Organisatie | Kerkrade |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Kerkrade |
Citeertitel | Eenmalige energietoeslag gemeente Kerkrade |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Kerkrade
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2022 | 01-07-2023 | nieuwe regeling | 30-08-2022 | 22n00374 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade, gelet op:
titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 35 van de Participatiewet;
het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke
voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor een eenmalige
het daarom wenselijk is voor dit doel aanvullende beleidsregels vast te stellen op de
beleidsregels bijzondere bijstand Kerkrade;
vast te stellen de beleidsregels “Eenmalige energietoeslag gemeente Kerkrade”.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
b. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade;
c. peildatum: de aanvraagdatum van de energietoeslag;
d. referteperiode: periode van drie maanden voorafgaand aan de peildatum. Voor huishoudens met een eigen onderneming geldt dat deze hun inkomsten in eerste instantie aannemelijk kunnen maken op basis van de aangifte omzetbelasting van de drie maanden, dan wel het kwartaal, voorafgaand aan de peildatum;
e. adres: Is een adres volgens het BRP (Basisregistratie Personen, voorheen GBA-Gemeentelijke Basisadministratie – of bevolkingsregister);
f. onzelfstandige woonruimte: woning zonder eigen toegang, waarbij er sprake is van het delen van een of meerdere woonruimtes, zoals het delen van een woonkamer, keuken, douche en toilet.
Artikel 2: Doelgroep eenmalige energietoeslag
a. In het geval dat meerdere personen/huishoudens op één adres wonen, wordt de energietoeslag toegekend aan de persoon/huishouden welke op de peildatum de hoofdbewoner is.
b. Om als hoofdbewoner te kunnen worden aangemerkt, kan bij onduidelijkheid worden gevraagd om een kopie van het bankafschrift waarop de (laatste) termijnbetaling staat vermeld. Ook kan gevraagd worden naar het energiecontract voor het betreffende woonadres op de peildatum, dat de bewoner op zijn naam heeft staan.
a. Een huishouden heeft een laag inkomen als op de peildatum het inkomen niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm.
b. Huishoudens die zijn toegelaten tot schuldhulpverlening in een minnelijke schuldregeling bij de Kredietbank Limburg of een schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, komen eveneens voor de tegemoetkoming in aanmerking.
Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:
a. in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet;
b. Jongeren van 18 t/m 20 jaar komen niet in aanmerking, tenzij zij een bijstandsuitkering ontvangen aangevuld met bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 12 Participatiewet.
c. is ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) met alleen een briefadres (dak- en thuislozen);
d. kamerbewoner is, waaronder wordt verstaan een bewoner van een onzelfstandige woonruimte.
Artikel 3: Ambtshalve toekenning
Huishoudens die voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2, en
1. Huishoudens met een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ;
2. Huishoudens die gebruik maken van bijzondere bijstand of andere Kerkraadse minimaregelingen;
3. Ondernemers met een Bbz-uitkering voor levensonderhoud;
ontvangen de Eenmalige energietoeslag gemeente Kerkrade ambtshalve.
De referteperiode betreft het inkomen voorafgaand aan de aanvraag. Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. Op deze wijze kan maatwerk geleverd worden.
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.
Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van
de gemeente Kerkrade van 2022.
Het College, De secretaris,
dr. T.P. Dassen Housen R.M.J.S. Stijns
De beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Kerkrade staan niet op zich zelf, maar zijn gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid ínhouden. Daar voorziet artikel 5 in.
In het belang van een snelle uitvoerbaarheid van de regeling en vanwege het feit dat het merendeel van de huishoudens met een laag inkomen geen of nauwelijks vermogen heeft, wordt het vermogen van de aanvrager en eventuele partner buiten beschouwing gelaten.
We kiezen voor een inkomensgrens van 120% van de toepasselijke bijstandsnorm omdat dit aansluit bij het lokale minimabeleid.
In artikel 31, tweede lid, van de Participatiewet worden een aantal inkomensbestanddelen opgesomd die niet tot de middelen worden gerekend. Deze middelen worden ook voor het recht op eenmalige energietoeslag buiten beschouwing gelaten. Toeslagen als huur-, zorg- en kinderopvangtoeslag worden dus niet als inkomen aangemerkt. Dit geldt ook voor speciale regelingen op basis van de corona-(steun)maatregelen, zoals de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) voor ondernemers en de zorgbonus voor zorgpersoneel. Ook bijzondere bijstand telt niet mee als inkomen.
Huishoudens die zijn toegelaten tot schuldhulpverlening in een minnelijke schuldregeling bij de Kredietbank Limburg of een schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, komen eveneens voor de tegemoetkoming in aanmerking, omdat zij slechts het 'vrij te laten bedrag' te besteden hebben.
De energietoeslag is een vorm van categoriale bijzondere bijstand en dus gelden ook de uitsluitingsgronden van de bijstand.
Het recht op de energietoeslag is op grond van artikel 11 Pw (Rechthebbenden) beperkt tot Nederlanders en daarmee gelijkgestelden, die woonachtig zijn en rechtmatig verblijven in Nederland. Daarnaast zijn ook de uitsluitingsgronden van artikel 12 (Onderhoudsplicht ouders 18 t/m 20-jarigen) en 13 (Uitsluiting van bijstand) van de Pw van toepassing.
Personen met een uitkering volgens de inrichtingsnorm worden uitgesloten, omdat de instelling voorziet in de energiekosten.
Personen met alleen een briefadres (dak- en thuislozen) worden uitgesloten van de eenmalige energietoeslag omdat zij geen energiekosten hebben.
Met artikel 2 wordt bepaald dat de Energietoeslag één keer per huishouden wordt uitbetaald.
Voorts wordt de energietoeslag ook één keer per adres uitbetaald.
Met de invoering van het vijfde lid onder artikel 35 van de Participatiewet wordt geregeld dat de gemeente de eenmalige energietoeslag ook ambtshalve kan vaststellen en verstrekken. Een schríftelijke aanvraag is dan niet nodig. Om de uitvoeringskosten te beperken wordt de energietoeslag waar mogelijk ambtshalve toegekend.
Aan een deel van de doelgroep kan de energietoeslag niet ambtshalve worden toegekend. Dit is aan de huishoudens met lage inkomens die (op dit moment) geen gebruikmaken van een uitkering of minimaregelingen van de gemeente. Denk hierbij aan bijvoorbeeld: werkende met een laag inkomen; inwoners met een uitkering van UWV; uitkeringen van de SVB zoals de AOW; en zelfstandigen met een laag inkomen. Inwoners met een laag inkomen kunnen de energietoeslag zelf aanvragen.
Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. De gemeente kan overwegen om in dergelijke situaties een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing uit te voeren.
Het hanteren van een inkomensgrens voor het recht op de energietoeslag betekent dat huishoudens met een inkomen net boven die inkomensgrens niet in aanmerking komen voor de energietoeslag. De energietoeslag van € 1.300 maakt het verschil in tegemoetkoming tussen rechthebbenden en net-niet-rechthebbenden groot. We kunnen daarbij geen uitzonderingen maken. Zo houden we de regeling helder en goed uitvoerbaar. We begrijpen dat het heel vervelend is als u net niet voor de toeslag in aanmerking komt.
Niet rechthebbenden kunnen echter in vergelijkbare mate te maken hebben met energiearmoede. Voor deze groep kan wellicht op individuele basis maatwerk geleverd worden met individuele bijzondere bijstand.