Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De in artikel 1 van de Verordening parkeerbelastingen en de in artikel 1 van de Parkeerverordening Katwijk opgenomen begrippen en omschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregels.
Artikel 2 Doel van regulering
Het primaire doel van regulering is om te kunnen sturen op ruimtegebruik: een eerlijke verdeling van de beschikbare (parkeer)ruimte. We geven prioriteit aan langzaam verkeer (fietsers en voetgangers) en aan een kwalitatieve verbetering van de openbare ruimte (zoals groen en spelen). We sturen met regulering op mobiliteitsgedrag en op autogebruik. Regulering ondersteunt daarmee de gewenste mobiliteitstransitie en woningbouwopgave.
Artikel 3 Kaders voor invoering van regulering
- 1.
Regulering bestaat uit de combinatie van betaald parkeren met parkeervergunningen voor belanghebbenden.
- 2.
De regels en voorwaarden van regulering sluiten zo veel mogelijk aan op de regels en voorwaarden zoals deze van toepassing zijn in bestaande gereguleerde gebieden.
- 3.
De reguleringstijden sluiten daarbij ook aan op die van (aangrenzende) bestaande gebieden, om een eventueel waterbedeffect tegen te gaan. Aanvullend gelden conform de Nota parkeerbeleid in woonwijken minimaal reguleringstijden van 18 tot 21 uur.
- 4.
Invoering van regulering wordt integraal benaderd vindt voornamelijk plaats op buurtniveau, niet op straatniveau. Daarbij streven we naar een aaneengesloten en een eenduidig gereguleerd gebied.
Artikel 4 Bepalen van gebied
- 1.
Het verantwoordelijke beleidscluster Beleid Fysieke Omgeving van de gemeente Katwijk doet een definitief voorstel voor het potentiële reguleringsgebied aan het college.
- 2.
Bepaling van het potentiële gebied vindt plaats op basis van gesprekken met direct belanghebbenden uit het gebied (bewoners en bedrijven) en deskundigen binnen de gemeente.
- 3.
Het college bepaalt, na het doorlopen van de in deze beleidsregels beschreven stappen, door het vaststellen van een wijziging van het vigerende Aanwijzingsbesluit parkeerbelastingen het definitieve reguleringsgebied. Het college informeert de raad over de wijziging.
Artikel 5 Directe aanwijzing, parkeerenquête en afweging
- 1.
Het college stelt ten aanzien van het potentiële reguleringsgebied vast of een parkeerenquête gehouden wordt, of dat een directe aanwijzing van een reguleringsgebied plaatsvindt.
- 2.
Op grond van één of meer van de volgende criteria kan het college besluiten tot een directe aanwijzing:
- a.
uit objectieve en representatieve parkeertellingen en waarnemingen op verschillende momenten in het desbetreffende gebied blijkt dat sprake is van aantoonbare overlast, te weten conform de Nota parkeerbeleid een parkeerdruk van meer dan 85% door parkeerders in het gebied;
- i.
de parkeerdruk is de verhouding tussen het aantal beschikbare parkeerplaatsen en het totaal aantal geparkeerde voertuigen in een gebied;
- ii.
de parkeerdruk wordt bepaald op basis van regelmatige metingen;
- iii.
de parkeerdruk is aantoonbaar met metingen een langere periode boven 85%;
- b.
er is structureel sprake van een onveilige situatie in het gebied, zoals parkeeroverlast met gevolgen voor bereikbaarheid van hulpdiensten;
- c.
er is sprake van nieuw- of verbouw, zoals het toevoegen van woningen, waardoor regulering gewenst of noodzakelijk is;
- d.
het verbeteren van de leefbaarheid of kwaliteit van de openbare ruimte in de buurt.
- 3.
Op grond van één of meer van de volgende criteria besluit het college om een parkeerenquête te houden:
- a.
de criteria zoals vermeld onder het tweede lid;
- b.
een naar verhouding breed gedragen verzoek van meerdere belanghebbenden, bestaande uit een lijst met handtekeningen van deze belanghebbenden.
- 4.
Het college weegt de onder het tweede en (indien van toepassing) derde lid opgenomen criteria in het te nemen besluit om al dan niet over te gaan tot regulering.
Artikel 6 Parkeerenquête
Als er wordt gekozen voor een parkeerenquête gelden de volgende voorwaarden:
- 1.
De uitslag van de parkeerenquête is één van de factoren die het college gebruikt in de afweging van het te nemen besluit om wel of niet regulering in te voeren, naast de criteria uit artikel 5 lid 2.
- 2.
Per adres wordt er slechts één exemplaar van de enquête ingevuld. De verwerking en de resultaten zijn anoniem.
- 3.
Minimaal 50% van de belanghebbenden dient te reageren. Bij een respons onder de 50% is de uitslag niet representatief, en weegt het college dit niet mee in het besluit om al dan niet te reguleren.
- 4.
Als minimaal 60% van de respondenten voor invoering van een reguleringsgebied is, ligt er een positief advies vanuit de buurt voor invoering van regulering. Het percentage van minimaal 60% wordt bepaald aan de hand van het aantal respondenten welke gereageerd heeft versus de positieve respondenten.
- 5.
Als minder dan 40% van de respondenten voor invoering van een reguleringsgebied is, ligt er een negatief advies vanuit de buurt voor invoering van regulering. Het percentage van minder dan 40% wordt bepaald aan de hand van het aantal respondenten welke gereageerd heeft versus de positieve respondenten.
- 6.
Als tussen de 40 en 60% van de respondenten voor invoering van een reguleringsgebied is, volgt een weging op basis van de in artikel 7 genoemde wegingsfactoren.
Artikel 7 Weging respons parkeerenquête
Als een weging wordt uitgevoerd op basis van het bepaalde in artikel 6 lid 6 van deze beleidsregels, gelden de volgende wegingsfactoren:
- 1.
Voor een adres met huishouden met parkeren op eigen terrein telt de stem voor 50% mee.
- 2.
Voor een adres met huishouden zonder parkeren op eigen terrein telt de stem voor 100% mee.
- 3.
Voor een adres met bedrijf/instelling met parkeren op eigen terrein wordt als volgt gewogen:
- a.
1 tot 5 medewerkers: stem telt voor 50% mee;
- b.
5 medewerkers of meer: stem telt voor 100% mee.
- 4.
Voor een adres met bedrijf/instelling zonder parkeren op eigen terrein wordt als volgt gewogen:
- a.
1 tot 5 medewerkers: stem telt voor 100% mee;
- b.
5 medewerkers of meer: stem telt voor 200% mee.
- 5.
Als toepassing van de wegingsfactoren er toe leidt dat alsnog 50% of meer voor invoering is, ligt er een positief advies vanuit de buurt voor invoering van regulering.
Artikel 8 Privacy
De persoonsgegevens, die het college ontvangt bij het houden van een parkeerenquête, zoals bedoeld in artikel 6 en 7 van deze beleidsregels, worden acht weken na besluitvorming door het college vernietigd.
Artikel 9 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.
Artikel 10 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als "Beleidsregels parkeerregulering Katwijk".