Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Delft

Algemene mandaatregeling Delft 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDelft
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene mandaatregeling Delft 2022
CiteertitelAlgemene mandaatregeling Delft 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Mandaat-, Machtiging- en Volmachtbesluit Delft, Ondermandaatbesluiten en het Bestuurlijk mandaat beslissing op bezwaar, vastgesteld op 13 juli 2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 171, tweede lid, van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-09-202201-09-2022nieuwe regeling

30-08-2022

gmb-2022-402012

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene mandaatregeling Delft 2022

Het college van burgemeester en wethouders van Delft

 

en

 

de burgemeester van Delft,

 

ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

 

gelet op:

 

het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, in het bijzonder afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 171, lid 2 van de Gemeentewet en de Organisatieregeling Delft 2022;

 

b e s l u i t e n:

 

de Algemene mandaatregeling Delft 2022 en bijlagen vast te stellen;

Artikel 1 Omschrijving van de begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    adjunct afdelingshoofd: de leidinggevende functionaris die het afdelingshoofd ondersteunt en mede-verantwoordelijk is voor een afdeling;

  • b.

    afdelingshoofd: de leidinggevende functionaris die verantwoordelijk is voor een afdeling en direct onder de gemeentedirecteur staat;

  • c.

    ambtelijk opdrachtgever: functionaris die als onderdeel van zijn functie verantwoordelijk is voor het realiseren van een opdracht onder verantwoordelijkheid van het afdelingshoofd;

  • d.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    besluit: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling in de zin van artikel 1:3 van de Awb;

  • f.

    bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester van de gemeente Delft;

  • g.

    budgethoudersregeling: regeling die betrekking heeft op het beheer van de gemeentelijke financiële middelen en waarin de kaders zijn vastgesteld voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • h.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft;

  • i.

    Chief Information Officer (CIO): de leidinggevende functionaris die verantwoordelijk is voor de informatievoorziening binnen de gemeentelijke organisatie en direct onder de gemeentedirecteur staat;

  • j.

    directieteam: de algemeen directeur/gemeentesecretaris en de gemeentedirecteuren gezamenlijk zoals beschreven in de Organisatieregeling Delft 2022;

  • k.

    directeur Museum Prinsenhof Delft: de leidinggevende functionaris die verantwoordelijk is voor Museum Prinsenhof;

  • l.

    directeur Werkse!: de leidinggevende functionaris die verantwoordelijk is voor organisatie Werkse!;

  • m.

    functionaris: iedere medewerker die werkzaam is onder de verantwoordelijkheid van het college en de met deze medewerkers overeenkomende functionarissen binnen Werkse!;

  • n.

    gemandateerde: degene aan wie mandaat is verleend;

  • o.

    gemeentedirecteur: de leidinggevende functionaris die deel uitmaakt van het Directieteam en eindverantwoordelijk leidinggevende is voor een toegekende portefeuille;

  • p.

    gemeentesecretaris: de algemeen directeur/secretaris van gemeente Delft;

  • q.

    griffier: de griffier van de gemeenteraad van Delft;

  • r.

    machtiging: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • s.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • t.

    ondermandaat: het verlenen van mandaat door de gemandateerde aan een ander;

  • u.

    organisatieregeling: regeling waarin de inrichting van de gemeentelijke organisatie van Delft vastligt;

  • v.

    portefeuillehouder: lid van het college belast met een bepaalde bestuurlijke portefeuille;

  • w.

    teamleider: de leidinggevende functionaris die sturing geeft aan een team en direct onder het afdelingshoofd staat;

  • x.

    verbonden partij: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de provincie onderscheidenlijk gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft;

  • y.

    volmacht: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • z.

    werkterrein: de kerntaken van een betreffende afdeling.

Artikel 2 Schakelbepaling mandaat, volmacht en machtiging

Waar in dit besluit gesproken wordt over mandaat, wordt daaronder ook verstaan: machtiging en volmacht.

Artikel 3 Algemene bepalingen

  • 1.

    De gemandateerde maakt van het aan hem verleende mandaat uitsluitend gebruik voor:

    • a.

      aangelegenheden die behoren tot zijn werkterrein, taken en verantwoordelijkheden;

    • b.

      het aangaan van financiële verplichtingen voor zover deze binnen het in dit verband toegekende budget.

  • 2.

    De bevoegdheid een besluit te nemen in mandaat, houdt – tenzij anders is aangegeven – ook de bevoegdheid in om:

    • a.

      te besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen, zoals bedoeld in artikel 4:5 Awb;

    • b.

      het besluit te wijzigen of in te trekken;

    • c.

      de beslistermijn te verdagen of op te schorten, zoals bedoeld in artikel 4:14 en 4:15 Awb, en

    • d.

      een aanvraag te weigeren.

  • 3.

    De bevoegdheid te besluiten een overeenkomst aan te gaan in mandaat, houdt – tenzij anders is aangegeven – ook de bevoegdheid in om:

    • a.

      die overeenkomst te wijzigen, te verlengen of te beëindigen, op welke wijze dan ook;

    • b.

      met de overeenkomst samenhangende rechtshandelingen voor afwikkeling en transport van notariële akten te verrichten, en

    • c.

      alle rechten uit te oefenen, die de wet of de overeenkomst zelf, aan die overeenkomst verbindt, zoals het in gebreke stellen, het vorderen van nakoming, ontbinding of schadevergoeding en het geven van toestemming bij contract overnames.

  • 4.

    Het mandaat omvat ook alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen.

  • 5.

    De mandaatgever blijft verantwoordelijk en bevoegd. Hij kan zowel algemene als specifieke instructies geven en voorwaarden aan het mandaat verbinden.

  • 6.

    De gemandateerde mag geen gebruik maken van het aan hem verleende mandaat wanneer:

    • a.

      het college, een portefeuillehouder of de burgemeester aangeeft dat het benodigde besluit door het bevoegde bestuursorgaan zelf dient te worden genomen;

    • b.

      de gemeentesecretaris dan wel de leidinggevende van de gemandateerde dit kenbaar heeft gemaakt;

    • c.

      het besluit of de (rechts)handeling ingrijpende financiële consequenties heeft, zoals budgetoverschrijding of het aangaan van meerjarige verplichtingen;

    • d.

      het besluit of de (rechts)handeling door het college danwel de burgemeester als politiek, bestuurlijk of anderszins gevoelig wordt aangemerkt;

    • e.

      de aangelegenheid tot kritische berichtgeving in de media heeft geleid, dan wel in verband met de aard van de aangelegenheid redelijkerwijs moet worden aangenomen dat dit zal gebeuren.

Artikel 4 Mandaat bij plaatsvervanging

  • 1.

    De gemandateerde kan zich, bijvoorbeeld in geval van afwezigheid, horizontaal binnen het eigen cluster dan wel verticaal laten vervangen met inachtneming van het bepaalde in de Vervangingsregeling gemeentesecretaris en gemeentedirecteuren Delft 2022 van 30 augustus 2022.

  • 2.

    Structurele, verticale plaatsvervanging van een gemandateerde door een medewerker die lager in de hiërarchische lijn staat dan de gemandateerde zelf kan alleen plaatsvinden bij schriftelijke aanwijzing door de functionaris die bevoegd is om de gemandateerde in dienst te nemen.

  • 3.

    De door de plaatsvervanger genomen besluiten gelden als door de gemandateerde genomen.

Artikel 5 Mandaat gemeentesecretaris

  • 1.

    Aan de gemeentesecretaris wordt mandaat verleend ter zake van alle tot het college en de burgemeester behorende aangelegenheden met uitzondering van de bevoegdheden als vermeld in bijlage 1.

  • 2.

    De gemeentesecretaris is bevoegd om mandaten die bij dit besluit aan onder hem ressorterende functionarissen zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en ter informatie aan het college gezonden, tenzij het om een concrete, individuele aangelegenheid gaat.

Artikel 6 Mandaat aan overige functionarissen

  • 1.

    De aan de gemeentesecretaris gemandateerde bevoegdheden worden verder gemandateerd aan:

    • a.

      de gemeentedirecteuren, de directeur Werkse! en de directeur Museum Prinsenhof Delft,

    • b.

      de CIO en de afdelingshoofden,

    • c.

      de (adjunct) afdelingshoofden, de teamleiders en de ambtelijk opdrachtgevers en

    • d.

      de functionarissen werkzaam binnen de verschillende portefeuilles in de functie van projectleider

  • met in achtneming van hetgeen daarover is bepaald in de bijlagen 2 tot en met 7.

  • 2.

    De in bijlage 2 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de gemeentedirecteuren, de directeur Werkse! en de directeur Museum Prinsenhof.

  • 3.

    De in bijlage 3 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de CIO en de afdelingshoofden.

  • 4.

    De in bijlage 4 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de adjunct-afdelingshoofden, de teamleiders en de ambtelijk opdrachtgevers.

  • 5.

    De in het eerste lid onder d bedoelde projectleiders maken van het aan hen verleende mandaat slechts gebruik binnen de vastgestelde kaders van het project en binnen het voor het project toegekende budget. Daarbij geldt dat projectleiders zijn bevoegd tot het aanbesteden en gunnen van een opdracht voor:

    • I.

      een levering of dienst waarbij de totale waarde van de opdracht kleiner is dan € 30.000,- (exclusief omzetbelasting), of

    • II.

      een werk waarbij de totale waarde van de opdracht kleiner is dan € 100.000,- (exclusief omzetbelasting).

    Zowel ambtelijk opdrachtgevers als leidinggevenden kunnen beperkingen opleggen aan het mandaat van de projectleider.

  • 5.

    Bij het gebruik van de bevoegdheden, die conform dit artikel zijn gemandateerd, gelden de hiërarchische lijnen zoals neergelegd in de Organisatieregeling Delft 2022 onverkort.

Artikel 7 Mandaat van specifieke bevoegdheden

  • 1.

    De in bijlage 5 genoemde bevoegdheden zijn gemandateerd aan de in deze bijlage aangegeven functionarissen.

  • 2.

    Bij het gebruik van de bevoegdheden, die conform dit artikel zijn gemandateerd, gelden de hiërarchische lijnen onverkort.

Artikel 8 Mandaat aan de griffier

Het college en de burgemeester mandateren de bevoegdheden opgesomd in bijlage 6 aan de griffier.

Artikel 9 Mandaat aan externe partijen

  • 1.

    Bij personen die niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever als bedoeld in artikel 10:4 Awb is het verlenen van mandaat met betrekking tot bevoegdheden van het college en de burgemeester voorbehouden aan het college, de burgemeester of – gelet op het bepaalde in artikel 5 – de gemeentesecretaris.

  • 2.

    De gemandateerde dient hiervoor schriftelijke instemming te verlenen.

  • 3.

    In bijlage 7 zijn algemene mandaten opgenomen die zijn toegekend aan personen die niet werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van het college of de burgemeester.

Artikel 10 Algemene uitzonderingen van het mandaat

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 3 wordt van het verleende mandaat geen gebruik gemaakt, indien:

    • a.

      de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid ingrijpende gevolgen kan hebben voor een groot aantal burgers, bedrijven, verenigingen of belangengroepen en het college, de burgemeester of de betreffende portefeuillehouder aangeeft dat het benodigde besluit door het bevoegde bestuursorgaan zelf dient te worden genomen;

    • b.

      het besluit een afwijking zou inhouden van het bestaande beleid, vastgestelde richtlijnen of voorschriften, dan wel het toepassen van een hardheidsclausule;

    • c.

      het een voordracht of benoeming betreft van personen op grond van een wettelijk voorschrift, anders dan het aangaan van een dienstverband;

    • d.

      artikel 169 vierde lid van de Gemeentewet van toepassing is;

    • e.

      het een besluit betreft waarbij raadsleden, collegeleden of functionarissen privé betrokken zijn.

Artikel 11 Bestuurlijk mandaat beslissing op bezwaar

Aan elk afzonderlijk lid van het college, ieder voor zover het door het bezwaarschrift bestreden besluit tot zijn of haar portefeuille behoort, wordt mandaat verleend voor het beslissen op een bezwaarschrift met uitzondering van:

  • a.

    bezwaarschriften tegen besluiten die door het college zelf zijn genomen;

  • b.

    beslissingen op een bezwaarschrift waarin wordt afgeweken van het advies van de Adviescommissie voor bezwaarschriften;

  • c.

    bezwaarzaken waarbij het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan gevoerde beleid of tot vaststelling van nieuw beleid;

  • d.

    bezwaarzaken waarbij niet begrote financiële of andere belangrijke consequenties zijn te verwachten of anderszins een aanmerkelijk beslag op financiële middelen is te verwachten;

  • e.

    bezwaarzaken waarbij er rekening mee moet worden gehouden dat het bestuursorgaan op zijn of haar verantwoordelijkheid voor de uitgeoefende bevoegdheid zal worden aangesproken;

  • f.

    bezwaar zaken die een onderwerp betreffen dat naar verwachting sterk in de publieke aandacht zal staan;

  • g.

    bezwaarzaken waarbij de ambtelijke adviezen die ten grondslag liggen aan het besluit niet eensluidend zijn;

  • h.

    bezwaarzaken waarbij twijfel bestaat of de aard van de bevoegdheid zich in een bepaalde situatie tegen de mandaatuitoefening verzet.

Artikel 12 Nadere regels en instructies

  • 1.

    De bevoegdheid om in mandaat besluiten te nemen of krachtens volmacht rechtshandelingen te verrichten, houdt mede in de bevoegdheid om die besluiten en rechtshandelingen namens het college of de burgemeester te ondertekenen, tenzij dit in het mandaat of de volmacht is uitgesloten.

  • 2.

    In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht dat een besluit in mandaat is genomen door of namens het college of de burgemeester. De ondertekening dient te luiden als volgt:

     

    “Het college van burgemeester en wethouders van Delft, namens het college”, (onder brief in de wij-vorm; eerste voorkeur)

     

    Of,

     

    “Namens het college van burgemeester en wethouders van Delft” (onder brief in de ik-vorm; tweede voorkeur),

     

    Of,

     

    “De burgemeester van Delft, namens deze”,

     

    gevolgd door de handtekening, naam en functie-aanduiding van de functionaris die als gemandateerde beslist of handelt.

  • 3.

    Indien een besluit wordt genomen door een plaatsvervanger of waarnemer van de gemandateerde geldt bij ondertekening dat de naam van de plaatsvervanger of waarnemer wordt gemeld, gevolgd door functie-aanduiding van de gemandateerde met daarbij de toevoeging ‘plaatsvervangend’ respectievelijk ‘waarnemend’.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit besluit (inclusief 7 bijlagen) treedt in werking op de dag na bekendmaking in het elektronische gemeenteblad en werkt terug tot 1 september 2022.

  • 2.

    Met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit wordt het Mandaat-, Machtiging- en Volmachtbesluit Delft en de daaraan onderliggende ondermandaatbesluiten, het Bestuurlijk mandaat beslissing op bezwaar, vastgesteld op 13 juli 2021, en alle overige algemene mandaatbesluiten ingetrokken met uitzondering van het Mandaatbesluit Omgevingsdienst Haaglanden.

  • 3.

    Dit besluit wordt aangehaald als "Algemene mandaatregeling Delft 2022".

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Delft in de vergadering van 30 augustus 2022.

Het college van burgemeester en wethouders van Delft,

burgemeester

secretaris

De burgemeester van Delft,

Burgemeester

Bijlage 1: Bevoegdheden die blijven voorbehouden aan de burgemeester en het college

 

A. Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

 

Publiekrecht

  • 1.

    Het doen van voorstellen aan de raad.

  • 2.

    Het vaststellen van regels omtrent de ambtelijke organisatie.

  • 3.

    Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels, voor zover deze niet door de raad worden vastgesteld.

  • 4.

    Het vaststellen van een andere inspraakprocedure ten behoeve van een beleidsvoornemen anders dan die is beschreven in afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht of een wettelijk voorgeschreven inspraakprocedure.

  • 5.

    Het vaststellen van het eindverslag als bedoeld in de Verordening participatie en uitdaagrecht gemeente Delft 2022.

  • 6.

    Het nemen van besluiten voor individuele gevallen, die niet onder een algemeen verbindend voorschrift of een beleidsregel vallen, waaronder begrepen het toepassing geven aan hardheidsclausules in algemeen verbindende voorschriften die door de raad zijn vastgesteld.

  • 7.

    Het nemen van besluiten op verzoeken om informatie op grond van de Wet open overheid, die betrekking hebben op een ramp als bedoeld in de Wet veiligheidsregio's.

  • 8.

    Het vaststellen van een subsidieplafond en de wijze van verdeling ervan.

  • 9.

    Het nemen van besluiten over subsidie voor bedragen hoger dan € 200.000,-- per kalenderjaar.

  • 10.

    Het vaststellen van formulieren voor het indienen van aanvragen voor besluiten.

  • 11.

    De bevoegdheid om te weigeren dat de ambtenaar van de burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand op verzoek elders binnen de gemeente ambtsbezigheden verricht.

  • 12.

    Het aanwijzen van een dienst als een Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB).

  • 13.

    Het nemen van besluiten op bezwaar. Hierbij geldt, gelet op artikel 11 van de Algemene mandaatregeling gemeente Delft, dat elk afzonderlijk lid van het college het bestuurlijk mandaat heeft om namens het college een besluit op bezwaar te nemen als geen sprake is van één van de in dat artikel opgesomde uitzonderingen.

Privaatrecht

 

Aanbestedingen

  • 1.

    Het nemen van een besluit tot het volgen van een Europese aanbestedingsprocedure.

  • 2.

    Het nemen van een besluit tot het uitsluiten van een inschrijver ter zake van een dergelijke aanbestedingsprocedure.

Besluiten inzake gunnen c.q. niet gunnen in een Europese aanbestedingsprocedure

  • 1.

    Het nemen van een gunningbesluit.

  • 2.

    Het nemen van een gunningbesluit indien de opdracht niet wordt gegund aan de aanbieder met de meest economische aanbieding of de laagste inschrijfsom.

  • 3.

    Het niet gunnen van een opdracht na een aanbesteding.

Contracten

  • 1.

    Aankoop en verwerving, huur, pacht, uitgifte, ruil van onroerende zaken en het vestigen en uitgeven van zakelijke rechten met betrekking tot onroerende zaken.

  • 2.

    Het besluit tot het aangaan van convenanten, intentieverklaringen, bestuursovereenkomsten etc.

  • 3.

    Het besluit tot het aangaan van overeenkomsten indien:

    • a.

      op grond van de Gemeentewet het college de raad vooraf over de overeenkomst moet informeren, omdat de raad daarom heeft verzocht;

    • b.

      op grond van de Gemeentewet de raad vooraf in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen ten aanzien van de overeenkomst ter kennis van het college te brengen omdat deze ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben;

    • c.

      de raad ter zake om informatie heeft gevraagd.

  • 4.

    Het aangaan van een overeenkomst:

    voor een dienst, levering of werk waarbij de totale waarde van de opdracht voor deze dienst of levering, dan wel dit werk meer bedraagt dan de drempelbedragen voor een Europese aanbestedingsprocedure.

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

  • 1.

    Het besluit tot de oprichting van of de deelneming in rechtspersonen.

  • 2.

    Het kwijtschelden en buiten invordering stellen van vorderingen met een financieel belang hoger dan € 10.000,--, niet zijnde vorderingen in het kader van belastingheffing, een schikking in een civiele of strafrechtelijke procedure of beslissingen over de invordering van verbeurde dwangsommen of kosten van bestuursdwang in het kader van een handhavingsprocedure.

  • 3.

    Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van erfstellingen en legaten indien de waarde daarvan hoger is dan € 100.000,--.

  • 4.

    Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van schenkingen bij leven, anders dan bedoeld in bijlage 5.

  • 5.

    Het besluit tot het doen van een schenking.

  • 6.

    Het aanvragen van surseance van betaling en faillissement.

  • 7.

    Het afgeven van borgstellingen, gemeentegaranties en geldleningen tot een bedrag van € 500.000,--.

  • 8.

    Het nemen van besluiten over het opnemen van geldleningen op de kapitaalmarkt met een looptijd van een jaar of langer.

  • 9.

    Het nemen van besluiten over het verstrekken van geldleningen via de kapitaalmarkt.

  • 10.

    Het nemen van besluiten over het doen van beleggingen op de kapitaalmarkt.

Bestuursrechtelijke, civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures

  • 1.

    Het besluit om namens de gemeente of het gemeentebestuur een civielrechtelijke procedure te starten (verzoekschriftprocedure, bodemprocedure of in kort geding), en/of hoger beroep of cassatie aan te tekenen in civielrechtelijke procedures en belastingprocedures, inclusief het hiervoor benodigde procesbesluit en het verstrekken van de daarbij horende volmacht.

  • 2.

    Het besluit hoger beroep in te stellen namens het gemeentebestuur in bestuursrechtelijke procedures.

  • 3.

    Het treffen van een schikking in een civiele of strafrechtelijke procedure, indien hiervoor geen financiële middelen op de vigerende begroting beschikbaar zijn.

Machtiging

Het ondertekenen van overeenkomsten met een ander bestuursorgaan, waarbij de wederpartij wordt vertegenwoordigd door een bestuurder, met dien verstande dat in dat geval de burgemeester een machtiging kan verlenen aan een wethouder.

 

B. Personeelsaangelegenheden

 

Bevoegdheden ten aanzien van individuele personeelsleden

  • 1.

    Het aangaan, opzeggen, beëindigen en ontbinden van een arbeidsovereenkomst met de gemeentesecretaris/algemeen directeur en het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden en rechtspositie.

  • 2.

    Het nemen van besluiten tot privatisering of tot publiekrechtelijke taakoverheveling.

  • 3.

    Het vaststellen van een sociaal plan.

  • 4.

    Het afdoen van klachten met betrekking tot ongewenst gedrag en vermoedens van misstanden van de gemeentesecretaris/algemeen directeur.

  • 5.

    Het nemen van besluiten over de behandeling van een klacht als bedoeld in hoofdstuk 9 Awb tegen de gemeentesecretaris/algemeen directeur.

  • 6.

    Het nemen van besluiten over de behandeling van een klacht als bedoeld in hoofdstuk 9 Awb tegen het college als geheel of een afzonderlijk collegelid.

  • 7.

    Het vaststellen en wijzigen van conversietabellen in het kader van functiewaardering.

  • 8.

    Het geven van toestemming of opdracht voor reizen naar het buitenland en voor de noodzakelijke reizen op de plaats van bestemming.

C. Overige aangelegenheden

  • 1.

    Het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente Delft in bestuurs- en toezichthoudende organen van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen.

  • 2.

    Het benoemen van personen in adviesorganen van het college.

  • 3.

    Het benoemen van personen in bestuurscommissies als bedoeld in artikel 83 van de Gemeentewet.

  • 4.

    Het benoemen van personen in commissies als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet.

  • 5.

    Het aanwijzen van een gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet.

  • 6.

    Het aanwijzen van een gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet.

 

Bijlage 2: Bevoegdheden die blijven voorbehouden aan de gemeentesecretaris, de gemeentedirecteuren, de directeur Werkse! en de directeur Museum Prinsenhof Delft

 

A. Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

 

Publiekrecht

  • 1.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet open overheid.

  • 2.

    Het nemen van besluiten tot het verlenen, weigeren en vaststellen, wijzigen en intrekken van subsidie voor een bedrag van € 100.000,-- tot € 200.000,--.

  • 3.

    Het wijzigen van formulieren voor het indienen van aanvragen voor besluiten.

Privaatrecht

 

Aanbestedingen

  • 1.

    Het nemen van een besluit tot het volgen van een Nationaal openbare of Meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure:

    • i.

      voor een dienst of levering waarbij de totale waarde van de dienst of levering groter is dan € 100.000,-- (exclusief omzetbelasting) tot aan de drempelbedragen voor een Europese aanbestedingsprocedure;

    • ii.

      voor een werk waarbij de totale waarde van dit werk groter is dan € 1.000.000,-- (exclusief omzetbelasting) tot aan de drempelbedragen voor een Europese aanbestedingsprocedure.

  • 2.

    Het nemen van een besluit tot het uitsluiten van een inschrijver ter zake van een dergelijke aanbestedingsprocedure.

  • 3.

    Het nemen van een besluit tot het afwijken van het Inkoop- en aanbestedingsbeleid voor zover het gaat om een levering, dienst of werk met een waarde lager dan de drempelbedragen van een Europese aanbestedingsprocedure.

Besluiten inzake gunnen c.q. niet gunnen in aanbestedingsprocedures met een maximale waarde tot aan de drempelbedragen van een Europese aanbestedingsprocedure

  • 1.

    Het nemen van een gunningbesluit na een Nationaal openbare dan wel Meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure.

  • 2.

    Het nemen van een gunningbesluit indien de opdracht niet wordt gegund aan de aanbieder met de meest economische aanbieding of de laagste inschrijfsom.

  • 3.

    Het niet gunnen van een opdracht na een aanbesteding.

Contracten

  • 1.

    Het aangaan van een mantelcontract ten behoeve van meer dan één organisatieonderdeel van de gemeente.

  • 2.

    Het opleggen van sancties aan opdrachtnemers, anders dan kortingen en boetes die voortvloeien uit de bepalingen van het contract.

  • 3.

    Het aangaan van een overeenkomst:

    • i.

      voor een dienst of levering waarbij de totale waarde van de opdracht voor deze levering of dienst ligt tussen € 100.000,-- (exclusief omzetbelasting) en de drempelbedragen voor een Europese aanbestedingsprocedure, doch binnen de grenzen van het hem daartoe toegekende budget;

    • ii.

      voor een werk waarbij de totale waarde van de opdracht voor dit werk ligt tussen € 1.000.000,-- (exclusief omzetbelasting) en de drempelbedragen voor een Europese aanbestedingsprocedure, doch binnen de grenzen van het hem daartoe toegekende budget.

  • 4.

    Het besluit tot het aangaan van convenanten, intentieverklaringen, bestuursovereenkomsten etc. binnen een al lopende samenwerking tussen de gemeente en andere overheden dan wel tussen de gemeente en externe partijen niet zijnde overheden.

  • 5.

    Het verstrekken van jaaropdrachten aan een aan de gemeente verbonden partij.

Civiele en strafrechtelijke procedures

Niet van toepassing

 

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

Niet van toepassing

 

B. Personeelsaangelegenheden

 

Gemeentesecretaris / algemeen directeur

  • 1.

    Alle besluiten omtrent aangaan, opzeggen, beëindigen en ontbinden van de arbeidsovereenkomst voor de gemeentedirecteuren, de directeur Werkse! en de directeur Museum Prinsenhof Delft.

  • 2.

    Het nemen van besluiten over de arbeidsvoorwaarden, de rechtspositie het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen ten aanzien van de gemeentedirecteuren, de directeur Werkse! en de directeur Museum Prinsenhof Delft.

  • 3.

    Het vaststellen en heroverwegen van functiewaardering voor de gemeentedirecteuren, de directeur Werkse! en de directeur Museum Prinsenhof Delft met in achtneming van het advies van een externe deskundige.

  • 4.

    Het geven van een officiële waarschuwing aan de gemeentedirecteuren, de directeur Werkse! en de directeur Museum Prinsenhof Delft.

  • 5.

    Het nemen van een beslissing om over te gaan tot schorsing en ontzegging van de toegang als ordemaatregel voor de gemeentedirecteuren, de directeur Werkse! en de directeur Museum Prinsenhof Delft.

  • 6.

    Het opleggen van een loonsanctie inclusief loon opschorten en stopzetten bij het niet nakomen van re-integratieverplichtingen.

  • 7.

    Het al dan niet tijdelijk opdragen van een andere (passende) functie of (passende) werkzaamheden, niet zijnde in het kader van re-integratie.

  • 8.

    Het nemen van besluiten over wijziging van de ambtelijke organisatie (organisatiewijzigingen)

  • 9.

    Het nemen van besluiten ten aanzien van (her)plaatsing dan wel boventallig verklaring in geval van organisatiewijzigingen.

  • 10.

    Het benoemen van de (plv.) leden van de indelingscommissie en commissie Van werk naar Werk (Herplaatsingscommissie HPC).

  • 11.

    Het nemen van besluiten over personele formatie bij een organisatiebreed belang en voor zover sprake is een budgettair neutrale wijziging van de in de begroting vastgestelde formatie.

  • 12.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet op de ondernemingsraden en het voeren van overleg met de vakbonden.

  • 13.

    Meldingen van integriteitschending zoals ongewenst gedrag en vermoeden van een misstand.

  • 14.

    Instellen (integriteits)onderzoek naar gedragingen van een medewerker.

  • 15.

    Aanwijzen vertrouwenspersoon

  • 16.

    Vaststellen voor welke functies een medische keuring noodzakelijk is.

  • 17.

    Het aanwijzen van vakantiedagen als feestdag of als verplichte sluitingsdag.

  • 18.

    Aanpassingen van het personeelshandboek, niet zijnde de onderwerpen die aan de burgemeester en (leden van) het college zijn voorbehouden.

  • 19.

    Het afnemen van de eed of belofte.

Gemeentedirecteuren, de directeur Werkse! en de directeur Museum Prinsenhof Delft

  • 1.

    Alle besluiten omtrent het aangaan, opzeggen, beëindigen en ontbinden van arbeidsovereenkomsten ten aanzien van (adjunct) afdelingshoofden, de CIO, teamleiders en overige medewerkers.

  • 2.

    Het nemen van besluiten over de arbeidsvoorwaarden, de rechtspositie het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen ten aanzien van de afdelingshoofden en CIO.

  • 3.

    Het vaststellen en heroverwegen van functiewaardering met in achtneming van het advies van een externe deskundige.

  • 4.

    Het geven van een officiële waarschuwing.

  • 5.

    Het nemen van een beslissing om over te gaan tot schorsing en ontzegging van de toegang als ordemaatregel.

  • 6.

    Het toepassen van hardheidsclausules van (uitvoerings)regelingen die zijn opgenomen in het Personeelshandboek en de cao Gemeenten.

  • 7.

    Het nemen van besluiten over personele formatie binnen het eigen cluster en voor zover sprake is een budgettair neutrale wijziging van de in de begroting vastgestelde formatie.

  • 8.

    Het vaststellen van werktijden wanneer het dienstbelang een eenzijdige vaststelling van werktijden vergt (5.4 lid 10 cao).

  • 9.

    Het nemen van beslissingen omtrent het wel of niet doorbetalen van het volledige salaris en salaristoelagen in individuele gevallen van terminale ziekte.

  • 10.

    Opdracht geven om de werknemer geneeskundig te onderzoeken of vrij te stellen van werkzaamheden als de gezondheidstoestand van de medewerker dit vraagt.

  • 11.

    Het vaststellen van arbeidsongeschiktheid in en door de dienst en het vaststellen of toekennen van de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen.

Bijlage 3: Bevoegdheden die blijven voorbehouden aan de afdelingshoofden en CIO

 

A. Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

 

Publiekrecht

  • 1.

    Het nemen van besluiten tot het aanvragen van subsidie, vergunning, ontheffing en vrijstelling ten behoeve van de gemeente.

  • 2.

    Het nemen van besluiten tot het verlenen, weigeren en vaststellen, wijzigen en intrekken van subsidie tot een maximum van € 100.000,--. 1

  • 3.

    Het nemen van het besluit om bezwaar te maken of (administratief) beroep in een bestuursrechtelijke procedure aan te tekenen of verweer te voeren, dan wel het besluit om een verzoek om (wijziging of opheffing van) een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen namens de gemeente of het gemeentebestuur in bestuursrechtelijke procedures, inclusief het hiervoor benodigde procesbesluit.

  • 4.

    Het nemen van besluiten ten aanzien van alternatieve geschillenbeslechting/mediation, niet zijnde arbitrage of het voorleggen van geschillen aan scheidslieden.

  • 5.

    Het afhandelen van klachten, anders dan hierna bedoeld onder B. Personeelsaangelegenheden, nummers 15 en 16.

  • 6.

    Het nemen van besluiten over verzoeken om planschade en nadeelcompensatie.

  • 7.

    Het aanwijzen van toezichthouders als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Awb ten behoeve van het toezicht op grond van de wet- en regelgeving horend bij het werkterrein van de afdelingen binnen de portefeuilles van de gemeentedirecteuren.

Privaatrecht

 

Aanbestedingen

  • 1.

    Het nemen van een besluit tot het volgen en het intrekken van een Enkelvoudige of Meervoudige onderhandse aanbestedingsprocedure:

    • i.

      voor een dienst of levering waarbij de totale waarde van de dienst of levering groter is dan € 30.000,-- (exclusief omzetbelasting) tot aan een bedrag van € 100.000,--;

    • ii.

      voor een werk waarbij de totale waarde van dit werk groter is dan € 100.000,-- tot aan een bedrag van € 1.000.000,-- (exclusief omzetbelasting).

  • 2.

    Het nemen van een besluit tot het uitsluiten van een inschrijver ter zake van een dergelijke aanbestedingsprocedure.

Besluiten inzake gunnen c.q. niet gunnen in aanbestedingsprocedures met een maximale waarde van € 100.000,-- (dienst/levering) dan wel € 1.000.000,-- (werk)

  • 1.

    Het nemen van een gunningbesluit na een Enkelvoudig dan wel Meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure.

  • 2.

    Het niet gunnen van een opdracht na een aanbesteding.

Contracten

  • 1.

    Het aangaan van een overeenkomst:

    • i.

      voor een dienst of levering waarbij de totale waarde van de opdracht voor deze levering of dienst ligt tussen € 30.000,-- (exclusief omzetbelasting) en € 100.000,--, doch binnen de grenzen van het hem daartoe toegekende budget;

    • ii.

      voor een werk waarbij de totale waarde van de opdracht voor dit werk ligt tussen € 100.000,-- (exclusief omzetbelasting) en € 1.000.000,--, doch binnen de grenzen van het hem daartoe toegekende budget.

  • 2.

    Het opleggen van kortingen en boetes aan opdrachtnemers voor zover deze voortvloeien uit de bepalingen van het contract.

Civiele en strafrechtelijke procedures

  • 1.

    Het bij de rechtbank aanhangig maken van een vordering tot het betalen van een geldsom groter dan € 5.000,-.

  • 2.

    De beslissing dat de gemeente zich voegt in een strafzaak.

  • 3.

    Het besluit tot het voeren van verweer in civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures, inclusief het hiervoor benodigde procesbesluit en het verstrekken van de daarbij horende volmacht, met de instructie dat de betreffende portefeuillehouder hierover vooraf dient te worden geïnformeerd.

  • 4.

    Het treffen van een schikking in een civielrechtelijke of strafrechtelijke procedure, indien hiervoor financiële middelen op de vigerende begroting beschikbaar zijn.

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

  • 1.

    Het kwijtschelden en buiten invordering stellen van vorderingen met een financieel belang lager dan € 10.000,-, niet zijnde vorderingen in het kader van belastingheffing of een schikking in een civielrechtelijke of strafrechtelijke procedure of beslissingen over de invordering van verbeurde dwangsommen of kosten van bestuursdwang in het kader van een handhavingsprocedure.

  • 2.

    Het nemen van besluiten over verzoeken om schadevergoeding, voor zover dergelijke verzoeken op grond van de verzekeringspolis niet aan de verzekeraar moeten worden overgedragen.

Machtiging

  • 1.

    Het verlenen van een machtiging tot het vertegenwoordigen van de gemeente in een bestuursrechtelijke, strafrechtelijke of civielrechtelijke procedure, dan wel bij alternatieve geschillenbeslechting.

  • 2.

    Het ondertekenen van notariële akten.

B. Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Het opleggen van een verbod om de werkzaamheden te vervullen op een gemeentelijke locatie in verband met het in contact staan of kortgeleden heeft gestaan met een persoon met een infectieziekte.

  • 2.

    Het verlenen van een schadeloosstelling en vergoeding van kosten in niet elders voorziene gevallen.

  • 3.

    Het (tijdelijk) verminderen en uitbreiden van de formele arbeidsduur.

  • 4.

    De inpassing van de werknemer in een lagere schaal dan die welke voor de beschreven functie is vastgesteld.

  • 5.

    Het toekennen van een periodieke verhoging, wijzigen van periodiekdatum en het toekennen van een vergoeding of toelagen.

  • 6.

    Het niet geven van een periodieke verhoging en het alsnog, met terugwerkende kracht geven van een periodieke verhoging.

  • 7.

    Het inpassen van een werknemer in een andere schaal bij promotie.

 

Bijlage 4: Bevoegdheden die blijven voorbehouden aan de adjunct afdelingshoofden, teamleiders en ambtelijk opdrachtgevers

 

A. Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

 

Publiekrecht

  • 1.

    Het nemen van het besluit tot het toepassen, het weigeren toe te passen of het beëindigen van de toepassing van handhavingsinstrumenten.

  • 2.

    Het nemen van besluiten ter uitvoering van een door het college vastgestelde regeling.

  • 3.

    Het indienen van een verweerschrift of andere productie bij de gerechtelijke instantie die het administratiefrechtelijk (hoger) beroep behandelt.

Privaatrecht

 

Aanbestedingen

  • 1.

    Het nemen van een besluit tot het volgen en het intrekken van een Enkelvoudige of Meervoudige onderhandse aanbestedingsprocedure:

    • i.

      voor een dienst of levering waarbij de totale waarde van de dienst of levering niet groter is dan € 30.000,-- (exclusief omzetbelasting);

    • ii.

      voor een werk waarbij de totale waarde van dit werk niet groter is dan € 100.000,-- (exclusief omzetbelasting).

  • 2.

    Het nemen van uitvoeringsbesluiten tijdens een Europese, Nationaal openbare en Enkelvoudig of Meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure, met uitzondering van de besluiten die in bijlagen 1 tot en met 3 zijn voorbehouden aan het college, de gemeentesecretaris en gemeentedirecteuren, dan wel de afdelingshoofden en CIO.

Contracten

  • 1.

    Het aangaan van een overeenkomst:

    • i.

      voor een dienst of levering waarbij de totale waarde van de opdracht voor deze levering of dienst niet meer bedraagt dan € 30.000,-- (exclusief omzetbelasting), doch binnen de grenzen van het hem daartoe toegekende budget;

    • ii.

      voor een werk waarbij de totale waarde van de opdracht voor dit werk niet meer bedraagt dan € 100.000,-- (exclusief omzetbelasting), doch binnen de grenzen van het hem daartoe toegekende budget.

  • 2.

    Het uitvoeren van een door de gemeente aangegane overeenkomst.

Civiele en strafrechtelijke procedures

Niet van toepassing.

 

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

Het namens de gemeente uitbrengen van een offerte voor een door de gemeente te verrichten levering of dienst.

 

B. Personeelsaangelegenheden

Niet van toepassing.

 

Bijlage 5: Bevoegdheden die op grond van artikel 7 van de Algemene mandaatregeling gemeente Delft zijn gemandateerd aan de in deze bijlage genoemde functionarissen

 

Voor de in deze bijlage opgesomde mandaten geldt dat zij, gelet op het bepaalde in artikel 5, lid 1, en artikel 6, lid 1, en met inachtneming van artikel 3, lid 1 onder a, van de Algemene mandaatregeling gemeente Delft zijn gemandateerd aan de gemeentesecretaris en aan de gemeentedirecteuren, de directeur Werkse!, de directeur Museum Prinsenhof Delft, de CIO, de afdelingshoofden, de adjunct-afdelingshoofden, de teamleiders en de ambtelijk opdrachtgevers. In aanvulling hierop worden deze bevoegdheden conform artikel 7 van de mandaatregeling tevens gemandateerd aan de hierna aangegeven functionarissen.

 

Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

 

Portefeuille Dienstverlening

 

Publiekrecht

  • 1.

    De medewerkers KCC die zich bezighouden met de uitvoering van de Kieswet zijn bevoegd tot het uitoefenen van in de Kieswet aan burgemeester en wethouders en de burgemeester opgedragen taken met betrekking tot de verkiezingen met uitzondering van:

    • a.

      het benoemen van leden stembureau;

    • b.

      de taken van de burgemeester als voorzitter hoofdstembureau en centraal stembureau;

    • c.

      het vaststellen van de vergoeding voorzitter en leden stembureaus.

  • 2.

    De medewerkers Frontoffice KCC, medewerkers Burgerzaken, medewerkers BVT en adviseurs BS/BZ zijn bevoegd tot:

    • a.

      het verlenen, verlengen/wijzigen, intrekken of weigeren van reisdocumenten of rijbewijzen.

    • b.

      het afgeven van de navolgende verklaringen:

      • -

        attestatia de vita;

      • -

        verklaring ter legalisatie van handtekening;

      • -

        verklaring Nederlanderschap

    • c.

      het afgeven van verklaringen uit de gemeentelijke basisadministratie.

  • 3.

    De medewerkers Burgerzaken, ambtenaren van de burgerlijke stand, medewerkers BVT en adviseurs BS/BZ zijn bevoegd tot verlenen van verlof namens de burgemeester tot het doen:

    • a.

      van lijkbezorging later dan na de 6e dag na het overlijden (art. 17 Wet op de Lijkbezorging);

    • b.

      van ontleding van een stoffelijk overschot (art. 68 Wet op de Lijkbezorging);

    • c.

      van het opgraven en herbegraven/cremeren van een stoffelijk overschot (art. 29 Wet op de Lijkbezorging.

  • 4.

    De medewerkers Burgerzaken, medewerkers BVT en adviseurs BS/BZ zijn bevoegd tot:

    • a.

      het adviseren van de Minister van Justitie op verzoeken tot naturalisatie en naamsverandering (circulaire 24 sept. 1987 nr. 509/187 Min. van Justitie);

    • b.

      het bevestigen of weigeren van de verkrijging van het Nederlanderschap op grond van optieverklaring (Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) en hierop gebaseerde regelgeving);

    • c.

      het in ontvangst nemen en in behandeling nemen van optieverklaringen op grond van de RWN en hierop gebaseerde regelgeving;

    • d.

      het nemen van beslissingen, afdoen van stukken, ondertekenen van brieven in het kader van verschuldigde leges bij het in behandeling nemen van optieverklaringen / naturalisatieverzoeken (Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap);

    • e.

      het nemen van beslissingen, afdoen van stukken, ondertekenen van brieven in het kader van verschuldigde leges bij het in behandeling nemen van optieverklaringen / naturalisatieverzoeken (Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap);

    • f.

      het uitvoeren van de aan het gemeentebestuur in de Wet Basisregistraties Personen (BRP) opgelegde taken.

  • 5.

    De medewerkers vergunningen en vorderingen sociaal domein en de medewerkers frontoffice zijn bevoegd tot het:

    • a.

      beslissen omtrent verbinden van voorschriften en beperkingen aan verleende vergunning of ontheffing (artikel 1:4 Algemene Plaatselijke Verordening (APV));

    • b.

      beslissen een vergunning of ontheffing in te trekken of te wijzigen (artikel 1:6 APV);

    • c.

      beslissen op een verzoek om ontheffing van het verbod om geschreven of gedrukte stukken te verspreiden ed. (artikel 2:5 lid 4 APV);

    • d.

      beslissen op een verzoek om ontheffing (art. 2:6 lid 3 en 4 APV).

  • 6.

    De medewerkers vergunningen en vorderingen sociaal domein zijn bevoegd tot het:

    • a.

      vaststellen van een formulier voor het kennisgeven van het voornemen op of aan de weg vertoningen e.d. te geven (artikel 2.1.8, lid 2 jo 2.1.3, lid 2 APV);

    • b.

      geven van voorschriften voor het geven van vertoningen e.d. op of aan de weg, waarvan kennis is gegeven (art. 2.1.8, lid 2 jo 2.1.3 lid 5 APV);

    • c.

      vaststellen van een formulier voor het kennisgeven van het voornemen om op of aan de weg als dienstverlener op te treden (artikel 2.1.9, lid 2 jo 2.1.3, lid 2 APV);

    • d.

      geven van voorschriften voor het optreden als dienstverlener op of aan de weg, waarvan kennis is gegeven (2.1.9, lid 2 jo 2.1.3, lid 5 APV;

    • e.

      beslissen op een verzoek om vergunning om de weg of een weggedeelte te gebruiken anders dan overeenkomstig de bestemming daarvan (art. 2:7 lid 1 APV);

    • f.

      beslissen op een verzoek om vergunning voor het organiseren van een groot evenement of evenement (artikel 2:18 lid 1 APV);

    • g.

      beslissen over een klein evenement binnen 10 dagen na ontvangst van de melding te verbieden (art. 2:18 lid 3 APV);

    • h.

      aanwijzen van gebieden en/of locaties aanwijzen en/of het stellen van nadere regels voor evenementen (art. 2:18 lid 4 APV);

    • i.

      vaststellen van nadere regels betreffende het beslissen op een aanvraag om een vergunning voor het houden van een evenement (art. 2:18 lid 5 APV);

    • j.

      beslissen op een verzoek om ontheffing van het verbod om voertuigen te koop aan te bieden (artikel 5:3 lid 2 APV);

    • k.

      beslissen op een verzoek om ontheffing voor het parkeren langer dan 3 dagen van kampeermiddelen e.a. op de weg (art. 5:6 lid 4 APV);

    • l.

      beslissen op een verzoek om ontheffing van het verbod tot het parkeren van grote voertuigen op wegen binnen de bebouwde kom (art. 5:7 lid 5 APV);

    • m.

      beslissen op een verzoek om een vergunning voor het houden van een openbare inzameling (artikel 5:11 lid 1 APV);

    • n.

      beslissen op een verzoek om een ventvergunning (artikel 5:13 APV);

    • o.

      beslissen op een verzoek om een vergunning om een standplaats in te nemen of anderszins goederen uit te stallen (artikel 5:16 lid 1 APV);

    • p.

      beslissen op een verzoek om vergunning voor het houden van snuffelmarkten e.d. (artikel 5:20 lid 1 APV).

  • 7.

    De medewerkers vergunningen en vorderingen sociaal domein zijn bevoegd tot het:

    • a.

      verlenen van een vergunning op grond van art. 3 van de Alcoholwet;

    • b.

      beslissen omtrent het verlenen van een ontheffing verbod verstrekken zwak-alcoholische drank op grond van artikel 35 van de Alcoholwet;

    • c.

      beslissen op een verzoek om ontheffing van de verboden gesteld in art. 2 en 3 (art. 4 lid 1 en 2) van de Drank- en Horecaverordening;

    • d.

      beslissen op een verzoek om verlof tot het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse (art. 5 van de Drank- en Horecaverordening);

    • e.

      alle overige bevoegdheden die geacht worden te behoren tot de bevoegdheden van het college in het kader van de Drank- en Horecaverordening, voorzover in relatie tot het werkveld van het cluster KCC;

    • f.

      beslissen op een verzoek om een vergunning (art. 2 lid 1 t/m 6 Horeca Exploitatieverordening voor Delft);

    • g.

      het stellen van nadere regels met betrekking tot het toevoegen van een kwaliteitsstrook aan een terras (art. 2 lid 7 Horeca Exploitatieverordening voor Delft);

    • h.

      vaststellen van een formulier voor het aanvragen van een exploitatievergunning (artikel 6, lid 1 Horeca Exploitatieverordening voor Delft);

    • i.

      beslissen om een vergunning of ontheffing in te trekken of te wijzigen (artikel 9 Horeca Exploitatieverordening voor Delft);

    • j.

      beslissen omtrent het verlenen van een ontheffing sluitingsuur horecabedrijf (art. 11 lid 1 en 5 en art. 12 lid 1 Horeca Exploitatieverordening voor Delft);

    • k.

      alle overige bevoegdheden die geacht worden te behoren tot de bevoegdheden van de burgemeester in het kader van de Horeca Exploitatieverordening voor Delft, voorzover in relatie tot het werkveld van het cluster KCC.

  • 8.

    De medewerkers vergunningen en vorderingen sociaal domein zijn bevoegd tot het:

    • a.

      beslissen omtrent verlenen ontheffing verbod tot het verwekken van gerucht op grond van art. 3, lid 3 van de Zondagswet;

    • b.

      beslissen omtrent het verlenen van een ontheffing tot het verbod tot het verwekken van gerucht i.v.m. openbare vermakelijkheden op grond van artikel 4, lid 3 van de Zondagswet;

    • c.

      beslissen omtrent verlenen vergunning voor het houden van een loterij (art. 3, lid 1 Wet op de Kansspelen);

    • d.

      beslissen omtrent de aanvraag om een vergunning voor speelautomaten c.a. (art. 30 b Wet op de Kansspelen);

    • e.

      beslissen omtrent het verlenen van ontheffingen ingevolge art. 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens;

    • f.

      afhandelen op grond van artikel 2.4 B Besluit Brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen (BGBOP) van een gebruiksmelding als bedoeld in artikel 2.1 BGBOP alsmede de wijziging van nadere voorwaarden als bedoeld in artikel 2.5 BGBOP;

    • g.

      beslissen omtrent een gelijkwaardige oplossing als bedoeld in artikel 1.4 BGBOP;

    • h.

      verbinden van voorschriften en beperkingen aan vergunning (artikel 1.5 Reclameverordening 2005);

    • i.

      beslissen omtrent het intrekken of wijzigen van een vergunning of ontheffing (artikel 1.7 Reclameverordening 2005);

    • j.

      beslissen op een aanvraag om vergunning/ ontheffing van het verbod, zoals bepaald in artikel 3.1, 3.2, 3.5, 3.6, 3.7 3.8, 3.9 en/of 3.10 (artikel 3.14 Reclameverordening 2005);

    • k.

      beslissen op een aanvraag om vergunning voor het houden van een reclamecampagne op of aan de weg door met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel goederen aan te prijzen te verstrekken, aan te bieden om niet, uit te stallen of op andere wijze reclame te maken voor deze goederen (art. 3.12 en 3.13 Reclameverordening 2005);

    • l.

      vaststellen van aanvraagformulieren voor vergunningen en ontheffingen ingevolge de Reclameverordening 2005;

    • m.

      uitoefenen van alle bevoegdheden die geacht worden te behoren tot de bevoegdheden van het college op grond van de Winkeltijdenwet.

  • 9.

    De medewerkers vergunningen en vorderingen sociaal domein, medewerkers backoffice inkomensvoorzieningen, medewerkers frontoffice Participatiewet en medewerkers frontoffice KCC zijn bevoegd tot het:

    • a.

      beschikken op grond van de Participatiewet (incl. Bbz), IOAZ, IOAW en Wmo incl. de op die wet gebaseerde verordeningen en beleidsregels;

    • b.

      beschikken op aanvragen om een verstrekking in het kader van lokale inkomensondersteunende regelingen.

  • 10.

    De medewerkers vergunningen en vorderingen sociaal domein en medewerkers backoffice inkomensvoorzieningen zijn bevoegd inzake besluiten tot het instellen van, danwel het afzien van, terugvordering en verhaal, inzake het instellen van gerechtelijke invordering, inzake andere rechtshandelingen o.g.v. het Wetboek Burgerlijke Rechtsvordering, zulks voorzover het betrekking heeft op de Participatiewet (incl. Bbz), IOAW, IOAZ, Zorgwet VVTV en WMO en aanverwante minimaregelingen.

  • 11.

    De medewerkers vergunningen en vorderingen sociaal domein, medewerkers BVT en juridisch adviseurs zijn bevoegd tot het aanhangig maken van een verhaalsprocedure en de vertegenwoordiging van de gemeente bij terugvorderings- en verhaalsprocedures.

  • 12.

    De medewerkers financiële winkel zijn bevoegd tot het:

    • a.

      afgeven van een verklaring ex art. 285 Faillisementswet in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen;

    • b.

      beschikken inzake toekenningen vanuit het Schuldhulpverleningsfonds tot € 1.500,--;

    • c.

      uitvoeren van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en het Besluit breed moratorium, gebaseerd op artikel 5 van die wet.

  • 13.

    De medewerkers financiële winkel en de juridisch adviseurs zijn bevoegd tot het vertegenwoordigen van het college inzake verzoeken om een machtiging te verlenen voor gesloten jeugdhulp.

  • 14.

    De medewerkers vergunningen en vorderingen sociaal domein zijn bevoegd tot het:

    • a.

      beslissen omtrent het verlenen van ontheffing van het verbod tot het houden van wedstrijden op een weg (art. 10 Wegenverkeerswet);

    • b.

      beslissen op verzoeken om ontheffing ingevolge art. 149 lid 1 sub d van de Wegenverkeerswet.

  • 15.

    De medewerkers frontoffice en de medewerkers vergunningen en vorderingen sociaal domein zijn bevoegd tot het beslissen op een aanvraag om een huisvestingsvergunning voor particulieren.

  • 16.

    De medewerkers vergunningen en vorderingen sociaal domein, medewerkers frontoffice en medewerkers burgerzaken zijn, voor zover betrekking hebbend op woningen van individuele huishoudens en in het kader van de Huisvestingsverordening, bevoegd tot het:

    • a.

      verlenen c.q. weigeren van een vergunning tijdelijke verhuur, zoals omschreven in artikel 15 van de Leegstandwet;

    • b.

      verlengen van afgegeven vergunningen tijdelijke verhuur;

    • c.

      intrekken van een al toegekende vergunning;

    • d.

      tijdelijk verhuren voor woningen van individuele huishoudens.

  • 17.

    De medewerkers vergunningen en vorderingen sociaal domein, medewerkers frontoffice en medewerkers burgerzaken zijn bevoegd inzake vergunningen op grond van de Huisvestingsverordening die betrekking hebben op woningen van professionele partijen (corporaties, instellingen, projectontwikkelaars, e.d.).

  • 18.

    De medewerkers financiële winkel, de regisseurs opdrachten en processen en de senioren van alle KCC afdelingen zijn bevoegd tot het fiatteren/accorderen van betaallijsten/opdrachten aan ‘betalingsverkeer’.

  • 19.

    De Regisseur opdrachten en processen mag besluiten tot het aangaan van overeenkomsten en opdrachten verstrekken en/of verplichtingen aangaan voor een dienst of levering met een waarde tot € 30.000,-- en voor zover daartoe reeds een toereikend bedrag op de begroting is opgenomen.

Portefeuille Ruimte en Economie

 

Publiekrecht

  • 1.

    De coördinator kabels en leidingen van de afdeling Beheer Openbare Ruimte (BOR) is bevoegd om het beheer op de ondergrond te voeren, waaronder het geven van instemmingsbesluiten en het invorderen van bijbehorende leges en degeneratievergoeding.

  • 2.

    De assetmanager gebiedsbeheer en leefbaarheid is bevoegd om verkeersbesluiten te nemen.

  • 3.

    Het afdelingshoofd BOR is bevoegd om, met inachtneming van het in bijlage 7 vermelde externe mandaat aan Parkeren Delft BV, ontheffingen in het kader van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 te verlenen.

Privaatrecht

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in bijlage 1 en 2 is voor de afdeling BOR / Realisatie het mandaat ten behoeve van opdrachtverstrekking als volgt belegd:

    • a.

      De gemeentedirecteur Ruimte & Economie mag besluiten tot (Europese) aanbestedingsprocedures en opdrachten verstrekken en/ of verplichtingen aangaan voor een dienst of levering met een waarde tot € 1.000.000,--;

    • b.

      De assetmanager mag opdrachten verstrekken en/of verplichtingen aangaan:

      • i.

        voor een dienst of levering met een waarde tot € 30.000,--

      • ii.

        voor een werk met een waarde tot € 100.000,--

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in bijlage 1 en 2 zijn het afdelingshoofd Vastgoed en Facilitair en de gemeentedirecteur Ruimte & Economie bevoegd tot:

    • a.

      het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten ter verwerving of ruil van onroerende zaken, met een maximum van € 150.000,-- en/of een oppervlakte van 200 m2, conform het geldende grondbeleid en voor zover er een toereikend bedrag in de begroting is opgenomen. Hierbij zijn de op dat moment geldende Algemene Voorwaarden van de gemeente Delft voor de verkoop van een registergoed van toepassing;

    • b.

      het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten ter uitgifte van onroerende zaken, met een maximum van € 150.000,-- en/of een oppervlakte van 200 m2, conform het geldende grondbeleid. Hierbij zijn de op dat moment geldende Algemene Voorwaarden van de gemeente Delft voor de verkoop van een registergoed van toepassing.

  • Hierbij geldt dat:

    • i.

      het afdelingshoofd bevoegd is tot een bedrag van € 100.000,--

    • ii.

      de gemeentedirecteur bevoegd is bij bedragen tussen € 100.000,-- en € 150.000,--.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in bijlage 1 en 2 zijn het afdelingshoofd Vastgoed en Facilitair en de gemeentedirecteur Ruimte & Economie bevoegd tot het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten ter verwerving of uitgifte van zakelijke rechten op onroerende zaken, waaronder het recht van opstal en erfdienstbaarheden, met een maximum waarde van € 150.000,-- en/of een oppervlakte van 200 m2 en voor zover er een toereikend bedrag in de begroting is opgenomen.

    Hierbij geldt dat:

    • i.

      het afdelingshoofd bevoegd is tot een bedrag van € 100.000,--

    • ii.

      de gemeentedirecteur bevoegd is bij bedragen tussen € 100.000,-- en € 150.000,--.

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in bijlage 1 en 2 is het afdelingshoofd Vastgoed en Facilitair bevoegd tot:

    • a.

      de uitgifte van gronden in erfpacht tot een oppervlakte van 200 m2 conform de geldende Nota Erfpacht en de geldende Algemene Erfpachtvoorwaarden, voor zover een toereikend bedrag in de begroting is opgenomen;

    • b.

      het uitoefenen van alle bijbehorende bevoegdheden voor gronden die in erfpacht zijn uitgegeven tot een oppervlakte van 200 m2, met inachtneming van de toepasselijke erfpachtvoorwaarden en de op dat moment geldende Nota Erfpacht. Hieronder wordt ook verstaan het herzien van de grondwaarden, het geven van toestemming voor omzetting van erfpacht in eigendom met toepassing van de dan geldende algemene verkoopvoorwaarden van de gemeente Delft en het beëindigen van de erfpacht.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in bijlage 1 en 2 is het afdelingshoofd Vastgoed en Facilitair bevoegd tot:

    • a.

      het aangaan en ondertekenen van huurovereenkomsten voor de verhuur en verpachting van gemeentelijk vastgoed tot een oppervlakte van 200 m2, voor zover dit valt binnen het vastgestelde beleid en dit is voorzien in de begroting;

    • b.

      het aangaan en ondertekenen van huurovereenkomsten voor de aanhuur van vastgoed tot een oppervlakte van 200 m2 voor een maximale duur van 5 jaar, enkel voor zover dit voorzien is in de begroting;

    • c.

      het tijdelijk om-niet in gebruik geven van onroerend goed tot een oppervlakte van 200 m2 met een maximale duur van 5 jaar, slechts in afwachting van een duurzame ontwikkeling op de locatie;

    • d.

      het (doen) uitoefenen van stemrecht in een Vereniging van Eigenaren waarbij al dan niet financiële verplichtingen worden aangegaan, voor zover daartoe reeds een toereikend bedrag in de begroting is opgenomen;

    • e.

      het aangaan, wijzigen, beëindigen, ondertekenen en verlengen (onder dezelfde voorwaarden) van overeenkomsten ten behoeve van gemeentelijk kostenverhaal zoals anterieure en posterieure overeenkomsten, nadat het college heeft ingestemd met de inhoud hiervan;

    • f.

      het aangaan, wijzigen, beëindigen, ondertekenen en verlengen (onder dezelfde voorwaarden) van overeenkomsten zoals samenwerkingsovereenkomsten, intentieovereenkomsten en reserveringsovereenkomsten, steeds na instemming van het college met de inhoud;

    • g.

      het ondertekenen van notariële aktes ter uitvoering van eerder aangegane overeenkomsten, inclusief het verlenen van volmacht aan de medewerkers van het betreffende notariskantoor om dit namens de gemeente te doen. Hierbij geldt dat deze bevoegdheid ook mag worden uitgeoefend door de juristen van afdeling Vastgoed en Facilitair.

  • 6.

    Het afdelingshoofd Vastgoed en Facilitair is bevoegd tot alle bevoegdheden die uit de toegepaste algemene voorwaarden volgen waaronder:

    • a.

      het vorderen van een vergoeding voor het reserveren van grond;

    • b.

      het eisen van het storten en tevens restitueren van de waarborgsom;

    • c.

      het verlenen van ontheffing van inrichtingsplicht;

    • d.

      het opleggen van een gedoogplicht ten behoeve van kabels en leidingen;

    • e.

      het vaststellen van de schadevergoeding;

    • f.

      het vaststellen van de wijze van beschoeiing;

    • g.

      het in gebreke stellen.

  • 7.

    Het afdelingshoofd Ruimte en Economie Advies is bevoegd tot:

    • a.

      het aangaan van planschadeafwentelingsovereenkomsten ex artikel 6.4a Wro ten behoeve van verhaal van de eventueel uit een planologische wijziging voorvloeiende schade als bedoeld in artikel 6.1 Wro;

    • b.

      het aangaan van kostenverhaalovereenkomsten ex artikel 6.17 Wro.

  • 8.

    De (project)manager Nieuw Delft, en – bij afwezigheid – zijn vervanger is bevoegd tot het verrichten van handelingen in het kader van de voorbereiding en uitvoering van door het project te nemen besluiten in het kader van de gebiedsontwikkeling Nieuw Delft, te weten:

    • a.

      aanbesteding van alle diensten en werken nodig voor de gebiedsontwikkeling Nieuw-Delft en de realisatie van het bouwrijp maken van de uit te geven velden, de realisatie van het park op het dak van de spoortunnel en de inrichting van de openbare ruimte in het kader van de gebiedsontwikkeling Nieuw Delft voor een dienst, levering of werk tot aan de drempelbedragen voor een Europese aanbestedingsprocedure;

    • b.

      het aangaan van overeenkomsten namens de gemeente Delft voor grondtransacties, die nodig zijn in het kader van de uitvoering van het project Nieuw Delft tot een bedrag van € 150.000,--. Het betreft gronden die gelegen zijn binnen de projectgrens van Nieuw Delft, alsmede alle uitvoeringshandelingen, die uit de grondtransacties voortvloeien.

  • Hierbij geldt dat de gemeentedirecteur Ruimte & Economie instructies kan geven voor het gebruik van de bevoegdheden die conform dit artikel zijn gemandateerd of beperkingen kan opleggen aan de mandaten genoemd onder a. en b.

  • 9.

    De programmadirecteur Schieoevers, en – bij afwezigheid – zijn vervanger is bevoegd tot het verrichten van handelingen in het kader van de voorbereiding en uitvoering van door het project te nemen besluiten in het kader van de gebiedsontwikkeling Schieoevers, te weten:

    • a.

      aanbesteding van alle diensten, leveringen en werken nodig voor de realisatie van het bouwrijp maken en de inrichting van de openbare ruimte in het kader van de gebiedsontwikkeling Schieoevers voor een dienst, levering of werk tot aan de drempelbedragen voor een Europese aanbestedingsprocedure;

    • b.

      het aangaan van overeenkomsten namens de gemeente Delft voor grondtransacties, die nodig zijn in het kader van de uitvoering van het project Schieoevers tot een bedrag van € 150.000,--. Het betreft gronden die gelegen zijn binnen de projectgrens van Schieoevers, alsmede alle uitvoeringshandelingen, die uit de grondtransacties voortvloeien.

  • Hierbij geldt dat de gemeentedirecteur Ruimte & Economie instructies kan geven voor het gebruik van de bevoegdheden die conform dit artikel zijn gemandateerd of beperkingen kan opleggen aan de mandaten genoemd onder a. en b.

Portefeuille Samenleving en Veiligheid

 

Publiekrecht

  • 1.

    De secretaris van de Adviescommissie Omgevingskwaliteit is bevoegd te toetsen of een bouwplan voor een licht omgevingsvergunningplichtig bouwwerk voldoet aan de sneltoetscriteria uit de Welstandsnota en daarover advies uit te brengen aan het college.

  • 2.

    De juridisch adviseur Sociaal Domein is bevoegd tot het voeren van correspondentie inzake het proces en het vragen van externe adviezen inzake de behandeling van de bezwaarschriften tegen besluiten op een aanvraag van een urgentieverklaring in het kader van de Huisvestingsverordening.

  • 3.

    De regisseur uitgaande subsidies is bevoegd tot het geven van gelegenheid tot aanvulling of verbetering van aanvragen en/of verantwoordingen, het verlenen van uitstel voor indienen van aanvragen en/of verantwoordingen, het rappelleren voor indienen van verantwoording, het opschorten van beslistermijnen en het doen van een mededeling als bedoeld in artikel 4:14 Awb.

  • 4.

    De procesondersteuner wettelijke taken is bevoegd om aanvragen te doen ten behoeve van onderzoek in het kader van de Wet kinderopvang.

  • 5.

    De leerplichtambtenaar is bevoegd tot besluiten op aanvragen als bedoeld in de artikelen 3a, 3b en 15 van de Leerplichtwet.

  • 6.

    De senioren en coördinatoren van de afdeling Bouw en Bijzonder Onderzoek (BBO) zijn in het kader van vergunningverlening, toezicht en (bestuursrechtelijke) handhaving ieder afzonderlijk bevoegd namens het college besluiten te nemen en handelingen te verrichten ter uitvoering van het bepaalde bij of krachtens de Algemene wet bestuursrecht, Gemeentewet, Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft, Woningwet, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet ruimtelijke ordening, Wet basisregistratie adressen en gebouwen, Huisvestingswet 2014, Wet veiligheidsregio’s, Omgevingswet, Wet kwaliteitsborging, Reclameverordening, Bomenverordening, als deze taakuitoefening organisatorisch is opgedragen aan de afdeling BBO en de bevoegdheid niet is voorbehouden aan (leden van) het college of de functionarissen en personen genoemd in de bijlagen 2, 3, 4, 6 en 7.

  • 7.

    De inspecteurs binnendienst en buitendienst van de afdeling Bouw en Bijzonder Onderzoek (BBO) zijn ieder afzonderlijk bevoegd tot het doen van een verzoek om aanvulling van de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede het uitoefenen van de bevoegdheden genoemd in artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht, ter uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Omgevingswet, Wet kwaliteitsborging en de daarbij behorende algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen, als deze taakuitoefening organisatorisch is opgedragen aan de afdeling BBO.

  • 8.

    De senioren van de afdeling Toezicht en Handhaving (T&H) zijn in het kader van vergunningverlening ieder afzonderlijk bevoegd namens het college of burgemeester besluiten te nemen en handelingen te verrichten ter uitvoering van het bepaalde bij of krachtens de Algemene wet bestuursrecht, Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft, Afvalstoffenverordening en Reclameverordening, als deze taakuitoefening organisatorisch is opgedragen aan de afdeling T&H en de bevoegdheid niet is voorbehouden aan de burgemeester, (leden van) het college of de functionarissen en personen genoemd in de bijlagen 2, 3, 4, 6 en 7.

  • 9.

    De senioren van de afdeling Toezicht en Handhaving (T&H) zijn in het kader van toezicht en (bestuursrechtelijke) handhaving ieder afzonderlijk bevoegd namens het college of burgemeester besluiten te nemen en handelingen te verrichten ter uitvoering van het bepaalde bij of krachtens de Gemeentewet, Algemene wet bestuursrecht, Algemene Plaatselijke Verordening Delft voor Delft, Drank- en Horecaverordening, Afvalstoffenverordening, Verordening ontheffingverlening autoluw-plusgebied, Wet op de Kansspelen en Reglement verkeersregels en verkeerstekens, als deze taakuitoefening organisatorisch is opgedragen aan de afdeling T&H en de bevoegdheid niet is voorbehouden aan de burgemeester, (leden van) het college of de functionarissen en personen genoemd in de bijlagen 2, 3, 4, 6 en 7.

  • 10.

    De senioren en de (adjunct) Havenmeester van de afdeling Toezicht en Handhaving (T&H) zijn in het kader van vergunningverlening, toezicht en (bestuursrechtelijke) handhaving ieder afzonderlijk bevoegd namens het college besluiten te nemen en handelingen te verrichten ter uitvoering van het bepaalde bij of krachtens de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, de Wrakkenwet, de Scheepsvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement en de Verordening openbaar gemeentewater Delft, als deze taakuitoefening organisatorisch is opgedragen aan de afdeling T&H en de bevoegdheid niet is voorbehouden aan (leden van) het college of de functionarissen en personen genoemd in de bijlagen 2, 3, 4, 6 en 7.

  • 11.

    De senioren en coördinatoren van de afdelingen Bouw en Bijzonder Onderzoek (BBO) en Toezicht en Handhaving (T&H) zijn ieder afzonderlijk bevoegd tot het vaststellen van de hoogte van de verschuldigde kosten voor de toepassing van bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:25, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en het beslissen over de invordering van een verbeurde dwangsom als bedoeld in artikel 5:37, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, als deze taakuitoefening organisatorisch is opgedragen aan de afdeling BBO of T&H.

  • 12.

    De procesregisseur Veiligheidshuis, informatiecoördinator Veiligheidshuis en de ketenregisseur jeugdcriminaliteit en overlast van de afdeling Veiligheid Advies zijn ieder afzonderlijk bevoegd tot het doen van uitnodigingen voor bijeenkomsten, hoorzittingen en dergelijke en het nemen van besluiten in het kader van de Wet bescherming persoonsgegevens en het melden van gegevensverwerkingen bij het College bescherming persoonsgegevens, ter uitvoering van Persoonlijke aanpak Delft (PAD) van het Veiligheidshuis en complexe casuïstiek 0-100 jaar.

  • 13.

    Het afdelingshoofd Erfgoed en de medewerkers II en III van de afdeling Erfgoed zijn ieder afzonderlijk bevoegd om beslissingen te nemen in het kader van hoofdstuk 5 (Archeologische monumentenzorg) en hoofdstuk 9 (Overgangsrecht) van de Erfgoedwet.

Portefeuille Bestuur

 

Publiekrecht

  • 1.

    Het afdelingshoofd Juridische Zaken is bevoegd secretarissen als bedoeld in de Verordening behandeling bezwaarschriften aan te wijzen.

  • 2.

    Het afdelingshoofd Juridische Zaken is bevoegd besluiten te nemen in het kader van de Algemene verordening gegevensbescherming.

  • 3.

    De Functionaris Gegevensbescherming is bevoegd een vergunning, ontheffing en vrijstelling aan te vragen en meldingen te doen in het kader van de Algemene verordening gegevensbescherming, waaronder het doen van meldingen aan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).

  • 4.

    De projectmanager (HR21 functies Programmamanager I, Projectleider I, II, III IV) van de afdeling P&P mag, ongeacht welke portefeuille dit betreft, in het kader van opdrachten verstrekken en/of verplichtingen aangaan:

    • i.

      voor een dienst of levering met een waarde tot € 30.000,--

    • ii.

      voor een werk met een waarde tot € 100.000,-- .

Portefeuille Zelfstandige Bedrijfseenheden

 

Museum Prinsenhof

De directeur Museum Prinsenhof is bevoegd te besluiten tot aanvaarding of afwijzing van schenkingen bij leven, legaten en erfenissen van voorwerpen die een zekere culturele doch, individueel of tezamen, een getaxeerde financiële waarde hebben van ten hoogste € 100.000,- en van schenkingen bij leven, legaten en erfenissen van geldbedragen tot een bedrag van € 10.000,-.

 

 

Bijlage 6: Bevoegdheden die op grond van artikel 8 van de Algemene mandaatregeling gemeente Delft zijn gemandateerd aan de griffier

 

A. Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

 

Publiekrecht

  • 1.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet open overheid.

  • 2.

    Het nemen van besluiten in het kader van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

  • 3.

    Het aanvragen van subsidie bij andere overheden.

  • 4.

    Het afhandelen van klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Awb.

  • 5.

    Het nemen van besluiten op verzoeken om schadevergoeding (zelfstandig schadebesluit).

  • 6.

    Het besluiten tot vernietiging van archiefbescheiden.

  • 7.

    Het uitnodigen voor hoorzittingen en het horen in het kader van bezwaarschriftprocedures of administratieve beroepsprocedures in gevallen waarin het horen niet is opgedragen aan een commissie als bedoeld in de artikelen 7:13 en 7:19 van de Awb.

Privaatrecht

 

Aanbestedingen

Het nemen van een besluit tot het volgen van een Europese, Nationaal openbare of Enkelvoudig of Meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure en het nemen van uitvoerings- en gunningsbesluiten in deze aanbestedingsprocedures.

 

Contracten

  • 1.

    Het aangaan van overeenkomsten, voor zover daartoe een toereikend bedrag op de begroting is opgenomen.

  • 2.

    Deze bevoegdheid wordt verder gemandateerd aan de ambtelijke secretaris van de Delftse rekenkamer voor zover het de Delftse rekenkamer betreft en met inachtneming van instructies van de penningmeester van de Delftse rekenkamer.

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

  • 1.

    Het beschikken over budgetten en het aangaan van financiële verplichtingen en rechten, voor zover daartoe een toereikend bedrag op de begroting is opgenomen.

  • 2.

    Het betaalbaar en/of invorderbaar stellen van ingekomen facturen voor leveringen en diensten.

  • 3.

    Het betalen en invorderen van facturen en het treffen van maatregelen ter invordering van achterstallige betalingen aan de gemeente.

  • 4.

    Deze bevoegdheden worden verder gemandateerd aan de ambtelijke secretaris van de Delftse rekenkamer voor zover het de Delftse rekenkamer betreft en met inachtneming van instructies van de penningmeester van de Delftse rekenkamer.

Administratiefrechtelijke, civiele en strafrechtelijke procedures

  • 1.

    Het besluit om namens de gemeente of het gemeentebestuur een civielrechtelijke procedure te starten (bodemprocedure of in kort geding), en/of hoger beroep of cassatie aan te tekenen in civielrechtelijke procedures, inclusief het hiervoor benodigde procesbesluit en het verstrekken van de daarbij horende volmacht.

  • 2.

    Het besluit om namens de gemeente of het gemeentebestuur bezwaar te maken of (administratief) beroep in een administratiefrechtelijke procedure aan te tekenen, dan wel het besluit om hoger beroep in te stellen of een verzoek om (wijziging of opheffing van) een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen namens de gemeente of het gemeentebestuur in administratiefrechtelijke procedures.

  • 3.

    Het naar voren brengen van zienswijzen of bedenkingen voor zover daartoe ingevolge een wettelijk voorschrift voor de gemeente of het gemeentebestuur de mogelijkheid bestaat.

Machtiging

  • 1.

    Het vertegenwoordigen van de gemeente inzake alle buitengerechtelijke rechtshandelingen, voor zover betrekking hebbend op aangelegenheden die de griffie betreffen.

  • 2.

    Deze bevoegdheid wordt verder gemandateerd aan de ambtelijke secretaris van de Delftse rekenkamer voor zover het de Delftse rekenkamer betreft en met inachtneming van instructies van de penningmeester van de Delftse rekenkamer.

B. Personeelsaangelegenheden

 

Niet van toepassing.

 

C. Overige aangelegenheden

  • 1.

    Het voldoen aan voorschriften van rijks- en provinciale bijdrageregelingen en daarmee vergelijkbare regelingen.

  • 2.

    Het verrichten van handelingen in het kader van de voorbereiding van door de gemeenteraad te nemen besluiten.

  • 3.

    Het beantwoorden van verzoeken om informatie en het deelnemen aan enquêtes e.d.

  • 4.

    Het uitnodigen voor bijeenkomsten en hoorzittingen anders dan hiervoor bedoeld onder Publiekrecht, nummer 7.

Bijlage 7: Bevoegdheden die op grond van artikel 9 van de Algemene mandaatregeling gemeente Delft zijn gemandateerd aan externe partijen

 

A. Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling

  • 1.

    De directeur en medewerkers van de Stichting fonds vrijwillig vervroegd uittreden overheidspersoneel is bevoegd de aanvullende FPU-uitkering toe te kennen, te verminderen en te beëindigen.

  • 2.

    De directeur en medewerkers van Loyalis Maatwerkadministratie zijn bevoegd de regeling omtrent bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen (bijlage 6c bij de CAO gemeente-ambtenaren) en de regeling suppletieregeling (bijlage 6e) toe te passen.

  • 3.

    De directeur en medewerkers van Loyalis Maatwerkadministratie zijn bevoegd individuele ontslaguitkeringen toe te kennen, te verminderen en te beëindigen.

  • 4.

    De directeur en medewerkers van Stichting Pensioenfonds ABP zijn bevoegd de verordening regelende de toekenning van uitkering en pensioen aan gewezen wethouders van gemeente Delft en hun nabestaanden toe te passen.

B. Verzekeringen

De directeur en medewerkers van de betreffende verzekeringsmaatschappij waarmee een overeenkomst is aangegaan, is bevoegd tot het voeren van buitengerechtelijke handelingen in het kader van schadezaken, conform de polisvoorwaarden.

 

C. Huisvestingsverordening

  • 1.

    De directeuren van de Delftse woningcorporaties zijn bevoegd te beslissen op een aanvraag om huisvestingsvergunning voor een corporatiewoning.

  • 2.

    De directeuren van de Delftse woningcorporaties zijn bevoegd tot alle voorbereidende handelingen ten zien van het afhandelen van een urgentieaanvraag als bedoeld in de Huisvestingswet en de daarop gebaseerde regelgeving. Hierbij is ondermandaat door de directeuren aan medewerkers binnen de woningcorporaties toegestaan.

D. Aanwijzing toezichthouders brandveiligheid

De Regionaal brandweercommandant van de Veiligheidsregio Haaglanden is bevoegd toezichthouders aan te wijzen belast met het toezicht op de naleving van regelgeving en voorschriften betrekking hebbend op de brandveiligheid, waaronder de betreffende bepalingen in de APV, de Woningwet en het Besluit BGBOP.

 

E. Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten

De directeur en medewerkers van Loyalis zijn bevoegd toepassing te geven aan de bepalingen in de Wet Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) met betrekking tot re-integratie, het toepassen van sancties en het in dit verband voeren van bezwaar- en beroepsprocedures, ten aanzien van verzekerde WGA-gerechtigden in het algemeen dan wel per geval, na het ontslag van de werknemer.

 

F. Parkeerregulering, ontheffingen ex artikel 87 RVV, ontheffingen autoluw-plusgebied en toepassing BABW

Aan de Directeur van Parkeren Delft BV wordt met de mogelijkheid om ondermandaat te verlenen de bevoegdheid toegekend om:

  • 1.

    besluiten te nemen op grond van de Parkeerverordening Delft 2018 betrekking hebbend op vergunningen voor een belanghebbendenplaats, parkeervergunningen en toepassing te geven aan alle overige bevoegdheden die het college heeft in het kader van de Parkeerverordening Delft 2018, voor zover dit behoort tot het werkveld van Parkeren Delft BV;

  • 2.

    ontheffingen te verlenen van de in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) genoemde bepalingen van het RVV, inclusief de bevoegdheid om deze ontheffingen in te trekken, te wijzigen dan wel nadere regels te stellen met betrekking tot het verlenen van de ontheffingen en toepassing te geven aan alle overige bevoegdheden die het college op grond van de van toepassing zijnde regelgeving heeft in het kader van het verlenen van ontheffingen ingevolge artikel 87 RVV, voor zover dit behoort tot het werkveld van Parkeren Delft BV;

  • 3.

    ontheffingen te verlenen in het kader van de Verordening ontheffingverlening autoluw-plusgebied, inclusief de bevoegdheid om deze ontheffingen in te trekken, te schorsen, te wijzigen dan wel daaraan nadere voorwaarden te verbinden of nadere regels te stellen met betrekking tot het verlenen van de ontheffingen en toepassing te geven aan alle overige bevoegdheden die het college op grond van de Verordening ontheffingverlening autoluw-plusgebied heeft, voor zover dit behoort tot het werkveld van Parkeren Delft BV;

  • 4.

    besluiten te nemen omtrent het verstrekken en ongeldig verklaren van gehandicaptenparkeerkaarten, inclusief het uitgeven van duplicaten en het bestellen en in ontvangstnemen van gehandicaptenparkeerkaarten.

Bij de uitoefening van deze bevoegdheden vindt besluitvorming onder 1 en 2 zo nodig plaats in overleg met portefeuille Ruimte en Economie.

 

G. Verkeersbesluit Milieuzone Delft

De Algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is bevoegd tot het verlenen van ontheffingen inclusief alle voorbereidende handelingen ten aanzien van een ingestelde milieuzone voor zover passend binnen de Beleidsregels ontheffingverlening milieuzone Delft 2020. Hierbij is ondermandaat aan de onder de Algemeen directeur ressorterende functionarissen toegestaan.

 

H. Gemeenschappelijke regeling Servicebureau Haaglanden H10

Aan de Directeur van het inkoopbureau H-10 en diens door het bestuur van het inkoopbureau aangewezen plaatsvervanger wordt de bevoegdheid toegekend om:

  • 1.

    te beslissen over de gunning, het aangaan, wijzigen of opzeggen van overeenkomsten voor de inkoop van jeugdhulp, alsmede voor het aangaan, wijzigen of opzeggen van de overeenkomsten voor jeugdbescherming of jeugdreclassering;

  • 2.

    namens de gemeente overeenkomsten te ondertekenen voor de inkoop van jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering.

I. Zorg, jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning

Aan de directeur van Delft Support BV wordt met de mogelijkheid om ondermandaat te verlenen aan de manager Wmo, de manager Jeugd en de manager Sociaal Team de bevoegdheid toegekend om:

  • 1.

    te beslissen op aanvragen op basis van de Jeugdwet en de verordening Jeugdwet, inclusief de bijbehorende voorbereidingshandelingen;

  • 2.

    een voorziening of pgb op basis van de Jeugdwet en de verordening Jeugdwet te herzien, in te trekken of terug te vorderen;

  • 3.

    adviseurs in te schakelen bij onderzoek en/of het behandelen van een aanvraag op grond van de van toepassing zijnde regelgeving;

  • 4.

    periodiek overleg te voeren en te controleren in verband met de naleving van kwaliteitseisen, klachtenregelingen en medezeggenschap van cliënten bij zorgaanbieders;

  • 5.

    te verzoeken om een machtiging te verlenen op grond van de Jeugdwet voor gesloten jeugdhulp en daarbij het college te vertegenwoordigen;

  • 6.

    te adviseren en voorbereidend werk te verrichten omtrent het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart en indien nodig, (externe) adviseurs in te schakelen bij het onderzoek en/of het behandelen van de aanvraag;

  • 7.

    te beslissen op aanvragen op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de verordening Wmo en beleidsregels Maatschappelijke ondersteuning voor dak- en thuislozen;

  • 8.

    te beschikken op grond van de Wmo en verordening Wmo op grond van de door de regiogemeenten (Westland, Pijnacker-Nootdorp en Midden-Delfland) afgegeven mandaten aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft ten aanzien van beschermd wonen.

Ten aanzien van de bevoegdheden onder 5, 7 en 8 is uitgezonderd van dit mandaat: het beslissen op bezwaarschriften en het instellen van beroep.

 

J. Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

  • 1.

    De directeur van Delft Support BV is bevoegd voorbereidingshandelingen te treffen voor het nemen van besluiten in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).

  • 2.

    De directeur van Delft Support BV is bevoegd besluiten te nemen op basis van de Wvggz.

  • 3.

    De directeur van Khonraad Software is bevoegd om voorbereidingstaken uit te voeren in het kader van de Wvggz.

K. Wet Basisregistratie Personen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag is, met de mogelijkheid van ondermandaat aan medewerkers van THIC (The Hague International Centre), bevoegd om alle in de Wet Basisregistratie Personen aan het college van de gemeente Delft opgelegde taken uit te voeren voor zover deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de overeenkomst tussen de gemeente Delft en de gemeente Den Haag.

 

L. Centrumregeling Samenwerking gemalendiensten (NAD)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pijnacker-Nootdorp is, met de mogelijkheid van ondermandaat, bevoegd om alle privaatrechtelijke handelingen te verrichten voor de uitvoering van de taken op grond van de Centrumregeling Samenwerking gemalendiensten.

 

M. Participatiewet, inkomens ondersteuning en arbeidsinschakeling

  • 1.

    Aan de directeur van Delft Support BV wordt met de mogelijkheid om ondermandaat te verlenen aan de manager Wmo, de manager Jeugd en de manager Sociaal Team, en aan de directeur van Werkse! wordt met de mogelijkheid om ondermandaat te verlenen aan de Business Unit Manager Werk & Participatie, de manager team werk, de manager team Participatie en de manager WSP de bevoegdheid toegekend om:

    • a.

      te beslissen op aanvragen op basis van de Participatiewet (en Wet, werk en bijstand), inclusief de op die wet gebaseerde verordeningen en beleidsregels en het Bbz;

    • b.

      beschikkingen te geven met betrekking tot de “participatieladder” (betreffende arbeidsinschakeling).

  • 2.

    Aan de directeur van Delft Support BV wordt met de mogelijkheid om ondermandaat te verlenen aan de manager Wmo, de manager Jeugd en de manager Sociaal Team de bevoegdheid toegekend om: te beschikken op aanvragen om een verstrekking in het kader van lokale inkomensondersteunende regelingen.

  • 3.

    Aan de directeur van Werkse! wordt met de mogelijkheid om ondermandaat te verlenen aan de Business Unit Manager Werk & Participatie, de manager team werk, de manager team Participatie en de manager WSP de bevoegdheid toegekend om:

    • a.

      beslissingen te nemen omtrent indienstneming van personen als bedoeld in artikel 2 van de Wet sociale werkvoorziening;

    • b.

      de dienstbetrekking te beëindigen van personen als bedoeld in artikel 6 van de Wet sociale werkvoorziening;

    • c.

      te beslissen op aanvragen om indicatiestelling als bedoeld in artikel 11 van de Wet sociale werkvoorziening.

  • 4.

    Aan de directeur van Werkse! wordt met de mogelijkheid om ondermandaat te verlenen aan de Business Unit Manager Werk & Participatie, de manager team werk, de manager team Participatie en de manager WSP de bevoegdheid toegekend om: beschikkingen te nemen op grond van de IOAZ en IOAW, inclusief de op de IOAZ en IOAW gebaseerde verordeningen en beleidsregels.

  • 5.

    Aan de directeur van Werkse! wordt met de mogelijkheid om ondermandaat te verlenen aan de Business Unit Manager Werk & Participatie, de manager team werk, de manager team Participatie en de manager WSP de bevoegdheid toegekend om: een scholingsovereenkomst te sluiten met zelfmelders als bedoeld in de nota Volwasseneneducatie 2013.

  • 6.

    Aan de directeur van Werkse! wordt met de mogelijkheid om ondermandaat te verlenen aan de Business Unit Manager Werk & Participatie, de manager team werk, de manager team Participatie en de manager WSP de bevoegdheid toegekend om: besluiten te nemen in het kader van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

N. Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden (ODH)

Aan de directeur van de Omgevingsdienst Haaglanden wordt mandaat verleend om namens het college de bevoegdheden uit te oefenen zoals aangegeven in het Mandaatbesluit Omgevingsdienst Haaglanden.

 


1

Subsidies tussen € 10.000,-- en € 100.000,-- moeten worden besproken met de portefeuillehouders