Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Subsidieregeling Pilot Npo Den Haag 2022 - 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Pilot Npo Den Haag 2022 - 2023
CiteertitelSubsidieregeling Pilot Npo Den Haag 2022-2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpSubsidieregeling Pilot Npo Den Haag 2022-2023

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-202231-12-2024nieuwe regeling

30-08-2022

gmb-2022-400754

RIS313022 OCW/10349400

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Pilot Npo Den Haag 2022 - 2023

 

Toelichting

 

Subsidieregeling Pilot Nationaal programma onderwijs (Npo) Den Haag 2022-2023 biedt kindercentra de mogelijkheid subsidie aan te vragen voor activiteiten die in samenwerking met een basisschool ontwikkeld zijn en die gericht zijn op het stimuleren van de brede ontwikkeling van kinderen in de basisschoolleeftijd, in het bijzonder voor kinderen die door de coronapandemie achterstanden hebben opgelopen.

In de commissiebrief over de inzet van de gemeente in het Npo, actielijn 2.1 is aangegeven om pilots te organiseren op het gebied van buitenschoolse opvang, uit te voeren door kindercentra in nauwe samenwerking met enkele Haagse scholen in het primair onderwijs met een groot aandeel doelgroepkinderen (RIS310172).

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

gelet op:

 

  • -

    artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,

 

besluit:

vast te stellen de Subsidieregeling Pilot Npo Den Haag 2022-2023.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

- ASV:

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

- Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

- basisschool:

school als bedoeld in artikel 1 van de WPO;

- buitenschoolse opvang:

opvang voor schoolgaande kinderen in een kindercentrum zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, sub b Wet kinderopvang;

- houder:

de houder als bedoeld in artikel 1 van de Wet kinderopvang, die een kindercentrum exploiteert;

- gemiddelde leerlingscore

De OA-score van een school gedeeld door het aantal leerlingen van de school;

- kindercentrum:

kindercentrum als bedoeld in de Wet kinderopvang;

- kinderopvangtoeslag:

een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, in de kosten van de kinderopvang;

- Onderwijsloket:

digitaal loket als bedoeld in artikel 1.1 van de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019;

- OA:

onderwijsachterstand;

- OA score:

score van een school op basis van het aantal kinderen met een risico op onderwijsachterstand op basis van een aantal omgevingskenmerken, conform de definitie en berekeningen door het Centraal Bureau voor de Statistiek.

 

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidieregeling is om leerlingen in de basisschoolleeftijd een toegankelijk en innovatief buitenschools aanbod te bieden gericht op de vergroting van het algemeen welbevinden en het aanpakken van de leer- en ontwikkelvertraging die leerlingen hebben opgelopen door de coronamaatregelen.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is om de kansengelijkheid voor alle Haagse kinderen te verbeteren, zodat zij hun potentieel optimaal kunnen benutten en later succesvol deel kunnen nemen aan de maatschappij.

 

Artikel 1:4 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor buitenschoolse activiteiten voor 6 uur per week gedurende minimaal 40 weken, die op basis van een door kindercentrum en basisschool gezamenlijk onderschreven plan zijn ontwikkeld.

  • 2.

    De activiteiten, zoals bedoeld in het eerste lid:

    a. worden uitgevoerd buiten schooltijd en dus conform de Wet kinderopvang, onder verantwoordelijkheid van de houder;

    b. zijn ook gericht op het bereiken en stimuleren van de deelname van kinderen met achterstanden;

    c. sluiten aan op de vraag en behoefte van kinderen en hun ouders;

    d. bevatten een plusprogramma dat gericht is op het stimuleren van de brede ontwikkeling van kinderen in de basisschoolleeftijd, in het bijzonder van kinderen die door de coronapandemie achterstanden hebben opgelopen;

    e. zijn gericht op groepen kinderen (afzonderlijke klassen, een bouw, of de gehele schoolpopulatie);

    f. sluiten zoveel mogelijk aan op bestaande faciliteiten of activiteiten in de buurt.

 

Artikel 1:5 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een in Den Haag gevestigde houder die in samenwerking met een basisschool de buitenschoolse activiteiten gaat aanbieden.

  • 2.

    Alleen houders die in 2023 subsidie hebben ontvangen, komen in aanraking om subsidie aan te vragen voor 2024.

 

Artikel 1:6 Kosten dievoor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.

  • 2.

    Voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de vergoeding van maximaal 6 uur buitenschoolse opvang per kind per week gedurende minimaal 40 weken voor ouders die geen recht op kinderopvangtoeslag hebben, gebaseerd op de maximale uurprijs als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a van het Besluit kinderopvangtoeslag;

    b. de kosten van werkzaamheden gericht op toeleiding en ondersteuning van ouders;

    c. de ontwikkelkosten in 2023 van programmering en samenwerking met school en partijen in de buurt tot een maximum van € 20.000,-;

    d. extra activiteitenkosten, gericht op een plusprogramma, niet zijnde de reguliere activiteiten van het kindercentrum; en

    e. de BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.

  • 3.

    De kosten voor activiteiten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd, komen niet voor subsidie in aanmerking.

 

Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal €161.264,- per aanvraag voor 2023 en €141.264,- per aanvraag voor 2024.

 

Artikel 1:8 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor 2023 een subsidieplafond van € 800.000,-.

  • 2.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor 2024 een subsidieplafond van € 700.000,-.

  • 3.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

 

Artikel 1:9 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking tot het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als eerste wordt subsidie verstrekt aan een houder die een samenwerking aangaat met een school met de hoogste gemiddelde leerlingscore met drempel.

  • 3.

    Daarna wordt subsidie verstrekt op volgorde van de aanvraag waarbij de houder een samenwerking aangaat met een school met de op-één-na-hoogste gemiddelde leerlingscore, totdat maximaal 5 aanvragen zijn gehonoreerd.

  • 4.

    Als het subsidieplafond wordt overschreden door aanvragen ten behoeve van een samenwerking tussen houders en scholen met gelijke gemiddelde leerlingscores met drempel, stelt het college de rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

  • 5.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

 

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

 

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie wordt digitaal ingediend via het Onderwijsloket met behulp van het bijbehorend digitaal aanvraagformulier.

  • 2.

    De aanvraag bevat een plan waarin ten minste is opgenomen:

    a. een beschrijving van de activiteiten;

    b. de relatie tussen de activiteiten en de in de regeling gestelde doelen (vergroting welbevinden, talentontwikkeling en bevordering participatie);

    c. de taakverdeling tussen het kindercentrum en de schoollocatie;

    d. een DAEB de-minimisverklaring.

  • 3.

    Voor het jaar 2023 wordt een aanvraag om een subsidie, in afwijking van artikel 9, tweede lid van de ASV, ingediend in het aanvraagtijdvak dat start op de dag na inwerkingtreding van deze subsidieregeling en duurt tot en met 30 oktober 2022.

  • 4.

    Voor het jaar 2024 wordt een aanvraag om een subsidie, in afwijking van artikel 9, tweede lid van de ASV, ingediend in het aanvraagtijdvak dat start op de dag na inwerkingtreding van deze subsidieregeling en duurt tot en met 30 oktober 2023.

 

Artikel 2:2 Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 10, tweede lid, van de ASV 2020, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend.

 

Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden

 

Artikel 3:1 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV 2020 kan het college de subsidie weigeren als de school waarmee de

houder samenwerkt een leerlingscore met drempel van 0 of lager heeft in het jaar voorafgaand aan het aanvraagjaar.

 

Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling

 

Artikel 4:1 Verplichtingen

Onverminderd de artikelen 4:37 van de Awb en artikel 12 tot en met 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a. de subsidieontvanger is verplicht de kwaliteitseisen bij of krachtens de Wet kinderopvang na te leven, en;

    b. de subsidieontvanger neemt deel aan het leertraject (in de vorm van actieonderzoek) dat in het kader van deze pilot wordt ingericht en levert een bijdrage aan inhoudelijk onderzoek ten behoeve van monitoring en evaluatie;

    c. de subsidieontvanger stelt, op verzoek van het college, de ervaringen en ontwikkelde producten ter beschikking aan andere kindercentra, scholen, leerlingen, ouders en professionals.

 

Artikel 4:2 Bevoorschotting

Bevoorschotting vindt plaats met 100% van de verleende subsidie in één keer.

 

Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf

 

Artikel 5:1 Wijze van verantwoorden

In aanvulling op artikel 17, vierde en vijfde lid, van de ASV bevat de subsidieaanvraag tot vaststelling tevens:

  • a. een bestuursverklaring volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model;

    b. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV 2020;

    c. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag.

 

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

 

Artikel 6:1 Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling middels een tussenevaluatie in het eerste kwartaal van 2024 en een eindevaluatie eind 2025.

 

Artikel 6:2 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2022.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 31 december 2024.

 

Artikel 6:3 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Pilot Npo Den Haag 2022-2023.

 

Den Haag, 30 augustus 2022

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen