiten die de weerbaarheid vergroten.
Ondersteuning informele netwerken/sleutelfiguren
Het vergroten van weerbaarheid doen we samen met de stad; niet alleen door de extra inzet van middelen, maar vooral door (bestaande) samenwerking te versterken en activiteiten waar mogelijk te stimuleren. We zoeken daarbij verbinding met positieve rolmodellen die laagdrempelige ondersteuning bieden aan bijvoorbeeld kwetsbare jongeren, en initiatieven bedenken én uitvoeren die bijdragen aan de sociale cohesie in een gemeente.
We zijn continue alert op zorgen en/of signalen van (potentiële) maatschappelijke onrust en spanningen op fenomeenniveau. Wanneer deze informatie via sleutelpersonen, professionals en collega’s in de wijken of via maatschappelijke partners bij ons in beeld is, wordt de informatie geverifieerd en geduid aan de hand van een quick scan en/of analyse.
Met quick scans kan bekeken worden in hoeverre sprake is van maatschappelijke spanningen of ongewenste polarisatie, met welke kwetsbaarheden, maar ook met welke weerbaarheid we rekening moeten houden. Dat kan zijn in bepaalde buurten of wijken, tussen bepaalde groepen of over bepaalde thema’s. Uit informatie van onze partners vormen we een beeld over de sfeer in de desbetreffende gemeente. Als het nodig is maken we verdiepende analyses. Op basis van de scans en/of analyses kijken we gezamenlijk welk handelingsperspectief effectief zou kunnen zijn en hoe de weerbaarheid vergroot zou kunnen worden.
Ondersteuning ouders/opvoeders
Om te zorgen dat jongeren bij hun directe omgeving terecht kunnen met vragen en discussies rondom (burgerschaps-) identiteit, geloof, participatie en toekomstperspectief, bieden we opvoedingsondersteuning aan ouders of andere opvoeders. Dat maakt hen weerbaarder in het omgaan met ‘lastige’ vragen en discussies en reikt hen de vaardigheden aan om de jongere(n) daadwerkelijk tot steun te zijn in hun ontwikkelingsproces. Dit maakt de jongere vervolgens weer meer weerbaar.
Het weerbaar maken van ouders en professionals doen we door samen met het sociaal domein trainingen voor vader- en moedergroepen te faciliteren, waarin de groep ook de rol vervult van kennis- en sparringpartner.
Het onderwijs speelt een belangrijke rol in het vergroten van weerbaarheid tegen gewelddadige radicalisering, extremisme en polarisatie. Samen met het onderwijs, jeugddomein, jeugdprofessionals én jongeren stellen we vast welke activiteiten nodig en passend zijn om jongeren na te laten denken over hu identiteit en afkomst, over samenwerken en samenleven, het constructief omgaan met tegenslagen en conflicten en bevorderen van democratisch burgerschap. Voorbeelden zijn theatervoorstellingen waarin universele thema’s, zoals liefde en hoop maar ook ziekte en verlies, naar voren komen, dialoogbijeenkomsten en voorlichtingen voor docenten en onderwijsprofessionals en interactieve workshops over bijvoorbeeld omgaan met nepnieuws, complottheorieën en polarisatie online.
Om de deskundigheid van professionals en vrijwilligers rondom radicalisering, extremisme en polarisatie te behouden en vergroten, blijven we investeren in voorlichtingen, trainingen en verdiepende expertise. We zorgen er voor dat relevante organisaties in de gemeente over aandachtsfunctionarissen beschikken. Vanuit het idee van een ‘learning community’ richten we ons daarbij tevens op het verstevigen van dit operationeel netwerk van professionals.
We geven voorlichting over de aanpak van radicalisering, extremisme en polarisatie aan een breed publiek van professionals en vrijwilligers, gericht op bewustwording en informatie over waar men terecht kan met vragen en signalen.
Met (meerdaagse) trainingen zorgen we ervoor dat professionals en vrijwilligers verdiepende kennis opdoen, dat ze weten hoe ze moeten omgaan met (vroege) signalen en hoe het speelveld van betrokken partners eruitziet.
We faciliteren reflectie op de eigen professionele houding en rol, onderlinge kennisuitwisseling in het kader van borgen van kennis en kunde en het ophalen van trainingsbehoefte.
Voor elke casus van mogelijke radicalisering wordt onder regie van de gemeente een op maat gemaakt plan opgesteld en uitgevoerd. Soms op lokaal niveau, soms vanuit het Veiligheidshuis Haaglanden (VHH). Dit noemen we de ‘persoonsgerichte aanpak’ (PGA). De PGA is gericht op het inzetten van passende interventies om een radicaliseringsproces te doorbreken, om personen afstand te laten nemen van het radicale gedachtegoed of om dat af te zweren. Bijvoorbeeld personen over wie zorgen bestaan, zoals geradicaliseerde personen of ronselaars, komen in aanmerking voor de PGA.
Meldingen en signalen worden door de gemeente behandeld. Via partners, en soms ook gesprekken met de persoon, probeert de gemeente vervolgens in kaart te brengen van welke problematiek en risico’s sprake is. Dit gebeurt onder andere aan de hand van een aantal indicatoren, zoals het nemen van afstand van mensen die voorheen vertrouwd waren, identificatie met een extremistische groepering, het hebben van een vijandig beeld van de samenleving, afwijzing van de gevestigde orde, afwijzing en afkeuring van anderen. De duiding is belangrijk voor het bepalen van de aanpak en de in te zetten interventies.
Na de duiding en inschatting van zorgen en risico’s wordt bepaald of de casus moet worden voorgelegd aan de partners in het Veiligheidshuis Haaglanden (casusoverleg). De gemeente voert de regie bij de casussen; het Veiligheidshuis faciliteert het overleg om een maatwerkplan op te stellen en uit te voeren. De maatwerkplannen bevatten vaak een combinatie van dwang en drang, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke maatregelen en het inzetten van (reguliere) zorgtrajecten.
Indien nodig wordt afgestemd met de minister van Justitie en Veiligheid over het inzetten van de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding.
Voor de PGA zijn het operationeel netwerk en de districtelijke expertisepool belangrijke instrumenten:
Bij alles wat we opstellen, uitvoeren, inrichten, ondernemen of faciliteren zijn onderstaande uitgangpunten leidend.
Net als bij alle complexe (veiligheids)vraagstukken, is er niet één partij met de sleutel tot een succesvolle oplossing voor extremisme, polarisatie en radicalisering. We gaan uit van een gedeeld gevoel van verantwoordelijkheid en werken, vanuit ieders verantwoordelijkheid, samen met onze inwoners, betrokken sleutelfiguren, maatschappelijke organisaties, veiligheidspartners, het Rijk, andere gemeenten en gemeentelijke afdelingen.
Radicalisering is een complex proces, waarbij veel verschillende factoren een rol spelen – er is eigenlijk nooit één enkele oorzaak. Ook is niet exact te voorspellen welke situatie op welk moment tot (meer) polarisatie leidt. Voor deze kwesties zijn dus ook geen standaard oplossingen. We zijn flexibel en creatief, onze interventies of activiteiten passen we toe op basis van de vraag die er ligt of het probleem dat er speelt en de mogelijkheden die er zijn.
Een ‘oplossing’ voor radicalisering en gewelddadig extremisme is er niet. De kansen hierop kunnen we echter wel kleiner maken. Graag weten we of we met onze inzet bereiken wat we voor ogen hebben. Dit doen we aan de hand van plan-, proces en/of effectevaluaties.
Soorten evaluaties3 |
inzicht in verbeterpunten om de gewenste opbrengsten te realiseren. |
De aanpak is uiteindelijk gericht op het voorkomen van terrorisme en daarom maakt het onderdeel uit van de veiligheidsportefeuille van de burgemeester. Samenwerking en verbinding met het sociaal domein is echter onmisbaar bij het slagen van de aanpak en daarom is betrokkenheid van bestuurders met portefeuilles op gebied van onderwijs, jeugd, integratie en welzijn van groot belang.
Dit document beschrijft globaal de aanpak voor de vier betrokken gemeenten. Individueel geven de gemeenten op basis van de lokale context en actualiteit invulling hieraan, met als uitgangspunt zoveel mogelijk aansluiting bij bestaande initiatieven, netwerken, activiteiten of organisaties. In een uitvoeringsoverzicht worden de concrete activiteiten en projecten per actielijn en gemeente beschreven. Vanuit de trekkersrol houdt de gemeente Delft overzicht op de ingezette activiteiten in de districtsgemeenten.
Daarnaast vervult Delft een coördinerende, adviserende en initiërende rol met betrekking tot bovenlokale afstemming, plan- en netwerkvorming, beleidsontwikkeling, de inzet van repressieve en preventieve activiteiten en verbinding met het sociaal domein.
Organogram districtelijke aanpak
In het Veiligheidsplan 2019-2022 van de gemeente Delft is ‘extremisme, polarisatie en radicalisering’ een prioriteit. In dat plan is vastgesteld dat de aanpak van de afgelopen jaren (herijkt) wordt voortgezet. De gemeenteraad van Delft heeft een structureel beperkt budget beschikbaar gesteld voor uitvoering van de lokale uitvoering van de aanpak in Delft.
Daarnaast vraagt Delft vanuit de trekkersrol jaarlijks middelen aan bij de NCTV voor de versterking van de lokale aanpak in de vier gemeenten in het district. De hoogte van de (aanvraag voor) versterkingsgelden varieert afhankelijk van de dreiging en weerbaarheid in het district.
Jaarlijks wordt de gemeenteraad (van Delft) geïnformeerd over de voortgang en de resultaten van de aanpak extremisme, polarisatie en radicalisering.
Aan (districtelijke) partners wordt twee keer per jaar een digitale nieuwsbrief gestuurd. Deze nieuwsbrief heeft als doel:
Om met elkaar dezelfde taal te spreken en een gedeeld beeld te hebben over abstracte termen zoals ‘radicalisering’ en ‘weerbaarheid’, hieronder een toelichting, in alfabetische volgorde, van de meest essentiële begrippen uit de aanpak.
‘Activisme’ is het fenomeen waarbij personen of groepen – in het algemeen binnen de kaders van de wet- acties houden om door hen gewenste veranderingen te bereiken. Activisme wordt extremisme als er sprake is van het bewust plegen van strafbare feiten, zoals bedreigingen en vernieling.
Beschermende- en risicofactoren
Beschermende factoren dragen bij aan een positieve ontwikkeling van jeugdigen en bieden tegenwicht aan risico’s waaraan jeugdigen worden blootgesteld. Naast individuele (constitutionele) eigenschappen (zoals geslacht, sociale instelling en een veerkrachtig temperament) zijn er factoren die betrekking hebben op vaardigheden van de jeugdigen zelf. Bovendien zijn er factoren in de omgeving van de jeugdigen, met name in hun relaties met hun ouders/opvoeders en andere belangrijke volwassenen en instituties, en de kansen die vanuit de omgeving aan hen geboden worden.
Risicofactoren kunnen ten grondslag liggen aan probleemgedrag. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld gebrek aan binding met school en maatschappelijke normen die probleemgedrag bevorderen. De aanwezigheid van voldoende beschermende factoren verkleint de kans op probleemgedrag; de aanwezigheid van risicofactoren vergroot de kans. Door te investeren in effectieve interventies en activiteiten om probleemgedrag te voorkomen en de beschermende factoren te bevorderen, wordt de buffer tegen risico’s en de kans op risicovol gedrag verstevigd.
Een ‘rechtsorde’ is de orde die in een samenleving als verplichtend geldt en voortkomt uit het binnen die samenleving voorgeschreven en aanvaarde recht (het geheel van principes, procedures en instituties die basale maatschappelijke processen reguleren: verdeling van schaarse middelen, harmonisering van diverse belangen, conflictbeslechting, wetshandhaving en vergelding enzovoort). De rechtsorde omvat dus meer dan het justitiële systeem (‘de wet’). Dit laatste is een specifiek onderdeel van de rechtsorde.
Een rechtsorde kan als democratisch worden omschreven als de burgers op geregelde wijze en op basis van gelijke politieke rechten betrokken worden bij het vaststellen en beoordelen van de als verplichtend geldende orde in de samenleving. Een democratische rechtsorde kan daarom nooit een statische orde zijn. Zij is dynamisch en moet in feite steeds opnieuw gerealiseerd worden.
‘Extremisme’ wordt gedefinieerd als het actief nastreven en/of ondersteunen van diepingrijpende veranderingen in de samenleving die een gevaar kunnen opleveren voor (het voortbestaan van) de democratische rechtsorde, eventueel met het hanteren van ondemocratische methodes die afbreuk kunnen doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde. De gebruikte ondemocratische methodes kunnen zowel gewelddadig als niet-gewelddadig zijn. Voorbeelden van niet-gewelddadige ondemocratische middelen zijn systematisch haat zaaien, verspreiden van angst, verspreiden van desinformatie, demoniseren en intimideren. Voorbeelden van gewelddadige methodes zijn geweldplegingen, mishandelingen of ernstiger vormen van geweld.
Links-extremisme en extreemlinks
‘Links-extremisme’ is een beweging die een bedreiging vormt voor de democratische rechtsorde, omdat antidemocratische doelen worden nagestreefd en/of ondemocratische middelen worden ingezet. Thema’s binnen links-extremisme zijn onder meer: het streven naar een samenleving zonder klassen, grenzen of staten (anarchisme), verzet tegen het asiel- en vreemdelingenbeleid, waaronder verzet tegen het terugsturen van vluchtelingen en het opwerpen van barrières om migratie tegen te gaan, voorkomen dat misbruik wordt gemaakt van dieren, voorkomen van milieuvervuiling en met milieuvervuiling samenhangende activiteiten en verzet tegen ‘extreemrechtse’ partijen en groepen om te voorkomen dat deze hun geluid kunnen laten horen (antifascisme en antiracisme).
Met ‘extreemlinks’ worden ideologieën of groepen bedoeld die zich bevinden op de uiterste linkerflank van het politieke spectrum. Links-extremisme wordt als vorm van extremisme gedefinieerd wat gebaseerd is op een extreemlinkse ideologie waarbij de inzet van ondemocratische middelen, zoals geweld, wordt gelegitimeerd en/of toegepast.
Van maatschappelijke onrust spreken we als er sprake is van hevige ongerustheid en emotionele reacties bij (diverse) groepen mensen als gevolg van een schokkende gebeurtenis, zoals een terroristische aanslag, waarbij het risico bestaat op escalatie, verstoring van de openbare orde en veiligheid en een toename van deze problematiek.
‘Polarisatie’ is de verscherping van tegenstelling tussen groepen in de samenleving. Polarisatie kan productief zijn om een verandering in de samenleving op gang te brengen. Soms is polarisatie nodig om botsende standpunten, scheidslijnen of conflicterende belangen helder te maken. Maar als een polarisatieproces te lang doorgaat of als tegenstellingen te veel op de spits worden gedreven, raakt de samenleving verdeeld. We spreken van ongewenste polarisatie, als het polarisatieproces leidt of dreigt te leiden tot conflicten tussen groepen, segregatie of het verdwijnen van de ruimte voor genuanceerde meningen.
De term ‘radicalisering’ is een sociaal construct en heeft, afhankelijk van de maatschappelijke context en tijdsperiode, verschillende betekenissen voor verschillende personen en instituties. In die hoedanigheid is de term regelmatig aan kritiek onderhevig. Radicalisering zou gedefinieerd kunnen worden als een proces waarin potentieel de uiterste consequentie uit een denkwijze wordt aanvaard en in daden omgezet. Die daden kunnen maken dat op zichzelf hanteerbare tegenstellingen escaleren tot een niveau waarop ze de samenleving ontwrichten, doordat er geweld aan te pas komt, het tot gedrag leidt dat mensen diep kwetst of in hun vrijheid raakt of doordat groepen zich afkeren van de samenleving.
Rechts-extremisme en extreemrechts
‘Extreemrechtse/rechts radicale groeperingen’ hebben een meer of minder uitgesproken ideologie die wordt gekenmerkt door (varianten van) oriëntatie op het ‘eigene’, (varianten van) afkeer van het ‘vreemde’, van politieke tegenstanders, en door een hang naar het autoritaire en ultranationalisme. Met ‘extreemrechts’ worden ideologieën of groepen bedoeld die zich bevinden op de uiterste rechterflank van het politieke spectrum. Net zoals voor links-extremisme geldt, wordt rechts-extremisme ook gezien als vorm van extremisme wat juist gebaseerd is op een extreemrechtse ideologie.
‘Religieus extremisme’ is een vorm van extremisme waarbij conventionele vormen van religie of religieuze ideologieën inspireren en/of aanzet geven tot het actief nastreven en/of ondersteunen van diepingrijpende veranderingen in de samenleving die een gevaar kunnen opleveren voor (het voortbestaan van) de democratische rechtsorde, eventueel met het hanteren van ondemocratische methodes die afbreuk kunnen doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde.
Het ‘salafisme’ is een verzamelterm voor een spectrum aan fundamentalistische stromingen binnen de soennitische islam. De salafistische stromingen zijn gericht op morele ‘heropvoeding' en 'zuivering' van de geloofsgemeenschap en de maatschappij. Binnen het salafisme worden globaal drie richtingen onderscheiden:
‘Terrorisme’ is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappij-ontwrichtende schade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen of politieke besluitvorming te beïnvloeden.
‘Weerbaarheid’ is een begrip dat veel is onderzocht in relatie tot trauma en rampen(bestrijding). In deze context wordt weerbaarheid vaak gedefinieerd als de mate van veerkracht bij tegenslag en het vermogen om met moeilijke situaties om te gaan. Bij weerbaarheid tegen extremisme gaat het echter om het bieden van tegenkracht tegen en/of het weerstaan van extremistische boodschappen of invloeden van een individu. In die hoedanigheid kan weerbaarheid gedefinieerd worden als de mate waarin burgers extremistische invloeden aan de hand van de volgende indicatoren weerstaan en/of zich daartegen verzetten:
Op samenlevingsniveau wordt weerbaarheid omschreven als het in staat zijn als samenleving om spanningen op te vangen en zich teweer te stellen tegen bedreigingen en ondermijning van binnenuit of van buitenaf. Een samenleving is ook duurzaam in staat om zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden en verschillen een plaats te geven. Een dergelijke samenleving ontwikkelt en versterkt beschermende factoren tegen ongewenste polarisatie, radicalisering en extremisme, problematisch gedrag, ongewenste buitenlandse inmenging en andere vormen van maatschappelijke bedreigingen.
Uitvoeringsplan gemeente Delft 2020
Actielijn 2. Vergroten weerbaarheid: Ondersteuninginformele netwerken/sleutelfiguren | ||||
Het vergroten van weerbaarheid doen we samen met de stad; niet alleen door de extra inzet van middelen, maar vooral door (bestaande) samenwerking te versterken en activiteiten te stimuleren waarmogelijk. We zoekendaarbij verbinding met positieve rolmodellen die laagdrempelige ondersteuning bieden aan bijvoorbeeld kwetsbare jongeren, en initiatieven bedenken én uitvoeren die bijdragen aan de sociale cohesie in de gemeente. Daarnaast zetten we in op duiding en analyse door middel van quickscans. Een quickscan is een beperkt onderzoek of verkenning naar een afgebakend onderwerp. Met de quickscan binnen de aanpak wordt bekeken in hoeverre sprake is van maatschappelijke spanningen of ongewenste polarisatie, met welke kwetsbaarheden, maar ook met welke weerbaarheid we rekening moeten houden. Dat kan zijn in bepaalde buurten of wijken, tussen bepaalde groepen of over bepaalde thema’s. Uit informatie van sleutelfiguren, professionals en collega’s in de wijkenof van maatschappelijke partners vormen we een beeld over de sfeer in de gemeente. De resultaten van een quickscan kunnen aanleiding zijn tot een uitgebreidere analyse. Aspecten: signaleren en voorkomen | ||||
Inzicht krijgen in de aard en verschijningsvormen van rechtsextremisme in Delft en district en aanbevelingen voor een handelingsperspectief/ aanscherping aanpak/terugkoppeling/ aanvulling netwerk als onderdeel van het procesna de quickscan. | Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de directe doelgroep waarop de interventie gericht is en de indirecte doelgroep waar uiteindelijk de resultaten van de quickscan effectop kan hebben. | De quickscan wordt uitgevoerd door externe onderzoekers/onderzoeksbureau. | ||
Inzicht krijgen in de aard en verschijningsvormen van mogelijke negatieve vormenvan parallelliteit in Delft en het vormgeven van een gezamenlijk handelingskader als onderdeel van het proces | Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de directe doelgroep waarop de interventie gericht is en de indirecte doelgroep waar uiteindelijk de resultaten van de quickscan effect op kan hebben. | De quickscan wordt uitgevoerd door externe onderzoekers/onderzoeksbureau. | ||
| De deelnemers aan het SNRP bestaan uit tientallen sleutelfiguren vanuit Delftse religieuze (culturele) instellingen (moskeeën, kerken en synagogen), migrantenorganisaties, maatschappelijke organisaties, welzijnsinstanties en enkele ambtenaren vanuitde gemeente. Het netwerk is gebouwd op co- partnerschap en co-creatie; hetnetwerk bepaalt zelf hoe het invulling geeft aan de visie. De gemeente is faciliterend en adviserend. | De ledenvan het SNRPnemen deel aan reguliere bijeenkomsten waarin signalen en kennis wordt gedeeld. Daarnaast organiseert het netwerk kleinschalige lokale activiteiten en grootschalige seminars. De beschermende factoren 1 waarop deze interventie betrekking heeft zijn:
| Voor de reguliere bijeenkomsten van het SNRP een procesevaluatie.Voor iedere lokale activiteit een plan- en procesevaluatie. | |
BOUNCE up (train-de- trainer) en young (trainingen worden onderdeel van interventie ‘Wijkmentoren Delft’ dat uitgevoerd wordt door Human Security Collectieve (HSC) en Delft voor Elkaar (DvE)) | Door middel van BOUNCE up (train-de- trainer) en young de weerbaarheid van een groep mentoren en tieners te versterken. Uiteindelijk dient BOUNCE young (mede) te voorkomen dat deze tieners als nieuwe aanwas gaan fungeren voor een groep jongeren (14-24 jaar) die op het criminele pad beland zijn of zeer snelradicaliseren. | De directe doelgroep zijn de mentoren die verbonden zijn aan de interventie ‘Wijkmentoren Delft’(BOUNCE up). De indirecte doelgroep zijn tieners (10-13 jaar) uit verschillende wijken uit Delft(BOUNCE young). | De interventies die wordeningezet zijn BOUNCE up en young. Deze trainingen maken onderdeel uit van de BOUNCE-methodiek. Dit is een methodiek die vanuit een positieve insteek en op een laagdrempelige manier oefeningen biedt om met tieners te werken aan hun weerbaarheid. De keuze voor deze interventie is gebaseerd op:
| Plan- en procesevaluatie van BOUNCE Young.HSC en DvE faciliteren daarnaast ook een evaluatie van de interventie ‘wijkmentoren Delft’ |
Actielijn 2. Vergroten weerbaarheid: Educatieve activiteiten | ||||
Het onderwijs speelt een belangrijke rol in het vergroten van weerbaarheid tegen radicalisering, extremisme en polarisatie. Samen met het onderwijs, jeugddomein, jeugdprofessionals én jongeren stellen we vast welkeactiviteiten nodig en passend zijnom jongeren na te latendenken over hunidentiteit en afkomst, over samenwerken en samenleven, het constructief omgaanmet tegenslagen en conflicten en bevorderen van democratisch burgerschap. Voorbeelden zijn theatervoorstellingen waarin universele thema’s, zoals liefde en hoop maar ook ziekte en verlies, naar voren komen, interactieve workshops en voorlichtingen voordocenten en onderwijsprofessionals. Aspecten: signaleren en voorkomen | ||||
Theatervoorstelling Count me In van theatergroep Playback i.s.m. | Jongeren hebben kennis over uitsluiting, culturele verschillen en vooroordelen, en zijn in staat kritisch na te denken over eigen aannames en denkbeelden en de dialoog hierover te voeren met mede-studenten en docenten. | Bovenbouwleerlingen VO (vanaf 3ejaar) en 1e-jaars MBO – alle niveaus vanuit Delft, Rijswijk, Westland en Midden-Delfland. | 10 voorstellingen van 90 minuten incl. interactief nagesprek. Bij voorkeur wordt deze voorstelling in combinatie met de training Dialoog onder druk van Stichting School en Veiligheid uitgevoerd. Deze training heeftals doel om de pedagogische, didactische en sociale vaardigheden van docenten van deze leerlingen te versterken, zodat zij maatschappelijke beladen thema’s, zoals discriminatie en polarisatie, op een veilige en constructieve manier bespreekbaar kunnen maken in de klas. De beschermende factoren2 waarop deze interventie betrekking heeftzijn:
| |
Door zelf nepnieuws te maken en te verspreiden krijgen deelnemers inzicht in de werking ervan en zijnze later in staat om misleidende informatie te herkennen. Ook reflecteren ze op hun ervaringen met peer educators die fungeren als rolmodel. Thema’s die aan bod komen zijn onder meer polarisatie, trolling en het delen van complottheorieën. | Het projectricht zich op jongeren in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en in de eerste twee leerjaren van het mbo. | 5 workshoptrajecten t.b.v. het lokale onderwijs en informele maatschappelijke organisaties die aangeven behoefte te hebben aan voorlichting/workshops op het gebiedvan mediawijsheid. De beschermende factoren3 waarop deze interventie betrekking heeft zijn:
|
Actielijn 2. Vergroten weerbaarheid: Ondersteuning ouders/opvoeders | ||||
Om te zorgen dat jongeren bij hun directe omgeving terecht kunnen met vragen en discussies rondom (burgerschaps-) identiteit, geloof, participatie en toekomstperspectief, bieden we opvoedingsondersteuning aan ouders of andere opvoeders. Dat maakt hen weerbaarder in het omgaan met ‘lastige’ vragen en discussies en reikt hen de vaardigheden aan om de jongere(n) daadwerkelijk tot steun te zijn in het ontwikkelingsproces. En dat maakt de jongere weer meer weerbaar. Aspecten: signaleren en voorkomen | ||||
| Ouders van verschillende sociale en culturele achtergronden uit Delft en buurgemeenten. | De interventie wordt uitgevoerd in opdracht van de gemeente en in samenspraak met lokale welzijnspartijen. Afhankelijk van de oudergroep wordt er een interne sleutelfiguur opgeleid om de ouderbijeenkomsten te houden (train- de-trainer weerbaar opvoeden), of een externe expert ingehuurd om de bijeenkomsten te leiden. De beschermende factor4 waarop deze interventie betrekking heeft is: 5. Steun van belangrijke volwassenen en voorzieningen in de omgeving |
Actielijn 3. Bevorderen deskundigheid: Voorlichtingen, trainingen en intervisiebijeenkomsten | ||||
Om de deskundigheid van professionals en vrijwilligers rondom radicalisering, extremisme en polarisatie te behouden en vergroten, blijvenwe investeren in voorlichtingen, trainingen en verdiepende expertise. We zorgen er voor dat relevante organisaties in de gemeente over aandachtsfunctionarissen beschikken. Vanuit het ideevan een “learning community” richten we ons daarbijtevens op het verstevigen vandit operationeel netwerk van professionals. | ||||
| Aandachtsfunctionarissen radicalisering uit Delft en district. Ditzijn professionals vanuit het onderwijs, zorg, politie, welzijn, gemeente, jeugdhulp en vertegenwoordigers van gemeenschappen die (actuele) kennis en deskundigheid hebben over (de preventie van) polarisatie, radicalisering en extremisme bij jongeren, en over de rol van andere professionals en professionals in anderedomeinen daarbij. | De werkbijeenkomsten worden georganiseerd i.s.m. het Landelijk Expertisecentrum Extremisme (LSE) en het Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering (RoR). Gedurende driejaar vindt er ieder jaareen werkbijeenkomst plaatst met steeds een ander thema. Jaar 1 behandeld je ‘eigen rol’ (2019), jaar 2 ‘verplaatst je in de rol van een ander’ (2020) en jaar 3 ‘multi-disciplinaire | Plan- en procesevaluatie i.s.m. het RoR. | |
| Deze training is bedoeld voor professionals die binnen hunwerkveld betrokken zijn bij de aanpak vandit thema. Denkhierbij aan professionals vanuit het onderwijs, zorg, politie, gemeente en maatschappelijke organisaties. | |||
| Deze training is specifiek bedoeld voorjeugdprofessionals die binnenhun werkveld betrokken zijn bij de aanpak van dit thema. Denk hierbij aan professionals vanuit het onderwijs en zorgsector. | |||
| De driedaagse training is bedoeld voor professionals die binnen hunwerkveld betrokken zijn bij de aanpak van dit thema.Denk hierbij aan professionals vanuit het onderwijs, zorg, politie, gemeente en maatschappelijke organisaties. | |||
Terugkomdag Behr- training multicultureel vakmanschap en radicalisering |
| De terugkomdag is bedoeld voor professionals (aandachtsfunctionarissen) diede driedaagse verdiepingstraining Radicalisering en Multicultureel Vakmanschap hebben gevolgd. | De interventie wordt uitgevoerd doorde Behr-groep. De terugkomdag behandelt zowel theorie als praktijk (verhalen uit de praktijk, plenaire casusbespreking). | |
| Deze training is bestemd voor professionals van de expertisepool. | |||
| Deze training wordt aangeboden aan eerstelijnsprofessionals die nog niet eerder een training over radicalisering en extremisme hebben gevolgd en/of bijvoorbeeld nieuw aangesteld zijn als aandachtsfunctionaris radicalisering. | |||
Nieuwsbrief trendsen actualiteiten radicalisering en polarisatie | Twee keer per jaar wordt een digitale nieuwsbrief verstuurd naar onze directe districtelijke partners, zoals de aandachtsfunctionarissen radicalisering. Deze nieuwsbrief heeft als doel:
| De nieuwsbrief wordt verstuurd naar alleaandachtsfunctionarissen radicalisering en polarisatie. Ook andere partners kunnen zich voor de nieuwsbrief inschrijven, zoals andere professionals en vrijwilligers. | De nieuwsbrief wordt vanuit de gemeente verstuurd. Input wordt opgehaald en vormgegeven i.s.m. onzelandelijke en lokalepartners. |