Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Vechtstromen

Projectplan stuwverplaatsing Kramerswatergang

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Vechtstromen
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingProjectplan stuwverplaatsing Kramerswatergang
CiteertitelProjectplan stuwverplaatsing Kramerswatergang
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-09-2022nieuwe regeling

30-08-2022

wsb-2022-10161

Tekst van de regeling

Intitulé

Projectplan stuwverplaatsing Kramerswatergang

In de vergadering van 30 augustus 2022 heeft het dagelijks bestuur het projectplan stuwverplaatsing Kramerswatergang vastgesteld.

 

Wat staat er in het projectplan stuwverplaatsing Kramerswatergang?

In het projectplan wordt de beoogde stuwverplaatsing beschreven.

 

Documenten bekijken (ter inzage)

Het projectplan stuwverplaatsing Kramerswatergang en de bijhorende documenten kunt u bekijken op de website van Vechtstromen via de volgende link: https://www.vechtstromen.nl/terinzage.

 

Ook kunt u deze documenten tijdens kantooruren bekijken in het waterschapskantoor, Kooikersweg 1 te Almelo.

 

U kunt het projectplan stuwverplaatsing Kramerswatergang bekijken met ingang van 7 september 2022 tot en met 19 oktober 2022.

 

Vervolg

Bent u het niet eens met het projectplan? U kunt de rechtbank Overijssel (bestuursrechter) tot 20 oktober 2022 laten weten dat u het niet eens bent met het projectplan. Dit heet beroep in stellen. U kunt beroep instellen als het projectplan uw belangen raakt of tegen uw belangen ingaat. U bent dan een belanghebbende.

 

Beroep instellen

Als u de rechtbank wilt laten weten dat u het niet eens bent met het projectplan, dan moet u dat schriftelijk doen bij de rechtbank Overijssel, afdeling Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. U moet daarbij de volgende gegevens vermelden:

  • a.

    uw naam en adres;

  • b.

    de datum (dagtekening);

  • c.

    de naam van het projectplan (het besluit);

  • d.

    waarom u het niet eens bent met projectplan (de gronden van uw beroep).

Op het projectplan is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat u de rechtbank direct moet laten weten waarom u het niet eens bent met projectplan. Het indienen van een voorlopige reactie (pro forma) en deze later aanvullen is niet mogelijk. U kunt uw reactie niet meer aanvullen na [vul in: uiterlijke datum in beroep gaan = datum laatste dag van de terinzagelegging].

 

U kunt ook digitaal uw reactie indienen bij de rechtbank via https://mijn.rechtspraak.nl/keuze. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD).

 

Voor meer informatie kunt u de website van de rechtbank bezoeken: https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Overijssel. U kunt ook met de rechtbank bellen. Dit kan via het telefoonnummer 088 361 55 55.

 

Voor het indienen van uw beroep moet u een bedrag aan de rechtbank betalen (griffierecht).

 

Voorlopige voorziening

Als u bij de rechtbank beroep instelt, stopt dit niet de uitvoering van het projectplan. Met een voorlopige voorziening vraagt u een voorlopige beslissing van de rechtbank als u de uitspraak van de rechtbank in de lopende procedure niet kunt afwachten vanwege een spoedeisend belang.

 

U kunt de voorlopige voorziening vragen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel, Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. U moet daarbij de volgende gegevens vermelden:

  • a.

    uw naam en adres;

  • b.

    de datum (dagtekening);

  • c.

    wat het spoedeisend belang is;

  • d.

    wat de voorlopige voorziening volgens u moet inhouden.

Een voorlopige voorziening kunt u alleen vragen als u al beroep heeft ingesteld tegen het projectplan.

Voor het vragen van een voorlopige voorziening moet u ook een bedrag aan de rechtbank betalen (griffierecht).

 

Informatie

Voor meer informatie over het projectplan stuwverplaatsing Kramerswatergang kunt u ook bellen met het algemene telefoonnummer (088) 2203333.

 

Projectplan Stuwverplaatsing Kramerswatergang

 

DEEL I: DE AANLEG EN WIJZIGING VAN EEN WATERSTAATSWERK

1. Inleiding

1.1 Achtergrond

Het projectgebied betreft het Dinkeldal rond waterlichaam de Boven Dinkel. Dit project gaat specifiek over de Kramerswatergang. De Kramerswatergang is begin jaren ‘70 gegraven om lokaal regelmatig optredende inundaties vanuit de Dinkel te voorkomen of te verminderen. In de Kramerswatergang zijn vier stuwen aanwezig. Deze stuwen zijn in slechte staat en dienen gerenoveerd danwel vervangen te worden. Daarnaast dient de benedenstroomse kilometer plaatselijk geherprofileerd te worden. De bovenstroomse kilometer is in 2020 gebaggerd.

 

Dit projectplan heeft alleen betrekking op de verplaatsing van een stuw en gaat ter informatie beperkt in op de overige werkzaamheden in Kramerswatergang. Op grond van artikel 5.4 Waterwet is het verplicht om een projectplan vast te stellen voor de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk. De overige (onderhouds)werkzaamheden in Kramerswatergang vallen daarmee buiten de scope van een projectplan.

 

Gelijktijdig met dit projectplan wordt bij de gemeente Losser een omgevingsvergunning ‘bouw’ aangevraagd voor de uitvoering van de werkzaamheden zoals beschreven in dit projectplan.

 

1.2 Aanleiding

De stuwen in Kramerswatergang zijn toe aan vervanging. Vanuit beheer is de wens uitgesproken om een van de tussenliggende stuwen te verplaatsen in benedenstroomse richting. Dit heeft tot gevolg dat de betreffende stuw gemakkelijker beheerd en onderhouden kan worden. De huidige zomer- en winterpeilen worden gehandhaafd zodat de effecten van de verplaatsing beperkt blijven tot het respectievelijk groter en kleiner worden van de bovenstrooms en benedenstrooms gelegen peilvakken.

 

1.3 Ligging

De Kramerswatergang is gelegen ten oosten van De Lutte en ten noorden van de A1. De Watergang loopt over een lengte van circa 2 km min of meer parallel aan de Dinkel. Aan weerszijden van de watergang zijn stroken aangemerkt als retentiegebied. Het grootste deel van de watergang loopt door landbouwgebied. De huidige locatie van de stuw is weergegeven in figuur 1 en is aan de westzijde van de Kramerswatergang te benaderen via de kadastrale percelen LSR00-D-4631, LSR00-D-4370 en LSR00-D-4371. Deze percelen zijn in particulier eigendom.

Via de oostzijde van de Kramerswatergang is het kunstwerk te benaderen via perceel LSR00-D-4625, in eigendom bij het waterschap Vechtstromen.

Waterschap Vechtstromen is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de stuw.

 

Figuur 1: locatie van de stuw (ST00086) in Kramerswatergang

 

1.4 Projectresultaat

Met de werkzaamheden worden de volgende projectresultaten nagestreefd:

  • Het opheffen van de slechte staat van de stuw in Kramerswatergang;

  • Het beheer en onderhoud van de betreffende stuw vergemakkelijken.

     

2. Beschrijving van de werkzaamheden

2.1 Stuw Kramerswatergang

De Kramerswatergang (code oppervlaktewater: WL00165) is onderdeel van het hoofdwatersysteem van het waterschap. Stuw ’ST00086’ is de derde stuw in Kramerswatergang, gezien vanuit bovenstroomse richting. De stuw heeft de volgende hoogten en afmetingen:

  • Houten schotbalkstuw, handmatig regelbaar met zomerpeil 27.10m +NAP en winterpeil 26.80m +NAP.

  • Doorstroombreedte/kruinbreedte: 13.6m/5.0m.

  • Kruinhoogte: 26.77m + NAP zonder balk, 27.07m + NAP met balk.

De nieuwe locatie van de stuw bevindt zich zo’n 40 meter benedenstrooms van de huidige stuwlocatie. De stuw wordt gemoderniseerd, met handhaving van de huidige peilhoogten en doorstroombreedte:

  • Stalen klepstuw, handmatig regelbaar met zomerpeil 27.10m + NAP en winterpeil 26.80m +NAP.

  • Doorstroombreedte/kruinbreedte: 13.6m/5.0m.

  • Kruinhoogte: 26.77m + NAP zonder balk, 27.07m + NAP met balk.

Voor een situatietekening wordt verwezen naar bijlage 1.

 

Modernisatie van de nieuwe stuw, namelijk het vervangen van hout door staal en het vervangen van de balk door een klep, is wenselijk vanuit duurzaamheidsperspectief en om het beheer en onderhoud van de stuw te vergemakkelijken. De klep van de nieuwe stuw kan namelijk handmatig bediend worden door de (peil)beheerder, waar de balk van de huidige stuw ‘bediend’ moet worden met een kraan. Middels deze modernisering voorkomen we schade aan naastgelegen gronden doordat kraanbewegingen niet langer nodig zijn om de stuw te bedienen. Daarnaast verminderen we de kosten die gemoeid zijn met het huren van een kraan, een machinist en het afkopen van eventuele gewasschade.

 

3. Beschikbaarheid gronden

De werkzaamheden vinden plaats in de Kramerswatergang. Deze is in eigendom en wordt beheerd door het waterschap Vechtstromen. De gronden aan de oostelijke zijde van de huidige en beoogde stuwlocatie zijn in eigendom van respectievelijk Staatsbosbeheer en waterschap Vechtstromen.

De gronden aan de westelijke zijde van de huidige stuwlocatie en de beoogde stuwlocatie zijn particulier eigendom. De betreffende grondeigenaren zijn betrokken en verlenen hun medewerking. Grondverwerving ten behoeve van de voorgenomen ingreep is niet aan de orde.

 

4. Effecten van het plan

Dit projectplan heeft een beperkte strekking. De beschreven permanente effecten in dit projectplan richten zich enkel op de verplaatsing van de stuw.

4.1 Watersysteem

De verplaatsing van de stuw in de Kramerswatergang geeft geen verandering in het functioneren van de Kramerswatergang als bypass van de Dinkel. De peilen van de stuwen en de doorstroombreedtes van de stuwen blijven hetzelfde. Hierdoor zal de afvoercapaciteit en het debiet dat door de Kramerswatergang stroomt niet veranderen ten opzichte van de huidige situatie.

 

Figuur 2: Traject waar peilverhoging optreedt door verplaatsing van stuw (paars).

 

Lokaal kan er wel een hydrologisch effect optreden van de verplaatsing van de stuw. In het traject van ca. 40 m waar de stuw ST00086 verplaatst wordt treedt namelijk een verandering op in het peil van de Kramerswatergang (zie figuur 2). Dit traject staat in de huidige situatie onder invloed van ST04816 met zomerpeil 26,85 m en winterpeil 26,55 m. Na de verplaatsing van deze stuw staat deze 40 m onder invloed van de nieuwe stuw ST00086 met zomerpeil 27,10 m en winterpeil 26,80 m. Dit betekent dat in het traject van 40 m een peilverhoging van ca. 25 cm optreedt in de zomer en winter ten opzichte van de huidige situatie. Dit zal resulteren in een lokale grondwaterstandsverhoging.

 

De bodemopbouw bestaat uit een ca. 15 m dik zandpakket met daaronder de hydrologische basis (Drente-Gieten klei en gestuwde afzettingen; zie figuur 3). Bij de woning aan de Molterheurneweg is informatie uit een diepe boring beschikbaar (zie figuur 4). Hieruit blijkt dat het zandpakket bestaat uit matig grof zand met grind bijmenging.

 

Figuur 3: Dwarsdoorsnede met bodemopbouw uit Regis (dinoloket.nl)

 

Figuur 4: Diepe boring ter plaatse van Molterheurneweg 7

 

Om de effecten op de grondwaterstand te bepalen is een eenvoudige berekening uitgevoerd met een stationair grondwatermodel. Als uitgangspunt is een k-waarde van 30 tot 50 m/d gehanteerd voor het zandpakket. Hieruit blijkt dat de invloedsafstand (tot 5 cm effect) van de peilverhoging tot max. 70 m aan weerszijden van de Kramerswatergang kan reiken (zie figuur 5).

 

Figuur 5: Indicatief invloedsgebied (tot 5 cm effect)

 

Het invloedsgebied van de peilverhoging reikt aan de oostzijde tot in het naastgelegen N2000 gebied. Binnen het invloedsgebied zijn echter geen habitattypen aanwezig. Wel ligt hier het beheertype N12.02 Kruiden en Faunarijk Grasland. Dit beheertype (overgangsbeheer) stelt geen strenge eisen aan de hydrologische situatie. Het eerstvolgende habitattypen Vochtige alluviale bossen (H91E0B) ligt net buiten de contour. Dit habitattype is afhankelijk van een hoge grondwaterstand, danwel overstroming vanuit de Dinkel. Een lichte verhoging van de grondwaterstand (tussen 0 en 5 cm) zal geen negatieve effecten hebben op dit habitattype.

 

Figuur 6 laat de maaiveldhoogte zien. Het westelijke agrarische grasland ligt over het algemeen hoog, op NAP 28,8 m. Ondanks dat hier een stijging van de grondwaterstand wordt berekend van 5 a 10 cm, worden er geen negatieve effecten verwacht. De drooglegging ten opzichte van het stuwpeil bedraagt 1,7 m in de zomer en 2 m in de winter.

 

Figuur 6: Indicatief invloedsgebied (tot 5 cm effect) in relatie tot de AHN.

4.2 Bodem

Er is een vooronderzoek uitgevoerd conform de standaardwijze zoals is beschreven en uitgewerkt in de NEN 5720 en de NEN 5717 (R. Vossebelt, 3 april 2020, Waterbodemonderzoek Kramerswatergang nabij de Lutte. Niebeek Milieumanagement bv, Leusden). Hierbij zijn de beschikbare gegevens verzameld over:

  • Het huidige, vroegere en toekomstige gebruik van de locatie en directe omgeving;

  • De milieukundige bodemgesteldheid;

  • De waterbodemopbouw.

Er zijn binnen de invloedssfeer van het project geen specifieke aandachtslocaties gevonden.

 

Conclusie

De vervanging van de stuw in Kramerswatergang is vanuit het aspect bodem bezien uitvoerbaar en heeft geen negatief effect op de bodem hygiënische kwaliteit van het omliggende plangebied.

4.3 Archeologie

De Kramerswatergang is gegraven begin jaren ’70. De werkzaamheden beperken zich tot het bestaande profiel. Om die reden kan een (negatief) effect op vlak van archeologie worden uitgesloten op deze locatie in Kramerswatergang.

 

Conclusie

De vervanging van de stuw is vanuit het aspect archeologie bezien uitvoerbaar. Uitvoering onder archeologische begeleiding is niet noodzakelijk.

4.4 Flora en fauna

Met een flora & fauna onderzoek (R. Wormmeester & M. van der Sluis, 14-8-2020. Quickscan natuurtoets Kramerswatergang, De Lutte. Ecogroen, Zwolle) is geïnventariseerd of er significant negatieve effecten kunnen optreden op het onderdeel Soortenbescherming (flora & fauna) van de Wet natuurbescherming. Op basis van dit onderzoek is vastgesteld dat er geen sprake is van overtredingen van verbodsbepalingen wanneer wordt gewerkt conform de Gedragscode Wet natuurbescherming voor waterschappen.

 

Conclusie

De voorgenomen ingreep heeft geen negatief effect op de aanwezige natuurwaarden als gewerkt wordt conform de gedragscode.

 

5. Wijze van uitvoering

5.1 Technische uitvoering

Het vervangen van de stuw zal gebeuren door een aannemer, conform de richtlijnen van het waterschap en het bestek. Voor de uitvoering van het werk zal een contractdocument worden opgesteld met bijbehorende tekeningen. Naast wat er aangelegd wordt, zal hierin ook sturing worden gegeven aan de wijze waarop de uitvoering verloopt. Hierbij moet gedacht worden aan uitvoeringsperioden, planningen, V&G-plan, aan- en afvoerroutes, werktijden, stopmomenten en andere activiteiten rondom het plangebied.

De aannemer werkt bij al haar handelingen volgens de wettelijk geldende bepalingen en de specifieke randvoorwaarden die in het bestek zijn opgenomen.

5.2 Afwijkingsmogelijkheden uitvoering

Het ontwerp, zoals weergegeven in bijlage 1, wordt nog nader gedetailleerd tot een contract met bijbehorende tekeningen. In de uitvoering kunnen kleine afwijkingen ontstaan. De afwijkingen zullen geen afbreuk doen aan de uitgangspunten en voor belanghebbenden niet leiden tot andere, dan in dit projectplan, beschreven effecten.

5.3 Planning

In de periode juni tot en met augustus 2022 wordt naar verwachting het vergunningentraject doorlopen en het onderhavig projectplan Waterwet vastgesteld. Parallel hieraan worden de contractdocumenten voorbereid en vind de aanbestedingsprocedure plaats waarin een aannemer wordt geselecteerd.

 

De planning is erop gericht om richting het einde van de zomer te starten met de uitvoeringswerkzaamheden. De werkzaamheden zullen naar verwachting eind 2022 worden afgerond. Slechte weer- en terreinomstandigheden kunnen de uitvoeringsperiode verlengen. Gezien de huidige economische ontwikkelingen kan tevens de snelheid waarmee bouwmaterialen en aannemers beschikbaar zijn een vertragende factor zijn.

 

Voordat met de uitvoering gestart kan worden, is nog nadere informatie nodig met betrekking tot detailplanning, werkvolgorde, fasering en dergelijke. De nadere uitwerking van deze details vindt in de uitwerkingsfase plaats op basis van dit projectplan.

 

6. Beschrijving van de te treffen voorzieningen

In dit hoofdstuk staat beschreven welke voorzieningen getroffen dienen te worden, welke zijn gericht op het ongedaan maken of beperken van nadelige gevolgen.

6.1 Beperking nadelige gevolgen tijdens de uitvoering

Er wordt naar gestreefd om de nadelige gevolgen door uitvoering van de werkzaamheden tot een minimum te beperken. Desondanks is het onontkoombaar dat er gedurende de uitvoeringsperiode sprake zal zijn van hinder. De onderstaande hinder kan tijdens de uitvoering optreden.

 

Verkeershinder en beperking bereikbaarheid

Tijdelijke verkeershinder is onoverkomelijk bij het plaatsen van de stuw. Tijdens de uitvoering wordt materiaal aangevoerd met vrachtwagens en zijn machines ter plaatse voor uitvoering van de werkzaamheden. De verkeershinder is naar verwachting beperkt, aangezien de toegang naar de werklocatie grotendeels via wegen in eigendom bij private eigenaren verloopt. Over de toegang tot de werklocatie wordt contact opgenomen en afspraken gemaakt met de grondeigenaren.

 

Bebouwing

In de nabijheid van de stuw is geen bebouwing aanwezig waarvan de stabiliteit in het gedrang van komen.

 

Water aan- en afvoer

In het bestek wordt voorgeschreven dat dat de waterhuishouding van de Kramerswatergang te allen tijde goed blijft functioneren. Zo zal de aannemer bij het (tijdelijk) dempen of stremmen van de Kramerswatergang, de nieuwe aan- en afvoer eerst moeten aanleggen of de waterdoorvoer met pompen moeten garanderen. Tijdens het werk zal de afvoer van de Kramerswatergang waar mogelijk tijdelijk door het waterschap worden gereduceerd.

 

Grondwater

Om de werkzaamheden uit te voeren zal een deel van de Kramerswatergang tijdelijk drooggezet worden zodat het werk in den droge uitgevoerd kan worden. Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt een bemalingsplan opgesteld door de aannemer en waar nodig wordt de uitvoeringswijze aangepast om eventuele nadelige effecten te voorkomen. Het droogmalen van de bouwput is echter zeer lokaal van aard en van korte duur, daarom worden nadelige effecten voor de omgeving niet verwacht. Gezien de korte tijd van de bemalingswerkzaamheden wordt verwacht dat volstaan kan worden met een melding.

 

Flora en fauna

Tijdens de uitvoering zal er mogelijk sprake zijn van een lokale verstoring van de flora en fauna. De werkzaamheden worden zodanig uitgevoerd en zijn van dusdanig korte aard dat de gevolgen voor flora en fauna beperkt zullen zijn. Tijdens de werkzaamheden wordt er gewerkt volgens de gedragscode Wet natuurbescherming voor waterschappen, waarmee overtreding van verbodsbepalingen uit de Wet natuurbescherming is uitgesloten.

 

Kabels en leidingen

Er zijn geen kabels en leidingen bekend onder, of nabij, de stuw. Voorafgaand aan de werkzaamheden zal afstemming plaatsvinden met de desbetreffende beheerder en grondeigenaren. Onder verantwoordelijkheid van de aannemer zal een graafmelding worden gedaan en worden eventuele kabels en leidingen verlegd.

 

Stikstof

Het betreft hier uitsluitend de aanleg en verandering van een werk. Op grond van artikel 2.7 Wet natuurbescherming en artikel 2.5 Besluit natuurbescherming is deze activiteit, met inbegrip van de daarmee samenhangende vervoersbewegingen in zijn geheel vrijgesteld van de vergunningplicht (en hoeft hiervoor geen Aeriusberekening te worden gemaakt).

 

7. Legger, beheer en onderhoud

7.1 Legger

Na de verplaatsing van de stuw in Kramerswatergang, wordt het werk ingemeten en opgetekend in revisietekeningen ten behoeve van de legger van het waterschap. Hiervoor neemt het waterschap een apart besluit: het leggerbesluit. Dat besluit wordt voorbereid door middel van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht.

7.2 Beheer en onderhoud

Om tijdens het beheer en onderhoud aan deze doelen te kunnen voldoen, wordt voorafgaand aan de oplevering van de stuw door waterschap Vechtstromen een beknopt beheer- en onderhoudsdocument (BOD) opgesteld in samenspraak met de partners. Hierbij zijn beheerwensen en -eisen besproken ten aanzien van het ontwerp en de inrichting en de nodige afspraken gemaakt.

DEEL II: VERANTWOORDING

In deel II wordt het projectplan getoetst aan het relevante beleid. Telkens is kort weergegeven wat de relatie van dit projectplan is met het betreffende beleid of wet en waarom deze regelgeving een rechtvaardiging is van onderhavig projectplan. Wanneer het beleid of de wet een beperking vormt, is aangegeven op welke wijze het plan daarop is aangepast.

 

8. Verantwoording op basis van wet- en regelgeving

8.1 Waterwet

Als een waterschap een waterstaatswerk wil aanleggen of wijzigen, dient op grond artikel 5.4 Waterwet een projectplan te worden vastgesteld, met daarin een beschrijving van het werk en de wijze waarop dat zal worden uitgevoerd en een beschrijving van de voorzieningen om nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk ongedaan te maken of te beperken. Het werk dient bij te dragen aan de doelstellingen van de Waterwet:

  • Voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste;

  • Bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen;

  • Vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen (artikel 2.1).

Toetsing

Het vervangen van de huidige, in slechte staat verkerende stuw heeft met name invloed op de mogelijkheid om water vast te houden in de Kramerswatergang. Tevens wordt met de vervanging en voorgestelde verplaatsing het beheer en onderhoud van het kunstwerk vergemakkelijkt, doordat slechts één particulier perceel betreden hoeft te worden om dit uit te voeren.

8.2 Verantwoording op basis van beleid

De wijziging in de vorm en locatie van het kunstwerk als gevolg van dit project wordt vastgelegd in de Legger. De legger bestaat uit kaarten en teksten; in de Legger vindt de juridische vastlegging plaats van zaken als de ligging, vorm, afmeting en constructie van oppervlaktewateren. Ook worden daarin de zogeheten kunstwerken vermeld zoals stuwen en duikers. De legger is bepalend voor de onderhoudsverplichtingen met betrekking tot de instandhouding van de waterstaatswerken.

8.3 Verantwoording van de keuzes

Er wordt een stuw vervangen door een nieuwe stuw, met dezelfde peilhoogte en doorstroombreedte. Vervanging van dit waterstaatswerk is noodzakelijk vanwege de slechte staat van onderhoud.

Verplaatsing van de stuw is noodzakelijk om het beheer en onderhoud te vergemakkelijken. De nieuwe locatie is immers beter bereikbaar en kan benaderd worden via één particulier perceel.

8.4 Benodigde vergunningen

Om tot daadwerkelijke uitvoering van de maatregelen te komen, is vaststelling van dit projectplan benodigd. Er is geen vergunning of ontheffing nodig in kader van de Wet natuurbescherming omdat de verplaatsing van de stuw geen negatief effect heeft op het gebied. Wel is er een omgevingsvergunning ‘bouw’ nodig daar het kunstwerk, incl. beschoeiing, meer dan 15m2 grondoppervlak zal beslaan.

DEEL III: RECHTSBESCHERMING

Deel III geeft informatie over de rechtsbescherming en de procedures.

 

Zienswijze

Als een ontwerp-projectplan is vastgesteld, wordt dit bekend gemaakt. Het plan ligt gedurende zes weken ter inzage. Voordat het waterschap een definitieve beslissing neemt, kunnen belanghebbenden gedurende deze periode hun zienswijze op dit ontwerp-projectplan kenbaar maken. Dat kan schriftelijk of mondeling. Een reactie moet vóór afloop van de termijn bij het waterschap zijn ingediend.

 

Beroep en hoger beroep

Als het projectplan is vastgesteld, wordt dit bekend gemaakt. Het plan ligt gedurende zes weken ter inzage. Gedurende zes weken vanaf de dag na die waarop het besluit ter inzage is gelegd kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank. Belanghebbenden kunnen beroep indienen. Voor het indienen van een beroepschrift is griffierecht verschuldigd. Tegen de uitspraak van de rechtbank kan vervolgens hoger beroep worden ingediend bij de Raad van State.

 

Crisis- en herstelwet

Op de vaststelling van een projectplan is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbenden in het beroepschrift moeten aangeven welke beroepsgronden zij aanvoeren tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Belanghebbenden wordt verzocht in het beroepschrift te vermelden dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.

 

Voorlopige voorziening

Het projectplan treedt na vaststelling in werking, ook al wordt er een beroepschrift ingediend. Dit betekent dat de maatregelen opgenomen in het projectplan kunnen worden uitgevoerd. Een belanghebbende die beroep heeft ingesteld en van mening is dat de uitspraak van de rechtbank daarop vanwege een spoedeisend belang niet kan worden afgewacht, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank een voorlopige voorziening verzoeken. Ook in dat geval is griffierecht verschuldigd.

DEEL IV: BIJLAGEN

Bijlage 1: Situatietekening en 3D-weergave stuw

 

Figuur A: Bovenaanzicht van de stuw, schaal 1:50.

 

Figuur B: 3D-weergave van de stuw.