Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Delft

Aanbieding bestuursprogramma 2018-2022 "Voorbereid op de toekomst"

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDelft
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAanbieding bestuursprogramma 2018-2022 "Voorbereid op de toekomst"
CiteertitelAanbieding bestuursprogramma 2018-2022 "Voorbereid op de toekomst"
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-09-2022nieuwe regeling

11-12-2018

gmb-2022-408007

3830276

Tekst van de regeling

Intitulé

Aanbieding bestuursprogramma 2018-2022 "Voorbereid op de toekomst"

In het coalitieakkoord ‘De toekomst in uitvoering’ hebben we onze ambities voor Delft vastgelegd. Deze ambities hebben we uitgewerkt in dit bestuursprogramma voor 2018-2022.

 

Sinds ons aantreden hebben we gesproken met veel Delftenaren en partners, in de stad en in de regio. Ook met de gemeenteraad hebben we het gesprek gevoerd om de koers te bepalen.

 

In alle gesprekken merkten we een grote betrokkenheid bij de stad en een enthousiasme om mee te denken over de keuzes die we kunnen maken, en om samen te werken aan de toekomst van Delft. De kracht van Delft werd veel genoemd: een technologische kennisstad met een rijke historie en cultuur, een betrokken gemeenschap en een compacte stad met een menselijke maat die kansen biedt. Een stad met energie en vernieuwingskracht, die ook belangrijk is voor de regio. Naast trots klonk in de gesprekken eveneens zorg door hoe we de kwaliteiten van Delft kunnen vasthouden als de druk op de stad toeneemt, door groei in vele sectoren.

 

De rijke opbrengst van de gesprekken en de inzichten die ze hebben gegeven, hebben we gebruikt bij het opstellen van ons bestuursprogramma. In dit bestuursprogramma hebben we opgenomen wat we willen bereiken, met doelen en effectindicatoren.

 

Accenten die ons in de gesprekken met raadsleden, tijdens de raadsmarkt, bijzonder zijn opgevallen, vindt u op de ‘geeltjes’ die zijn opgenomen in dit bestuursprogramma.

 

Vijf opgaven

In deze collegeperiode maken we een begin met de uitvoering van de transformatie van de stad, op weg naar de toekomst met de Agenda Delft 2040 als leidraad. Met deze agenda werken we aan Delft als hoofdstad op het gebied van innovatie en technologie, als toeristische topbestemming, met voorzieningen voor iedereen, waar het goed wonen is, bereikbaar voor iedereen en energieneutraal.

 

In het uitvoeren van onze ambities benoemen we voor de periode 2018-2022 vijf noodzakelijke opgaven. Het zijn opgaven die nauw met elkaar samenhangen.

  • We leggen het accent op een stevige basis. We willen dat Delft een stad is waar mensen goed kunnen wonen, werken, leren en verblijven, met de voorzieningen die daarbij horen. Het is belangrijk samen te werken, meer kennis te delen en meer in te zetten op preventie. Vanuit een stevig en robuust fundament kunnen we verder bouwen.

  • We werken aan een sterke stad met sterke wijken, sociaal en fysiek. Mensen moeten hier goed kunnen wonen, in een veilige omgeving. En ze moeten kunnen rekenen op betaalbare en kwalitatief goede zorg.

  • We zien kansen voor meer werkgelegenheid in de (innovatieve) maakindustrie. Het is een opgave om ervoor te zorgen dat we jongeren voorbereiden voor de veranderende arbeidsmarkt.

  • De energietransitie is ingezet. Ook Delft draagt bij aan duurzame energieopwekking en bereidt zich voor op het afscheid van aardgas.

  • Delft moet goed bereikbaar én leefbaar blijven. Het vraagt een mobiliteitstransitie om dit evenwicht te bewaren.

Keuzes en ambities

We zetten een aantal zaken voortvarend door. Voor nieuwe ambities maken we in dit bestuursprogramma verantwoorde keuzes en leggen we bewuste accenten. We bereiden ons voor op de toekomst. Met oog voor trends en ontwikkelingen én voor opgaven en kansen zetten we de koers uit voor de komende jaren.

 

De komende vier jaar zien we een forse aantrekkingskracht van de stad: mensen willen daar graag wonen. We gaan van een periode waarin we groei willen bevorderen naar een periode van beheerste groei. We willen daarbij energie steken in het behoud van de noodzakelijke kwaliteit.

 

We merken de gevolgen van trends. Werkgelegenheid verandert, mobiliteitssystemen veranderen en de digitalisering van de samenleving zet door. Klimaatverandering versnelt de noodzaak voor de energietransitie en vraagt ons adaptief te zijn op die klimaatverandering. We zien dat meerdeling in de maatschappij ons kwetsbaarder maakt om Global Goals te bereiken. Delft moet een antwoord hebben op trends als vergrijzing en de toename van kwetsbare mensen in de wijken. En de rol van de lokale overheid verandert, wat gevolgen heeft voor onder meer de dienstverlening die we leveren.

 

Delft kent vele opgaven en ambities, maar we realiseren ons dat niet alles meteen kan. Delft heeft weliswaar een sluitende begroting, maar de ruimte om te investeren is nog steeds beperkt.

 

We kiezen er als college voor om óók te staan voor duurzaamheid waar het gaat om de financiën. Een deel van beleid dat al is gestart, is op dit moment nog incidenteel in de begroting opgenomen. Jaarlijks betrekken we de voortzetting hiervan bij de integrale afweging van beleidsvoorstellen. Dit achten wij naar de toekomst toe niet wenselijk. Wij hechten er daarom aan om bij de afronding van deze collegeperiode de beoogde structurele uitgaven te dekken door structurele inkomsten.

 

Om dit te bereiken gaan wij het komend jaar de begroting tegen het licht houden. Waar mogelijk creëren we ruimte voor enerzijds de gewenste structurele dekking en anderzijds voor dát deel van de ambities uit het coalitieprogramma die nu nog niet gefinancierd kunnen worden. Daarbij zal het college ook kijken naar de ambtelijke organisatie, met als doel dat middelen én menskracht optimaal ingezet worden. De daaruit voortkomende besluiten en voorstellen presenteren we vanaf de begroting 2020 aan de gemeenteraad.

 

Voor nu geven wij binnen de vijf opgaven prioriteit aan de uitgaven die noodzakelijk zijn en we werken eraan om het sociaal domein financieel beheersbaar te houden. We houden vast aan een solide financieel beleid, ook voor de langere termijn. Dit is een voorwaarde bij de keuzes die we maken.

 

We investeren samen met anderen in de transformatie van de stad die Delft voorbereidt op de toekomst. Dit past binnen het financiële kader, inclusief het Fonds Delft 2040.

 

Uitvoering in samenhang

Mensen, hun fysieke en sociale omgeving en de economische motor zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: het één kan niet zonder het ander. Deze samenhang is verbeeld in onderstaande driehoek. Hierin staan vitale mensen en een aantrekkelijke omgeving aan de basis, met de goed draaiende economische motor bovenin. En in het hart: het netwerken, verbinden en ontmoeten.

 

Deze samenhang laten we ook zien in ons beleid en in de keuzes die we maken. Delft is een stad om prettig in te leven. Wij willen zorgen voor een goede balans tussen leefbaar, duurzaam en bereikbaar, tussen sociaal, gezond en veilig en aantrekkelijk, tussen stad en bestuur, en tussen bedrijvigheid en leefbaarheid. Dit vraagt een samenhangende aanpak van sociale, ruimtelijke en economische vraagstukken voor Delft.

 

We doen steeds meer met stad en partners en stemmen ook onze processen meer af op de samenleving. Daarbij blijven we scherp op de rol die we als gemeente innemen.

 

Duurzame wereld

We leggen in ons bestuursprogramma de verbinding met de Global Goals: doelen die de Verenigde Naties hebben geformuleerd voor een meer eerlijke en duurzame wereld. We hebben bepaald aan welke Global Goals we bijdragen met ons lopende beleid en leggen ook de relatie op indicator-niveau.

 

In de doelstellingen die we in dit bestuursprogramma formuleren verwijzen we naar de volgende Global Goals:

 

Goal 1 | Einde aan armoede.

Goal 3 | Gezonde levens bevorderen welzijn van mensen van alle leeftijden.

Goal 4 | Goed en inclusief onderwijs en leven lang leren.

Goal 8 | Duurzame, inclusieve en bestendige economische groei en volledige en productieve werkgelegenheid en fatsoenlijk werk voor iedereen.

Goal 12 | Verduurzamen van consumptie- en productiepatronen.

Goal 13 | Bestrijden van klimaatverandering en de effecten ervan.

Goal 16 | Vreedzame en rechtvaardige samenleving voor iedereen en effectieve, verantwoordelijke en inclusieve instellingen op alle niveaus.

 

De Global Goals bieden een sterk en integraal raamwerk voor ons dagelijks werk, met een positieve blik op de toekomst. Met andere partijen voeren we het gesprek hoe we in Delft verder kunnen werken aan het bereiken van deze doelen. Waar mogelijk passen we de Global Goals toe in ons inkoop- en diversiteitsbeleid.

 

Verbonden stad

De opgaven gaan we succesvol aanpakken door samen te werken en anders te werken: met elkaar, in de organisatie, met Delftenaren, partners en de regio. We vinden het belangrijk om benaderbaar te zijn, het gesprek aan te gaan en te luisteren. Het samen doen wordt nog meer leidend in de komende vier jaar. Hiermee geven we het voorbeeld voor de verbonden stad.

 

De verbonden stad die we voor ogen hebben is een stad waar gemeenschapszin en nabijheid centraal staan, waar we het samen doen en we eigen initiatief waarderen. We willen (groepen) Delftenaren meer in contact brengen met elkaar, wat bijdraagt aan het overbruggen van verschillen en het wegnemen van wij/zij-denken. Op het lokale niveau kunnen we het verschil maken.

1 Een stevige basis

Openbare ruimte op niveau

Een leefbare stad heeft een bruikbare openbare ruimte: schoon, heel, veilig, overzichtelijk en goed verlicht. We investeren om het beheer van de openbare ruimte op niveau te houden en te voldoen aan afgesproken beeldkwaliteit en onderhoudsniveau. We starten in Tanthof met gedifferentieerd beheer, in samenspraak met bewoners. Op basis van de ervaringen met deze pilot bezien we de mogelijkheden voor het invoeren ervan in de hele stad.

 

Beheer maken we een integraal onderdeel van het ontwerpproces en laten we zwaarder meewegen in de (financiële) afweging in ontwerpkeuzes. Aan de voorkant van het proces zijn de beheerkosten in beeld, zodat ook na oplevering de beeldkwaliteit haalbaar is. We zetten in op klimaatadaptieve oplossingen en maken waar mogelijk werk met werk.

 

Een schone stad

Delft wil een schone stad zijn, waar zoveel mogelijk grondstoffen worden ingezameld voor hergebruik. We zetten het beleid voor gescheiden inzamelen voort. We passen Het Nieuwe Inzamelen stapsgewijs toe in de hele stad, en leren daarbij van de lessen uit wijken waar Het Nieuwe Inzamelen al is ingevoerd. We monitoren hoe we toegroeien naar de landelijke norm voor 100 kilo restafval per inwoner.

 

We zorgen voor meer grip op bedrijfsafval in de binnenstad en het beperken van het aantal bewegingen van inzamelwagens door de binnenstad, door in te zetten op een integraal contract met één bedrijf.

Onderwijs voor een kansrijke toekomst

Elk kind en elke jongere heeft een passende onderwijsplek nodig om zichzelf optimaal te ontwikkelen. Dit is de basis om later goed voorbereid een plek in de maatschappij te kunnen vinden. Om de baankansen van de Delftse jeugd te vergroten, is versterking van de aansluiting van het onderwijs op het bedrijfsleven essentieel.

Om dit alles te bevorderen stellen we een duidelijke onderwijsagenda op, waarin gemeente, schoolbesturen en andere partners een eigen rol hebben in het realiseren van ons gezamenlijke doel: kinderen en jongeren een kansrijke toekomst bieden. Dit doen we samen met de onderwijspartners in zowel het primair en voortgezet onderwijs als met de partners in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs en de Technische Universiteit.

Met de onderwijspartners kijken we in het kader van die agenda naar inzet en rolverdeling op thema’s zoals voor- en vroegschoolse educatie, bewegingsonderwijs en taalonderwijs. Daarnaast bevorderen en evalueren wij de samenwerking tussen jeugdhulp en passend onderwijs.

We maken ons sterk voor beter en aantrekkelijker vakonderwijs dat aansluit bij de arbeidsmarkt (zie ook de opgave (innovatieve) maakindustrie). Daarom versterken we het beroepsonderwijs in Delft door de inzet op loopbaanoriëntatie, zodat meer kinderen kiezen voor beroeps- en vakonderwijs en onderwijs op het juiste niveau, met name in zorg en techniek. Hierbij is ook aandacht voor zij- instroom voor kansrijke sectoren en onderwijspersoneel. We faciliteren goed beroepsonderwijs in Delft door te zoeken naar structurele huisvestingsoplossingen daarvoor en naar mogelijke combinaties met voortgezet onderwijs. We ondersteunen initiatieven die beroepsonderwijs bevorderen en aantrekkelijk maken in samenwerking met primair en voortgezet onderwijs).

 

We kijken goed naar de rol die gemeente kan of moet nemen in het onderwijsbeleid. Dit doen wij in samenhang met de onderwijshuisvesting. Hier delen de gemeente en schoolbesturen de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de (kwaliteit van de) huisvesting van scholen.

Komende periode investeren we op duurzame wijze in diverse scholen. Samen met het onderwijsveld stellen we een nieuw integraal huisvestingsplan op voor het primair en voortgezet onderwijs, met daarin de opgave voor de komende tien tot vijftien jaar. Ook de plannen voor de internationale schakelklas worden hierin verwerkt. We evalueren de verordening onderwijshuisvesting met betrekking tot de actualiteit.

 

We zoeken actieve afstemming met omliggende gemeenten en regionale gremia, zowel in het kader van (beroeps)onderwijsbeleid als onderwijshuisvesting.

 

Economische zelfstandigheid

Het wordt moeilijker en duurder om mensen naar regulier werk te begeleiden. De groep die nu nog aanspraak maakt op de Participatiewet is kwetsbaarder geworden. Het aantal participatie- en meedoen-trajecten zal groeien. Veel jongeren kunnen niet zelfstandig de aansluiting naar werk maken, en krijgen daarom bijzonder onze aandacht.

 

Werk – betaald of niet – geeft mensen het gevoel mee te tellen; het geeft waardering, erkenning, structuur en een netwerk, én draagt bij aan een goede gezondheid. Daarom is het belangrijk dat er meer banen op alle niveaus komen, door het stimuleren van bedrijvigheid in en om de stad, net als goed onderwijs ter voorbereiding op de arbeidsmarkt van de toekomst.

Vanuit de gedachte dat werk het beste medicijn is, geven we een brede aanpak vorm, gericht op werk, preventie, wonen en veiligheid. We bestendigen de huidige aanpak en focus, zowel op re-integratie als op meedoen. Re-integratie brengen we sneller in in behandeltrajecten van burgers.

 

Voor statushouders en jongeren uit het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs blijven we onze aanpak inzetten. We kijken of we die aanpak kunnen verbreden naar het mbo. We willen daarnaast dat laaggeletterden de weg vinden naar taallessen.

 

We zetten de pilot van het Sociaal Uitzendbureau voort, als instrument om de afstand tussen werkgevers en de doelgroep te overbruggen. Kansen om zelfstandig (parttime) te ondernemen blijven we vergroten. In samenwerking met partners richten we de nazorgfase daarvan beter in, om mogelijke belemmeringen weg te nemen.

 

In ons participatiebeleid staat het toewerken naar economische zelfstandigheid centraal: iedereen doet naar vermogen mee. Mensen die niet kunnen werken vanwege arbeidsbeperking, ondersteunen we op maat. We experimenteren met nieuwe instrumenten die passen bij onze inzet om mens en baan te koppelen. De aanpak voor mensen met een psychische kwetsbaarheid zetten we breed in, samen met een groot aantal partners in de stad.

 

Een proactieve aanpak blijft nodig voor jongeren in een kwetsbare positie. Van belang is om deze jongeren vroegtijdig in beeld te hebben en te volgen, met een risico-gerichte sluitende aanpak voor hen die niet zelfstandig de aansluiting naar werk kunnen maken. Dit voorkomt dat jongeren afhankelijk worden van een uitkering.

We pakken armoede en schulden aan. We zetten de pilot Jongeren blijvend uit schulden (jongerenperspectieffonds) voort en betrekken hierbij een grotere groep. We scherpen de nota schuldhulpverlening aan en zetten de pilot van verbetering van vroeg signalering voort met de inzet van het programma EMMA (Eerder Melden Minder Achterstanden). We zetten erop in dat alle mensen die het nodig hebben gebruik maken van schuldhulpverlening en bevorderen het gebruik van beschikbare regelingen en jeugdfondsen. We zetten in op kinderparticipatie, bijvoorbeeld via een kinderraad. We vragen de kinderen die hieraan mee gaan doen als eerste aan de slag te gaan met armoedebeleid voor kinderen.

 

Zorg voor jeugd en volwassenen

We willen kinderen die jeugdzorg echt nodig hebben deze zorg tijdig en kwalitatief bieden. We gaan ervan uit dat er, ondanks onze inspanningen, altijd een groep kinderen zal zijn die zware, specialistische hulp nodig heeft. Die moet dan ook direct

beschikbaar zijn. Zeker daar waar kindermishandeling en/of huiselijk geweld een rol spelen, is geen tijd te verliezen. In de aanpak van kindermishandeling sluiten we aan bij de inzichten van ‘geweld hoort nergens thuis’. We voeren hiervoor overleg met Veilig Thuis, dat de meldcode in de zorg heeft aangescherpt en daarmee ook langer een vinger aan de pols houdt en recidive wil voorkomen.

We zijn alert op de trend dat relatief meer lichte jeugdhulp wordt geboden, zonder dat dat een evenredige preventieve werking lijkt te hebben op ander vlak. Daarom sturen wij erop dat geïndiceerde jeugdhulp niet wordt ingezet voor lichte problemen

die op een andere manier zijn op te lossen, zodat wij van gezonde kinderen niet onnodig patiënten maken. We verschuiven de focus van het zo vroeg mogelijk bieden van lichte, geïndiceerde jeugdhulp naar inzet op beschermende factoren.

 

We versterken kinderen en hun ouders om problemen beter zelf aan te kunnen. We maken betere afspraken met aanbieders aan de voorkant van trajecten, gericht op resultaat en met meer grip op verwijsstromen in samenwerking met onder meer huisartsen en gecertificeerde instellingen. Extra aandacht gaat uit naar kinderen van ouders in de maatschappelijke opvang. In het kader van innovatie in jeugdbeleid en jeugdzorg onderzoeken we de mogelijke inzet van ‘social impact bonds’.

 

De Wmo blijft belangrijk om mensen de noodzakelijke formele steun te geven in hun leven en het zelfstandig blijven wonen te faciliteren. Wij stimuleren een meer intensieve samenwerking tussen de formele en informele zorg. Dat maakt het mogelijk te toenemende zorg af te schalen waar dat verantwoord is. Op basis van degelijke analyses van de verstrekte zorg gaan we inzetten op een meer preventief instrumentarium.

 

Cultureel aantrekkelijk

Cultuur maakt de stad aantrekkelijk voor bewoners en bedrijven. Het cultuurkader voor Delft geeft de richting daarvoor, met aandacht voor de relaties met technologie, erfgoed en samenleving, en cultuureducatie en talentontwikkeling.

 

Met partners werken we verder aan de uitvoering van het cultuurkader. Hiermee willen we een meer onderscheidend aanbod bereiken, dat past bij de uitstraling van Delft als kennisstad én dat specifieke toeristische doelgroepen aanspreekt. We stimuleren inhoudelijk samenwerken, ook met andere domeinen, zoals het sociaal domein. We vinden cultuureducatie belangrijk en zetten daarbij in op hoger bereik

 

door een laagdrempelig aanbod van cultuur in de wijken. We werken uit hoe de combinatiefuncties kunnen worden ingezet voor cultuur en zoeken hierbij aansluiting bij de scholen. We creëren een brug tussen het aanbod in de wijken naar de stedelijke voorzieningen voor de kinderen die meer willen doen aan cultuur, ook via het jeugdcultuurfonds.

We ondersteunen Club Delft, het platform voor amateurkunst, zodat ze hun rol verder kunnen verstevigen in het versterken van deze sector. Om een bloeiende popsector mogelijk te maken, werken we aan een goed functionerende pop-keten, met onder meer mogelijkheden voor muziekles, voldoende oefenruimte en locaties om op te treden. We investeren in het onderhoud van het Prinsenhof en in functionele aanpassingen die nodig zijn om het complex ook in de toekomst goed te kunnen gebruiken als museum.

 

Een gevarieerder en kwalitatief hoogwaardig evenementenaanbod is een belangrijk onderdeel van de culturele programmering van de stad. We stellen een flexibel en doelgericht evenementenbeleid op, met aandacht voor ontwikkeling en acquisitie van evenementen die goed aansluiten bij Delft.

 

Toeristisch aanbod

Om werkgelegenheid in de toeristische sector te kunnen waarborgen én te zorgen dat Delft een prettige en leefbare stad blijft, is het van belang het aanbod te laten aansluiten op de gewenste doelgroep: de ondernemende en cultuurminnende toerist. We willen het toeristisch aanbod kwalitatief versterken en bezoekers beter over de stad spreiden.

De uitvoeringsagenda toerisme richt zich onder meer op themajaren. In 2019 is dat het Gouden Eeuwjaar, met als hoogtepunt de Pieter de Hooch-tentoonstelling in Museum Prinsenhof. Daarnaast gaat de aandacht uit naar verbeteringen op het gebied van algemene gastvrijheid, beleving van de publieke ruimte, samenwerking en netwerken, inzet op marketing, acquisitie en faciliteren van een mogelijk nieuw toeristisch product, in of nabij de binnenstad. Samen met de TU Delft stimuleren we congrestoerisme.

 

Sport en bewegen

Sporten draagt bij aan de gezondheid van mensen en stimuleert een gezonde leefstijl. Sport brengt mensen ook bij elkaar en versterkt sociale structuren. We blijven er daarom op inzetten dat Delftenaren in beweging komen. Dat kan bij verenigingen, maar ook in de openbare ruimte. Dat willen we stimuleren en faciliteren. Bij de inrichting van de openbare ruimte nemen wij dit mee.

De sportaccommodaties – zoals sporthallen, velden en zwembad– moeten zoveel mogelijk op orde zijn. De ambities die zijn vastgelegd in de visie Sport en Bewegen zetten we om in concrete acties, samen met partners. Om een verdere impuls te geven aan de Delftse sportinfrastructuur stellen we bovendien een investeringsagenda sport op.

 

We hebben aandacht voor een buitenschools aanbod van sport én cultuur dat brede ontwikkelingskansen biedt aan kinderen in aandachtswijken. Ook hier zetten we de combinatiefunctionarissen in. We leggen de relatie met scholen, maar willen de kinderen ook toeleiden naar de sportverenigingen. We blijven stimuleren dat sportverenigingen hun maatschappelijke rol pakken. De uitvoeringsagenda sport, die met de verenigingen en de Sportraad wordt opgesteld, vormt hier het kader voor.

 

Dienstverlening: attent en gastvrij

Onze dienstverlening aan burgers en bedrijven steunt op de waarden attent en gastvrij. De inwoner staat centraal. In elk contact laten we blijken: in Delft ben je welkom. We zijn toegankelijk, bieden een logische ingang en zijn gericht op samenwerking.

 

We willen de dienstverlening van de gemeente blijven verbeteren, met als doel dat bewoners, ondernemers en organisaties in de stad goed bediend worden. Binnen het klantcontactcentrum zijn al verbeteringen doorgevoerd, onder meer op klachtenafhandeling, telefonische wachttijden en meldingen. We gaan hiermee verder, en ook met het verbeteren van de dienstverlening voor bedrijven, invoeren van casemanagement, aandacht voor houding en gedrag en sterkere samenwerking binnen de organisatie. We richten onze gemeentelijke dienstverlening zo in dat die ook goed toegankelijk is voor laaggeletterden en er ruimte is voor persoonlijk contact.

 

De Delftse Rekenkamer heeft aanbevelingen gedaan over de informatieveiligheid van de organisatie. Uit het risicoprofiel voor informatiebeveiliging blijkt dat de externe bedreiging van de Delftse organisatie, net als bij veel andere organisaties, toeneemt.

We kiezen ervoor om de technische informatiebeveiliging te versterken, om de veiligheid en vertrouwelijkheid van de dienstverlening te kunnen borgen.

Samenwerken in een verbonden stad

Delft maken we samen. Met partners geven we vorm aan de innovatie in het sociaal domein en bereiden we met de stad de omgevingsvisie voor. Met de City Deal ‘Kennis Maken’, het convenant met de TU Delft en het Stadslab Tanthof versterken we de duurzame samenwerking tussen stad en kennisinstellingen. We zien en waarderen samenwerking, zoals in het Pact tegen Armoede, het Huis van de Stad en op het gebied van onderwijs.

 

We zorgen er als college voor dat we aanspreekbaar zijn, voor bewoners en betrokken partijen, vooral op plekken waar mensen er zijn voor de stad, voor elkaar en voor een ander. We gebruiken heldere taal en willen het gesprek aangaan vanuit een open houding naar de stad, waarbij we ook dilemma’s aangeven. We laten dit ook zien in onze bezoeken aan wijken.

 

De gemeente gaat zich structureel beter organiseren op de interactie met de stad en samenleving. We stellen een afwegingskader op voor participatietrajecten. Dat zal gaan in een leerproces waarin we steeds beter worden in het afwegen welke vormen van interactie waar passen.

 

Initiatieven van bewoners en organisaties die gericht zijn op samenwerken, het bij elkaar brengen en zorgen voor elkaar willen we zichtbaar maken en stimuleren. We willen informele netwerken versterken en ondersteunen. De gemeente heeft een rol als aanjager, ook in samenwerking met TU Delft en hogescholen. We benutten het convenant met de TU – gericht op het versterken van de verbinding tussen de universitaire gemeenschap en Delft met haar inwoners – om mensen in Delft met elkaar te verbinden.

 

Belangrijke doelen in een verbonden stad zijn de zorg voor kwetsbaren in de samenleving, het verminderen van eenzaamheid en tweedeling. We sluiten daarvoor ook aan bij het actieplan ‘één tegen eenzaamheid’ van het ministerie van VWS.

Verbindende schakel in de regio

Delftse opgaven zijn regionaal, en omgekeerd: regionale opgaven zijn Delfts. Delft wil een verbindende schakel zijn in de regio. We zien dat meer bestuurskracht in de regio nodig is. Delft zet zich daarvoor in. We investeren in een sterk netwerk, regionaal én landelijk, dat nodig is om onze gezamenlijke doelen te bereiken.

 

Ook in de regio heeft Delft de afgelopen jaren een steeds grotere rol gespeeld. We zoeken samenwerking op opgaven die te groot zijn om lokaal te kunnen oplossen. Het is cruciaal om de krachten regionaal te bundelen: in het sociaal domein, op het gebied van wonen, van economie, werkgelegenheid en ruimte voor bedrijven, en van duurzaamheid en mobiliteit.

 

We spelen een dragende rol in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en leggen daarin de verbinding tussen grote en kleinere gemeenten. We zullen als college nog meer contact onderhouden met onze buurgemeenten en zetten de intensieve samenwerking met de provincie voort.

Doelstellingen: wat willen we bereiken

Programma’s begroting en indicatoren bestuursprogramma

Programma’s begroting 2019

Programma’s in begroting

Vanaf 2020

Programma- doelen Vanaf 2019

Effect- indicatoren Vanaf 2019

Huidige staat

Streven 2022

Goede openbare ruimte

- inclusief Afval

Schone en veiligestad

- Openbare ruimte incl. Afval

Een leefbare stad door deze schoon en veilig te houden.

Openbare ruimte: beheer

78% tevreden/ neutraal

x% voldoet aan kwaliteitsniveau

78%

Nader te bepalen

Afval als grondstof

(Global Goal 12)

218kg restafval 39% afval- scheiding

160kg 55%

(2020)

Zorg en onder-steuning

Sterk en sociaal

  • -

    zorg 18+ en 18-

  • -

    Volks- gezondheid

  • -

    Welzijn

De noodzaak van zorg zoveel mogelijk voorkomen en de zorg zelf tijdig en effectief, gericht op onder- steuning van zelfstandigheid.

Iedereen doet mee

Zelfredzaam- heidsscore

0-meting 2019

Kwaliteit van zorg 1

(Global Goal3)

Cliëntervaring: 78%

doelrealisatie

80%

Jeugdzorg2

Cliëntervaring: 71%

doelrealisatie (Haaglanden)

0-meting Delft2019

Sterke samenleving

  • -

    Onderwijs

  • -

    Sport

  • -

    Wonen

  • -

    Wijken

  • -

    Volks- gezondheid

  • -

    Veiligheid

Solide maat- schappelijke basis

  • -

    Onderwijs

  • -

    Cultuur

  • -

    Sport

Stedelijke aantrekkelijkheid door ontwikkelings- kansen voor elk kind via onderwijs, mogelijkheden voor sporten, een onder- scheidend cultureel aanbod.

Iedereen passende schoolcarrière3

(Global Goal4)

92%

startkwalificatie

92%

Minder schoolverlaters

(Global Goal4)

2,4%

schoolverlaters

2,4%

Bereik VVE doelgroeppeuters (GlobalGoal 4)

Nader te bepalen

0-meting 2019

Sterke culturelebasis

7,1

klantwaardering

7,3

Eenzaamheids-gevoel

41% eenzaam

39%

Gezonde Delftenaren (Global Goal3)

42% sport niet wekelijks

78% goede gezondheid

40%

78%

Werk en economische zelfstandig- heid

  • -

    inclusief Werkse!

Economische zelfstandig- heid

  • -

    Participatie- wet

  • -

    inclusief Werkse!

Toewerken naar economische zelfstandigheid: iedereen doet naar vermogen mee.

Ontwikkeling bijstand

(Global Goal1)

48 per 1000 Delft

41 per 1000 NL

Verschil blijftgelijk

Doelgroepbereik armoede- regelingen

(Global Goal1)

Nader te bepalen

Nader te bepalen

Schuldhulp- verlening

(Global Goal1)

aantal geslaagde trajecten

0-meting 2019

 

Programma’s begroting 2019

Programma’s in begroting

Vanaf 2020

Programma- doelen Vanaf 2019

Effect- indicatoren Vanaf 2019

Huidige staat

Streven 2022

Sterke economie

Stad in bedrijf

  • -

    Econo- mische ontwikkeling

  • -

    Binnenstad, toerisme,

  • -

    Beheer vastgoed

We streven naar groei van de werkgelegenheid vanuit de ambitie Delft als hoofdstad van innovatie en techniek.

Dienstverlening bedrijven

Klantwaardering

eind 2018 0-meting

Langer verblijf

324.000

Overnachtingen (2017)

+ 25%

(2021)

Regie- gemeente

Stad en bestuur

  • -

    Rolneming

  • -

    Dienst- verlening

  • -

    Bestuur

Bevorderen van een verbonden stad, met een dienst- verlenende gemeente.

Dienstverlening4

7,0

klantwaardering

7,0

Verbindende overheid

Vertrouwen:

tussen bestuuren stad

6,4 vertrouwens- scoreB&W

6,5

Dienst- verlenende gemeente

Verbonden stad: met buitenwijken

/ binnenstad

75% met Delft verbonden

75%

2 Sterke wijken

Visie op verstedelijking

De regio heeft een stevige verstedelijkingsopgave. We leiden de groei van Delft in goede banen, om de stad sterk, gezond en aantrekkelijk te houden. We nemen de noties en aandachtspunten uit de Impactanalyse Verstedelijkingsopgave Delft mee in de afwegingen die we maken. We zijn zuinig op schaarse ruimte en we gaan voor kwaliteit.

 

De Omgevingsvisie is een belangrijk kader voor de diverse gebiedsontwikkelingen in de komende jaren. We maken een visie die onze ambitie goed weergeeft en uitnodigend is naar wie in Delft wil investeren. Tegelijkertijd leggen we onderwerpen die kwetsbaar zijn en onze aandacht verdienen – zoals monumenten en erfgoed, groenstructuren, klimaatadaptatie, energietransitie, mobiliteit en parkeren – op een heldere manier vast. We kiezen flexibele normen, houden rekening met technische ontwikkelingen en zijn helder over basisuitgangspunten.

Goed wonen en werken

De Delftse Woonvisie is voor ons de koers die bepaalt welke woningen er moeten worden toegevoegd. Op termijn willen we een woningvoorraad die weer in balans is: met ongeveer een derde sociaal en meer (middel)dure huur- en koopwoningen.

Tegelijkertijd willen we meer differentiatie van de woningvoorraad in de wijken realiseren. Ook willen we de woningvoorraad beter afstemmen op de huidige vraag naar kwalitatief goede, betaalbare woningen én op de opgave van verduurzaming. Het uitgangspunt is: de goede woning op de goede plek.

 

Het is de ambitie om ongeveer 15.000 woningen toe te voegen aan de stad. We realiseren in deze collegeperiode naar verwachting ten minste 2.400 woningen, onder meer in Nieuw Delft, bij station Delft Campus en in Buitenhof en Voorhof. In combinatie met extra banen en met voorzieningen, slimme mobiliteitsoplossingen en groen zorgen we ervoor dat we een goede balans in leefbaarheid behouden.

 

Voor het aantal studentenwoningen realiseren we minimaal het aantal afgesproken woningen in de Woonvisie (2.000 tot 2023).

Daarnaast bereiden we ons voor op de vervangingsvraag als gevolg van het verdwijnen van aanbod na 2022. We streven naar studentencomplexen op de Campus en in de randen eromheen, en kleinschalige huisvesting verspreid in de wijken. Het beleid dat is ingezet op het gebied van verkamering evalueren we.

We organiseren het pad naar realisatie van de woonvisie zorgvuldig. We maken een vertaling naar wijkniveau en bepalen een uitvoeringsstrategie per gebied, samen met marktpartijen, corporaties, zorgverleners en betrokken bewoners. Dit biedt ook het kader voor het verder vertalen van het woningbouwprogramma naar wijkniveau. We maken een plan van aanpak voor de realisatie van middeldure huur, onder meer om doorstroming te bereiken.

 

We investeren in de Verstedelijkingsalliantie: een samenwerkingsverband dat ons kan helpen de woningproductie op gang te brengen en bereikbaarheidsthema's te agenderen voor een gezamenlijke oplossing. De integrale ontwikkeling van gebieden in de stad biedt interessante mogelijkheden om onze ambities op wonen aan te pakken, in samenhang met werken, zorg, duurzaamheid, bereikbaarheid en leefbaarheid.

Samen met corporaties en zorgpartijen werken we aan fysieke en sociale versterking van wijken, waaronder goede en duurzame woningen, meer differentiatie en doorstroming, in elk geval in Bomenwijk, Kuyperwijk, Voorhof/Poptahof, Buitenhof Noordwest en Tanthof. We sturen op doorstroming en monitoren de slaagkans. We leggen de link met het schulden- en armoedebeleid en met de actualisatie van het beleid Langer en Weer Thuis. Met het programma Weer Thuis zorgen we dat mensen uit beschermd wonen kunnen uitstromen en zelfstandig met zorg in de wijk kunnen wonen. We moeten goed bezien hoeveel kwetsbare doelgroepen een buurt of wijk aankan. Met Langer Thuis zorgen we dat er in de wijk goede woningen zijn voor ouderen waar ze met aanvullende zorg, indien nodig, zelfstandig kunnen wonen.

 

Uitbreiding van sociale woningbouw moet door de regio worden gefaciliteerd. Op regionaal niveau voeren we het convenant ‘Gaten dichten’ uit, waarbij de regio 1.400 sociale woningen extra bijbouwt. In Delft ligt er een opgave in het verbeteren van de kwaliteit van de (sociale) woningvoorraad door renovatie of nieuwbouw en bewuster, multifunctioneel ruimtegebruik.

 

In de binnenstad moet het fijn zijn om te wonen en te verblijven. Vanuit een integrale visie werken we aan een binnenstad die meer bereikbaar, leefbaar, levendig en ook in milieufactoren duurzaam is. De aanpak van stadslogistiek blijven we versterken en breiden we uit. De relatie met Stichting Centrummanagement Delft willen we blijvend versterken.

 

De banen willen we faciliteren met bedrijfsruimte, en een mix van wonen en werken, op Schieoevers en in diverse wijken. Wij geven voorrang aan de ontwikkeling van het gebied station Delft Campus, Schiehallen en Gelatinebrug. Voor het gebied Schiehallen kiezen we voor een ontwikkeling van een werk-woonmilieu waarin ruimte is voor het toevoegen van zowel woningen als werkplekken. Het convenant dat we hebben afgesloten met de Bedrijvenkring Schieoevers is voor ons uitgangspunt bij de ontwikkeling van Schieoevers.

 

Een veilige stad

We zetten het beleid dat is ingezet voor een veilige stad voort en stimuleren burgerparticipatie. Bij de inrichting en het beheer van de openbare ruimte houden we er rekening mee dat deze bijdraagt aan het gevoel van veiligheid. We werken preventief aan het voorkomen van onveiligheid, door verbinding met zorg en wonen. Daarbij zetten we in op het voorkomen van overlast en het afglijden naar criminaliteit en recidive.

Incidenten in Delft hebben impact op de buurt. Voor een positieve beleving van de veiligheid moeten we proactief kunnen handelen. Op basis van trends, ontwikkelingen en de lokale veiligheidsanalyse stellen we het veiligheidsbeleid waar nodig bij. We maken dat zichtbaar in ons integraal veiligheidsplan 2019-2022. Daarin benoemen we naast de basis ook een aantal lokale prioriteiten waar we aan werken. Naast de uitvoering van het wettelijke kader, waaronder crisisbeheersing, krijgen veiligheidsbeleving, high impact crimes, radicalisering, overlast, jeugdcriminaliteit en ondermijning specifiek onze aandacht.

 

Ondermijning en (jeugd)criminaliteit zorgen voor problemen in onze samenleving. De invloed van de onderwereld op de bovenwereld groeit. Geweldsincidenten en criminaliteit hebben invloed op de veiligheid en de veiligheidsbeleving van Delftenaren, en daarmee op de leefbaarheid in de wijken en de binnenstad. Er is daarom extra aandacht voor het ontwikkelen van een aanpak op ondermijning, waarbij we onze informatiepositie en expertise op dat gebied verbeteren. We werken hierin samen in de regio en kunnen daarbij rekenen op steun van het Rijk, net zoals bij onze aanpak radicalisering.

 

De aanpak criminele jeugd evalueren we en scherpen we waar nodig aan. De inzet van coaches Persoonlijke Aanpak Delft en de wijkmarshall zetten we voort.

Zorg efficiënter en effectiever

Na de overheveling van taken op het gebied van zorg, jeugd en werk en inkomen naar gemeenten, ligt de uitdaging binnen het sociaal domein nu in de transformatie: het anders organiseren van de toegang, het bieden van maatwerk en een integrale benadering van de zorg- en inkomensbehoeften van de burger. De toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg staan onder druk: meer vraag, hogere kosten, dalende rijksbijdrage. Op specifieke terreinen als de GGZ zijn er veel nieuwe ontwikkelingen, als reactie op het signaal dat de GGZ-hulp daar waar bewoners zelfstandig wonen op onderdelen tekortschiet. Ook voor Huiselijk Geweld is er een nieuw beleidskader. Dit alles heeft gevolgen voor de vangnetfunctie van de gemeente en de intensiteit van de monitoring met als doel recidive te voorkomen.

 

Met de transformatie van het sociaal domein willen we dat zorg efficiënter en effectiever wordt en daar terecht komt waar deze het meest nodig is. Onze leidraad is de Sociale Visie 2018-2022. Hierin leggen we meer nadruk op het voorkómen van zorg, werken vanuit de bedoeling (en niet de letter) van regels én werken in samenhang, zonder schotten. Ons uitgangspunt is dat zorg gericht is op het ondersteunen van zelfstandigheid.

We sturen op samenhang en ketenaanpak op veel fronten, zoals schulden, wonen en preventie. Leidend is het ‘Actieplan scenario 1 innovatie en verbetering van de doelmatigheid’, waarbij we zorgen voor meer inzicht, een goede beleidscyclus met beheerste financiën en betere sturingsinstrumenten. We voeren resultaatsturing in bij de Wmo. We vergroten hier de ketensamenwerking met de corporaties en de kennisuitwisseling tussen Delft Support en Delft voor Elkaar. We bezien de rolverdeling op het gebied van preventie, op basis van de Kadernota ISD III ‘Een sterke basis voor een sociale stad’.

 

De Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) willen we als keten goed laten functioneren, zodat de vangnetfunctie van de gemeente niet nodig is. Dat vraagt goede verankering in buurten met veel kwetsbare personen. Ook bij beschermd wonen is ketenregie cruciaal: goede voorzieningen voor opvang in de wijk en passend aanbod op de woningmarkt zijn randvoorwaarden voor een effectief beleid. Met de corporaties maken we afspraken over de uitstroom uit beschermd wonen, waarbij de corporatie de woning biedt en de gemeente regelt dat de noodzakelijke zorg er is. Dat vraagt een goede samenwerking tussen informele en formele zorg. Ook die is op wijk- of buurtniveau beter en passend in te richten.

 

We starten de transformatie van de keten maatschappelijke opvang en beschermd wonen, wat in eerste instantie leidt tot een inkooptraject voor beschermd wonen. We zetten de inzet voort op programma’s Vangnet in de wijk, kwetsbare ouderen, Kansen voor Buitenhof, aanpak personen met verward gedrag en het vrijwilligersbeleid.

Diversiteit, integratie en emancipatie

We bereiden ons voor op de stelselwijziging voor nieuwkomers. Het doel is om nieuwkomers goed te helpen om een plek te vinden in de Delftse samenleving. Integratie, zowel met betrekking tot nieuwkomers als ‘oudkomers’, zien we daarnaast vooral als het tegengaan van segregatie. Delft kent een zeer internationale en diverse gemeenschap die voor het overgrote deel geen problemen kent. Daar waar spanningen ontstaan, moeten we dat aandacht geven. We stellen een bondig kader voor integratie op, ook met aandacht voor taalonderwijs.5

 

Waar wij denken dat de emancipatie van vrouwen of leden van de LHBTI-gemeenschap achterblijft, doen wij onderzoek naar oorzaken en oplossingen, samen met partners in de stad.

Hiervoor zetten wij de ‘regenbooggelden’ in. Wij geven in ons personeelsbeleid het goede voorbeeld en sluiten ons mogelijk aan bij Workplace Pride.

Doelstellingen: wat willen we bereiken

Programma’s begroting en indicatoren bestuursprogramma

Programma’s begroting 2019

Programma’s in begroting

Vanaf 2020

Programma- doelen Vanaf 2019

Effect- indicatoren Vanaf 2019

Huidige staat

Streven 2022

Aantrekke- lijkestad

  • -

    cultuur

  • -

    binnenstad

  • -

    ruimtelijke ordening

Goed Wonen

- Wonen

- Grondexploitaties

We werken aan een woning- voorraad in balans, afgestemd op

de opgave van verduurzaming.

Sterke wijken

5,3 buurtscore Buitenhof Noordwest

5,5

Meer woningen6

+500 per jaar

+2000

Veilige stad

Schone en veilige stad

- Veiligheid

Een leefbare stad door deze schoon en veilig te houden.

Veiligheidsgevoel buurt

(Global Goal 16)

86%

88%

Veiligheidsindex7

(Global Goal 16)

100

95

3 De (innovatieve) maakindustrie

Groei van werkgelegenheid

De stad groeit, maar het aantal banen groeit niet naar verhouding mee. Daarnaast zien we een verschuiving van taken en competenties naar de Next Economy, de economie van de toekomst. De technologische vooruitgang gaat ook gepaard met een arbeidsmarkt die steeds dynamischer is en waar banen aan de onderkant van het middensegment verdwijnen. Delft heeft juist behoefte aan deze banen voor praktisch geschoolden. Daarom is er aandacht nodig voor het scheppen van meer werkgelegenheid op alle niveaus, en met name in de (innovatieve) maakindustrie. En het is noodzakelijk om te blijven investeren in de economische (kennis)infrastructuur als stuwende kracht achter de groei van de Delftse economie.

 

Een ambitie in de Agenda Delft 2040 is die van Delft als hoofdstad van innovatie en technologie. Door het versterken van het Delftse technologische netwerk ontstaat een omgeving waar bedrijven, kennisinstellingen en overheden elkaar versterken rond de ontwikkeling en toepassing van innovaties. Bedrijven die in Delft kunnen doorgroeien, zorgen uiteindelijk ook voor meer investeringen, bestedingen en werkgelegenheid op alle niveaus. Daarvoor moeten we onze huidige bedrijven koesteren én groeiruimte bieden voor met name de vele creatieve en technologie- georiënteerde bedrijven die de stad voortbrengt. We bouwen hierin voort op de Ruimtelijk-economische visie Delft 2030, en concretiseren die om in deze periode te sturen op de realisatie van extra bedrijfsruimte. De gemeente werkt hieraan samen met onder meer de TU Delft, op basis van het convenant. Er liggen hier expliciet kansen in het gebied rondom de DSM Biotech Campus, Schieoevers (Nieuwe Haven en Schiehallen) en de TU Delft Campus Zuid.

We ontwikkelen de samenwerking binnen Delft Technology Partners door, en verbreden de aanpak met activiteiten om het economisch investeringsklimaat te versterken, samen met partners uit de stad. Acquisitie en de positionering van Delft als aantrekkelijke vestigingsplaats geven we vorm in samenwerking met onder meer InnovationQuarter. Initiatieven en incubators als YES!Delft blijven we ondersteunen. We werken ook mee aan initiatieven die ontstaan in de stad op het gebied van valorisatie, zoals de Quantum Campus, Fieldlab 5G en RoboHouse. In het algemeen ondersteunen we fieldlabs met potentie voor Delft. De komende jaren willen we nieuwe proeftuinen faciliteren, samen met de provincie en de Metropoolregio.

 

Delft zet in op het realiseren van ongeveer tienduizend extra banen op alle niveaus in de periode 2018-2040, waarvan 1.500 in de komende vier jaar. Hiervoor is onder meer circa 100.000 m2 aan extra bedrijfsruimte nodig tot 2030, met name voor de (innovatieve) maakindustrie. We sturen op de realisatie van voldoende, passende ruimte voor deze maakbedrijven. We stimuleren en – waar mogelijk – faciliteren marktinitiatieven voor bedrijfsruimte.

 

Werken aan nieuwe banen vraagt ook: investeren in gemeentelijke dienstverlening aan het midden- en kleinbedrijf, bereikbaarheid en een vernieuwd woningaanbod. We leggen verbindingen tussen onderwijs, werkgevers en de (toekomstige) beroepsbevolking, zodat bedrijven in en rondom Delft het personeel vinden dat zij nodig hebben. Met de aanpak van ‘Werk maken van Talent’ zorgen we voor een betere aansluiting van vraag en aanbod van arbeid in sectoren waar nu een mismatch is: techniek, ICT, zorg, onderwijs en logistiek.

Vooruitstrevend in techniekonderwijs

We profileren Delft als dé stad van technisch en technologisch onderwijs. We zetten in op een goede samenwerking met onderwijspartners, gericht op een breed en kwalitatief goed aanbod aan opleidingen op alle niveaus en met name praktisch niveau (zie ook ‘Onderwijs voor een kansrijke toekomst’).

 

We volgen de systematiek van het Regionaal Techniekpact met drie actielijnen om de ambitie voor het techniekonderwijs te realiseren. De ambitie is dat meer leerlingen kiezen voor een techniekopleiding en ook aan de slag gaan in een technische baan, én dat mensen die werken in de techniek behouden worden voor de techniek. Om dit te bereiken is een aanbod nodig van kansrijke techniekopleidingen op alle niveaus. De gewenste technische onderwijskolom komt tot stand in gesprek met de kennisinstellingen en het georganiseerde bedrijfsleven. We acquireren bewust op die opleidingen die ontbreken.

 

We bevorderen dat kinderen op school in aanraking komen met techniek, er regionale programma’s worden ontwikkeld zodat leerlingen een goede keuze voor een vervolgopleiding kunnen maken en er goede loopbaanoriëntatie is.

 

We stimuleren dat onderwijs, werkgevers en partners in de stad elkaar goed weten te vinden. Zo vergroten we kansen voor jongeren en werkzoekenden op een baan. In overleg met de (techniek)opleidingen bepalen we de juiste indicator(en) bij onze doelstelling om meer Delftenaren praktisch te scholen voor beroepen waar behoefte aan is.

Doelstellingen: wat willen we bereiken

Programma’s begroting en indicatoren bestuursprogramma

Programma’s

begroting 2019

Programma’s in begroting

Vanaf 2020

Programma-

doelen Vanaf2019

Effect-

indicatoren Vanaf2019

Huidige staat

Streven 2022

Sterke

economie

Stad inbedrijf

  • -

    Economische ontwikkeling

  • -

    Binnenstad, toerisme,

  • -

    Beheer vastgoed

We streven naar groei van de werkgelegenheid vanuit de ambitie Delftals hoofdstad van innovatie en techniek.

Meer banen8

(Global Goal8)

54.600 banen

+1500

 

Meer bedrijfsruimte

0 Netto m2 BVO

+ 30.000 m2 (+7.500 per jaar)

 

8 Hieraan gerelateerde prestatie-indicatoren zoals Nieuwe en behouden arbeidsplaatsen DTP komen in de begroting terug onder de tweede w-vraag.

4 De energietransitie

Naar duurzame energie

Ons leefmilieu wordt wereldwijd bedreigd als gevolg van de uitstoot van broeikasgassen, zoals CO2. Ook wij moeten bijdragen aan duurzame energieopwekking en schone lucht: het benutten van duurzame energiebronnen als zon, wind, restwarmte en aardwarmte.

 

De energietransitie is een maatschappelijke transitie. Het is een transitie die banen oplevert. Het is ook een transitie die vraagt om een verankering met het sociaal domein en om mensen te beschermen die de overstap naar duurzame energie niet zelf kunnen dragen. De energietransitie biedt tevens grote mogelijkheden voor werkgelegenheid voor vooral mbo’ers. Bij gebiedsontwikkelingen (zoals Schieoevers) is energietransitie een leidend principe.

We bouwen stevig door aan een duurzaam Delft. De ambities staan in de duurzaamheidstrategie ‘Bouwen aan een duurzaam Delft, strategische keuzes op weg naar 2040’. Het streven is dat Delft in 2050 energieneutraal is.

 

Er zijn veel kansen in Delft voor innovatieve aanpakken. We blijven de duurzame proeftuinen die er zijn ondersteunen. In samenwerking met The Green Village brengen we in kaart welke (Delftse) innovaties in Delft kunnen worden toegepast. Waar mogelijk zullen we deze als gemeente ook zelf toepassen, in ieder geval bij station Delft Campus.

 

We nemen onze verantwoordelijkheid bij de verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed. Hiervoor stellen we in 2019 een routekaart op. Ook voor het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed worden in 2019 routekaarten gemaakt. Nieuwe en te renoveren scholen worden duurzaam.

 

Met corporaties overleggen we om te komen tot een routekaart voor een energieneutrale woningvoorraad, onder meer door isolatie van woningen en aansluiting op een warmtenet. Ook een achter-de-voordeuraanpak maakt deel uit van de samenwerking met de corporaties.

Er komt in 2021 een warmteplan voor alle wijken van Delft. Het traject hiervoor is gestart met de drie participatiebijeenkomsten voor Delft aardgasvrij. Als vervolg hierop hebben enthousiaste inwoners zich verenigd in het Platform Delft aardgasvrij. Voor wijken waar we aan de slag gaan organiseren we een wijkgericht proces, waarin we zorgen voor ondersteuning en inbreng van kennis.

 

We gaan verder met het opstellen van de businesscase voor een warmtenet in Voorhof en Buitenhof. De potentiële warmtebronnen zijn de geothermie van de TU Delft en de ‘Leiding door het Midden’ die restwarmte uit de haven van Rotterdam via Delft naar Den Haag voert.

 

In 2019 richten we een onafhankelijk gemeentelijk energieloket in. Daarmee kunnen we bewoners die nu al aan de slag willen bedienen met vragen over een aardgasvrij Delft. Het Energieloket kan doorverwijzen naar partijen als Delft Energy Design (DED), maar ook naar Reimarkt en maatwerkadviseurs.

 

Voorbereid op klimaatverandering

De stad moet voorbereid zijn op het veranderende klimaat, met meer hitte in de zomer en heftige regenbuien. Delft heeft hiervoor een klimaatadaptatieplan voorbereid. De urgentie van de opgave en het momentum van het klimaatakkoord maken dat we hier de komende vier jaar meer dwingend op in willen zetten.

 

In alle gebiedsontwikkelingen borgen we daarom energiekeuzes en klimaatbestendigheid, inclusief financieringsafspraken. Waar mogelijk bieden we, samen met kennisinstellingen, ruimte aan duurzame demonstratieprojecten (living labs).

Naar een circulaire economie

Samen met partners in de stad en regio verkennen we de mogelijkheden om de circulaire economie te versnellen. Bijvoorbeeld door eisen te stellen aan onze inkoop en zoveel mogelijk te zorgen dat afval grondstoffen wordt. In de bouw en op andere plekken is nog veel te winnen.

 

Doelstellingen: wat willen we bereiken

Programma’s begroting en indicatoren bestuursprogramma

Programma’s begroting

2019

Programma’s in begroting

Vanaf 2020

Programma- doelen

Vanaf 2019

Effect- indicatoren

Vanaf 2019

Huidige staat

Streven 2022

Duurzame stad

DuurzaamDelft

Doorbouwen aan een duurzaam Delft met energieneutraliteit als perspectief.

CO2-uitstoot

(Global Goal 13)9

-19,5% tov 1990

-38%

5 De mobiliteitstransitie

Delft bereikbaar

De druk op de stad groeit de komende jaren en dat mag niet ten koste gaan van de leefbaarheid. De mobiliteitstransitie die moet leiden tot een goed evenwicht tussen een bereikbare en leefbare stad zien we als een belangrijke opgave.

 

Delft is goed bereikbaar, maar de ketenmobiliteit moet beter: reizigers moeten tijdens hun reis op een snelle en gemakkelijke manier de fiets, het openbaar vervoer en de auto kunnen combineren, en de voetganger moet meer ruimte krijgen.

 

We houden Delft aantrekkelijk door optimaal gebruik te maken van fiets, openbaar vervoer, spoor en wegen. We stellen een nieuw mobiliteitsplan op, met als doel de leefbaarheid in de stad en het vestigingsklimaat te verbeteren door een samenhangende aanpak van fietsnetwerk, -stalling, fiets in de ketenmobiliteit en auto parkeren en -gebruik. Daarbij nemen we ook de effecten mee van de woningbouwopgave en toevoeging van bedrijfsruimte, mogelijkheden voor een parkeerregime dat geldt voor de hele stad en uitbreiding van het autoluwe deel van de binnenstad.

We voeren de uitvoeringsagenda fiets parkeren uit en we bieden ruimte aan concepten die de druk op stallingsruimte verminderen, zoals deelfietsen. We beperken het ruimtebeslag door mobiliteit (alle vervoersmiddelen), om de stad leefbaar te houden en ruimte te maken voor andere bestemmingen. In de mobiliteitstransitie zien we mogelijkheden voor het concept van Mobility as a Service (MaaS), waarbij de consument mobiliteit inkoopt, in plaats van te investeren in transportmiddelen.

 

De binnenstad en TU-Noord willen we ontlasten door de ontwikkeling van het volwaardig OV-knooppunt Delft Campus. Voor fietsers vullen we het economisch georiënteerde netwerk (met voornamelijk nood-zuidroutes) aan met een hoofdnetwerk gericht op voorzieningen en recreatiegebieden. We verbeteren bewegwijzering om onnodig rondrijden te voorkomen en halen verkeersborden weg waar deze niet nodig zijn.

 

Projecten die zijn voorbereid of al in gang zijn gezet om de bereikbaarheid te verbeteren maken we af. Het gaat met name om de vervanging van de St. Sebastiaansbrug, de aanleg van de Gelatinebrug, de aanleg van de derde fietsenstalling in de spoorzone en de fietsroute Mercuriusweg-Abtswoudseweg. Op regionaal niveau wordt de fietsroute Delft-Pijnacker-Berkel uitgewerkt. We blijven met de regio het belang benadrukken van volledige viersporigheid op het traject tussen Den Haag en Rotterdam. Na realisatie van de St. Sebastiaansbrug maken we werk van het verbeteren van de (fiets)bereikbaarheid van de TU Delft.

 

We kijken naar de straatinrichting en het vrijspelen van openbare ruimte voor groen, spelen en verblijven. Toegankelijkheid van de openbare ruimte voor bijvoorbeeld ouderen en gehandicapten is een basisprincipe. We hebben aandacht voor toegankelijkheid voor sporters, ook in de routes naar het groen aan de randen van de stad.

De regulering van het parkeren en het autogebruik moet bijdragen aan een leefbare stad, met name daar waar de druk op de ruimte steeds meer toeneemt en parkeren een grote ruimteclaim doet. Hierdoor wordt het eenvoudiger om afspraken te maken binnen gebiedsontwikkelingen. Gekoppeld hieraan maken we werk van deelauto’s in combinatie met variërende parkeernormen, bijvoorbeeld nabij station Delft Campus.

 

Parkeerplekken in de garages benutten we optimaal. We onderzoeken mogelijkheden om het autoluwe gebied in de binnenstad uit te breiden, waar dit het meeste bijdraagt aan de veiligheid en leefbaarheid. Een mogelijke uitbreiding van het autoluwplusgebied gebeurt in combinatie met het aanscherpen van het Protocol Logistiek, inzetten van stadslogistiek en afspraken over ophalen van bedrijfsafval. Ook mobiliteit heeft invloed op de luchtkwaliteit. We monitoren hiervoor de CO2-reductie.

 

Doelstellingen: wat willen we bereiken

Programma’s begroting en indicatoren bestuursprogramma

Programma’s

begroting 2019

Programma’s in begroting

Vanaf 2020

Programma-

doelenVanaf 2019

Effect-

indicatoren Vanaf2019

Huidige staat

Streven 2022

Bereikbare en gastvrije stad

  • -

    Mobiliteit

  • -

    Beheer vastgoed

  • -

    Grond- exploitaties

Bereikbareen leefbare stad

  • -

    Mobiliteit

  • -

    Ruimtelijke ordening

De mobiliteitstransitie leidt tot een goed evenwicht tussen een bereikbare en leefbare stad.

Bereikbaar binnen Delft

7,1 klantwaardering

7,1

Mobiliteitstransitie: verplaatsingen binnen Delft

Auto: 20%

Fiets: 46% Openbaar Vervoer: 2%

Lopen: 27%

Auto: - Fiets: + Openbaar

Vervoer: + Lopen: +

Financiën en organisatie

Financieel perspectief

Voor het college is een gezonde financiële huishouding van de stad een randvoorwaarde. Dat betekent dat we in samenhang sturen op een solide basis en een behoedzaam financieel beleid voeren met bijbehorende financiële spelregels. Dit geeft een begroting die structureel sluit, die gebaseerd is op realistische ramingen, met voldoende weerstandsvermogen en een beheersbare stadsschuld.

 

Er moet ook voldoende ruimte zijn voor investeringen in de stad. Het verdienmodel van de stad is daarvoor belangrijk. Bij onze prioritering wegen we af wat we als onvermijdelijk of basis beschouwen en in hoeverre het aansluit bij de opgaven die we hebben benoemd. We werken daarnaast aan sluitende businesscases en stimuleren en verleiden partijen om bij te dragen aan de ontwikkeling van de stad om voorzieningen mogelijk te maken.

 

We hebben bepaald hoe we financiële ruimte kunnen maken, met mogelijkheden voor (incidentele) dekking en financiële spelregels.

 

In deze periode maken we financiële ruimte door binnen de begroting keuzes te maken en inzet voor beleid anders te richten. We maken ook gebruik van incidentele baten en een financiële doorrekening van de te verwachten groei van het aantal woningen.

 

We vinden het belangrijk dat de lasten voor de Delftenaar betaalbaar blijven, en bij voorkeur dalen. We onderzoeken de mogelijkheden voor verduurzaming van het belastingstelsel en de impact daarvan voor doelgroepen.

 

Vanaf 2019 voeren we een verdere verkenning uit naar de financiële ruimte voor nieuw beleid. De reguliere beleidscyclus gebruiken we om de opgaven nader in te vullen en verantwoording af te leggen over de voortgang. Nieuwe ambities nemen we pas op als er middelen voor beschikbaar zijn.

Beoordeling stadsschuld

Bij de keuze voor nieuwe investeringen nemen we in de afweging de brede beoordeling van de stadsschuld mee. We kiezen en sturen in samenhang. We kijken daarom niet alleen naar de netto schuldquote. We nemen ook de betaalbaarheid van de schuld, de overige financiële ratio’s en het risicoprofiel mee. Bij een stijging van de netto schuldquote boven de 100% treden we actief en gemotiveerd in overleg met de raad, zodat de integrale afweging gemaakt wordt. Besluitvorming hierover vindt steeds plaats bij vaststelling van de cyclusdocumenten en begrotingswijzigingen, waarmee het budgetrecht van de raad is geborgd.

 

We maken nu de keuze voor het vergroten van het investeringsvolume voor de noodzakelijke investeringen, waaronder scholen, sport, speelplekken en onderhoud van de openbare ruimte. We investeren hiermee in het op peil brengen en houden van de basisvoorzieningen van Delft.

 

Als gevolg van deze investeringen stijgt de netto schuldquote van Delft voor de periode 2019-2022 van 96% naar bijna 105%. De netto schuldquote blijft daarmee onder het maximum van 130%, maar overschrijdt de grens van 100%. We vinden dit echter verantwoord en acceptabel, gezien de maatschappelijke vraagstukken waar Delft voor staat.

 

Vanaf 2023 daalt de schuld, omdat de langlopende leningen dalen. We verwachten overigens dat het investeringsprogramma verder zal toenemen, gezien de opgaven. Mochten deze investeringen effect hebben op de stadsschuld, dan treden we opnieuw in overleg met de raad.

 

De brede beoordeling van de stadsschuld (hieronder weergegeven in de stresstest 2019) laat zien dat, in samenhang met het risicoprofiel en de betaalbaarheid, de stadsschuld houdbaar is.

 

Bestuursprogramma, beleidscyclus en meetbare doelen

Op basis van dit bestuursprogramma vervangen we de huidige doelstellingen door nieuwe programma’s met bijbehorende doelen.

 

Voor deze doelen en prestaties hebben we (nieuwe) indicatoren en streefwaarden bepaald, onder meer op basis van de Global Goals. De nieuwe indicatoren vervangen de in de programmabegroting 2019 opgenomen doelen en indicatoren. Dit leidt tot een voorstel tot wijziging van de programmabegroting 2019-2022.

 

In dit bestuursprogramma beantwoorden we voor deze bestuursperiode de eerste W- vraag: ‘wat willen we bereiken’. Dit doen we door een beschrijving van doelen en (maatschappelijke) effecten. Deze zijn opgenomen in de overzichten met doelen en effectindicatoren per hoofdstuk. Deze monitoren we voor ons bestuursprogramma. We gebruiken daarvoor meerdere bronnen: de Omnibusenquête, Data op Maat en informatie van het CBS. Waar mogelijk gebruiken we landelijk verplichte indicatoren.

 

In de kaderbrief 2019 volgt een nadere aanpassing voor de tweede W-vraag: ‘wat gaan we ervoor doen’. Dit betreft een toelichting op de prestaties voor (nieuw) beleid. We kijken daarbij ook naar de koppeling met de verplicht voorgeschreven indicatoren (besluit begroting en verantwoording).

 

Vanaf de programmabegroting 2020-2023 werken we met de nieuwe programma’s en zorgen we voor samenhang tussen de eerste twee W-vragen en de derde W-vraag: ‘wat gaat het kosten’.

 

Vanaf de jaarstukken 2019 leggen we verantwoording af over de nieuwe doelen en indicatoren (onderdeel van de begrotingswijziging bij dit bestuursprogramma). Omdat we de programmastructuur vanaf de programmabegroting 2020-2023 wijzigen, doen wij dat in 2019 éénmalig op basis van de huidige begrotingsdoelstellingen.

 

Organisatie in ontwikkeling

Als gemeente zijn we verbinder van partijen, makelaar, aanjager en faciliterend op verschillende niveaus, in- en extern. De veranderende relatie met de stad én de verwachte groei van Delft vraagt van medewerkers, management en bestuur een andere rol- en taakopvatting, houding en gedrag.

 

Wij richten de organisatie op de opgaven die in het bestuursprogramma zijn geformuleerd. Dat vraagt discipline van het bestuur en de organisatie. De druk op de ambtelijke organisatie om vanuit de veranderende relatie met de stad proactief mee te bewegen is groot. Het moet sneller, open, gericht op resultaat, minder vanuit regels en meer vanuit de bedoeling, in multidisciplinaire samenwerking en samenhang. Dit vraagt om een meer wendbare en adaptieve organisatie. Daar zetten wij in 2019 een programma voor op.

 

Verder is het nodig om de organisatie te versterken. Er was sprake van ‘dun ijs’, een te hoge werkdruk en een hoog ziekteverzuim.

 

Er is extra zorg en aandacht nodig voor de noodzakelijke competenties en cultuur. We zetten het programma organisatieontwikkeling voort, om de organisatie te richten naar de nieuwe opgaven.

 

In de periode van dit bestuursprogramma wordt ook de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren ingevoerd, waarmee de rechtspositie van de medewerker zal veranderen. Daarnaast zetten we ons als werkgever in het bijzonder in voor de uitvoering van de Wet baanafspraak.

 

Doelstellingen: wat willen we bereiken

Programma’s begroting en indicatoren bestuursprogramma

Programma’s

begroting 2019

Programma’s in begroting

Vanaf 2020

Programma-

doelen Vanaf2019

Effect-

indicatoren Vanaf2019

Huidige staat

Streven 2022

Financieel gezonde gemeente

Financieel gezond

De duurzame financiële basis van de stad verbeteren.

Stresstest

Financieel gezond

Financieel gezond

 

Bijlage Voorstel afdoening moties en toezeggingen

Wij stellen voor de volgende moties en toezeggingen door middel van het bestuursprogramma en raadsvoorstel af te doen.

Moties

Verwijziging naar tekstin bestuursprogramma

M-8.2.1

Ouderenhuisvesting

Met Langer Thuis zorgen we dat er in de wijk goede woningen zijnvoor ouderen, waarze met aanvullende

zorg zelfstandig kunnenwonen.

M 5.5.

Waardig ouder worden in Delft

M-4A Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling

Zeker daar waar kindermishandeling en/of huiselijk geweld een rol spelen, is geen tijd te verliezen. In de aanpak van kindermishandeling sluitenwe aan bij de

inzichten van ‘geweld hoort nergens thuis’. We voeren we hiervoor overleg met Veilig Thuis (..).

M-8.9.1

rapport DRK onderzoek Armoede in Delft

We zetten in op kinderparticipatie, bijvoorbeeld via eenkinderraad. We vragen de kinderen die hieraan mee gaandoen als eerste aan de slag te gaan met

armoedebeleid voorkinderen.

M-16 Motie

Kinderparticipatie (Raad 9-11-2017)

M-8.9.1

Woonvisie 2016-2023 en

woningbouwmonitor 2017 (verduurzaming Poptahof)

Met corporaties overleggen we om te komen tot een routekaart voor een energieneutrale woningvoorraad. Een eerste stap wordt gezetmet het geothermieproject

in Voorhof.

M-3A

Versterking lokale politieke journalistiek

Deze motiewordt uitgevoerd en leidt uiterlijk maart 2019 tot een terugkoppeling aan de raad.

Het onderwerp is niet opgenomen in het bestuursprogramma.

M-8.1.2

Watergerelateerdebelastingheffing

We onderzoeken mogelijkheden voor verduurzamingvan het belastingstelsel – waaronder differentiatie van hetwatertarief – en deimpact daarvan voor

doelgroepen.

Toezeggingen

Afdoening

Raad 23-02-2017

Regionaal beleidsplan Maatschappelijke opvang

en Beschermd wonen

Afgedaan. Brief13 november 2018in college geweest.

Kadernota 2017:in

Wordt uitgevoerd. Vraagover wensen in omnibus 2017

omnibus enquête vraag

meegenomen, in 2019 volgt de vraag over

opnemen over gewenst

tevredenheid.

niveau buurtvoorzieningen

Begrotingsbehandeling 2018: rapportage over inkomenspositie kwetsbare groepen die uit

detentie of GGZ komen

Afgedaan. Briefvan 11 oktober 2018.

Programmabegroting 2018: ondersteuning ClubDelft

Via bestuursprogramma: Als eerste stap in het uitvoeren van het cultuurkader bekijken we de mogelijkheden om Club Delft, platform voor amateurkunst, te ondersteunen. Dit komt in de begroting terug.

Kaderbrief 2018: een integrale afweging verlengde schooldag Community school

Via bestuursprogramma: de verlengde schooldag voeren wij niet in. We hebben aandacht voor een buitenschools aanbod van sport én cultuur dat brede ontwikkelingskansen biedtaan kinderen in aandachtswijken. Hiervoor zetten we gericht combinatiefuncties in.

Erratum Programmabegroting 2019-

2022: toezegging voorstel schuldquotes

Afgedaan: Via voorstel wijze van beoordeling stadsschuld bij raadsvoorstel 11 december 2019.

 

De volgende toezeggingen worden separaat afgedaan.

Toezeggingen

Afdoening

Begrotingsbehandeling 2018: raad informeren over

situatie werkloze ouderen

Via aparte brief aan de raad

Kaderbrief 2018: Extra categorie tweepersoonshuishoudens

afvalstoffenheffing

Via aparte brief aan de raad

 


1

Het cijfer betreft de Wmo-cliëntervaring over het effect / doelrealisatie van de hulp die ze hebben ontvangen.78% van de ondervraagde Wmo-cliënten in Delft geeft aan het (helemaal) eens te zijn met de stelling ‘door de ondersteuning kan hij/zij zich beter redden’

2

Nadat beter is uitgezocht aan welke knoppen we als gemeente kunnen draaien, volgt mogelijk een aanvullend voorstel voor een effectindicator over het percentage jeugdzorg in Delft vergeleken met andere gemeenten met vergelijkbare problematiek.

3

We brengen de problematiek in kaart rond de instroom van kinderen in het beroepsonderwijs. Uit de strategische agenda onderwijs volgt hierop mogelijk een aanvullende indicator.

4

We voegen aan de Omnibusenquête een vraag toe over de omgang van de gemeente Delft met persoonsgegevens

/ privacy van onze inwoners.

5

We baseren ons daarbij op de adviezen zoals neergelegd in het WRR-rapport ‘De nieuwe verscheidenheid. Toenemende diversiteit naar herkomst in Nederland’.

6

Het gaat hier om het aantal opleveringen van woningen, niet over het saldo van oplevering en onttrekkingen.

7

Het totaal aan misdrijven (‘door de politie opgemaakte processen-verbaal’) uit het wetboek van strafrecht. Dit is zonder verkeersmisdrijven. De basiswaarde is 100, als de index zakt naar 80 neemt de criminaliteit 20% af. De nulmeting is de stand aan het eind van de vorige collegeperiode(01-01-2018).

8

Hieraan gerelateerde prestatie-indicatoren zoals Nieuwe en behouden arbeidsplaatsen DTP komen in de begroting terug onder de tweede w-vraag.

9

De relatie met Global Goals is gelegd op indicator-niveau. Daar hebben wij gekeken of indicatoren overeen komen met die van Global Goals. Zodra de standaardisering voor Nederlandse gemeenten is uitgekristalliseerd, zullen we dit opnieuw bezien. Publicatie op basis van de standaardlijst vindt t.z.t. plaats op https://www.waarstaatjegemeente.nl/dashboard/Sustainable-Development-Goals/