1. Monumentenzorg |
Grondslag voor subsidie | Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting |
Subsidievorm | Eénmalige subsidie |
Doel van de subsidie | Bijdragen beschikbaar stellen in het belang van monumentenzorg (onderhoud en restauratie) |
Te subsidiëren activiteiten | Een bijdrage wordt verleend voor het opheffen van bouwtechnische gebreken dienend ten behoud, ter herstel, reconstructie of verbetering alsmede het schilderwerk van kenmerkende, historische, waardevolle elementen. |
Beoordelingscriteria | Het pand moet na het treffen van de voorzieningen uit een oogpunt van monumentenzorg aan redelijke eisen voldoen, een redelijke bijdrage leveren aan het aanzien van het stads- of dorpsgezicht, dan wel de karakteristiek van het pand, bouwwerk geen gebouw zijnde, of werk mag niet zijn aangetast. |
Subsidieaanvraag voorwaarden | Het subsidieplafond voor deze regeling wordt door het college voorgesteld. Bij de vaststelling van de begroting in november dit jaar zal de raad de subsidieplafonds vaststellen. Aanpassing van het subsidieplafond behoort daarom tot de mogelijkheden. Dit kan gevolgen hebben voor de aanvragen die worden ingediend op grond van deze regeling. |
Subsidieaanvraag verplichtingen | Aanvullend/afwijkend op hoofdstuk 3 uit de Asv: - 1.
Bij vergunningsplichtige activiteiten dient u over een omgevingsvergunning te beschikken. - 2.
Bij onderhoud dient u foto’s mee te sturen van de bestaande toestand. - 3.
De gemeente of Erfgoedcommissie kan om een bouwhistorisch onderzoek vragen.
In afwijking van artikel 6 uit de ASV geldt dat een aanvraag uiterlijk 6 weken gedaan wordt voordat met de activiteit een begin wordt gemaakt. |
Subsidieverlening/ verantwoording | Aanvullend/afwijkend op hoofdstuk 5, 6 en 7 uit de Asv: - 1.
Kan de aanvrager 50% subsidie uitbetaald krijgen bij aanvang van het werk. - 2.
Dienen bij de verantwoording de kopie facturen en betalingsbewijzen te worden aangeleverd.
|
Subsidieplafond 2023 | Het subsidieplafond voor de uitvoeringsregeling Cultuurhistorisch Erfgoed bedraagt € 73.280,- . De uitvoeringsregeling kent zeven subthema’s waarvoor afzonderlijk de volgende subsidieplafonds gelden: - 1.
Monumentenzorg: € 32.161,- - 2.
Begraafplaatsen en gedenkmonumenten: € 2.603,- - 3.
Karakteristieke boerderijen en opstallen: € 3.123,- - 4.
Kunst uit de Wederopbouw: € 4.164,- - 5.
Voorlichting en communicatie: € 5.205,- - 6.
Tuindorp ’t Lansink: € 10.410,- - 7.
Regeling Archeologie: € 15.614,-
De subsidieplafonds voor de subthema’s gelden tot 1 juli 2023. Is er geld over dan kan dit worden gebruikt voor aanvragen van de andere subthema’s totdat het totale subsidieplafond van € 73.280,- is bereikt. Het subsidiebedrag is geïndexeerd met 4,10 % ten opzichte van 2022. (Zie tekst bij subsidieaanvraag voorwaarden) |
Subsidieverdeling | RM: 15% met een maximum van €2.000,- per adres/object. GM/BGKP: 25% met een maximum van €4.500,- per adres/object. Geen status: 25% met een maximum van €1.500,- per adres/object. Behandeling op volgorde van binnenkomst. Indien subsidieplafond bereikt is, wordt de aanvraag alleen behandeld als andere aanvragen komen te vervallen. |
Overige informatie | Reconstructie is alleen subsidiabel als het originele bouwkundige onderdeel niet meer bestaat. Indien het object geen status heeft zal de Erfgoedcommissie (EC) in een advies aan het college de subsidie moeten goedkeuren. Monumenten kunnen worden omschreven als vervaardigde objecten (onroerend goed) en gebieden welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde. De beoordelingscriteria hiervoor zijn cultuurgeschiedenis, de architectuurgeschiedenis en de stedenbouw, de gaafheid en zeldzaamheid. Veel van deze objecten hebben een beschermde status; het zijn Rijksmonumenten (RM), Gemeentelijke monumenten (GM) en Beschermd Gemeentelijk Karakteristieke Panden(BGKP). |