Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlaardingen

Integraal Veiligheidsplan Vlaardingen 2020-2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlaardingen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingIntegraal Veiligheidsplan Vlaardingen 2020-2023
CiteertitelIntegraal Veiligheidsplan Vlaardingen 2020-2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-08-2022nieuwe regeling

29-11-2019

gmb-2022-389216

Tekst van de regeling

Intitulé

Integraal Veiligheidsplan Vlaardingen 2020-2023

Voorwoord

 

Voor u ligt het Integraal Veiligheidsplan (IVP) van de gemeente Vlaardingen voor de komende vier jaar. Met dit plan geven we een vervolg op het veiligheidsbeleid dat in de afgelopen jaren in onze gemeente is ontwikkeld en uitgevoerd.

 

Veiligheid is een belangrijke voorwaarde voor een goed woon-, leef- en werkklimaat. Daarmee is het veiliger maken van onze stad een belangrijke doelstelling van de gemeente Vlaardingen. We willen dat onze inwoners veilig zijn en zich veilig voelen in hun buurt en daar prettig kunnen wonen. Wij willen dat onze ondernemers succesvol kunnen zijn en ondernemen in een veilige stad.

 

In de afgelopen jaren hebben we samen met onze (veiligheids)partners hard gewerkt aan het verbeteren van veiligheid in de stad. Deze inzet heeft zijn vruchten afgeworpen. De meeste criminaliteitscijfers zijn gedaald en over het algemeen kunnen we concluderen dat de veiligheidssituatie in Vlaardingen de afgelopen jaren is verbeterd. Maar ondanks de behaalde resultaten is er de komende jaren in onze stad nog genoeg te doen. Niet alleen bestaande veiligheidszaken hebben blijvend onze aandacht nodig, er zijn ook nieuwe vraagstukken die onze directe aandacht vragen.

 

Er staat veel in dit nieuwe IVP, maar het is zeker geen uitputtende opsomming van alle veiligheidsproblematiek en alle maatregelen die we de komende jaren treffen. Het is een strategisch kader. Heel bewust zijn accenten gelegd, duidelijke prioriteiten gekozen en hoofdlijnen aangebracht in de aanpak voor de komende jaren.

 

De prioriteiten richten zich op twee gebieden waar extra inzet nodig is. We willen werken aan een weerbare stad en een weerbare organisatie tegen ondermijning. En om de sociale veiligheid verder te verbeteren, willen we een betere verbinding realiseren tussen zorg en veiligheid.

 

Een omgeving zonder criminaliteit en overlast bestaat helaas niet. Maar door efficiënt en effectief samen te werken aan veiligheid kunnen we criminaliteit en overlast wel terugdringen, zodat we kunnen leven in een samenleving die veiliger is, maar zeker ook veiliger voelt. Het is echter niet alleen aan ons als gemeente om de veiligheid te bewaken. Veel partijen hebben hier invloed op, zoals ondernemers, maatschappelijke organisaties, politie, brandweer, Openbaar Ministerie en natuurlijk inwoners van onze stad zelf. De inzet is alleen effectief als alle partijen op een goede manier samenwerken. Want veiligheid in Vlaardingen is van ons allemaal.

 

Annemiek Jetten

Burgemeester Vlaardingen

 

1. Inleiding

 

In dit hoofdstuk wordt de achtergrond en aanleiding toegelicht en wordt ingegaan op het doel en de totstandkoming van het IVP.

 

1.1 Achtergrond en aanleiding

In de Politiewet 2012 (artikel 38b) is vastgelegd dat de gemeenteraad eenmaal in de vier jaar de doelen vaststelt die de gemeente op het terrein van veiligheid nastreeft door de handhaving van de openbare orde en de hulpverlening door de politie. Dit gebeurt met het Integraal Veiligheidsplan (IVP). Het huidige IVP Samen sturing geven aan veiligheid in Vlaardingen 2016-2019 loopt aan het eind van 2019 af.

 

1.2 Doel/functie

Het IVP 2020-2023 geeft op hoofdlijnen inzicht in het beleid en de ambities op het gebied van veiligheid voor de komende vier jaar in Vlaardingen. Het IVP richt zich vooral op thema’s – de zogenaamde prioriteiten – die meer dan gemiddeld aandacht vragen de komende beleidsperiode. Bij het opstellen van het IVP en de keuze van de geprioriteerde thema’s, is gekeken naar de noodzaak én de vraag waar de gemeente invloed op heeft en/of een bijdrage aan kan leveren.

 

1.3 Totstandkoming

Om een goede inhoudelijke basis te leggen voor (de prioriteiten in) het IVP 2020-2023, is een evaluatie uitgevoerd van het IVP 2016-2019. Deze evaluatie is te vinden in bijlage 1 (Terugblik Integraal Veiligheidsplan 2016-2019 gemeente Vlaardingen). Hierin zijn de gepleegde inspanningen en behaalde resultaten opgenomen, maar is ook het (huidige) veiligheids- en risicobeeld met kwantitatieve en kwalitatieve informatie in beeld gebracht. De meeste criminaliteitscijfers zijn gedaald en over het algemeen is de veiligheidssituatie in Vlaardingen de afgelopen jaren verbeterd.

 

Ook is een analyse uitgevoerd van het veiligheidsdomein in de gemeente Vlaardingen. Hierbij is in kaart gebracht waar de komende jaren de grootste uitdagingen liggen. Want ondanks de behaalde resultaten is er nog genoeg te doen. In deze analyse is ook gekeken naar trends en ontwikkelingen, want Vlaardingen staat niet los van andere invloeden. Deze trends en ontwikkelingen zijn afgezet tegen de Vlaardingse situatie. De analyse kunt u teruglezen in bijlage 2 (Analyse van het veiligheidsdomein in de gemeente Vlaardingen).

 

De ketenpartners zijn betrokken bij zowel de veiligheidsanalyse als de beleidsontwikkeling. Dit heeft geleid tot een scherp resultaat én een stevige basis voor de uitvoering.

 

1.4 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 bevat het strategisch kader. Hier wordt onder andere ingegaan op de visie, (sub)doelstellingen en uitgangspunten. Hoofdstuk 3 beschrijft de prioriteiten voor de periode 2020-2023 en de daarbij behorende doelen en aanpak op hoofdlijnen. In hoofdstuk 4 komen de reguliere veiligheidsthema’s aan de orde. Hoofdstuk 5 tenslotte gaat nader in op de organisatorische borging van dit beleidskader.

 

2. Strategisch kader

 

In dit hoofdstuk staan de visie, (sub)doelstellingen en strategische uitgangspunten geformuleerd. Ook wordt ingegaan op flankerend beleid en de belangrijkste partners.

 

2.1 Visie

Wij willen dat Vlaardingen een aantrekkelijke en leefbare stad is

waar inwoners, ondernemers en bezoekers veilig zijn, zich veilig voelen

en bereid zijn samen met professionele partners de veiligheid te vergroten.

 

2.2 Strategische doelstellingen

Bij het formuleren van de doelstellingen is voor een andere invalshoek gekozen dan de afgelopen vier jaar, namelijk voor kwalitatieve in plaats van kwantitatieve doelen. Cijfers zeggen immers niet altijd alles. Zaken moeten altijd worden geduid, waarbij de achterliggende oorzaak van de problematiek net zo, of misschien wel interessanter, kan zijn dan de cijfers zelf. En anderzijds, waar cijfers iets zeggen, is het vaak lastig om hierbij aan te geven in hoeverre een enkel instrument hier precies op van invloed is (geweest).

 

Verder is bij het formuleren van de doelstellingen gekeken naar waar de gemeente invloed op heeft en/of een bijdrage aan kan leveren. De doelstellingen in het IVP 2016-2019 waren gericht op het terugbrengen van criminaliteitscijfers, zoals woningbraken, straatroven en overvallen. Hoewel het belangrijk is om deze criminaliteitscijfers terug te brengen, is de gemeente niet verantwoordelijk voor bestrijding van criminaliteit door middel van de strafrechtelijke rechtshandhaving (opsporing). De politie en het OM zijn daarvoor verantwoordelijk. De gemeente kan hierbij uiteraard wel ondersteunend zijn.

 

Om bovengenoemde visie te vervullen, zijn de volgende (sub)doelstellingen geformuleerd.

 

Hoofddoelstelling

In 2023 is Vlaardingen veiliger door samenwerking met inwoners, ondernemers en partners.

 

Subdoelstellingen

  • -

    In 2023 is veiligheid een integraal onderdeel van andere beleidsvelden.

  • -

    In 2023 is veiligheid verankerd in integraal werken aan de stad.

  • -

    In 2023 is veiligheid een coproductie van de samenleving, gemeente en partners.

 

Naast deze strategische (sub)doelstellingen zijn voor de prioriteiten specifieke doelstellingen geformuleerd. Deze zijn terug te lezen in hoofdstuk 3.

 

2.3 Strategische uitgangspunten

Onderstaande strategische uitgangspunten vormen de basis voor de aanpak en uitvoering van het beleid.

 

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

Een deel van de verantwoordelijkheid rondom veiligheid ligt bij de overheid. In het kader van de openbare orde, veiligheid en hulpverlening hebben de burgemeester, politie en hulpdiensten bepaalde taken en verantwoordelijkheden die exclusief aan hen toebehoren. Echter, de verantwoordelijkheid voor veiligheid, zowel objectief als subjectief, ligt niet alléén bij de overheid. Ook inwoners en ondernemers kunnen een bijdrage leveren door eigen verantwoordelijkheid te dragen en actief mee te doen. Zo kunnen zij in veel gevallen zelf onveilige situaties voorkomen en aanpakken. Veiligheid is een coproductie van de samenleving als geheel. De gemeente neemt hierin de regie. Als lokale overheid is de gemeente bij uitstek in staat om integraal belangen af te wegen, prioriteiten te stellen, lokaal maatwerk te realiseren en te zorgen voor samenhang, om met in- en externe partners te komen tot integrale veiligheid op de verschillende beleidsterreinen.

 

Integrale aanpak

Veiligheid is een complex beleidsveld dat tal van verbindingen heeft met andere (beleids)terreinen. Denk aan sociaal domein, openbare ruimte, onderwijs, economie, welzijn, wonen, etc. Het is daarom belangrijk dat veiligheid wordt gezien als een domein-overstijgend thema dat een integraal onderdeel is van meerdere beleidsvelden. Het wordt steeds duidelijker dat de oorzaak van onveilige situaties is te herleiden naar andere beleidsvelden, zoals schulden, verslaving, schooluitval, etc. Een structurele aanpak van veiligheidsvraagstukken vraagt om een structurele inzet op de achterliggende oorzaken en factoren. Daarvoor is het nodig dat partijen (in- en extern) elkaar weten te vinden en multidisciplinair denken en doen.

 

Brede toezichthoudende- en handhavingstaak

In de uitvoering van het veiligheidsbeleid heeft de gemeente een brede taak op het gebied van toezicht en handhaving. Natuurlijk gaat het om toezicht en handhaving in de openbare ruimte (de BOA’s in Domein 1). Zij zorgen voor het vergroten van de leefbaarheid door een bijdrage te leveren aan een schoon, heel en veilig Vlaardingen. Maar de toezichthoudende- en handhavingstaak van de gemeente is breder dan alleen door BOA’s in Domein 1. Het gaat dan bijvoorbeeld om toezicht gericht op het naleven van vergunningen, toezicht houden op vergunde bouwwerken, het opsporen van illegale bouwactiviteiten en het handhaven op strijdigheid met het bestemmingsplan.

 

Balans tussen preventie, zorg en repressie

Voor een effectief veiligheidsbeleid is het van belang dat er sprake is van een passend en volledig pakket aan maatregelen. In de aanpak wordt daarom gestreefd naar de juiste balans tussen preventie, zorg en repressie. Voorkomen waar dat kan. Problemen aanpakken door er op tijd bij te zijn. Hard ingrijpen als de situatie daar om vraagt: indien zaken uit de hand lopen, of dreigen te lopen.

 

Informatiegestuurd werken

Voor het voeren van regie op lokaal veiligheidsbeleid en het handhaven van de openbare orde, is een goede informatiepositie essentieel. Daarom wordt informatiegestuurd gewerkt. De kern hiervan is het in kaart brengen en analyseren van gebeurtenissen, signalen en trends op wijk-, buurt- en straatniveau en het in beeld brengen van risico’s als basis voor het signaleren van ontwikkelingen, het nemen van maatregelen en het doen van gerichte interventies. Op basis van deze informatie worden efficiënte en effectieve keuzes gemaakt met betrekking tot de inzet in relatie tot de veiligheid in de stad. Hiervoor is het nodig data-analyses en de intelligencepositie te optimaliseren. Om dit te bereiken wordt intensiever samengewerkt en informatie uitgewisseld met externe en interne partners.

 

Communicatie

Communicatie wordt ingezet als middel om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van het veiligheidsgevoel. Meer dan voorheen wordt aandacht besteed aan proactieve interactieve communicatie over veiligheid, juist ook als er goed nieuws is.

 

Wijk-/gebiedsgerichte aanpak

Om de uitvoeringskracht in een wijk of gebied te versterken, wordt geïnvesteerd in het opzetten van een wijk-/gebiedsgerichte aanpak. Hiervoor wordt vanuit een wijk of gebied gekeken naar de prioriteiten en worden deze per wijk/gebied gericht uitgediept. Het gaat per gebied/wijk om een gezamenlijke inventarisatie van de aard van de problematiek, mogelijke oorzaken en oplossingen en wat voorrang moet hebben op welke locatie in de stad.

 

2.4 Bovenlokale beleidskaders

Vlaardingen staat niet los van andere invloeden. Zowel landelijk als regionaal worden veel thema’s benoemd en aangepakt. Bij het maken van een lokaal IVP is het van belang om te zien welke landelijke en regionale thema’s de lokale aanpak beïnvloeden.

2.4.1 Landelijk beleid

In de Veiligheidsagenda van het Ministerie van Justitie en Veiligheid staan de landelijke beleidsdoelstellingen voor de taakuitvoering van de politie. De landelijke beleidsdoelstellingen richten zich op vraagstukken die landelijk en internationaal spelen, die eenheidsoverstijgend zijn en/of waar afstemming in de aanpak of specifieke expertise op landelijk niveau voor nodig zijn. De landelijke Veiligheidsagenda laat ruimte voor de lokale gezagen om de politiecapaciteit en politie-inzet te richten op de lokale en regionale vraagstukken. Het is uiteindelijk aan het gezag om lokaal de prioriteiten te stellen. In de Veiligheidsagenda 2019-2022 zijn de volgende thema’s opgenomen:

  • -

    Ondermijning

  • -

    Mensenhandel

  • -

    Cybercrime en online kindermisbruik

  • -

    Executie1

Daarnaast staan er in de Veiligheidsagenda onderwerpen waarover al eerder afspraken zijn gemaakt. Het betreft hier de bestrijding van terrorisme en extremisme, high impact crimes en mobiel banditisme2 , kindermishandeling en huiselijk geweld en personen met verward gedrag. Deze onderwerpen blijven ook de komende jaren aandacht vragen.

2.4.2 Regionaal beleid

Belangrijke bovenlokale beleidskaders zijn het Regionaal Veiligheidsplan Rotterdam-Rijnmond 2019- 2022 en het Regionaal Beleidsplan Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 2018-2022. De gemeente is partij in deze kaders.

 

Het Regionaal Veiligheidsplan is het gezamenlijke kader van de 25 gemeenten, het Openbaar Ministerie en de politie Eenheid Rotterdam voor de aanpak van veiligheidsproblemen. Het concentreert zich op thema’s die nagenoeg overal (in alle basisteams/gemeenten binnen de eenheid) spelen én waar regionale interventies noodzakelijk zijn. Prioriteiten in het Regionaal Veiligheidsplan 2019-2022 zijn:

  • -

    Een politie voor iedereen

  • -

    Contraterrorisme, extremisme en radicalisering

  • -

    Ondermijning

  • -

    Cybercrime

  • -

    Burger centraal, slachtoffer voorop

  • -

    Beheersing van openbare orde risico’s

Het Regionaal Beleidsplan van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond bevat de kaders voor de inzet op brandweertaken, de meldkamerfunctie en crisisbeheersing door de veiligheidsregio. Binnen het beleidsplan staan de volgende aspecten centraal:

  • -

    Creëren veilige leefomgeving

  • -

    Hulpverlening op maat

  • -

    Expertisecentrum voor gezondheid en veiligheid

  • -

    Midden in de samenleving

2.5 Strategische partners

Hieronder worden de belangrijkste strategische partners toegelicht.

 

Inwoners

Inwoners zijn in de eerste plaats een partner van de gemeente bij veiligheid. Zij zijn degene die het meest merken van veranderingen op het gebied van veiligheid, maar ook degene die een wezenlijke bijdrage kunnen leveren in de veiligheid op straat en het veiligheidsgevoel. Met de veranderende rol van de overheid, verandert ook de rol van de inwoner in de aanpak van veiligheidsproblematiek. Steeds meer wordt een beroep gedaan op de eigen kracht van inwoners. Het bundelen van de krachten van inwoners is daarbij een voorwaarde voor succes.

 

Ondernemers

Betrokkenheid van ondernemers en het gevoel verantwoordelijkheid te hebben voor de aanpak van onveiligheid, kan een belangrijk verschil maken in de aanpak van veiligheidsproblematiek. De eigen kracht van ondernemers om te werken aan veiligheid en onveiligheidsgevoelens is daarbij steeds meer van belang vanwege de veranderende rol van de overheid. Het bundelen van de krachten van verschillende ondernemers is daarbij een voorwaarde voor succes.

 

Politie

De politie vervult een essentiële rol in het bevorderen van de veiligheid en in het optreden tegen criminaliteit. Niet altijd is het terecht dat enkel aan de politie wordt gedacht. Er zijn meer partners die een belangrijke rol spelen in het veiligheidsdomein. De politie zorgt wel voor een brug naar partners in veiligheid en vervult een rol in het sluitstuk van de veiligheidsketen, daar waar repressief optreden noodzakelijk is.

 

Openbaar Ministerie

Het Openbaar Ministerie (OM) is verantwoordelijk voor de strafrechtelijke rechtshandhaving. Daarnaast heeft het OM gezag over de opsporingstaken van de politie, waarmee een belangrijk deel van de politiecapaciteit is gemoeid. Voor de gemeente is het OM een belangrijke samenwerkingspartner, zeker waar het gaat om de aanpak van bijvoorbeeld veelplegers en georganiseerde criminaliteit.

 

Zorg- en Veiligheidshuis

Het Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond, waar Vlaardingen bij is aangesloten, is een regionaal samenwerkingsverband van justitiële organisaties, zorgorganisaties en gemeenten. Het faciliteert de integrale persoonsgerichte aanpak van overlastgevers en veroorzakers van criminaliteit. Veelplegers, jongeren, ex-gedetineerden zijn hier voorbeelden van. Op één fysieke plek werken de deelnemende partners aan het voorkomen van recidive, verbeteren van leefomstandigheden en structureel aanpakken van achterliggende problemen bij verdachten.

 

Veiligheidsregio

De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond is een netwerkorganisatie belast met de voorbereiding op rampen en crises en het inventariseren van en adviseren over risico’s. Geeft invulling aan brandweertaken, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, bevolkingszorg en de meldkamerfunctie.

 

Woningcorporaties en (grote) particuliere verhuurders

Woningcorporaties en (grote) particuliere verhuurders zijn verantwoordelijk voor een goede staat van hun vastgoed. Zij hebben ook een belangrijke rol ten aanzien van leefbaarheid en veiligheid. Hierbij moet vooral worden gedacht aan het signaleren en aanpakken van overlastgevende huurders, maar bijvoorbeeld ook in de bestrijding van hennepteelt.

 

Maatschappelijke instellingen en organisaties

Ook maatschappelijke instellingen en organisaties vervullen een belangrijk rol in het veilig houden van de gemeente. Onderwijs, jongerenwerk, Halt, maatschappelijk werk, verslavingszorg, schuldhulpverlening, (jeugd) hulpverlening etc. maken onderdeel uit van de veiligheidsketen. Zonder deze partijen lukt het niet om overlast en criminaliteit te voorkomen of patronen van overlast en criminaliteit te doorbreken.

 

Samenwerkingsverbanden

Naast lokaal werkzame partners zijn er ook regionaal gezien strategische samenwerkingsverbanden. De VeiligheidsAlliantie regio Rotterdam (VAR) en het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) zijn voorbeelden van dergelijke organisaties die als netwerkpartner een rol spelen in de aanpak van veiligheid.

3. Prioriteiten 2020-2023

 

Een koers uitzetten op het gebied van veiligheid vraagt om het maken van keuzes. Daarom is een veiligheidsanalyse uitgevoerd (bijlage 2). Op basis daarvan verdienen twee thema’s de komende jaren prioriteit in Vlaardingen, welke in dit hoofdstuk worden beschreven.

 

3.1 Het maken van keuzes is essentieel

Een prioriteit betekent dat hier het zwaartepunt ligt. Hier wordt extra aandacht aan besteed in de vorm van beleid en aanpak. Prioriteiten zijn nodig om effectief beleid te voeren. Als alles prioriteit heeft, krijgt niets écht prioriteit. Er moeten keuzes worden gemaakt om focus te krijgen.

 

Gedurende de looptijd van het IVP kunnen zich ontwikkelingen voordoen in het veiligheidsdomein die niet onder de vastgestelde prioriteiten vallen. Veel van deze ontwikkelingen kunnen worden gezien als actuele veiligheidsproblemen. Hier wordt door alle (veiligheids)partners alert en adequaat op gereageerd. Dergelijke acute veiligheidsproblemen vragen niet direct om wijzigingen binnen de prioritering van het beleidskader, maar kunnen effect hebben op het jaarlijkse uitvoeringsplan.

 

Op basis van de veiligheidsanalyse worden de volgende twee thema’s als prioriteit benoemd in het Integraal Veiligheidsplan 2020-2023:

  • -

    Een weerbare stad en organisatie tegen ondermijning

  • -

    Een betere verbinding tussen zorg en veiligheid

Op deze twee thema’s wordt de aanpak geïntensiveerd. De doelen en de hoofdlijnen van de aanpak bij deze thema’s worden in de volgende twee paragrafen beschreven. In de jaarlijkse uitvoeringsplannen – die door het college worden vastgesteld – worden concrete acties en maatregelen rond deze thema’s opgenomen.

 

3.2 Een weerbare stad en organisatie tegen ondermijning

3.2.1 Inleiding van het thema

De laatste jaren is er een duidelijke verschuiving van traditionele naar andere vormen van criminaliteit. Meer specifiek gaat het daarbij onder meer om ondermijning. De exacte definitie van ondermijning is moeilijk in één zin samen te vatten. Het werd in eerste instantie vooral gezien als georganiseerde misdaad, maar het is veelomvattender dan dat. Het gaat om de beïnvloeding van de bovenwereld door de onderwereld. Het heeft in zijn kern betrekking op het verzwakken, het misbruiken en het ontwrichten van maatschappelijke structuren. Door ondermijning raakt de samenleving verzwakt en kwetsbaar voor criminele activiteiten. Ondermijning is een maatschappelijk probleem, omdat het de waarden en normen in de samenleving aantast.

3.2.2 Problematiek

Uit de veiligheidsanalyse komen nadrukkelijk de grootschalige ondermijningsproblemen in Vlaardingen naar voren. Vlaardingen blijkt aantrekkelijk voor criminelen en lijkt zich goed te lenen voor ondermijnende vormen van criminaliteit. Het gaat om drugscriminaliteit, criminogene (misdaad bevorderende) branches, cybercrime, witwassen, illegaal gokken, mensenhandel/-smokkel, zorg- en vastgoedfraude, etc. Het draait allemaal om het verdienen van zoveel mogelijk geld. De ligging vlakbij Rotterdam en het havengebied, de aanwezigheid van diverse bedrijventerreinen, alsook het mogelijke waterbedeffect door de gezamenlijke aanpak van de gemeente Rotterdam en Schiedam in de Spaanse Polder en de aangrenzende ’s-Gravelandsepolder, dragen hier aan bij. Ook de drugsproblematiek blijft in Vlaardingen de nodige aandacht vragen. Voor veel mensen is ondermijning een redelijk ongrijpbaar en onzichtbaar fenomeen. Toch is het een diepgeworteld probleem dat ons állemaal raakt, van overheid tot ondernemers en van inwoners tot maatschappelijke partners. Hier ligt een stevige uitdaging en extra aandacht is de komende jaren noodzakelijk. Het vraagt om een beweging van incidentenaanpak naar een structurele en programmatische aanpak.

3.2.3 Rol van de gemeente

De aanpak van ondermijning is niet langer alleen een taak van de politie en het Openbaar Ministerie. Juist op de punten waar de onderwereld in contact treedt met de bovenwereld, kan de bestuurlijke aanpak zijn slag slaan. De bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit richt zich niet zozeer op de kernactiviteiten van de georganiseerde criminaliteit, maar juist op de cruciale ondersteunende activiteiten. De maatregelen richten zich niet op personen (de potentiële daders), maar op de situaties en gelegenheidsstructuren die de georganiseerde criminaliteit faciliteren en soms zelfs aanmoedigen. De strafrechtelijke of fiscale aanpak leent zich veel meer voor een aanpak op personen. De bestuurlijke aanpak is geen alternatief voor de opsporing. De gemeente zet haar bevoegdheden in als aanvulling op het strafrechtelijke traject. Wanneer de strafrechtelijke opsporing en vervolging door politie en justitie gecombineerd wordt met bestuurlijke en fiscale middelen, ontstaat misschien wel de meest optimale vorm van de bestrijding van georganiseerde criminaliteit; de geïntegreerde aanpak.

 

Deze aanpak valt of staat met de samenwerking met andere partners, zoals RIEC, politie, Openbaar Ministerie, Belastingdienst, Douane, FIOD (Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst), etc. Een goede integrale samenwerking vraagt om een duidelijke regie. Deze rol ligt bij de gemeente.

 

De regierol houdt in dat de gemeente:

  • -

    inzicht heeft in ondermijning, zowel in de activiteiten als ook de factoren die de gemeente aantrekkelijk maken voor criminelen.

  • -

    in afstemming met partners maatregelen vaststelt en zorgdraagt voor de uitvoering daarvan.

  • -

    in afstemming met de partners prioriteiten stelt in de aanpak.

  • -

    de interne- en externe samenwerking in goede banen leidt.

  • -

    waarborgt dat alle betrokken partijen, zowel intern als extern, voldoende bijdragen aan de aanpak.

3.2.4 Waarom is dit een prioriteit?

  • -

    Ondermijnende criminaliteit in Vlaardingen, en de verwevenheid ervan met legale structuren, vormt een serieuze bedreiging voor de veiligheid van inwoners, ondernemers, ambtenaren en bestuurders.

  • -

    Ondermijning heeft een negatief effect op de samenleving.

  • -

    Ondermijning tast de integriteit en de rechtsorde van de (lokale) overheid aan.

  • -

    Vanwege de geografische ligging is Vlaardingen extra aantrekkelijk voor ondermijnende criminaliteit. De ligging vlakbij Rotterdam en het havengebied, de aanwezigheid van diverse bedrijventerreinen in Vlaardingen, alsook het mogelijke waterbedeffect door de gezamenlijke aanpak van de gemeente Rotterdam en Schiedam (project Hollsteiner) draagt hier aan bij. In dat kader is de integrale samenwerking met de gemeenten Rotterdam en Schiedam reeds opgezocht.

  • -

    De aanpak van ondermijning is niet langer alleen een taak van de politie en het Openbaar Ministerie. De gemeente werkt juist aanvullend op een strafrechtelijke aanpak en/of meer preventief.

  • -

    Er zijn grote zorgen over het aantal jongeren dat (soms al op zeer jonge leeftijd) betrokken is bij de drugshandel. Zij willen snel geld verdienen, ergens bij horen en zijn daarom vatbaar voor rekrutering en criminele uitbuiting. Jongeren zijn daarmee een kwetsbare doelgroep waar extra aandacht voor nodig is.

  • -

    Ondermijning staat een succesvolle wijkenaanpak en verbetering van de leefomgeving en het vestigingsklimaat voor nieuwe – bonafide – ondernemers in de weg.

  • -

    Cybercrime is een erg sterk groeiend fenomeen dat de komende jaren fors stijgt. Het is een groeiend gevaar waar bewoners en ondernemingen zich onvoldoende bewust van lijken. Ook ligt hier een directe relatie met illegale prostitutie en mensenhandel.

  • -

    Er is landelijke steun voor een stevigere aanpak van ondermijnende criminaliteit. Het kabinet Rutte III heeft de ambitie om de aanpak van ondermijnende criminaliteit flink te verstevigen en heeft daar 100 miljoen euro voor beschikbaar gesteld, waarvan 11 miljoen voor de regio Rotterdam-Rijnmond.

3.2.5 Wat willen we bereiken?

Doelstelling

In samenwerking met partners, ondernemers en inwoners verder terugdringen van ondermijning, zodat de samenleving niet verder wordt aangetast en de veiligheid van de stad, de weerbaarheid

van de maatschappij en de overheid in Vlaardingen wordt vergroot.

3.2.6 Waar zetten we op in?

Om de bovengenoemde doelstelling te bereiken wordt ingezet op vier pijlers. Deze pijlers dragen evenredig bij aan de doelstelling en hebben een sterke onderlinge relatie. Bij voorkeur krijgen alle pijlers evenveel aandacht, waarbij de onderlinge samenhang geborgd blijft. Inzet op alle pijlers is niet ambitieus. Integendeel, het is nodig voor een veilige stad. Dat is niet eenvoudig: het vraagt om inzet én een lange adem. Hieronder worden de pijlers kort toegelicht.

 

1.Het versterken van de informatiepositie

Voor de aanpak van ondermijning is een goede (gezamenlijke) informatiepositie cruciaal. Het gaat dan zowel om informatie die bij de gemeente (intern) bekend is, als informatie die bij de partners, ondernemers of inwoners (extern) bekend is. De focus ligt vaak nog op het koppelen van systemen. De combinatie van ‘harde data’ (bijvoorbeeld registraties, meldingen) met ‘zachte data’ (bijvoorbeeld informatie van de straat van de wijkagent, BOA, buitendienstmedeweker, ondernemer of inwoner) versterkt de informatiepositie van de gemeente. Dit vereist stevige samenwerking met ketenpartners, goede communicatie met inwoners en ondernemers en een goede borging en verrijking van data. Door de informatiepositie te versterken, kunnen gefundeerde en effectieve keuzes worden gemaakt in de zaken die met prioriteit moeten worden opgepakt en aangepakt en/of om van daaruit keuzes te maken voor een specifieke aanpak.

 

2.Het verstoren van criminele processen

De gemeente heeft de mogelijkheden om met een bestuurlijke aanpak barrières op te werpen. Dit kan door het beschikbare bestuurlijke instrumentarium in te zetten om de ondersteunende activiteiten van de ondermijnende criminaliteit te verstoren. Voorbeelden hiervan zijn toezicht en handhaving, adrescontroles, het uitvoeren van een Bibob-toets, het intrekken van vergunningen, het sluiten van panden en actief optreden rond panden waar overlast vandaan komt.

 

3.Het vergroten van de bestuurlijke en ambtelijke weerbaarheid

Nu ondermijning en georganiseerde misdaad steeds gerichter wordt aangepakt, zoeken criminelen nieuwe manieren om invloed uit te oefenen en zo hun activiteiten veilig te stellen. Criminelen zouden misbruik kunnen maken van gemeentelijke- en bestuurlijke voorzieningen (subsidies, uitkeringen, vergunningen, identiteitsdocumenten, etc.) om hun criminele activiteiten af te schermen en te faciliteren. Een effectieve aanpak van de ondermijnende criminaliteit vraagt om het vergroten van de bestuurlijke en ambtelijke weerbaarheid. Daarmee wordt voorkomen dat de ondermijnende en georganiseerde misdaad misbruik maakt van gemeentelijke dienstverlening of bestuurlijke structuren.

 

4.Het vergroten van de maatschappelijke weerbaarheid

Inwoners en ondernemers zijn de ogen en oren van de wijk. Daarmee is informatie voorhanden die nodig is om ondermijnende criminaliteit tegen te gaan. De aanpak kan alleen succesvol zijn als de maatschappij zich bewust is van de nadelige effecten van ondermijnende criminaliteit, dat men hier niet onverschillig tegenover staat en dat signalen van ondermijning aan de gemeente of partners worden doorgeven. De maatschappelijke weerbaarheid moet daarom worden vergroot.

 

3.3 Een betere verbinding tussen zorg en veiligheid

3.3.1 Inleiding van het thema

Het thema zorg en veiligheid is een veelomvattend thema, waar verschillende maatschappelijke onderwerpen onder vallen. Al deze onderwerpen hebben met elkaar gemeen dat ze niet alleen vanuit een veiligheidsdomein en met repressie zijn op te lossen of te beheersen. Denk aan personen met verward gedrag, huiselijk geweld, ernstige woonoverlast, zorgmijders, mensenhandel, loverboys, criminaliteit door drugsverslaving, etc. Het gaat om ingewikkelde problemen, waarbij veel verschillende én vaak wisselende zorg- en veiligheidspartners betrokken zijn.

3.3.2 Problematiek

Vlaardingen krijgt in toenemende mate te maken met dergelijke complexe casuïstiek. Het gaat om een groeiende groep inwoners die met ernstige en complexe problemen kampt die het zorg- en het veiligheidsdomein raken. Vaak is er sprake van problemen op meerdere leefgebieden wat resulteert in veiligheidsproblematiek in de samenleving. De problematiek uit zich vaak in het veroorzaken van overlast, geweld en/of criminaliteit. Dit heeft gevolgen voor het dagelijkse leven van inwoners, maar ook voor hun gevoelens van veiligheid. Dergelijke overlast tast het woongenot van inwoners en de leefbaarheid in wijken aan.

 

De oorzaken en gevolgen lopen dwars door elkaar heen en zijn even divers als hardnekkig: psychische klachten, een verstandelijke beperking, verslaving, schulden en armoede, werkloosheid, schooluitval, uitbuiting, of een combinatie hiervan. Bovengemiddeld vaak resulteert dit in slachtofferschap of daderschap bij zaken als misbruik en criminaliteit, wat dikwijls weer leidt tot bedreigingen voor de openbare orde. Tegelijkertijd wordt er vanuit de samenleving veel waarde gehecht aan zelfredzaamheid en participatie. De overheid wil hulpbehoevende inwoners de juiste ondersteuning bieden zodat zij zoveel mogelijk op eigen kracht mee kunnen draaien in de maatschappij. Dat vraagt om een veilige inclusieve wijk.

 

De problematiek heeft met elkaar gemeen dat ze niet alleen vanuit het veiligheidsdomein en met repressie is op te lossen. Ook is er bij deze casuïstiek geen organisatie die alle puzzelstukjes in handen heeft om een oplossing te verzorgen. Voor de aanpak hiervan is samenwerking tussen de domeinen zorg en veiligheid cruciaal. Een integrale benadering en goed op elkaar afgestemde interventies zijn nodig om overlastgevend en/of crimineel gedrag te voorkomen en te vermijden dat mensen tussen wal en schip terechtkomen.

 

Specifieke onderwerpen die uit de veiligheidsanalyse naar voren komen die het thema zorg en veiligheid raken, zijn:

  • -

    Woonoverlast: De casuïstiek rondom woonoverlast in Vlaardingen is de afgelopen jaren complexer van aard geworden.

  • -

    Mensenhandel, illegale prostitutie en seksuele uitbuiting: Mensenhandel kent vele verschijningsvormen. De precieze omvang en aard is niet bekend, maar er zijn voldoende aanwijzingen dat dit speelt in Vlaardingen.

  • -

    (Brand)veiligheid en minder zelfredzame bewoners: De toenemende vergrijzing en de gevolgen van extramuralisering van de zorg maken dat dit onderwerp in Vlaardingen de komende jaren meer aandacht vraagt dan ooit.

3.3.3 Rol van de gemeente

De gemeente is verantwoordelijk voor de lokale veiligheid (regie). Daarnaast hebben gemeenten de afgelopen jaren steeds meer (wettelijke) taken en verantwoordelijkheden gekregen voor de regie van zorg voor kwetsbare inwoners met problemen op (meerdere) leefgebieden. Door de decentralisaties van zorgtaken en de extramuralisering van de zorg, is de rol van de gemeente groter geworden. De complexiteit is daarbij ook vergroot. Het gaat om samenwerking tussen de partijen die actief zijn in de sociale basis, eerste lijn en tweede lijn en in de verschillende domeinen. Het organiseren van een effectief antwoord op het totale vraagstuk ‘zorg en veiligheid’ vraagt om een sterke regierol vanuit de gemeente.

3.3.4 Waarom is dit een prioriteit?

  • -

    De impact van de problematiek wordt groter: mensen in deze doelgroep veroorzaken bovengemiddeld vaak overlast en veiligheidsproblemen of zijn zelf het slachtoffer van misbruik en criminaliteit.

  • -

    De problematiek heeft een directe invloed op de leefbaarheid in de gemeente en het gevoel van veiligheid van inwoners.

  • -

    Door de verschuiving van taken naar de gemeente, heeft de gemeente hierin een directe verantwoordelijkheid.

  • -

    De tolerantie in de samenleving neemt af: mensen ervaren sneller overlast wanneer zij te maken hebben met mensen in de buurt die zich vreemd gedragen.

  • -

    Op 1 januari 2020 treden de Wet Verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang (Wzd) in. Er worden in dit kader nieuwe bevoegdheden toegekend aan de burgemeester.

3.3.5 Wat willen we bereiken?

Doelstelling

Het versterken van de verbinding tussen zorg en veiligheid, zodat overlast en onveiligheid wordt voorkomen, maar bovenal kwetsbare inwoners niet tussen wal en schip terechtkomen en in staat zijn gesteld een plek in de samenleving in te nemen.

3.3.6 Waar zetten we op in?

Om de bovengenoemde doelstelling te bereiken wordt ingezet op drie thema’s. Deze thema’s vloeien voort uit de veiligheidsanalyse.

 

1.Het voorkomen en terugdringen van woonoverlast

In de aanpak van woonoverlast wordt gekozen voor een preventieve en proactieve aanpak. Uitgangspunten zijn vroegtijdig signaleren en optreden en de onderliggende oorzaken van woonoverlast aanpakken. Alle mogelijke middelen om woonoverlast te voorkomen en te bestrijden worden ingezet, variërend van preventieve en de-escalerende instrumenten tot en met juridische middelen en indien nodig wordt gebruikt gemaakt van de wettelijke mogelijkheden. De aanpak van woonoverlast wordt steeds afgestemd op de situatie, dit is telkens maatwerk.

 

2.De aanpak van mensenhandel, illegale prostitutie en seksuele uitbuiting

Mensenhandel, illegale prostitutie en seksuele uitbuiting manifesteren zich vaak op lokaal niveau. De gemeente is daarom een belangrijke partner in de aanpak ervan. Maar dit vergt een nauwe samenwerking met politie, zorginstellingen en onderwijsinstellingen. Om zicht te krijgen op de omvang in Vlaardingen wordt ingezet op het versterken van de informatiepositie. Zo kan beter worden geduid wat er binnen Vlaardingen aan de hand is wat betreft criminele uitbuiting (mensenhandel), illegale prostitutie en seksuele uitbuiting. Op basis daarvan kunnen stappen worden gezet in de aanpak daarvan. Mogelijke maatregelen zijn: meer bewustwording creëren, drempels om aangifte te doen zoveel mogelijk wegnemen, de pakkans vergroten en een goed opvang-, behandel- en zorgaanbod voor slachtoffers realiseren.

 

3.(Brand)veiligheid en minder zelfredzame bewoners

Minder zelfredzame bewoners vormen een kwetsbare groep. Het is daarom van belang om deze doelgroep in beeld te hebben en daar meer aandacht aan te besteden. Dat gaat enerzijds over het veiligheidsbesef en de handelingsbekwaamheid van inwoners vergroten. Maar er is meer nodig. Om dit steeds groter wordende risico aan te pakken, wordt meer verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen gevraagd. Dit vraagt afstemming van gemeente en brandweer met woningcorporaties en andere betrokken partijen (zorgorganisaties, WMO en thuiszorg). Hiervoor is het zaak dat verbindingen worden gelegd met andere beleidsterreinen, zoals zorg- en wijlzijnsbeleid, vergunningenbeleid, toezicht- en handhavingsbeleid, omgevings- en ruimtelijk beleid. Dit sluit ook nauw aan bij de Omgevingswet die waarschijnlijk in 2021 in werking treedt, en die als doel het bereiken en in stand houden van een gezonde en veilige leefomgeving.

4. Overige veiligheidsthema’s / reguliere inzet

 

Naast de geprioriteerde opgaven zijn er tal van taken waar regulier inzet op wordt gepleegd. Deze taken worden ook de komende vier jaar gecontinueerd. Hieronder worden de belangrijkste taken benoemd, zonder daarbij overigens volledig te zijn.

 

  • -

    Het ingrijpen wanneer de openbare orde in het geding is. De burgemeester heeft daarvoor specifieke bevoegdheden. De inzet daarvan weegt de burgemeester zorgvuldig af;

  • -

    Samenwerken met ondernemers en partners voor veilige winkelgebieden, bedrijventerreinen en uitgaansgebieden;

  • -

    Voorbereiden op rampen en crises. Er wordt gezorgd dat gemeentelijke professionals worden toegerust en de zelfredzaamheid van inwoners wordt bevorderd.

  • -

    Waarborgen van veiligheid bij evenementen. Risico’s worden in kaart gebracht, er worden maatregelen genomen om deze te reduceren en organisatoren worden hierin ondersteund;

  • -

    Beperken van overlast en criminaliteit in wijken en buurten. Samen met partners wordt maatwerk geleverd, want geen enkele casus is hetzelfde;

  • -

    Uitvoeren van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor een veilige fysieke leefomgeving;

  • -

    Structureel tegengaan van woninginbraken door preventie (o.a. Donkere Dagen Offensief);

  • -

    Bieden van nazorg aan ex-gedetineerden en het beoordelen van openbare orde risico’s bij hun terugkeer in de samenleving. Hiermee wordt recidive en maatschappelijke onrust voorkomen;

  • -

    Het voorzetten van de aanpak radicalisering en polarisatie, omdat dit iets is wat de komende jaren aandacht blijft vragen.

5. Coördinatie, verantwoording en begroting

 

In dit slothoofdstuk wordt ingegaan op de organisatie en uitvoering van het veiligheidsbeleid.

 

5.1 Bestuurlijke en ambtelijke coördinatie

Burgemeester

De burgemeester is bestuurlijk verantwoordelijk en ook het eerste aanspreekpunt voor het veiligheidsbeleid. Daarnaast is de burgemeester als zelfstandig orgaan belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid en heeft hiervoor specifieke bevoegdheden. Deze zijn te onderscheiden in algemene bevoegdheden en noodbevoegdheden enerzijds en specifieke bevoegdheden anderzijds. De algemene bevoegdheden vloeien voort uit de Gemeentewet. De specifieke bevoegdheden vloeien voort uit specifieke wetten. Voor een deel van de specifieke bevoegdheden geldt dat de burgemeester verplicht is tot samenspraak en/of samenwerking met het Openbaar Ministerie.

 

College van B&W

Veiligheid is bij uitstek een domein-overstijgend thema dat een integraal onderdeel is van meerdere beleidsvelden. De onderwerpen die benoemd zijn in dit IVP raken dan ook andere portefeuilles binnen het college, waardoor veiligheid kan worden beschouwd als een collectieve verantwoordelijkheid van het gehele college.

 

Gemeenteraad

De gemeenteraad heeft een kaderstellende en controlerende taak. Zij stelt eens in de vier jaar het IVP en daarmee de prioriteiten vast. Het IVP 2020-2023 is het kader van het lokale veiligheidsbeleid voor de komende vier jaar. De gemeenteraad wordt periodiek geïnformeerd over veiligheidsontwikkelingen.

 

5.2 Beleidscyclus en verantwoording

Het veiligheidsbeleid wordt jaarlijks vertaald in een uitvoeringsplan. Deze is operationeel van aard. In het uitvoeringsplan wordt weergegeven welke concrete acties en maatregelen dat jaar worden uitgevoerd op het gebied van veiligheid. De activiteiten zijn niet alleen toegespitst op de prioriteiten, maar ook op andere onderwerpen. In het uitvoeringsplan wordt ruimte gehouden om in te kunnen spelen op de actualiteit. Dit is een belangrijk aspect binnen het beleidsterrein veiligheid en leefbaarheid. Samen met de veiligheidspartners moet snel en flexibel kunnen worden ingespeeld op nieuwe actualiteiten. Als hier sprake van is, wordt dit achteraf gecommuniceerd en verantwoorden.

 

Het uitvoeringsplan wordt in samenspraak met partners opgesteld en vastgesteld door het college van B&W. Het uitvoeringsplan wordt ter kennisname aan de raad gezonden. De raad wordt jaarlijks geïnformeerd over de voortgang van het IVP met een evaluatie van het uitvoeringsplan van het voorgaande jaar.

 

5.3 Begroting

Voor het uitvoeren van de maatregelen uit het IVP is het uitgangspunt dat dit zoveel mogelijk binnen de bestaande begroting wordt gebeurt. Echter is het voor een aantal (nieuwe) onderwerpen nog niet duidelijk wat de mogelijke financiële gevolgen zijn als hier (extra) op wordt ingezet. Ten eerste moet worden geïnvesteerd om het beeld volledig te krijgen. Ten tweede kan het verkregen beeld leiden tot een extra (financiële) impuls om de juiste interventies te kunnen inzetten. Als sprake is van aanvullende kosten, worden separate voorstellen ter besluitvorming aan de raad voorgelegd.

 

Bijlage 1 Terugblik Integraal Veiligheidsplan 2016-2019 gemeente Vlaardingen

 

Inleiding

In de Politiewet 2012 (artikel 38b) is vastgelegd dat de gemeenteraad eenmaal in de vier jaar de doelen vaststelt die de gemeente op het terrein van veiligheid nastreeft door de handhaving van de openbare orde en de hulpverlening door de politie. Dit gebeurt met het Integraal Veiligheidsplan (IVP). Het huidige IVP ‘Samen sturing geven aan veiligheid in Vlaardingen 2016-2019’ loopt aan het eind van dit jaar af.

 

Terugblik

Deze rapportage bevat de uitkomsten van de evaluatie van het veiligheidsbeleid 2016-2019 die wij ter voorbereiding op komend IVP hebben uitgevoerd. De evaluatie is uitgevoerd in de eerste helft van 2019. Hoewel het huidige IVP van 2016 tot en met 2019 loopt, zijn in deze rapportage ook de cijfers van het jaar 2015 meegenomen om de situatie van voor het IVP 2016-2019 goed te kunnen vergelijken met de huidige situatie. Omdat het jaar 2019 nog gaande is, zijn er nog geen cijfers voorhanden over het lopende jaar en daarom ook niet meegenomen in deze rapportage. In de tweede helft van 2019 wordt het nieuwe IVP uitgewerkt.

 

VNG-methode Kernbeleid Veiligheid

Voor de opbouw van deze evaluatie is - conform aanbeveling uit het rekenkameronderzoek naar het veiligheidsbeleid1- gebruik gemaakt van de VNG-methode Kernbeleid Veiligheid (2017). Dit is de landelijke standaard voor lokaal veiligheidsbeleid. Het Kernbeleid Veiligheid onderscheidt in totaal vijf veiligheidsvelden, die met elkaar het integrale veiligheidsterrein van de gemeente vormen. Het gaat om de volgende veiligheidsvelden:

 

Binnen deze veiligheidsvelden worden 21 veiligheidsthema’s onderscheiden. In de volgende hoofdstukken worden deze nader uitgewerkt. Per veiligheidsthema wordt behandeld:

  • a.

    de kenmerken van het veiligheidsbeeld op basis van beschikbare cijfers (o.a. uit de politie-registratie en resultaten van de periodieke veiligheids- en leefbaarheidsmonitor (VLD Peilt!, 2017)2;

  • b.

    hoofdlijnen en aandachtspunten in het veiligheids- en risicobeeld, op basis van zowel de cijfermatige analyse als kwalitatieve verdieping/oordelen van professionals/experts;

  • c.

    accenten en aandachtspunten in de ‘lopende’ aanpak.

In deze terugblik is nadrukkelijk gekeken naar ‘het verhaal achter de cijfers’. Veiligheid is immers niet in cijfers is uit te drukken. Cijfers zeggen alleen iets over geregistreerde misdaad. De onbekende delicten blijven daarmee buiten beeld. Ook weten we dat de meldings- en aangiftebereidheid de afgelopen tien jaar is afgenomen. Gesprekken met interne en externe partners, literatuuronderzoek en resultaten uit leefbaarheids- en veiligheidsonderzoek zijn benut om een zo volledig mogelijk beeld te schetsen. Concepten zijn beoordeeld en aangevuld door sleutelfiguren.

 

De beschrijving van de bevindingen per veiligheidsveld heeft een schematisch karakter. Dit ter bevordering van de leesbaarheid en overzichtelijkheid. Ook vergemakkelijkt deze opzet latere bijstellingen van de rapportage, bijvoorbeeld in het kader van jaarrapportages en bij het voorbereiden van een nieuw Uitvoeringsplan Integrale Veiligheid.

 

Veiligheidsveld 1: Veilige woon- en leefomgeving

In dit veiligheidsveld staan de veiligheid en leefbaarheid in de ‘alledaagse woon- en leefomgeving’, in de wijk, de buurt en de straat centraal. Hoofdthema’s zijn sociale kwaliteit, fysieke kwaliteit, objectieve veiligheid en subjectieve veiligheid.

 

Veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving

Thema 1.1: sociale kwaliteit

De sociale kwaliteit van een buurt of wijk heeft betrekking op de ‘intermenselijke relaties’ in een buurt: tussen bewoners en eventueel andere aanwezige personen. Belangrijke aspecten van de sociale kwaliteit zijn betrokkenheid van bewoners bij de buurt, de kwaliteit van sociale netwerken, de mate van informele sociale controle, e.d. De sociale kwaliteit kan onder druk komen te staan door verschijnselen als woonoverlast, burengerucht, overlast ‘verwarde’ personen, multiprobleemgezinnen /-huishoudens, overlast gerelateerd aan illegale bewoning, drank- en drugsoverlast, overlast van prostitutie en overlast van zwervers.

 

Cijfermatig beeld

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

Vlaardingers zijn van oudsher sterk op elkaar gericht, sociaal en betrokken. Steeds meer mensen komen echter in een sociaal isolement en soms zelfs tegenover elkaar te staan. Hoewel de redenen daarvoor uiteenlopend kunnen zijn, zien we vaak een opeenstapeling van persoonlijke problemen zoals: eenzaamheid, woningnood, werkeloosheid, schulden, psychische klachten, verslavingen, etc.

 

Personen met verward gedrag

De cijfers op het gebied van sociale kwaliteit laten de afgelopen jaren een stijgend beeld zien van personen met verward gedrag evenals overlast door zwervers. Er wordt de laatste tijd veel gesproken over personen met verward gedrag. Het gaat hier over meldingen bij de politie onder de noemer ‘incident verward persoon’. Andere cijfers over ‘verwarde personen’ zijn er eigenlijk niet. We kunnen echter geen (harde) conclusies trekken over de bovengenoemde cijfers. Uit de politiecijfers valt namelijk niet te halen met welke problemen mensen kampen, hoeveel personen het betreft (vaak zijn er meerdere meldingen over een persoon) en waar het incident of de situatie over gaat. Tegelijkertijd komen lang niet alle mensen met verward gedrag in aanraking met de politie en deze cijfers geven daarmee geen volledig beeld.

 

Het gaat om mensen die de grip op hun leven (dreigen te) verliezen, waardoor het risico aanwezig is dat zij zichzelf of anderen schade berokkenen. Het zijn mensen met complexe problemen die gedrag vertonen dat anderen niet direct begrijpen. Hun gedrag heeft vaak veel impact op de omgeving. De problematiek rondom verwarde personen heeft in de samenleving veel aandacht en de politie en woningbouwcorporaties ervaren druk door de toename van mensen met psychische klachten in de wijken. Deze problematiek speelt ook in Vlaardingen, is zorgelijk en heeft daarom aandacht nodig.

 

Drugsoverlast

Hoewel het met cijfers lastig te onderbouwen is, zijn er voldoende indicaties dat het drugsgebruik in Vlaardingen hoog is. Dit blijkt onder andere uit gesprekken met politie en Openbaar Ministerie en signalen uit de samenleving. Drugsgebruik kan naast verschillende vormen van criminaliteit (dit komt verder aan de orde in Veiligheidsveld 5.2), ook overlast met zich meebrengen, zoals verstoring van de openbare orde, gevoelens van onveiligheid bij bewoners en nadelige economische consequenties zoals waardedaling van woningen en omzetdaling bij ondernemers in buurten waar drugsgebruik voorkomt. De overlast van drank- en drugsgerelateerde incidenten lijkt in Vlaardingen ook toe te nemen. Hoewel deze incidenten in 2018 zijn gedaald ten opzichte van 2017, is er wel een stijging ten opzichte van 2015 waarneembaar (+18%). Momenteel loopt er nader onderzoek naar de drugsproblematiek binnen Vlaardingen.

 

Woonoverlast

Woonoverlast heeft gevolgen voor het woongenot en het dagelijkse leven van bewoners, maar ook voor de gevoelens van veiligheid van bewoners. Woonoverlast is een ingrijpende vorm van overlast die rechtstreeks het woongenot van bewoners en de leefbaarheid in wijken aantast. Het kan gaan om ‘eenvoudige’ burenruzies, maar ook om overlast door overbewoning van naburige panden en door overlastgevende individuen. Soms heeft dit ook te maken met contrasterende levensstijlen. In de cijfers zien we ten opzichte van 2015 een daling in de onderlinge verstandshouding en omgang tussen buurtbewoners (incidenten burengerucht). Dit staat in contrast met het gevoel dat er soms leeft in de Vlaardingse samenleving. In Vlaardingen is een aantal casussen bekend waar sprake is van hardnekkige en langdurige overlast en waar bemiddeling en andere interventies geen soelaas bieden. Het gaat dan om woningen waar sprake is van geluidsoverlast (vaak in de nachtelijke uren), stankoverlast, drugsgebruik, blaffende honden, uitschelden van buren of mensen die hun woning of tuin als opslagplaats gebruiken.

 

Kern van de huidige aanpak

 

Aanpak personen met verward gedrag

De aanpak van personen met verward gedrag vergt samenwerking van zorg- en veiligheids-professionals. Op casusniveau wordt er gewerkt met een gemeentebreed escalatiemodel, te weten Aanpak Voorkomen Escalatie (AVE). Uitgangspunt is dat problemen worden voorkomen en als ze zich voordoen tijdig worden gesignaleerd. Bij gevallen die escaleren wordt opgeschaald naar het Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond. Voor de mensen die zoveel problemen veroorzaken en tegelijkertijd zoveel problemen hebben dat er meer nodig is, is binnen het Zorg- en Veiligheidshuis het EPA-overleg (Ernstig Psychiatrische Aandoeningen). Het doel is een goed plan van aanpak maken zodat zij terecht komen op de juiste plek, waar zij de juiste zorg krijgen. Zodat zij geen overlast meer veroorzaken in de maatschappij.

 

Aanpak drugsoverlast

De aanpak van drugsoverlast komt aan de orde in Veiligheidsveld 5.2, omdat dit een grote relatie heeft met drugscriminaliteit en ondermijning.

 

Aanpak woonoverlast

Woonoverlast is een ingrijpende vorm van overlast die rechtstreeks het woongenot van bewoners en de leefbaarheid in wijken aantast. We ondernemen de volgende maatregelen om woonoverlast tegen te gaan:

 

  • 1.

    Huisbezoeken Basisregistratie Personen

    Op basis van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP) worden er gemeentebrede controles uitgevoerd door toezichthouders wanneer er aanwijzingen zijn dat gegevens uit de basisregistratie personen niet overeenkomen. Deze controles hebben tot doel te controleren of de feitelijke situatie overeenkomt met hetgeen bekend is in de basisregistratie personen van de gemeente Vlaardingen.

  • 2.

    Controles op overbewoning

    Er wordt gecontroleerd op overbewoning (door Bouw- en Woningtoezicht en politie). Dit gebeurt in de meeste gevallen op grond van klachtmeldingen door bewoners. Het betreft overbewoning, maar ook zaken als vragen naar naam werkgever, de huurprijs en het ter plekke controlen in de basisregistratie personen. Hierdoor worden misstanden, uitbuiting en onderverhuur in kaart gebracht.

  • 3.

    Casus-overleg woonoverlast en Wet aanpak woonoverlast

    Binnen dit overleg wordt de aanpak gecoördineerd van de meest ernstige gevallen van langdurige woonoverlast. Per casus wordt bekeken wat de meest effectieve maatregelen zijn en wie daarvoor aan tafel moet zitten. Partners hierbij zijn de woningcorporaties, de politie en het wijkteam. De regie wordt gevoerd vanuit de gemeente. De uiterste maatregel is het opleggen van een gedragsaanwijzing op basis van de Wet aanpak woonoverlast. Deze wet is op 1 juli 2017 in werking getreden. Door de wet hebben burgemeesters de mogelijkheid gekregen om specifieke gedragsaanwijzingen te geven aan overlastgevers, zoals een last onder bestuursdwang of dwangsom. De burgemeester kan pas een gedragsaanwijzing geven als is gebleken dat andere maatregelen, zoals mediation, het aanbieden van zorg of een aanwijzing van de verhuurder geen effect hebben gehad. Tot op heden is hier in Vlaardingen één keer gebruik van gemaakt. Als de situatie echt ernstig is, is het mogelijk om de overlastgever tijdelijk uit zijn huis te plaatsen, om af te koelen. Die periode geldt voor tien dagen en kan worden verlengd tot vier weken. Dit kan natuurlijk niet zomaar, er gelden strenge eisen. Een tijdelijk huisverbod is echt een allerlaatste mogelijkheid.

  • 4.

    Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp)

    In 2005 is landelijk de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp), ook wel bekend als de Rotterdamwet, door de Tweede Kamer aangenomen. De Wbmgp biedt gemeenten een aanvullend instrumentarium om gebieden die kampen met grootstedelijke problematiek, waar sprake is van een opeenstapeling van problemen van sociale, economische en fysieke aard, er weer bovenop te helpen. Het is een extra instrument om de leefbaarheid te verbeteren.

     

    De toepassing van de maatregelen inzake de toegang tot de woningmarkt op grond van de artikelen 8 en 9 van de Wbmgp is een ultimum remedium; deze maatregelen kunnen niet preventief worden ingezet. Aantoonbaar moeten eerst andere, minder ingrijpende maatregelen zijn ingezet en in de toekomst consistent worden voortgezet. De gegeven bevoegdheden kunnen worden toegepast om de maatregelen te ondersteunen die al genomen werden en nog worden ingezet ter verbetering van de positie van de aangewezen gebieden.

     

    In 2016 heeft de minister op aanvraag van de gemeenteraad 650 adressen in de Westwijk aangewezen op grond van artikel 9. Dit artikel gaat uit van het verlenen van voorrang aan woningzoekenden met bepaalde sociaaleconomische kenmerken (zoals opleiding, inkomen en samenstelling huishouden). De termijn kan op aanvraag van de gemeenteraad nog vier maal worden verlengd met vier jaren als aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan.

 

Veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving

Thema 1.2: fysieke kwaliteit

De fysieke kwaliteit van een buurt, wijk, kern heeft betrekking op fysieke kenmerken van de woonomgeving: in het bijzonder de inrichting, het onderhoud en beheer van de openbare ruimte. Het gaat bij dit thema om de vraag: hoe staat de openbare ruimte erbij? Hoe prettig is het wonen in de buurt gegeven die fysieke kwaliteit? Aspecten zijn onderhoud van groen, aanpak zwerfvuil, verlichting van achterpaden e.d.. Inbreuk op de fysieke kwaliteit zijn onder meer vernielingen, graffiti, zwerfvuil en andere tekenen van verloedering.

 

Cijfermatig beeld

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

Een juiste inrichting en goed beheer en onderhoud van de openbare ruimte is van groot belang voor de leefbaarheid en veiligheid. Deze bepaalt mede de wijze waarop mensen zich gedragen. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat een nette openbare ruimte ongewenst gedrag niet kan voorkomen, maar hier wel een belangrijke rol in kan spelen.

 

De Vlaardingers geven hun woonomgeving gemiddeld een 7,1 (VLD Peilt!, 2017). Buurtproblemen en overlastsituaties kunnen de leefbaarheid van buurten en wijken negatief beïnvloeden. De frequentie waarmee buurtproblemen zich volgens bewoners voordoen, is ook van invloed op de beleving van de fysieke kwaliteit van de buurt. Hondenpoep op straat wordt door de meeste bewoners als grootste buurtprobleem ervaren, gevolgd door rommel op straat en vuil dat naast de container wordt gedeponeerd.

 

Jaarlijks komen zo’n 6000 meldingen binnen bij de gemeente met betrekking tot de buitenruimte. Het aantal meldingen zwerfvuil is het afgelopen jaar flink toegenomen. Daarentegen nemen de meldingen graffiti af.

 

De politiecijfers laten een positief dalende trend zien als het gaat om vernielingen.

 

Kern van de huidige aanpak

De fysieke kwaliteit wordt onderhouden volgens basisniveau (‘Vlaardingen Basis’). Het biedt een degelijke basiskwaliteit in de gemeente en op enkele locaties geldt een hogere kwaliteit en onderhoudsniveau. Bij dit scenario wordt het groen duurzaam en langdurig in stand gehouden, waarbij de veiligheid en functionaliteit is gegarandeerd. Onveilige situaties worden direct (in ieder geval binnen 24 uur) opgelost. De inzet en betrokkenheid van inwoners is van essentieel belang. Wijkdeals en adoptie van delen van het groen worden gestimuleerd en gefaciliteerd.

 

Veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving

Thema 1.3: objectieve veiligheid

Bij objectieve veiligheid gaat het om verschillende vormen van vermogens- en geweldscriminaliteit die zich in de alledaagse woon- en leefomgeving van bewoners kunnen voordoen. Het betreft zowel ‘veel voorkomende’ als ‘high impact’-criminaliteit. Vermogenscriminaliteit: o.m. woninginbraak, kelderboxinbraak, auto-inbraak, fietsendiefstal, diefstal motorvoertuigen, zakkenrollerij en straatroof. Geweldscriminaliteit: o.m. bedreiging, mishandeling, openlijke geweldpleging, huiselijk geweld. Bij vermogenscriminaliteit is aandacht voor het eventuele georganiseerde karakter (bendes, banditisme) van belang.

 

Cijfermatig beeld

3 Opgelegd op basis van Wet Tijdelijk Huisverbod.

4 HIT (High Impact Target): minimaal 1 veroordeling voor een High Impact delict.

 

Aard van de problematiek

De cijfers van ‘traditionele’ criminaliteit laten over de afgelopen jaren een relatief gunstig beeld zien. Deze dalende trend is al enkele jaren gaande. Niet alleen in Vlaardingen, maar ook in Nederland en de rest van Europa. Het totaal aantal geregistreerde misdrijven in Vlaardingen is van 4732 in 2015 gedaald naar 3807 in 2018 (-20%).

 

High Impact Crimes

Onder High Impact Crimes (HIC’s) wordt criminaliteit verstaan die diep ingrijpt op de persoonlijke levenssfeer van bewoners: woninginbraken, straatroof, overvallen en geweldsdelicten. Deze delicten hebben met elkaar gemeen dat ze een zeer grote invloed hebben op het veiligheidsgevoel van de bewoners. Daarom heeft de politie extra aandacht voor deze delicten. De gemeente werkt daarbij samen met de politie. De HIC’s waren de afgelopen vier jaar geprioriteerd in het IVP.

 

Sinds 2015 is het aantal woninginbraken in Vlaardingen fors gedaald. Onze doelstelling was het aantal woninginbraken in 2019 terug te brengen tot maximaal 265 gevallen. Eind 2018 was dit teruggebracht tot 227 (-33%). Hiervoor zijn diverse verklaringen te geven. Er is de afgelopen jaren vanuit de politie veel aandacht voor woninginbraken. Wanneer er sprake is van een inbraakgolf, dan wordt er vanuit de politie extra gesurveilleerd op hotspots. Ook is er de afgelopen jaren meer aandacht gekomen voor inbraakpreventie. Zo wordt er vanuit de politie voorlichting gegeven om bewoners bewust te maken om verdachte situaties te melden en advies gegeven rondom goed hang- en sluitwerk. Ook groeit de waakzaamheid onder bewoners door onder andere buurtpreventieapps. En natuurlijk is het aantal woninginbraken ook onderhevig aan landelijke trends en ontwikkelingen. Het aantal woninginbraken in heel Nederland al enkele jaren dalende, er zijn soms inbrekersgroepen die landelijk opereren en bijvoorbeeld tijdelijk woninginbraken in de gemeente plegen en er vindt een verschuiving plaats naar cybercriminaliteit (zie Veiligheidsveld 5.2). Een andere soort verplaatsing die ook wordt genoemd: inbrekers kiezen voor de overstap naar de drugshandel.

 

Onze doelstellingen voor het aantal straatroven (terugbrengen naar 11 in 2019) en overvallen (terugbrengen naar 3 in 2019) zijn eind 2018 (nog) niet behaald. Toch laten beide delicten de afgelopen jaren wel positieve ontwikkelingen zien. De vraag is of de gestelde doelstellingen voor 2019 realistisch waren; namelijk het aantal misdrijven terug te dringen met dezelfde percentage als in de periode 2010-2014.5 Straatoven en overvallen zijn – ondanks preventiemaatregelen – helaas nooit helemaal te voorkomen. De politie blijft scherp op deze vorm van criminaliteit. 

 

Geweld is een breed begrip. We maken daarom onderscheid tussen enkele varianten van geweld: bedreiging, mishandeling en openlijk geweld. Over de gehele linie is het aantal geweldsdelicten licht afgenomen ten opzichte van 2015 (-9%). Met name het aantal misdrijven mishandeling en bedreiging zijn afgenomen. Het aantal openlijk geweldplegingen is echter flink toegenomen, te weten van 16 gevallen in 2015 naar 35 gevallen in 2018 (+218%). De grootste oorzaken van geweld liggen in alcohol- en drugsmisbruik en relationeel geweld. De hotspots zijn gelegen in de horecagebieden in het Centrum.

 

Diefstal van fietsen, bromfietsen en snorfietsen

In de periode 2011-2014 was er een toename van het aantal diefstallen van fietsen, bromfietsen en snorfietsen. Om deze reden was de aanpak hiervan de afgelopen vier jaar een lokale prioriteit in het IVP. Doelstelling voor 2019 was dat het aantal diefstallen niet meer mag zijn dan 500. Deze doelstelling is behaald, want eind 2018 is het aantal diefstallen teruggebracht tot 452. Aandachtspunt is dat deze cijfers weergeven hoeveel mensen er aangifte hebben gedaan. Steeds minder mensen doen echter aangifte van fietsdiefstal. Het is dus lastig om echt aan te geven hoeveel fietsen gestolen worden. Dit sluit ook aan bij het landelijke beeld dat er sinds het hoogtepunt in 2014 een constante daling is van het aantal aangiftes van fietsendiefstal.

 

Huiselijk geweld en huisverboden

Huiselijk geweld is geweld dat wordt toegepast in de privésfeer, waarbij er een relatie is tussen dader en slachtoffer. In de afgelopen jaren zien we van 2015 naar 2018 een afname van het aantal meldingen huiselijk geweld bij de politie (-33%). Het aantal opgelegde huisverboden is echter toegenomen van 30 in 2015 naar 37 in 2018 (+23%). Verslavingsproblematiek ligt vaak ten grondslag aan geweldsdelicten.

 

Zorg- en veiligheidshuis

Eind 2018 zijn er 84 personen uit Vlaardingen in aanpak bij het Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond. Dit is 16 meer dan in 2016.6 Ook het aantal personen met de HIT-status is flink toegenomen (+206%), maar medio 2019 is dit aantal weer teruggebracht naar 22. Hierbij moet ook worden opgemerkt dat personen zowel de status veelpleger als ook de status HIT-er kunnen hebben.

 

Kern van de huidige aanpak

 

High Impact Crimes

Op basis van het huidig integraal veiligheidsplan is de afgelopen jaren extra ingezet op de aanpak van High Impact Crimes. Zo is er in 2016 vanuit het basisteam Waterweg een team opgericht dat zich richt op het terug dringen van de High Impact Crimes en het vergroten van heterdaadkracht. Hierbij is er een focus op de genoemde dadergroep. Dit team heeft veel successen geboekt bij het oplossen van de inbraken. Ook buurtpreventie, social media en whatsappgroepen dragen bij aan de afname van de HIC’s. Verder wordt jaarlijks van oktober tot maart het Donkere Dagen Offensief gehouden, omdat in deze tijd van het jaar een piek is waar te nemen in de HIC-delicten. Hierbij is vanuit politie, vrijwillige politie en toezicht en handhaving een verhoogde waakzaamheid op die locaties waar op basis van analyse de kans op HIC delicten het grootst is. Daarnaast wordt het Regionaal Team Overvallen waar nodig ingezet. In het kader van aanpak van daders van deze delicten wordt er de PersoonsGerichte Aanpak (PGA) toegepast. Ook worden de bestuurlijke mogelijkheden benut om personen die met inbrekerswerktuigen op de openbare weg worden aangetroffen een last onder dwangsom op te leggen.

 

Aanwijzen veiligheidsrisicogebieden

In de gemeente Vlaardingen is sinds november 2016 zes keer achtereenvolgens een veiligheidsrisico-gebied aangewezen (elke keer voor de periode van een half jaar). Veiligheid is belangrijk en preventief fouilleren kan daar aan bijdragen, maar is tegelijkertijd een zwaar middel om in te zetten. Uit analyse van politiegegevens blijkt dat er nog steeds wapens worden aangetroffen, er nog met regelmaat geweldsincidenten met of zonder wapens plaatsvinden en genoemde delicten ook verband houden met de ondermijningsproblematiek en drugsoverlast in de gemeente Vlaardingen. Het is noodzakelijk het (wapen)geweld zo krachtig mogelijk te bestrijden en het wapenbezit maximaal te ontmoedigen. Binnen een veiligheidsrisicogebied kan de officier van justitie de politie gelasten tot preventief fouilleren op verboden wapenbezit. De politie kan dan personen fouilleren zonder dat een concrete verdenking tegen de persoon in kwestie bestaat. De preventieve fouilleringen zijn met duidelijke juridische waarborgen omgeven.

 

Aanpak fietsendiefstal

Begin 2015 is gestart met een plan van aanpak om dit terug te dringen. Deze projectmatige aanpak met operationele en tactische inzet van de politie in intensieve samenwerking met de gemeente heeft zijn vruchten afgeworpen. Er is gebruikt gemaakt van de zogenoemde ‘lokfiets’. Daarnaast is ingezet op bewustwording met betrekking tot de diefstal van de fiets, het voorzien van adviezen om diefstal te voorkomen en het laten graveren van de fiets.

 

Huiselijk geweld

De burgemeester kan sinds 1 januari 2009 op grond van de Wet tijdelijk huisverbod (Wth) bij huiselijk geweld of dreiging van huiselijk geweld een huisverbod opleggen. Aan de uitgeplaatste is het dan verboden om contact op te nemen met de andere gezinsleden. Bij een melding van huiselijk geweld wordt de screening gedaan door het Crisis Interventie Team (CIT) van het Centrum voor Dienstverlening in Rotterdam. Een opgelegd huisverbod wordt zo snel mogelijk ter kennis gebracht van Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond die hierop actie onderneemt. Ook bij het besluit om geen huisverbod op te leggen wordt Veilig Thuis in kennis gesteld. Daarnaast speelt het Openbaar Ministerie een rol in het huiselijk geweld waarbij de Officier van Justitie bij een strafbaar feit over kan gaan tot het opleggen van een gebiedsverbod en/of een contactverbod. Deze procedure kan naast de procedure huisverbod plaatsvinden.

 

Aanpak veelplegers en HIT-ers

Met betrekking tot de personen met de HIT-status wordt een contactmoment gecreëerd met de wijkagent van de politie. We gaan hierbij uit van minimaal 2 contactmomenten met de wijkagent per maand. In aansluiting hierop worden de zogenaamde HIT-ers7 ook periodiek bezocht en gesproken vanuit de gemeente, met een focus op zorg. Daarnaast worden deze personen periodiek besproken in het Zorg- en Veiligheidshuis.

 

 

Veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving

Thema 1.4: subjectieve veiligheid

Subjectieve veiligheid is het ‘veiligheidsgevoel’ van bewoners in hun eigen woonbuurt: hoe vaak voelt men zich onveilig, welk rapportcijfer geeft men de veiligheid van de buurt? Het gaat hier om het ‘generieke’ veiligheidsgevoel, dus niet gekoppeld aan bijvoorbeeld het uitgaansgebied of een andere locatie binnen de gemeente.

 

Cijfermatig beeld

Bron

2017

% dat zich in het algemeen zelden of nooit onveilig voelt

Gemeente / VLD Peilt!

49%

% dat zich in het algemeen soms onveilig voelt

Gemeente / VLD Peilt!

46%

% dat zich in het algemeen vaak onveilig voelt

Gemeente / VLD Peilt!

5%

% dat zich veilig voelt in de eigen buurt

Gemeente / VLD Peilt!

65%

% dat zich vaak onveilig voelt in de eigen buurt

Gemeente / VLD Peilt!

6%

Rapportcijfer woonomgeving

Gemeente / VLD Peilt!

7,1

Rapportcijfer leefbaarheid

Gemeente / VLD Peilt!

7,0

Rapportcijfer sociale cohesie

Gemeente / VLD Peilt!

5,7

Rapportcijfer veiligheid in de buurt

Gemeente / VLD Peilt!

6,5

Indicatorscore sociale cohesie

Gemeente / VLD Peilt!

5,7

Indicatorscore8 fysieke verloedering

Gemeente / VLD Peilt!

4,6

Indicatorscore9 overlast

Gemeente / VLD Peilt!

3,0

Indicatorscore10 verkeersoverlast

Gemeente / VLD Peilt!

4,2

 

Aard van de problematiek

Doelstelling in het IVP 2016-2019 voor de subjectieve veiligheidsbeleving was het streven die met circa 10 procent te verbeteren, door op de volgend onderwerpen minimaal een zeven na te streven:

  • -

    Rapportcijfer voor subjectieve veiligheid (Vlaardingen totaal)

  • -

    Omlopen om onveilige plekken in de buurt te mijden

  • -

    ’s Avonds voelt men zich onveilig in de buurt

  • -

    Angst om in de buurt lastig gevallen of overvallen te worden

Ook waren ook de volgende doelstellingen opgenomen met betrekking tot ervaren verloedering en ervaren overlast:

  • -

    De ervaren verloedering, 30,1%, moet in 2019 teruggedrongen zijn naar 20% (Stadspeiling 2011).

  • -

    Ervaren overlast, 13,3%, moet in 2019 afgenomen zijn tot 10% van de bevolking.

Omdat er met VLD Peilt! (2017) andere vragen zijn gesteld, is er op het gebied van subjectieve veiligheid maar gedeeltelijk (namelijk het rapportcijfer veiligheid) een vergelijking te maken met de ambities en doelstellingen uit het IVP 2016-2019. Om deze reden wordt in deze paragraaf een weergave gegeven van de subjectieve veiligheid uit het onderzoek VLD Peilt! (2017).

 

Veiligheidsbeleving

Het deel van de Vlaardingers dat zich in het algemeen zelden of nooit onveilig voelt bedraagt 49%. Anderzijds voelt 51% van de bevolking zich wel eens onveilig. Vergeleken met andere gemeenten in Nederland is dat een relatief hoog percentage. In de eigen buurt voelen meer mensen zich veilig: 65%. Desondanks scoort Vlaardingen hiermee minder gunstig dan het landelijke cijfer voor sterk stedelijk gebied dat 72% bedraagt (CBS, 2016). Ook in deze landelijke monitor wordt geconstateerd dat de onveiligheidsgevoelens in Vlaardingen in de eigen buurt hoger zijn dan gemiddeld (samen met nog 9 andere 70.000+ gemeenten).

 

Rapportcijfer veiligheid

De veiligheid in de buurt in Vlaardingen wordt net als in 2014 gemiddeld gewaardeerd met een 6,5. Daarmee is de score niet verbeterd ten opzichte van een aantal jaar geleden. Deze score ligt lager dan het landelijk gemiddelde van 7,3 (CBS, 2017).

 

Fysieke verloedering

De frequentie waarmee buurtproblemen zich volgens bewoners voordoen, is ook van invloed op de beleving van de fysieke kwaliteit van de buurt. Op de indicatorscore voor fysieke verloedering scoort Vlaardingen een 4,6. Dit betekent een score boven het landelijk gemiddelde. Over het algemeen geldt; hoe stedelijker een gemeente, hoe hoger deze score is.

 

Overlast

Een ander aspect dat van invloed is op het woongenot en de leefbaarheid in de buurt, is de mate van overlast die bewoners ervaren. Ook de indicatorscore voor overlast hangt sterk samen met mate van stedelijkheid van een gemeente. Vlaardingen scoort hier een 3,0 op. Dit is een redelijk gunstige waarde.

 

Verkeersoverlast

Voor deze indicator is gevraagd in welke mate bewoners hinder van verkeer ervaren. Op de indicatorscore voor verkeersoverlast scoort Vlaardingen een 4,2. Verkeersoverlast speelt het meest in het Centrum en het minst in Holy Noord.

 

Leefbaarheid

De leefbaarheid in de buurt wordt gemiddeld gewaardeerd met een 7,0. Deze score ligt iets lager dan het landelijk gemiddelde (7,5). De leefbaarheid in Westwijk wordt het minst gewaardeerd en in Holy Noord geven bewoners het hoogste cijfer voor de leefbaarheid.

 

Sociale cohesie

Vlaardingen scoort een 5,7 voor sociale cohesie. Landelijk ligt deze score op 6,3 (CBS, 2016). In sterk stedelijke gebieden - zoals de regio Rijnmond - is dit doorgaans lager. Dat verklaart waarom Vlaardingen achterblijft bij het landelijke gemiddelde. Zo is in Schiedam en Rotterdam hetzelfde beeld waarneembaar.

 

Subjectieve veiligheid

Subjectieve veiligheid, ook wel veiligheidsgevoelens, is een belangrijk onderwerp in het complete beeld wanneer het gaat om veiligheid. Het gaat dan om het gevoel dat mensen hebben. Op dezelfde plek kunnen bewoners echter een ander gevoel van (on)veiligheid ervaren. Dit is te verklaren door het gegeven dat veiligheidsgevoelens worden beïnvloed door tal van factoren. Om deze reden is het niet eenvoudig om onveiligheidsgevoelens aan te pakken, omdat dit een persoonlijke beleving is. Onveiligheidsgevoelens zijn ook niet altijd te verklaren door het feit dat er sprake is van criminaliteit en overlast. Een veilige omgeving op basis van cijfers leidt niet direct tot veiligheidsgevoelens. Dit kan ook afhankelijk zijn van de aanwezigheid van sociale cohesie of het vertrouwen in de institutionele omgeving. Zelfs persoonskenmerken, zoals het geslacht, kunnen van invloed zijn.11

 

Betrekken bewoners bij veiligheid en leefbaarheid

De focus ligt hier op actieve betrokkenheid van bewoners bij de aanpak van, inzet op veiligheid en leefbaarheid op wijk- en buurtniveau. Dus méér dan het geven van input voor beleids- en planvorming. Het is de uitdaging om bewoners daadwerkelijk ‘aan zet’, ‘aan het roer’ te krijgen, in samenspel met professionals (co-creatie). Dit onderdeel richt zich aldus expliciet op de ‘vermaatschappelijking’ van het veiligheidsbeleid ofwel de verankering daarvan bij bewoners.

 

Buurtpreventie

Buurtpreventie is een vorm van toezicht die vrijwillig wordt opgezet door bewoners om zo de veiligheid in hun eigen woonomgeving te verbeteren. Er zijn verschillende vormen van buurtpreventie. In Vlaardingen zijn er buurtpreventieteams en WhatsApp Buurtpreventiegroepen.

 

Buurtpreventieteams

Een buurtpreventieteam bestaat uit een groep van actieve bewoners die toezicht houden in de wijk met als doel om het veiligheidsgevoel in de wijken te vergroten. In 2009 is gestart met de invoering van de buurtpreventieteams binnen de gemeente Vlaardingen. Er werd gestart in de Westwijk en dat is later uitgebreid over de rest van Vlaardingen. Momenteel zijn er vijf buurtpreventieteams actief, te weten: Westwijk, Oostwijk, Centrum, Holy en Ambacht-Babberspolder. De buurtpreventieleden zetten zich belangeloos in voor de leefbaarheid van hun buurt. Daarbij wordt samengewerkt met politie, gemeente en andere partners. Ze houden toezicht in de straten, inventariseren onveilige situaties, donkere plaatsen en openstaande ramen of deuren en andere inbraak gevoelige situaties.

 

Buurtpreventieteams worden voor het overgrote deel opgezet vanuit het eigen initiatief van buurtbewoners waarbij de gemeente een faciliterende rol heeft. In Vlaardingen zijn de buurtpreventieteams vanuit de gemeente opgezet. De huidige organisatie bestaat momenteel uit circa 80 lopers (vrijwilligers), een aantal coördinatoren (eveneens vrijwilligers) en ambtelijke ondersteuning vanuit team Veiligheid, Handhaving en Toezicht. Een aantal teams heeft contact met de kernteams of partners in de wijk zoals de politie.

 

De gemeente Vlaardingen staat voor schoon, heel en veilig en de buurtpreventieteams dragen daar aan bij. Een aantal ontwikkelingen vraagt wel een aanpassing in de huidige opzet:

  • -

    Rol gemeente. De gemeente onderschrijft het belang van buurtpreventieteams, maar dat betekent niet per definitie dat zij hierin de trekker moet zijn. De gemeente wil vooral een faciliterende en stimulerende rol innemen. Momenteel onderzoeken we daarom de mogelijkheden voor een Buurtpreventie 2.0, waarbij de regie meer ligt bij de leden zelf. Dit past ook in het licht van het vergroten van burgerparticipatie. De gemeente blijft uiteraard faciliteren.

  • -

    Doorloop: Er is een licht dalende trend zichtbaar in het aantal leden. Dit wordt mede ingegeven door de gemiddelde leeftijd van de leden. Deze bestaan veelal uit senioren en er is weinig interesse bij de doelgroep jongeren. Een verdere vergrijzing van de buurtpreventieleden is daarom zeker niet ondenkbaar. Ook missen de teams de betrokkenheid van bewoners met een niet-westerse achtergrond en vormen daardoor geen culturele afspiegeling van de wijk. Bewoners leveren liever een bijdrage aan buurtpreventie door deel te nemen aan Buurt Whatsappgroepen.

  • -

    Moderne media: Met de komst van social media en Buurt Whatsappgroepen is het mogelijk om snel en efficiënt te communiceren. Het is niet ondenkbeeldig dat er een overlap bestaat tussen deze vormen van buurtpreventie.

Buurt Whatsapp

Buurt Whatsapp is een Whatsappgroep voor buurtbewoners. Afwijkende, verdachte situaties of personen kunnen via deze Whatsappgroep met elkaar worden gedeeld. Het is een laagdrempelig en snel middel. Het doel is zorgen voor meer ogen en oren in de wijk. In Vlaardingen zijn circa 7500 deelnemers in 75 groepen actief en dit aantal is nog elke dag groeiende. Politie en handhaving en toezicht zijn veelal ook actief in deze Buurt Whatsappgroepen. WhatsApp is en blijft echter een bewonersinitiatief. De politie komt in principe alleen in actie wanneer een melding bij 112 (of via 0900-8844 bij mindere spoed) wordt gedaan. Omgekeerd kan de politie ook informatie doorgeven aan de WhatsAppgroepen, bijvoorbeeld als er een ‘actieve dadergroep in de buurt’ actief is.

 

Burgernet 

Een andere manier waarop bewoners een steentje kunnen bijdragen aan veiligheid is via Burgernet. Burgernet is een door de politie ontworpen meldingssysteem waarbij bewoners via een app-bericht, sms’je of telefoontje, politieberichten over verdachten of vermissingen kunnen ontvangen. Als bewoners iets gezien of gehoord hebben, kunnen zij die informatie aan de politie doorgeven. In Vlaardingen zijn er momenteel (peildatum: 1 augustus 2019) 4.307 personen aangemeld als deelnemer, wat neerkomt op 6,0% van de Vlaardingse bevolking.

 

Burgernet blijkt een succesvol initiatief voor bewonersparticipatie en veiligheid. Het doel van de gemeente blijft om de participatie aan Burgernet verder te vergroten. Dit doet de gemeente onder andere door het onder de aandacht te brengen bij inwoners via de media (social media, advertenties in lokale media).

 

Toezicht en handhaving

Hieronder wordt verstaan: de organisatie en de inzet van het toezicht en de handhaving door Buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s / handhavers) en de politie in de openbare ruimte.

 

Een veilige en leefbare woonomgeving is belangrijk voor onze inwoners. De medewerkers van Toezicht en Handhaving hebben daarbij een steeds belangrijkere rol. Hij is zichtbaar aanwezig in de openbare ruimte. Daarbij stimuleert hij mensen om zich aan de regels te houden en op die manier bij te dragen aan een plezierige woonomgeving. Hij is een extra paar ogen en oren voor de gemeente en voor onze ketenpartners.

 

In de afgelopen jaren is er hard gewerkt om invulling te geven aan de vier koersen uit de Koersnotitie Toezicht en Handhaving (2016), te weten:

  • -

    Prioritering

    Deze worden bepaald door de prioriteiten in het Integraal Veiligheidsplan en de actualiteiten.

  • -

    Professionalisering

    De gemeentelijke handhaving is in de loop van de jaren uitgegroeid tot een wezenlijk vak en beroep. Door onder andere deregulering, een sterk veranderende maatschappij, uitbreiding van de taken en eisen aan Toezicht en Handhaving is het noodzakelijk de BOA’s verder te professionaliseren. Hierbij wordt de brede handhavingsfunctie als uitgangspunt genomen.

  • -

    Groter areaal en flexibele inzet

    Om bij te dragen aan de leefbaarheid en veiligheid in de Broekpolder is het gewenst dat de Broekpolder wordt meegenomen in de surveillance. Deze areaal-uitbreiding heeft effect op de inzet in de andere wijken.

     

    De vraag om flexibele inzet van Toezicht en Handhaving neemt toe. Dit wordt veroorzaakt door:

    • o

      intensivering van de controles op de bedrijventerreinen (inclusief extra controles op overlast gevende overnachtende vrachtwagenchauffeurs);

    • o

      de vraag om nachtelijke inzet bij het Donkere Dagen Offensief

    • o

      focusaanpak inbraken

    • o

      calamiteiten zoals autobranden

  • -

    Oren en ogen in de wijk: samen aan zet

    Handhavers kunnen niet alles zelf oplossen en hebben een signalerende rol. Ze werken samen met allerlei partners binnen en buiten de gemeente. Anderzijds zijn er vele andere organisaties en initiatieven die een signalerende rol kunnen vervullen richting de handhavers. Toezicht en Handhaving participeert steeds vaker in verschillende netwerken, waarin ze bijdragen aan preventie. Er wordt ingezet op versterking van dat netwerk.

Veiligheidsveld 2: Bedrijvigheid en veiligheid

In dit veiligheidsveld staat ‘sociale onveiligheid’ rond verschillende vormen/locaties van bedrijvigheid centraal.

 

Veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid

Thema 2.1: veilig winkelgebied

In winkelgebied kunnen zich verschillende vormen van onveiligheid voordoen. Het gaat bijvoorbeeld om winkeldiefstal, zakkenrollerij en overvallen maar ook om jongerenoverlast, vernielingen, fietsen en bromfietsen in voetgangersgebied en de mate van brandveiligheid van de winkelpanden. Daarnaast kunnen zwerfvuil en andere tekenen van verloedering tot subjectieve onveiligheid leiden.

 

Cijfermatig beeld

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

Vlaardingen heeft een divers aanbod van oude en nieuwe winkelgebieden verspreid over de gehele stad in de diverse wijken. Van deels overdekte winkelcentra in het centrum en de wijk Holy tot aan het nieuwe Van Hogendorpkwartier in Ambacht-Babberspolder. Dit geeft bedrijvigheid in de stad en daarbij hoort ook veiligheid dat een integrale aanpak vraagt. Er is op dit moment één winkelcentrum die een Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) heeft, te weten De Loper (2e ster). Uit de cijfers blijkt dat winkeldiefstal, zakkenrollerij en diefstal/inbraak in winkels de afgelopen jaren is afgenomen. Winkeliers worden gestimuleerd altijd aangifte te doen bij winkeldiefstal, maar dit wordt niet altijd gedaan. Op basis van meldingen kunnen we concluderen dat de overlast van jeugd in winkelcentra de afgelopen jaren behoorlijk lijkt afgenomen. Winkelcentrum Holiërhoek behoeft wel aandacht. De inrichting en de vele eetgelegenheden zorgen voor een aanzuigende werking van groepen jongeren. Deze locatie heeft dan ook de aandacht van handhaving en de politie. In het voetgangersgebied van het centrum wordt er door winkeliers en winkelend publiek overlast ervaren van fietsers. Er zijn diverse bekeuringen uitgeschreven door de handhavers.

 

Kern van de huidige aanpak

Veilig ondernemen was een prioriteit in het IVP 2016-2019. Doelstelling was Vlaardingen aantrekkelijk maken en houden voor veilig ondernemen. In dat kader van toezicht zijn medewerkers van Toezicht en Handhaving dagelijks en op onregelmatige tijden actief in Vlaardingen. De medewerkers van Handhaving en Toezicht hebben goede contacten met de winkeliersverenigingen. Zij hebben tevens een signalerende functie; bijvoorbeeld in het kader van winkeldiefstal. Ook geven zij voorlichting aan winkeliers en ondernemers om preventieve maatregelen te treffen ter voorkoming van inbraak en/of overvallen. Sommige winkeliers nemen ook zelf hun verantwoordelijkheid door bijvoorbeeld gezamenlijk een beveiliger in te huren. Hier gaat een preventieve werking van uit. Dit is echter niet voor alle winkeliers financieel mogelijk.

 

Tijdens het Donkere Dagen Offensief zijn politie en handhavers zichtbaar buiten aanwezig op afgesproken tijden rondom de sluiting van de winkels. Dit levert zeker een structurele bijdrage aan de veiligheid. Ook cameratoezicht in het centrum draagt hier aan bij.

 

We benaderen winkelcentra niet zelf actief om een KVO op te zetten. Het initiatief daartoe moet vanuit de ondernemers te komen. In het Centrum vindt vier keer per jaar het Schoon, Heel en Veilig overleg plaats. Dit overleg is een vervolg op het KVO-overleg in de binnenstad. Deelnemers aan dit overleg zijn politie, handhaving, buitenruimtecoördinator, economische zaken en een vertegenwoordiging van de winkeliersvereniging.

 

Veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid

Thema 2.2: veilig bedrijventerrein

Onveiligheid op bedrijventerreinen kent zowel sociale als fysieke aspecten: bedrijfsinbraak, diefstal, overvallen en vernieling aan de ene kant en aan de andere kant inrichting en onderhoud van de terreinen, verkeersveiligheid en brandveiligheid. Ook kunnen zich illegale bewoning en drugsdelicten als hennepplantages voordoen (NB: ‘externe veiligheid’ ofwel veiligheid rond inrichtingen waarin gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en/of bewerkt, is onderdeel van veiligheidsveld 4: Fysieke veiligheid).

 

Cijfermatig beeld

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

Voor dit veiligheidsthema zijn momenteel nog weinig indicatoren aanwezig. Het aantal diefstallen/ inbraken in bedrijven en instellingen is in het algemeen gedaald. Wat wel de aandacht verdient op de bedrijventerreinen is de sociale controle, evenals de bewustwording bij ondernemers over de mogelijkheden om de veiligheid in en om hun bedrijf te vergroten. Het correct gebruik van zowel privéterrein als van de openbare ruimte is van wezenlijk belang voor de uitstraling en de leefbaarheid op een bedrijventerrein. Oneigenlijk gebruik is een eerste teken van verloedering van een terrein. Qua verkeersveiligheid verdient het parkeren van vrachtwagens op en in de directe omgeving van de bedrijventerreinen de aandacht.

 

De problemen op bedrijventerreinen zitten verder meer in de sfeer van (georganiseerde) criminaliteit en ondermijning. Dit komt echter aan de orde bij Veiligheidsveld 5.2.

 

Kern van de huidige aanpak

De bedrijventerreinen Vergulde Hand en Groot Vettenoord hebben een certificaat Basis Samenwerken van de Keurmerk Veilig Ondernemen.

 

Onder de regie van de gemeente worden integrale bedrijvencontroles georganiseerd. Bij een integrale controle wordt gecontroleerd of bedrijven voldoen aan de uitgegeven vergunningen en andere geldende regels. Hier valt de denken (brand)veiligheid en onveilige situaties. Deze integrale controle is een samenwerking tussen politie, DCMR, Stedin, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, sociale recherche van Stroomopwaarts en gemeente Vlaardingen.

 

Veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid

Thema 2.3: veilig uitgaan

Uitgaansvoorzieningen hebben enerzijds een positief effect op de veiligheid: het culturele en sociale klimaat varen er wel bij. Ook zijn er economische voordelen. Maar er kunnen zich ook veiligheidsproblemen rond uitgaansvoorzieningen voordoen, zoals geweld, overlast en vernielingen.

 

Cijfermatig beeld

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

Ook voor dit veiligheidsthema zijn momenteel nog weinig indicatoren bekend. De geluidsincidenten rondom horeca zijn de laatste jaren toegenomen, met een piek in 2017. Voorts zijn alleen cijfers bekend vanuit het CBS rondom de vraag of men zich weleens onveilig voelt rondom uitgaans-gelegenheden. Dit is de afgelopen jaren in positieve zin veranderd.

 

Geweld en overlast zijn de meest voorkomende veiligheidskwesties in het uitgaansleven. Het aantal geweldsincidenten tijdens het uitgaan is de afgelopen jaren toegenomen. Hoewel dit niet met cijfers is te onderbouwen, blijkt uit gesprekken met de politie dat zij hier wekelijks mee te maken hebben. Daders zijn veelal onder invloed van alcohol of drugs. Dat is wellicht ook mede de reden dat er geen aangifte wordt gedaan. Een hotspot is het Centrum en omgeving. De afgelopen jaren is hier dan ook meer aandacht voor gekomen. Aandachtspunt is dat men het geweld ‘normaal’ vindt. Een ander aandachtspunt is dat ondernemers niet altijd melding maken en/of weten wat ze moeten doen bij incidenten.

 

Daarnaast vormt de vergunningverlening aan horecabedrijven (exploitatie) een aandachtspunt, vooral in relatie tot de beoordeling van de integriteit van de ondernemer (zie onder Veiligheidsveld 5.2).

 

Kern van de huidige aanpak

Veilig uitgaan was een prioriteit in het IVP 2016-2019. Doelstelling was het uitgaansgebied van Vlaardingen aantrekkelijk houden voor ondernemers en bezoekers. Hiervoor zijn de volgende activiteiten ondernomen:

 

Toezicht in het uitgaansgebied

Binnen het uitgaansgebied wordt ter ondersteuning van de politie in de nacht van zaterdag op zondag het zogenaamde SUS-team ingezet en op incidentele basis ook in de nacht van vrijdag op zaterdag. Het SUS-team werkt in het horecagebied nauw samen met de politie en heeft gedurende de avond/nacht regelmatig contact met de diverse horecaexploitanten. De inzet van het SUS-team is er op gericht om daar waar mogelijk opstootjes en vechtpartijen in de kiem te smoren en door hun aanwezigheid in preventief opzicht mede te zorgen voor een prettig en veilig uitgaansklimaat. Naast het SUS-team zet ook de politie in de weekenden extra in op horecatoezicht. Er zijn goede contacten tussen de politie en het SUS-team. Aandachtspunt is wel dat het SUS-team geen politietaken overneemt.

 

Verruimde openingstijden voor cafés en nachtzaken in het horecaconcentratiegebied

In 2016 is gestart met een proef waarbij cafés in het horecaconcentratiegebied op zaterdag open mochten zijn tot 04.00 uur (in plaats van 02.00 uur) en partycentra en nachtzaken open mochten zijn tot 06.00 uur (in plaats van 05.00 uur). Deze proef is geëvalueerd en positief bevonden, omdat het leidde tot de gewenste spreiding in uitloop van bezoekers. Op verzoek van de horecaondernemers is de proef ook uitgebreid naar de vrijdagavond. Deze verruiming heeft een positieve invloed gehad op de openbare orde en veiligheid in het horecaconcentratiegebied.

 

Drank- en Horecawet

De Drank- en Horecawet (DHW) is sinds 1 januari 2013 van kracht. De gemeente houdt sindsdien toezicht op de naleving van de DHW. Het gebruik van alcohol door jongeren onder de 18 jaar en de overlast door alcoholgebruik van jongeren in de openbare buitenruimte wordt door toezicht en handhaving en politie aangepakt.

 

Horecacontroles

De gemeente voert regelmatig een reguliere horecacontrole uit en een aantal keer per jaar een integrale horecacontrole met partners als politie, brandweer, bouwinspecteur, sociale recherche, DCMR en Stedin.

 

Bestuurlijke maatregelen

Daarnaast worden bij de uitvoering van het gemeentelijk horecabeleid indien noodzakelijk bestuurlijke maatregelen (bijvoorbeeld bestuurlijke waarschuwing, bestuurlijke boete, schorsing, sluiting of intrekking vergunning). Dit is vastgelegd in het “Handhavingsbeleid horeca gemeente Vlaardingen” (2018).

 

Cameratoezicht

In 2010 heeft de gemeenteraad ingestemd met de invoering van cameratoezicht binnen het centrum van de gemeente. In de jaren daarna zijn er elf vaste camera’s geplaatst. In december 2018 heeft de gemeenteraad ingestemd met het verlengen van dit cameratoezicht voor een periode van acht jaar

 

Veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid

Thema 2.4: veilige evenementen

Evenementen, zeker de grootschalige, kunnen behoorlijke veiligheidsrisico’s opleveren. Het is aan de organisator voorwaarden voor de veiligheid te realiseren en aan de gemeenten om de juiste voorwaarden te stellen en die te handhaven. De risico’s zijn met name gelegen in geweld, overlast, vernieling, brandveiligheid en crisisbeheersing. Daarnaast zijn er mogelijke dwarsverbanden met externe veiligheid (evenementenlocaties nabij externe veiligheidsinrichtingen?) en aanpak georganiseerde criminaliteit (uitbreiding BIBOB-beleidslijn met evenementen?).

 

Cijfermatig beeld

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

Er zijn niet veel indicatoren bekend op basis waarvan een beeld kan worden geschetst van de veiligheid rondom evenementen. Incidenteel is er sprake van overlast, maar er is geen sprake van problematiek. Veiligheidsrisico’s kunnen zich in het bijzonder voordoen bij de meer grootschalige evenementen. Vlaardingen kent jaarlijks een aantal grote evenementen (circa 10), zoals Heaven Outdoor, Zomerterras, Haring- en Bierfeest of Oud en Nieuw. Toch gaat het hier over het algemeen goed. De conclusie is dat de overlast van evenementen niet heel groot is in Vlaardingen.

 

Alcohol-, lachgas- en drugsgebruik op evenementen brengt naast risico’s op gebied van gezondheid, ook openbare orde risico’s met zich mee en de politie zorgt dat zij geprepareerd zijn met dergelijke evenementen. Tegelijkertijd is op basis van de ervaringen van afgelopen jaren de overlast en problematiek voor bewoners niet heel groot.

 

Kern van de huidige aanpak

Er is de laatste jaren onmiskenbaar meer aandacht voor evenementenveiligheid gekomen. Dit wordt mede ingegeven door ernstige incidenten elders. Hierdoor is de behoefte aan meer eenduidigheid in de aanpak van de veiligheid bij evenementen toegenomen. Zo is er meer aandacht voor crowdmanagement, weersomstandigheden en gezondheidsmaatregelen, maar bijvoorbeeld ook voor het inrijden op grote groepen mensen.

 

Wij zorgen door toezicht voor een veilige opbouw, verloop en afbouw van (risicovolle) evenementen. Voor deze evenementen wordt, in overleg met gemeente, politie en Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond12 , een veiligheids- en logistiekplan opgesteld door de organisator. Hierin zijn onder andere opgenomen het creëren van vluchtwegen, het reguleren van bezoekersstromen, de bereikbaarheid voor hulpdiensten en de aanwezigheid van EHBO en beveiliging. De hier bovengenoemde partijen toetsen deze plannen. De veiligheidsregio en de hulpdiensten adviseren de gemeente over de te stellen voorwaarden. Voorafgaand aan het evenement13 wordt een (integrale) schouw georganiseerd door de gemeente. Tijdens de schouw wordt gekeken of het advies beslag krijgt in de praktijk. Doordat de meldkamer, ambulancedienst en brandweer vooraf geïnformeerd zijn over de bereikbaarheid en de bijzonderheden van het evenement kan adequaat hulp verleend worden indien nodig.

 

Aanpak Oud & Nieuw

Jaarlijks wordt een plan van aanpak Oud en Nieuw opgesteld dat zich richt op verschillende maatregelen om de jaarwisseling veilig en rustig te laten verlopen. Deze maatregelen zijn onder te verdelen in voorlichting en communicatie, fysieke maatregelen en repressieve maatregelen.

 

Veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid

Thema 2.5: veilig toerisme

Veilig toerisme heeft betrekking op de onveiligheid die zich kan voordoen in en rond recreatiegebieden en toeristische verblijfslocaties. De risico’s betreffen bijvoorbeeld beroving, diefstal uit/van vaartuigen, inbraak, geweld, overlast, vernieling. Ook kan het gaan om concentraties van ‘minder zichtbare’ vormen van criminaliteit, waarbij niet zozeer toeristen rechtstreeks het slachtoffer zijn: bepaalde locaties vormen een knooppunt van verschillende vormen van georganiseerde criminaliteit (drugsgerelateerd, heling, mensenhandel, …).

Cijfermatig beeld

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

Op het gebied van toerisme zijn ook nauwelijks indicatoren bekend. Er zijn vijf hotels en vier B&B’s in Vlaardingen die vooral zakelijke reizigers onderdak bieden. Het aantal recreatieve overnachtingen in de stad is beperkt. Het toerisme in Vlaardingen is daarmee minimaal.

 

Een belangrijk recreatiegebied in Vlaardingen is De Broekpolder. Dit gebied heeft de afgelopen jaren een gedaantewisseling ondergaan en wordt inmiddels intensief gebruikt. Een deel van De Broekpolder is in eigendom van de gemeente Vlaardingen en een deel is van Staatsbosbeheer. Het gebied ligt afgelegen en er is weinig zicht op. Er zijn wel aandachtspunten bekend, maar dit betreft geen onveilige situaties.

 

Kern van de huidige aanpak

Medewerkers van toezicht en handhaving voeren in samenwerking met Staatsbosbeheer en de politie controles uit op het gebied van milieu, illegaal kamperen, nachtvissen en het dumpen van afval. Daarnaast krijgt De Broekpolder regelmatig aandacht tijdens de surveillance van toezicht en handhaving.

 

Veiligheidsveld 3: Jeugd en veiligheid

In dit veiligheidsveld staan veiligheidsvraagstukken in relatie tot jeugd centraal.

 

Veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid

Thema 3.1: jeugdoverlast en -problematiek

Jeugdoverlast en -problematiek: Bij jeugdoverlast gaat het vooral om overlast in groepsverband, zowel in ‘milde’ vorm als hardnekkiger, ’zwaarder’. Het kan gaan om geluidsoverlast, intimiderend aanwezig zijn, zwerfvuil achterlaten en soms ook vernielingen en andere vormen van criminaliteit. Kenmerkend voor de minder zware groepen is dat ze in principe goed aanspreekbaar/corrigeerbaar zijn door de omgeving. Bij de zwaardere vormen is er meer ‘eigen systeem’ (hiërarchie) in de groepen en zijn ze lastiger te corrigeren. Ook is er veelal (lichte) criminaliteit in het spel. Het onderdeel ‘jeugdproblematiek’ heeft vooral betrekking op individuele problematische jongeren. Het gaat om jongeren met problemen op meerdere leefgebieden die niet zelden ook ‘veelpleger’ zijn. Ze vormen mogelijk de harde kern van jeugdgroepen, soms zelfs criminele groepen. Het betreft zgn. ‘complexe casuïstiek’ die een integrale PGA (evt. Top X-aanpak) behoeft.

 

Cijfermatig beeld

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

Jeugd was één van de prioriteiten in het integraal veiligheidsplan 2016-2019. Doelstelling was enerzijds het percentage ervaren jeugdoverlast terugbrengen van 7,5% naar 5% en anderzijds een vermindering van het aantal groepen. In verband met de komst van VLD Peilt! in plaats van de Stadspeiling kan er geen vergelijking worden gemaakt met deze ambities en doelstellingen.

 

Wel kunnen we zeggen dat het aantal meldingen overlast jeugd – na een piek in 2016 en 2017 – verder is afgenomen. Dankzij een goede samenwerking tussen handhaving, politie en jongerenwerk is de overlast op straat meer beheersbaar geworden. Ook het aantal verwijzingen naar bureau HALT is – na een piek in 2016 – de afgelopen jaren gedaald. De meeste verwijzingen zijn voor schoolverzuim gevolgd door vermogensdelicten.

 

Het aantal (problematische) jeugdgroepen is in de afgelopen jaren teruggelopen (zowel landelijk als in de gemeente). Waar voorheen sprake was van vaste jeugdgroepen op vaste locaties, zien we dat de samenstelling, aard en omvang van groepen jongeren dynamischer en meer fluïde zijn. Een vaste hangplek bestaat lang niet altijd meer; jongeren bewegen zich in los-vaste netwerken en ontmoeten elkaar op social media. Deze structuren lenen zich overigens ook goed voor (criminele) netwerkvorming.

 

Vlaardingse definitie van ‘jeugdoverlast’

opgesteld samen met professionals (maart 2018)

 

  • -

    Groep van 4 of meer jongeren

  • -

    In de leeftijd van 10 – 23 jaar die

  • -

    Gedurende langere tijd

  • -

    Op een specifieke locatie

  • -

    Gevoelens van onveiligheid en hinder veroorzaken

  • -

    Bij bewoners, winkeliers, omstanders en

  • -

    Waarvan meerdere meldingen (via politie, handhaving en / of publieke bronnen, zoals social media)

  • -

    Van verschillende personen binnen zijn gekomen

Aard en omvang van de melding wordt meegewogen in de afweging.

 

Het betreft:

  • -

    Geluidsoverlast, lawaai en geschreeuw

  • -

    Vervuiling op straat

  • -

    Vandalisme, dingen kapot maken

  • -

    Intimidatie, mensen lastig vallen op straat

  • -

    Pestgedrag

  • -

    Gevoel van onveiligheid

 

Dat wil overigens niet zeggen dat geen overlast van jeugd meer wordt ervaren. Jeugdoverlast is van alle tijd en de mate van overlast is altijd gebonden aan een golfbeweging. Jongeren kiezen plekken veelal op basis van bepaalde kenmerken (beschut, droog, in het zicht) en dicht bepaalde voorzieningen (eten, drinken, wifi). Overlast door groepen jongeren doet zich het meest voor in Centrum. Ook de Westwijk en Holy-Zuid scoren hoger dan het stedelijk gemiddelde (VLD Peilt!, 2017). Het winkelcentrum Holiërhoek, Liesveld en plekken in de Westwijk zijn locaties die blijven terugkomen als overlastlocatie. Vaak is sociale problematiek als één van de oorzaken aan te wijzen, evenals groepsdruk.

 

Rondhangen gaat vaak goed, maar gaat soms ook samen met kleine criminaliteit, zoals vandalisme, diefstal en drugsgebruik. Soms dreigt vroegtijdig afglijden van jeugdigen en groeien ze door in hun criminele carrière. Zowel landelijk als in Vlaardingen zien we dat sommige jongeren al op jonge leeftijd in de zwaardere criminaliteit terecht komen en daarbij geweld soms niet schuwen. Wanneer jongeren al op jonge leeftijd overlast en kleine criminaliteit plegen, bestaat de mogelijkheid dat zij zich aansluiten bij bestaande (minderjarige) daders en hen als voorbeeld zien. Het is zorgwekkend om te zien dat jongeren soms niet of minimaal geregistreerd staan in politiesystemen en vanuit het niets bijvoorbeeld een woninginbraak plegen.  Een deel van de bestaande minderjarige daders die in het verleden al met overlast en lichte delicten te maken hebben gehad, houden zich inmiddels bezig met High Impact Crimes en het lijkt erop dat zij (willen) groeien in de criminaliteit. Hiervoor houden zij zich steeds meer bezig met delicten rondom drugs. De verwachting is dat de daders zich willen ontwikkelen binnen de criminaliteit. Het vermoeden is dat zij steeds ‘groter’ gaan denken en doen met betrekking tot drugs(handel).

 

Kern van de huidige aanpak

De gemeente heeft de regie over veel van de domeinen waar de aanpak van problematische jeugdgroepen en groepsgedrag aan raakt, denk aan openbare orde en veiligheid, (jeugd-)zorg, werk & inkomen, toezicht & handhaving, leerplicht, wijkveiligheid en welzijn. Om deze reden heeft de gemeente sinds 2013 de overall-regie op de aanpak van problematische jeugdgroepen.

 

Bij de aanpak van jeugdoverlast werken jongerenwerk, toezichthouders en politie samen. Zij surveilleren bij bekende overlastplekken en gaan op overlastmeldingen af. De overlast kan bestaan uit baldadigheid, geluidsoverlast, het drinken van alcohol, vandalisme, het achterlaten van afval en het hinderlijk ophouden in publieke ruimten. Bij overlast spreken zij jongeren en omwonenden aan op (on)gewenst gedrag en wordt geprobeerd hun gedrag positief te beïnvloeden. Als het ongewenst gedrag zich blijft herhalen ondanks gesprekken of een waarschuwing, dan wordt er verbaliserend opgetreden. Soms leidt dit er toe dat de jongere een wijkverbod krijgt. Ook stellen ze de ouders van de jongere(n) op de hoogte. De samenwerking tussen Handhaving en politie op dit gebied is intensief waarbij het in kaart brengen van jongeren van groot belang is.

 

De fietsenstalling in het Stadshart valt onder beheer van de gemeente en is tevens onderdeel in de aanpak. De medewerker wordt als een soort buurtvader actief ingezet. Hij is bekend bij veel jongeren en weet vaak wie de ouders zijn. Samen met de handhavers zijn veel overlastgevende jongeren in kaart gebracht en aangesproken. De jongeren worden gewaarschuwd voor foute vrienden en misdragingen. Vooral de minderjarigen zijn vaak naïef en kunnen hierdoor snel beïnvloed worden door (oudere) jongeren. Er wordt contact opgenomen met de ouders die een grote rol spelen en kunnen voorkomen dat hun kinderen op de verkeerde plek met de verkeerde vrienden rondhangen.

 

De lokale jeugdaanpak is in 2018 onder de loep genomen. Sindsdien is de aanpak nadrukkelijker dan voorheen gericht op preventie van jeugdoverlast. In de kernteams in de wijken wordt jongerenoverlast besproken. Het algemene beeld is dat door een aangescherpte samenwerking tussen politie, jongerenwerk en toezicht en handhaving de overlast van jeugd meer beheersbaar is geworden. Op het moment dat er toch overlast wordt ervaren, worden signalen met elkaar gedeeld en indien nodig een analyse en plan van aanpak gemaakt.

 

Jeugdigen die een risico vormen worden besproken in het Zorg- en Veiligheidshuis. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het casusoverleg risicojeugd (minderjarigen die voor het eerst een strafbaar feit plegen) en het trajectberaad (nazorg voor ex-gedetineerde minderjarigen). Het Zorg- en Veiligheidshuis voert de procesregie. Waar nodig kan de gemeente de casusregie hebben.

 

Veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid

Thema 3.2: jeugd, alcohol en drugs

Jeugd, alcohol en drugs: Hierbij gaat het bijvoorbeeld om overlast van alcohol- en drugsgebruik in de openbare ruimte, eventueel in uitgaansgebied/-gelegenheden. Het drank- en drugsgebruik kan in verband staan met geweld, vernielingen, geluidsoverlast. De beheersing van het gebruik en de overlast is een belangrijke opgave van de gemeente. Een ander onveiligheidsaspect speelt daarbij ook een belangrijke rol: de gezondheidsrisico’s van (overmatig) alcohol- en drugsgebruik.

 

Cijfermatig beeld

Bron

2015

Alcohol gedronken afgelopen 4 weken (1 glas of meer), 13 t/m 16 jaar

GGD

22%

Binge drinken (afgelopen 4 weken), 13 t/m 16 jaar

GGD

16%

Softdrugs (afgelopen 4 weken), 13 t/m 16 jaar

GGD

4,2%

Lachgas (afgelopen 4 weken), 13 t/m 16 jaar

GGD

1,6%

Bron: Gezondheid in kaart, tabellenboek Vlaardingen (GGD Rotterdam-Rijnmond).

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

De meeste cijfers zijn afkomstig van GGD Rotterdam-Rijnmond. De GGD voert eenmaal per vier jaar een ‘Monitor jeugd vanaf 12 jaar’ uit. De meest recente cijfers dateren van 2015. Er zijn geen onderzoeken van de jaren daarvoor waarmee geen vergelijking kan worden gemaakt.

 

Vanwege de verhoging van de alcoholleeftijd van 16 naar 18 jaar zien we dat jongeren vaker op straat drinken of vaker thuis indrinken voor ze uitgaan (is tevens een landelijk beeld). Landelijk onderzoek laat overigens wel een daling zien in alcoholgebruik onder jongeren tot 18 jaar. We kunnen niet bevestigen of dit ook voor Vlaardingen geldt. Landelijk wordt echter ook gewaarschuwd voor een stijging in gebruik van andere middelen (softdrugs, lachgas, etc.). Ook dit is het beeld in Vlaardingen.

 

Het recreatief gebruik van lachgas als roesmiddel steeg de laatste jaren flink onder jongeren en (uitgaande) jong volwassenen. Handhavers en politie krijgen steeds meer meldingen van overlast van lachgasgebruik op straat en rondslingerende lachgaspatronen. Er is geen verbod op de verkoop of het gebruik van lachgas, maar de toename van het gebruik leidt tot zorgen. Er is op dit moment echter nog maar weinig onderzoek gedaan naar de negatieve gezondheidseffecten van recreatief lachgasgebruik. Wel wordt steeds duidelijker dat gebruik gezondheidsschade kan aanrichten, zeker bij veelvuldig gebruik en in combinatie met andere drugs of alcohol. Hiervan zijn meerdere casussen bekend van het onwel worden van personen.

 

Kern van de huidige aanpak

  • -

    De handhavers controleren of er in de openbare ruimte alcohol wordt gedronken. Bij het constateren van alcoholhoudende drank in aangebroken flessen, blikjes, glazen wordt er ook opgetreden.

  • -

    De toezichthouders Drank- en Horecawet controleren of er in horeca gelegenheden en slijterijen alcohol wordt verkocht/geschonken aan minderjarigen.

  • -

    In de voorschriften in evenementenvergunningen wordt een verbod op lachgas opgenomen.

  • -

    De gemeente bespreekt de onwenselijkheid van de verkoop van lachgas met horecaondernemers.

  • -

    Via het jongerenwerk en andere jeugdorganisaties die we subsidiëren wordt aandacht geschonken aan dit thema.

 

Veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid

Thema 3.3: veilig in en om de school

Veilig in en om de school: Jeugd kan dader zijn en slachtoffer van onveiligheid; thuis, in de buurt, bij het stappen, maar ook op school. Mogelijke veiligheidsproblemen op en rond scholen zijn pesten, geweldpleging, diefstal, overlast (voor omwonenden), vernielingen en verkeersonveiligheid.

 

Cijfermatig beeld

14 Het jaar 2015 verwijst naar het schooljaar 2014- 2015,het jaar 2016 naar het schooljaar 2015-2016, etc.

15 Absoluut verzuim: als een leerplichtige en/of kwalificatieplichtige jongere niet op een school of instelling staat ingeschreven.

16 Relatief verzuim: als een jongere wel op een school staat ingeschreven, maar gedurende een bepaalde tijd de lessen/praktijk verzuimt.

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

Onveilige situaties op en om de school zijn belemmerende factoren voor de schoolgang en ontwikkel-mogelijkheden van scholieren. Scholen, gemeenten en politie hebben een gezamenlijk belang bij het in stand houden en creëren van een veilig schoolklimaat. Indicatoren over de veiligheid in en om de school zijn maar beperkt voorhanden.

 

In en rond onderwijsinstellingen doen zich, in wisselende intensiteit, veiligheidsvraagstukken voor. Denk hierbij aan onderwerpen als (cyber)pesten, sexting of oplichting. Een ander knelpunt in relatie tot de openbare ruimte is de beperkte parkeergelegenheid en verkeersgedrag bij diverse scholen (vooral tijdens de haal en breng uren). Dit leidt regelmatig tot onveilige verkeersituaties. De handhavers voeren daarom regelmatig controles uit. Fout of hinderlijk geparkeerde auto’s welke onoverzichtelijke/gevaarlijke situaties veroorzaken, krijgen een bekeuring. Deze bekeuringen volgen pas nadat we een ruime waarschuwingsperiode. De bekeuringen worden wel minder, maar de grootste verantwoording ligt toch bij de ouders. Overlast in woongebieden rond scholen door bijvoorbeeld groepsvorming, blowen en zwerfvuil valt mee. Indien er signalen zijn dat dit (structureel) speelt, wordt hier direct actie op ondernomen door handhaving en de politie. De wijkagent is hierin meestal aanjager.

 

Kern van de huidige aanpak

  • -

    Het convenant Veilige School is in 2016 na een uitgebreide consultatie met de besturen van alle middelbare scholen voor zowel Vlaardingen, Maassluis als Schiedam opnieuw vastgesteld . De politie heeft per middelbare school een (wijk)agent aangesteld als contactpersoon. Zij zijn voor en naar de school aanspreekpunt voor zaken die op of rond de school spelen op het gebied van veiligheid. De wijkagent heeft op regelmatige basis contact met de school.

  • -

    Voorlichting door politie op gebied van sexting, lachgas, oplichting, nepwapens.

  • -

    Kluisjescontroles door politie op middelbare scholen.

Veiligheidsveld 4: Fysieke veiligheid

Dit veiligheidsveld concentreert zich op fysieke veiligheidsvraagstukken.

 

Veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid

Thema 4.1: verkeersveiligheid

Verkeersveiligheid heeft betrekking op de veiligheid van verkeer voor verkeersdeelnemers in het algemeen, voor specifieke doelgroepen en in bepaalde gebieden (woongebied, scholen, winkelgebied e.d.). Deze veiligheid wordt beïnvloed door fysieke factoren (infrastructuur) en het rijgedrag van verkeersdeelnemers. Onderscheiden kunnen worden objectieve verkeersveiligheid, subjectieve verkeersveiligheid en verkeers- en parkeeroverlast.

 

Cijfermatig beeld

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

Doelstelling in het IVP 2016-2019 was dat in 2019 alle knelpunten binnen Vlaardingen in kaart zijn gebracht en dat de helft van deze knelpunten is aangepakt volgens een plan. In 2019 moeten alle infrastructurele projecten en programma’s rekening houden met de bereikbaarheid voor hulpdiensten, dit moet opgenomen zijn in de plannen. Deze knelpunten zijn fysiek of met herhaalde inzet van handhaving aangepakt.

 

Het aantal verkeersongevallen ligt redelijk stabiel de afgelopen jaren. In 2018 werden door de politie 703 verkeersongevallen geregistreerd. Hierbij raakten 87 mensen gewond. In 2017 was voor het laatst een ongeluk waarbij een dodelijk slachtoffer viel. De meeste meldingen omtrent verkeersoverlast gaan over parkeerproblemen.

 

Qua verkeersveiligheid zijn een aantal knelpunten naar voren gekomen:

  • -

    De verkeersveiligheid rond scholen en hinderlijk / gevaarlijk parkeren zijn blijvende aandachtspunten.

  • -

    Door het toenemende fietsgebruik neemt de aandacht voor veilig fietsen toe.

  • -

    Toenemende agressie en roekeloos gedrag in het verkeer.

Calamiteitenroutes 

Via de hoofdroutes voor de hulpdiensten moeten calamiteitenlocaties snel bereikbaar zijn. Bij de (her)inrichting van gebiedsontsluitingswegen en het uitbreiden van verblijfsgebieden is hier aandacht voor. In de wijken zelf hangt de toegankelijkheid mede af van het parkeergedrag. Fout parkeren in smalle straten en op de hoeken leveren problemen op.

 

RET-metroverkeer

Door de hogere frequentie van het RET-metroverkeer ten opzichte van de trein (6 per richting t.o.v. 4 per richting) en de daarmee gepaard gaande sluiting van spoorwegovergangen kunnen de aanrijtijden naar de wijken ten zuiden van de Hoekse lijn vertraagd gaan worden. Hierdoor neemt de dekking op die locaties af.

 

Kern van de huidige aanpak

Verkeersveiligheid valt formeel binnen het programma Verkeer en Mobiliteit. Het Actieplan Mobiliteit – dat in het najaar van 2018 door de gemeenteraad is vastgesteld - is het spoorboekje voor het verkeer- en vervoersbeleid tot 2030. Het Actieplan Mobiliteit heeft als motto ‘veilig, bereikbaar en gezond’ en verkeersveiligheid is in het Actieplan uitgangspunt. Alle opgaven uit het Actieplan Mobiliteit worden opgenomen in de Mobiliteitsagenda die in 2019 een concrete invulling krijgt.

 

Er is een regulier verkeersoverleg, waarin ook de politieverkeerstaak op de agenda staat en politie deelnemer is. Politie voert regelmatig op verzoek van de gemeente/in overleg mobiele snelheidscontroles en algemene verkeerscontroles uit.

 

Veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid

Thema 4.2: brandveiligheid

Brandveiligheid: Dit thema heeft enerzijds betrekking op de ontwerptechnische en gebruikstechnische brandveiligheid van bepaalde soorten gebouwen (zoals woongebouwen en gebouwen met horecabestemming) en anderzijds op de voorwaarden voor effectieve repressie. Om de brandveiligheid te borgen zien gemeente, brandweer en omgevingsdienst toe op proactie en preventie en geven zij voorlichting aan doelgroepen (maatschappelijke awareness en betrokkenheid). Daarnaast prepareert de brandweer zich op de bestrijding (repressie) van branden.

 

Cijfermatig beeld

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

Over de jaren 2015 en 2016 zijn bij de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) geen cijfers bekend van brandmeldingen. De meldingen over 2017 en 2018 zijn redelijk constant. Het aantal misdrijven en incidenten brandstichting bij de politie is de laatste jaren afgenomen,

Demografisch groeit het aantal zelfstandig wonende kwetsbare bewoners als gevolg van vergrijzing en ontwikkelingen in de zorg. In Vlaardingen is 21,2% van de totale bevolking 65 jaar of ouder.17 Vlaardingen vergrijst ook dubbel: de groep ouderen vormt een relatief groter aandeel van de Vlaardingse samenleving en de gemiddelde leeftijd ligt steeds hoger. De prognoses wijzen uit dat in 2030 het percentage 65-plussers 22,1% zal zijn. Deze minder zelfredzame bewoners zijn in hun woning op zichzelf aangewezen, terwijl zij juist hulpbehoevend zijn; zij handelen vaak minder snel en adequaat bij brand en andere incidenten. Ook is een deel van deze bewoners minder goed in staat risico’s op brand te beoordelen en maatregelen te nemen om de eigen brandveiligheid te vergroten. De brandweer heeft een belangrijke rol bij het vergroten van de brandveiligheid, maar uiteindelijk is brandveiligheid een samenspel van veel partijen. Inwoners, eigenaren, woningbouwcorporaties en openbaar bestuur hebben grote invloed op hun eigen brandveiligheid en die van anderen. Dit vraagt een integrale aanpak van brandveiligheid, door alle betrokken actoren.

 

Binnen de regio is de beschikbaarheid van bluswater een aandachtspunt. De gemeente is verantwoordelijk voor een adequate bluswatervoorziening. Drinkwaterleveranciers voeren veranderingen door in hun dienstverlening, zoals het terugbrengen van het aantal brandkranen en het verkleinen van de diameter van de leidingen bij vervanging/vernieuwing. Hierdoor kunnen grote ‘gaten’ in de bluswaterdekking ontstaan. Dit geldt met name voor het Centrum en alle oude(re) wijken.

 

Ook de bereikbaarheid van (nieuwe) locaties is een essentieel punt om eventuele calamiteiten effectief te kunnen bestrijden. Door de toenemende parkeerdruk in meerdere (bestaande) wijken en de soms slechte bereikbaarheid wordt de repressieve taak van de brandweer in die wijken bemoeilijkt.

 

Tot slot is een relatief nieuw aandachtspunt de (brandveiligheid)risico's van duurzaamheid, denk aan zonnepanelen en buurtbatterijen18 . Hier is nog niet veel over bekend, maar veiligheidsregio’s maken zich hier zorgen over. Bijvoorbeeld over zonnepanelen die niet goed zijn aangesloten of zonnepanelen die door hitte overbelast raken en in brand vliegen. Buurtbatterijen worden op dit moment overal in het land geplaatst. Het is voor de brandweer onduidelijk hoeveel er zijn en waar ze staan. Batterijbranden zijn chemische branden die zeer moeilijk te blussen zijn. Daarnaast brengt een chemische brand risico’s met zich mee door het vrijkomen van giftige rook en vervuild afvalwater. De kans is klein, maar als het misgaat, dan gaat het ook goed mis. Het is de verwachting dat zonnepanelen en buurtbatterijen de komende jaren toenemen. Landelijke regelgeving ontbreekt nog.

 

Kern van de huidige aanpak

Om het aantal branden te reduceren worden onder andere middelen zoals educatie en voorlichting ingezet. Zo biedt de VRR veiligheidsadviezen voor kinderen, ouders en senioren. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de advisering van bewoners over het veilig maken van hun woningen. De VRR doet dit door samen te werken met inwoners, gemeenten, woningbouwverenigingen en bedrijven. De aanpak van de VRR voor wat betreft brandveiligheid richt zich de komende jaren op:

  • -

    Doelgroepenvoorlichting, gericht op jongeren (in basis- en voortgezet onderwijs), senioren, VvE’s, mensen met een beperking en andere doelgroepen met een verhoogd brandrisico.

  • -

    Vergroting van de rookmelderdichtheid met behulp van regionale publiekscampagnes en woningchecks brandveiligheid. De afdeling Veilig Leven voert woningchecks uit als daar vanuit de gemeente behoefte naar is. Bij deze woningchecks controleren zij de woning op diverse punten en plakken daarbij ook nog een rookmelder op.

Veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid

Thema 4.3: externe veiligheid

Externe veiligheid: Bij dit thema staan de risico’s van gevaarlijke stoffen centraal. Gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en/of bewerkt in inrichtingen en vervoerd via weg, water, spoor, lucht en buisleidingen. Te onderscheiden zijn het ‘groepsrisico’ (GR) en het ‘plaatsgebonden risico’ (PR). In beide gevallen gaat het om de ‘naar buiten gerichte’ (ofwel externe) veiligheidsrisico’s van de gevaarlijke stoffen.

 

Cijfermatig beeld

Op basis van de cijfers is geen goed beeld van de omvang van de problematiek te geven.

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

Er is veel bedrijvigheid binnen Vlaardingen. De uitdaging ligt in het monitoren dat deze bedrijvigheid op een veilige manier plaatsvindt en dat er voldoende zicht en controle is op welke activiteiten er ontplooid worden binnen deze bedrijven.

 

Energietransitie19 brengt (nieuwe) risico’s voor de veiligheid en gezondheid van mens en milieu met zich mee. Bij een incident kunnen gevaarlijke stoffen vrijkomen en de bestrijding is moeilijk. Daarnaast worden de risico’s verder verspreid (gevaarlijke stoffen kunnen zich nu ook in woonwijken bevinden als daar een buurtbatterij wordt geplaatst).

 

Kern van de huidige aanpak

Gevaarlijke stoffen

De routes voor vervoer van gevaarlijke stoffen lopen in principes over de gebiedsontsluitingswegen. Het gaat dan met name over de Marathonweg, Deltaweg en de Schiedamsedijk, Vulcaanweg. Daarnaast maken enkele andere wegen in de Rivierzone onderdeel uit van het routenetwerk voor gevaarlijke stoffen, zoals de Maassluissedijk ten westen van de Marathonweg en de wegen op het Benelux Workpark.

 

Omgevingswet

Naar verwachting treedt de Omgevingswet in 2021 in werking. Het maatschappelijke doel van de Omgevingswet is het bereiken en in stand houden van een gezonde en veilige leefomgeving. Voor veiligheidsregio's betekent de invoering van de Omgevingswet een grote verandering in het werk- en denkproces. In plaats van de huidige werkwijze, waarbij regelgericht wordt gewerkt, krijgen veiligheidsregio's een meer adviserende rol, waarbij risicogericht geadviseerd wordt. Momenteel bereiden we ons voor op deze wet.

 

Veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid

Thema 4.4 rampenbestrijding en crisisbeheersing

Rampenbestrijding en crisisbeheersing: Gemeenten zijn verantwoordelijk voor brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio’s en Besluit veiligheidsregio’s) maar zijn verplicht deze taken te laten uitvoeren door de veiligheidsregio, met uitzondering van het onderdeel bevolkingszorg (i.e. de ‘gemeentelijke processen’) van de crisisbeheersingsorganisatie. Dit onderdeel wordt door de gemeente, in samenwerking met andere gemeenten en de veiligheidsregio, op peil gebracht en gehouden.

 

Cijfermatig beeld

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

Een aandachtspunt is klimaatverandering met als gevolg extreem weer (grote droogte versus wateroverlast). Dit raakt de veiligheid, omdat het ertoe kan leiden dat er slachtoffers vallen (door bijv. een overstroming) of dat de continuïteit van de samenleving wordt aangetast (bijv. door de uitval van vitale infrastructuur).

 

Kern van de huidige aanpak

In het IVP 2016-2019 is de doelstelling als volgt geformuleerd: de doelstelling wat betreft externe veiligheid is niet uit te drukken qua het maximum aantal rampen en incidenten, elk incident is er één te veel. Er moet gestreefd worden de kans op een ramp zo minimaal mogelijk te maken en de reactie op een ramp te verbeteren. Om dit te behalen moeten controles uitgevoerd en training georganiseerd worden. De gemeente is zo goed als mogelijk voorbereid op eventuele rampen of incidenten en heeft de crisisorganisatie adequaat ingericht:

  • -

    De gemeente Vlaardingen maakt deel uit van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Het beleid voor de gemeentelijke bevolkingszorg wordt dan ook in gezamenlijkheid vastgesteld en uitgevoerd. Regionaal is er voor de crisisbeheersing een aantal plannen opgesteld.

  • -

    Samen met de Veiligheidsregio wordt zorggedragen voor versterking van zowel het beleid als het beheer op het gebied van industriële veiligheid, risico- en crisisbeheersing, rampenbestrijding en mono- en multidisciplinaire afstemming, multidisciplinair grootschalig opleiden, trainen, oefenen en optreden. Daarbij is juiste informatie een randvoorwaarde. Zonder een goede invulling van de informatiebehoefte kan van een adequate risicobeheersing en incidentbestrijding geen sprake zijn. De gemeente is voorbereid op eventuele rampen of incidenten en heeft de crisisorganisatie, eventueel met regionale partners, adequaat ingericht. Personeel is opgeleid en wordt jaarlijks beoefend.

  • -

    Binnen de gemeente Vlaardingen zijn er officieren van dienst Bevolkingszorg opgeleid die via piketdienst 24 uur per dag klaar staan om aan die zorgtaak bij rampen en calamiteiten inhoud te geven.

  • -

    In 2019 heeft een verdere professionalisering van de crisisorganisatie plaatsgevonden.

Veiligheidsveld 5: Integriteit en veiligheid

Binnen dit veiligheidsveld vallen veiligheidsthema’s (verschijnselen) die in potentie een fundamentele aantasting, ontwrichting van onze samenleving (inclusief het lokaal bestuur) betekenen. Ze ondermijnen de democratische rechtsorde.

 

Veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid

Thema 5.1: radicalisering en polarisatie

Radicalisering en polarisatie: Bij dit thema gaat het om ideologische groepen/stromingen personen in de samenleving die dermate zijn geradicaliseerd, dat zij door hun wijze van handelen of door hun uitingen zorgen voor maatschappelijke spanningen. Deze spanningen kunnen invloed hebben op de algemene veiligheid (bij toepassen van geweld) of het veiligheidsgevoel van de bewoners. zij een bedreiging vormen of kunnen gaan vormen voor de veiligheid. Sprake kan zijn van dreigend geweld. Deze groepen vergroten de polarisatie in de samenleving, en zetten daarmee het sociaal weefsel onder druk. Stromingen die op die manier kunnen radicaliseren, zijn bijvoorbeeld: rechts-extremisme, islamisme/jihadisme, dierenrechtenradicalisme, asielrechtenradicalisme, links-extremisme.

 

Cijfermatig beeld

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

Doelstelling in het IVP 2016-2019 was het voorkomen van uitreizen van Vlaardingse inwoners naar gebieden waar terroristische groeperingen actief zijn. De geformuleerde doelstelling is door de actualiteit ingehaald. De aandacht gaat nu veel meer uit naar met name op nationaal niveau Jihadistisch netwerken in Nederland. Als gemeente Vlaardingen zijn we daarin actief.

 

Op basis van cijfers is op lokaal vlak geen goed beeld van de problematiek te geven. De omvang van polarisatie en radicalisering speelt zich veelal buiten het zicht van instanties af en het is fluïde en daarom moeilijk kwantitatief meetbaar. De enige indicator die voorhanden is, is het aantal klachten/meldingen van discriminatie welke binnenkomen bij respectievelijk het Meldpunt Discriminatie Vlaardingen en de politie.

 

Het ontstaan van polarisatie en radicalisering en het tegengaan daarvan kent vele aspecten. Het ontstaan van polarisatie en “de overtreffende trap”, radicalisering, zijn maatschappelijke verschijnselen op wereldschaal, waar een gemeente slechts een zeer beperkte en lokale invloed heeft, maar in de preventie en repressie bij het manifesteren ervan wel mee te maken heeft. Gemeenten spelen een belangrijke rol in het voorkomen van sociale spanningen en radicalisering. Juist op lokaal niveau is er kennis van de sociale context, zijn veranderingen zichtbaar bij jongeren en volwassenen en kunnen samenwerkingspartners bijdragen aan interventies.

 

Kern van de huidige aanpak

Binnen de gemeente en onze samenwerkingspartners is er veelvuldig aandacht voor polarisatie en radicalisering. Een aantal Vlaardingse professionals binnen de overheid en semioverheid is via het Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering (ROR) getraind in het herkennen van signalen rondom radicalisering. Vanuit de politie worden contacten gelegd met bewoners waar zorgen zijn rondom radicalisering. Signalen op dit gebied worden ingebracht in het daartoe ingerichte casusoverleg van het Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond. Indien nodig volgt een persoonsgerichte aanpak van personen binnen de doelgroep.

 

In het tegengaan van vormen van radicalisering en polarisatie heeft de gemeente Vlaardingen (samen met Schiedam en Maassluis) een subsidie ontvangen van het Rijk voor het opzetten, ontwikkelen en borgen van een netwerk aan sleutelfiguren. Als divers samengesteld netwerk kunnen zij, binnen en vanuit hun achtergrond, en in de contacten met het gemeentebestuur fungeren als een (gespreks-) partner bij het vormgeven aan preventie van radicalisering en polarisatie. Bewustwording en het bespreekbaar maken van relevante thema’s door (verdere) training, uitwisseling en verdieping in en vanuit het netwerk staat daarin centraal, evenals het borgen van dit netwerk als onderdeel van de aanpak van radicalisering binnen de gemeente en het gemeentebestuur.

 

Veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid

Thema 5.2: Georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit

Georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit: Bij dit thema gaat het om vormen van georganiseerde criminaliteit die zich manifesteren in gemeenten/op het gemeentelijk grondgebied, met mogelijk een bedreigende uitstraling naar de (woon)omgeving. Denk aan drugsgerelateerde criminaliteit, mensenhandel, witwassen en vastgoedfraude, Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s). Mogelijk dat de fenomenen zich concentreren op bepaalde locaties zoals recreatieparken, bedrijventerreinen, buitengebied, waarbij deze locaties aangewezen kunnen zijn als zgn. ‘handhavingsknelpunten’. Er kan in verschillende opzichten sprake zijn van verbindingen/wisselwerking met de lokale samenleving . De betreffende groepen/personen maken wellicht in bepaalde mate gebruik (misbruik) maken van gemeentelijke voorzieningen en beschikkingen (vergunningen en aanbestedingen). Sprake kan zijn van verweving van onder- en bovenwereld.

 

Cijfermatig beeld

20 Tevens 1 last onder dwangsom en 1 waarschuwing.

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

In het IVP 2016-2019 was geen doelstelling geformuleerd, omdat ondermijning geen opzichzelfstaand delict is en de politiecijfers geen grote getallen laten zien wat betreft de delicten die onder de titel ondermijning geschaard worden.

 

Er wordt vandaag de dag veel gesproken over ‘ondermijnende effecten’ van georganiseerde misdaad of, kortweg, over ondermijnende criminaliteit, ofwel ondermijning. Het is een veelomvattend begrip van allerlei vormen van criminaliteit die de grens tussen de bovenwereld, waaronder het openbaar bestuur, en de onderwereld vervagen. Georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit kent vele verschijningvormen. Drugs, witwassen, illegaal gokken en vastgoed zijn de meest voorkomende fenomenen binnen de casussen, vaak in onderlinge combinatie. Witwassen vindt plaats onder andere door middel van valse identiteiten, schijnbeheer, verbouwingen aan panden, horeca-activiteiten of inkoop van voertuigen tegen contant geld. Daarnaast zijn ook hennep en autobedrijven terugkerende fenomenen in de casuïstiek. In tegenstelling tot aangiftecriminaliteit blijft ondermijnende criminaliteit vaak buiten beeld. Het gaat bij ondermijning ook om de weerbaarheid van de overheid. Dit thema - weerbaarheid/integriteit van het lokaal bestuur en ambtenarenapparaat - komt aan de orde in veiligheidsthema 5.5.

 

Er blijkt niet uit de aangiftecijfers hoe de problematiek zich ontwikkelt (of hoe effectief de aanpak is). Daarvoor moeten we op zoek naar andersoortige informatie, die niet altijd direct voor het oprapen ligt. Gelukkig krijgt de aanpak van ondermijning steeds meer aandacht, niet alleen van de politie, maar ook van gemeenten en de fiscus. Daarmee wordt ook het zicht op de problematiek scherper.

 

Het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC) stelt regelmatig een ondermijningsbeeld op. Hieruit blijkt dat Vlaardingen zich uitstekend leent voor ondermijnende vormen van criminaliteit. De ligging vlakbij Rotterdam en het havengebied, het hebben van een aantal bedrijventerreinen, alsook het waterbedeffect door de gezamenlijke aanpak van de gemeente Rotterdam en Schiedam in de Spaanse Polder en de aangrenzende ’s-Gravelandsepolder draagt hier aan bij. Duidelijk wordt onder andere dat:21

  • -

    Casuïstiek zich niet beperkt tot gemeentegrenzen of één criminaliteitsvorm, maar criminele activiteiten zijn steeds vaker gespreid over meerdere gemeenten en verschillende criminaliteitsvormen.

  • -

    Er een sterke stijging is van integrale casussen met fenomeen witwassen, maar ook het aantal integrale casussen met hennep, vastgoed en illegaal gokken neemt toe.

  • -

    Er een hoge mate van verwevenheid is tussen verschillende criminele netwerken.

  • -

    Er sprake is van een waterbedeffect: als gevolg van de aanpak van ondermijning in omliggende gemeenten.

  • -

    Er een oververtegenwoordiging is van de branche autobedrijven.

  • -

    Hennepkwekerijen een steeds professionelere opbouw en afscherming tegen detectie hebben en hennepnetwerken uit meerdere kwekerijen variërend in grootte bestaan.

  • -

    Er een grote stijging is in het aantal dossiers met een duidelijke rol voor de horecabranche.

  • -

    Vlaardingen een middelgrote stad is, maar er grootschalige ondermijningsproblemen spelen.

Bedrijventerreinen

Ondermijning vindt vaak plaats in bedrijfspanden en op bedrijventerreinen. Malafide ondernemers en criminele organisaties kunnen zich namelijk vestigen in bedrijfspanden zonder dat ze hiervoor een vergunning nodig hebben of getoetst worden door de overheid en kunnen op deze manier dus eenvoudig hun zwart geld witwassen. Ook op de bedrijventerreinen van de gemeente Vlaardingen vindt het nodige plaats. Hierbij valt te denken aan drugshandel, heling, verzamelplaats voor motorclubs, witwaspraktijken, etc. De autobranche gezien wordt als een schakel in de georganiseerde criminaliteit.

 

Drugscriminaliteit

Doelstelling in het IVP 2016-2019 was gelet op de ontwikkeling in de voorgaande jaren dat er in de periode 2016-2019 financiële dekking dient te zijn voor het gemiddeld per jaar ontmantelen van 50 hennepkwekerijen en/of drugslaboratoria. Binnen de begroting is inmiddels € 30.000 gereserveerd voor de aanpak hennepkwekerijen (inhuur gespecialiseerd bedrijf voor de ontmanteling).22

 

Binnen ondermijning in Vlaardingen is drugs een belangrijk fenomeen. Niet alleen het gebruik, maar ook de handel, hennepteelt en maatschappelijke acceptatie. Het aantal misdrijven drugshandel is de afgelopen jaren meer dan verdubbeld (+230%). In Vlaardingen lijkt er sprake te zijn van een gelegen-heidsstructuur voor georganiseerde hennepteelt. De laatste twee jaar worden er minder hennep-kwekerijen ontmanteld in Vlaardingen dan in 2015 en 2016. Door innovatie in hennepkwekerijen (bijvoorbeeld led verlichting die nauwelijks warmte geeft en installaties om warmte af te voeren) is het lastiger om hennepkwekerijen op te sporen. Georganiseerde hennepteelt vindt verspreid over de stad plaats. De kwekerijen worden voornamelijk in woningen in kwetsbare wijken aangetroffen. De aanwezigheid van softdrugs in de deze wijken maakt dat in deze wijken de leefbaarheid onder druk staat. Met het sluiten van een woning is de overlast in de buurt verdwenen. Het is wel van belang dat we niet alleen bezig zijn met het sluiten van panden, maar ook het criminele netwerk hierachter aan te pakken, anders blijft het hennepsysteem in stand.

 

Bedrijfspanden op industrieterreinen bieden gelegenheid voor opslag of productie van drugs. De problemen rondom harddrugs in Vlaardingen concentreren zich echter niet alleen op bedrijventerreinen, maar harddrugs wordt soms ook aangetroffen in woningen. De productie van drugs en de handel erin gaat gepaard met grote illegale geldstromen, corruptie, ondermijning van sociale structuren in wijken en excessief geweld. Daarnaast is het een voedingsbodem voor andere vormen van ondermijnende criminaliteit, zoals wapenhandel, of ondermijnende fenomenen, zoals misbruiken van branches voor witwassen van crimineel geld en de toeleiding van jongeren naar criminele carrières.

 

Mensenhandel en -smokkel

Mensenhandel is de uitbuiting van personen die zich daartegen niet of nauwelijks kunnen verzetten. Mensenhandel kent vele verschijningsvormen. Prostitutie en vooral illegale prostitutie zijn daarvan de meest bekende, maar ook loverboyproblematiek, uitbuiting door middel van overbewoning, slechte betaling, gedwongen slechte arbeidsomstandigheden of arbeidsvoorwaarden zijn hiervan onderdeel. Mensenhandel kent vele verschijningsvormen. De jonge vrouw die door haar zogenaamde vriend wordt aangezet om seks met andere mannen te hebben en zo slachtoffer wordt van seksuele uitbuiting. De licht verstandelijk beperkte man die gedwongen wordt uit de supermarkt iets te stelen en daarmee ten prooi valt aan criminele uitbuiting. Of mensen uit het buitenland die te maken hebben met arbeidsuitbuiting en onder erbarmelijke omstandigheden te veel onbetaalde uren moeten werken. Mensenhandel gaat over meisjes en jongens, vrouwen en mannen die onder vaak mensonterende omstandigheden worden gedwongen te werken en in hun vrijheid worden beperkt.

 

Op basis van het aantal geregistreerde meldingen en misdrijven van mensenhandel (zie cijfermatig beeld hierboven) lijkt alsof dit niet veel voorkomt in Vlaardingen. Mensenhandel is een vorm van criminaliteit die zich echter in het verborgene afspeelt en een lage aangiftebereidheid kent. Een groot deel van mensenhandel blijft daardoor buiten beeld. De precieze omvang en aard van en mensenhandel in Vlaardingen is dan ook niet bekend. Toch zijn er voldoende aanwijzingen dat er sprake is van mensenhandel in Vlaardingen. Dit blijkt onder andere uit gesprekken met partners. De haven en de uitzendbranche voor de land- en/of tuinbouw (Westland) zijn risicosectoren in (de buurt van) de gemeente. Daarnaast zijn er ook vermoedens van hotel- en thuisprostitutie.

 

Mensensmokkel is het illegale en grensoverschrijdende transport van mensen met als doel ze de grens over te smokkelen. Mensensmokkel is altijd grensoverschrijdend, terwijl dit bij mensenhandel niet vereist is. Bij mensensmokkel is in beginsel sprake van een vrijwillige relatie, oftewel een overeenkomst, tussen de smokkelaar en de persoon die het land wil verlaten. Dit neemt niet weg dat zich ook hier ernstige mensenrechtenschendingen kunnen voordoen.

 

Onder deze noemer kan in zekere zin ook de inklimmersproblematiek worden geschaard die zich in toenemende mate voordoet bij de terminal van DFDS. Dit betreft economische vluchtelingen die zich in of onder een vrachtwagen verschansen in de hoop het Verenigd Koninkrijk te bereiken. Waren er in 2016 nog 52 verstekelingen, in 2018 was dit opgelopen tot 475. Het gaat hier soms ook om minderjarigen.

 

Horizontale fraude

Een opvallende stijging is het aantal misdrijven van horizontale fraude. Dit is fraude die gericht is tegen bewoners, bedrijven en financiële instellingen. Het gaat bijvoorbeeld om fraude in de zorg, fraude met online handel en identiteitsfraude. Ook skimming, phishing en telecomfraude vallen onder horizontale fraude. Dit past in de algemene tendens van toenemende digitalisering in de samenleving. De toenemende invloed van het internet heeft op vrijwel alle vormen van horizontale fraude een enorme impact. De belangrijkste factoren die horizontale fraude in stand houden zijn de hoge verdiensten en het kleine risico voor fraudeurs, samen met de lange pakkans door de geringe prioriteit bij de opspring.

 

Cybercrime

De opkomst van ICT heeft de wereld veranderd in een netwerksamenleving. Dit brengt nieuwe kansen met zich mee, maar ook nieuwe bedreigingen, zoals cybercrime. Cybercrime, ofwel computer-criminaliteit of cybercriminaliteit, is criminaliteit met ICT als middel én doelwit. Cybercrime is een erg sterk groeiend fenomeen. Het gaat daarbij onder andere om vormen als hacken, ransomware, DDos-aanvallen en misbruik van Internet of Things. Dit kan gericht zijn op bewoners, ondernemers, maar ook op gemeenten zelf. Vooral MKB-ondernemers vormen een kwetsbare doelgroep voor cybercrime. Landelijk onderzoek toont aan dat 1 op de 5 van de ondernemers slachtoffer is van een vorm van cybercrime met daadwerkelijk schade.

 

Het aantal misdrijven cybercrime (aangiftes) in Vlaardingen schommelt tussen de 5 en 10 per jaar. In werkelijkheid ligt dit aantal veel hoger, omdat veel slachtoffers geen aangifte doen. De komende jaren zal cybercriminaliteit fors stijgen. Sterker nog de verplaatsing van de traditionele criminaliteit naar cybercrime is al zichtbaar. Het is een groeiend gevaar waar bewoners en ondernemingen zich onvoldoende bewust van lijken. 

 

Kern van de huidige aanpak

De aanpak van ondermijning krijgt steeds meer aandacht in Nederland en staat zowel landelijk als bij veel gemeenten hoog op de bestuurlijke agenda. De landelijke prioriteit blijkt ook uit het regeerakkoord van het kabinet-Rutte III waarin staat dat er extra geld komt voor de politiecapaciteit en voor de aanpak van ondermijning (ondermijningsfonds).

 

Sinds enkele jaren staat de aanpak van georganiseerde criminaliteit ook in de gemeente Vlaardingen nadrukkelijk op de agenda. De aanpak van ondermijnende criminaliteit is al langer geen exclusieve taak van de politie en het Openbaar Ministerie. Een effectieve aanpak van ondermijnende criminaliteit vraagt om een georganiseerde overheid die alle middelen en instrumenten inzet die ze tot haar beschikking heeft. Elke ketenpartner (gemeenten, Openbaar Ministerie, politie, belastingdienst, etc.) kan een bijdrage leveren aan de aanpak. Het RIEC vervult hierbij een spilfunctie.

 

Aanpak ondermijning algemeen

  • -

    Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (wet Bibob). De wet Bibob ziet op de bevordering van integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. De wet is een belangrijk instrument in de aanpak van ondermijning, omdat ermee voorkómen kan worden dat de overheid criminele activiteiten onbewust faciliteert. Binnen de gemeente Vlaardingen heeft het college besloten dat de Wet Bibob onder andere wordt toegepast op aanvragen van vergunningen van de Drank- en Horecawet, exploitatievergunningen voor horecabedrijven, coffeeshops, seksinrichtingen en escortbedrijven en bepaalde onroerend goed transacties. Dit is vastgelegd in de gemeentelijke beleidsregels BIBOB 2014.

  • -

    Bedrijvencontroles: Onder de regie van de gemeente worden in samenwerking met partners integrale bedrijvencontroles georganiseerd (zie ook Veiligheidsveld 2.2). Bij constatering van overtredingen worden de ondernemers door de betreffende discipline aangeschreven. Door met diverse controlerende instanties tegelijk op pad te gaan wordt de overlast voor de ondernemers tot een minimum beperkt. De controles worden jaarlijks meerdere keren georganiseerd. Het belangrijkste instrument om vestiging van malafide ondernemers tegen te gaan, is het aanschrijven op strijdigheid bestemmingsplan indien er een strijdigheid wordt geconstateerd.

  • -

    Aanpak van woon- en adresfraude: De handhavers gaan op huisbezoek wanneer er aanwijzingen zijn dat gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP, voorheen GBA) niet overeenkomen.

  • -

    Inzet op awareness door het RIEC aan toezichthouders, baliemedewerkers, bouwinspecteurs en medewerkers van de sociale recherche.

  • -

    In de aanpak van ondermijning wordt gebruik gemaakt van alle mogelijke bestuurlijke maatregelen. Zo wordt bestuursdwang toegepast (vaak sluiting van een pand) bij aantreffen hard- en/of softdrugs, heling, wapens, witwaspraktijken.

Aanpak drugsproblematiek

De aanpak van drugs bestaat onder andere uit:

  • -

    Damoclesbeleid: In het kader van de aanpak van drugsoverlast is in 2017 het Damoclesbeleid gemeente Vlaardingen in werking getreden. De gemeente sluit op grond van het Damoclesbeleid en de Opiumwet panden voor de duur van 3 maanden in het geval er meer dan 15 hennepplanten of bij vondst van een handelshoeveelheid van meer dan 30 gram hennep. Bij het aantreffen van harddrugs (XTC) betekent dit een sluiting van 3 maanden bij een vondst van twee pillen of meer. Daarnaast kan er vanuit de gemeente een last onder dwangsom worden opgelegd aan notoire drugsdealers.

  • -

    Henneptrein: Er wordt actief gecontroleerd op het aanwezig zijn van hennepkwekerijen. Zo worden er tweewekelijk controles uitgevoerd middels een zogenaamde “henneptrein” Dit is een samenwerkingsverband tussen de politie, toezicht en handhaving en Stedin. Ten aanzien van de handel in verdovende middelen wordt het fenomeen drugshandel op meerdere vlakken onderzocht.

  • -

    Coffeeshopcontroles: De reguliere coffeeshopcontroles richten zich in de eerste plaats op naleving van de gedoogcriteria. Deze vinden meerdere keer per jaar plaats. Naast de reguliere controles kunnen ook andere controles worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld observatie als het vermoeden bestaat dat verkoop plaatsvindt aan personen onder de 18 jaar. Of een integrale controle met partners van de gemeente, zoals bijvoorbeeld de Belastingdienst.

  • -

    Bedrijvencontroles: zie bij ‘Aanpak ondermijning algemeen’

Aanpak mensenhandel

De aanpak mensenhandel bestaat onder andere uit:

  • -

    Sinds eind 2018 zijn 32 gemeenten in de regio Rotterdam gestart met een regionale aanpak van mensenhandel. Daarbij wordt samengewerkt met politie, Openbaar Ministerie, Inspectie SZW, het RIEC, Veiligheidshuis en de zorg. Hier wordt onder andere ingezet op:

    • het versterken van de integrale informatiepositie om zicht te krijgen om mensenhandel 

    • regionale samenwerking (o.a. waterbedeffect voorkomen)

    • verbeteren awareness, signaleren en melden (onder bewoners en professionals)

    • aanpakken faciliteerders en mensenhandelaren

    • preventie & zorg voor het slachtoffer

  • -

    De gemeenten Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Dordrecht en Capelle aan den IJssel werken gezamenlijk aan een regionaal prostitutiebeleid.

  • -

    Het doen van mysterycontroles illegale prostitutie door het regionaal controleteam. Het regionaal controleteam bestaat uit rechercheurs van het Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM) en toezichthouders uit de gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Capelle aan den IJssel.

  • -

    Ook wordt ingezet op awarenesstrainingen mensenhandel.

  • -

    Inklimmersproblematiek: Als gemeente zijn wij actief betrokken bij het multidisciplinaire overleg welke georganiseerd wordt vanuit de Zeehavenpolitie en waaruit verschillende maatregelen in het tegengaan van deze problematiek zijn ingezet. Vanuit de gemeente zetten we in op bestuurlijke maatregelen.

Aanpak cybercrime

Bij de aanpak van cybercrime heeft de gemeente vooral een preventieve rol. Een belangrijke taak is inwoners en ondernemers bewust te maken van de gevaren van digitale criminaliteit. Vanuit de Veiligheidsalliantie regio Rotterdam (VAR) zijn er mogelijkheden voor (gratis) trainingsbijeenkomsten georganiseerd voor ondernemers.

 

Veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid

Thema 5.3: veilige publieke taak

Veilige Publieke Taak: Werknemers met een publieke taak worden regelmatig geconfronteerd met agressie en geweld bij het uitoefenen van hun taak. Denk aan verpleegkundigen, politiemensen, gemeentelijke handhavers, leraren, medewerkers van gemeenteloketten. Maar ook politieke ambtsdragers zoals raadsleden, burgemeesters en wethouders. De maatschappelijke omgeving kan zich intimiderend, bedreigend, soms letterlijk gewelddadig opstellen. Dit is onacceptabel, om meerdere redenen. Het functioneren van de man of vrouw zelf wordt erdoor beïnvloed. De uitvoering van publieke taken heeft ervan te leiden. De integriteit en ‘goed bestuur’ komen onder druk te staan. Het vertrouwen in de overheid kan aangetast raken (- staat de overheid nog wel voor robuuste uitvoering van haar taken?). En bij gedogen van het geweld groeit de ‘onaantastbaarheid’ van daders. Agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak hebben een ondermijnend effect op de overheid en moeten stevig aangepakt en zoveel mogelijk voorkomen worden.

 

Cijfermatig beeld

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

Nog steeds hebben handhavers, politiemensen en andere personen met een publieke taak te maken met geweld. De risico’s op geweld tegen personen met een publieke taak zijn groter als grote groepen mensen samenkomen, zoals bij evenementen, bij de jaarwisseling en op plaatsen waar veel drank en drugs wordt gebruikt. Agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak hebben een ondermijnend effect op de werking van de overheid en partners.

 

Kern van de huidige aanpak

De gemeente heeft in 2018 een handboek ‘Omgaan met agressie en geweld’ opgesteld. In dit handboek staan maatregelen beschreven die genomen worden ten aanzien van agressie en geweld. Daarbij staat beschreven de handelwijze tijdens een incident en de werkwijze van afhandeling na een incident van agressie en geweld. Het handboek kan niet voorkomen dat men geconfronteerd worden met agressief gedrag, maar is een middel om ondersteunen in het voorkomen, beperken en afhandelen van agressie en geweld. Ook worden medewerkers getraind om dienstverlenend en vakkundig op te treden en volgt men trainingen mondelinge communicatieve vaardigheden.

 

Veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid

Thema 5.4: informatieveiligheid

Informatieveiligheid: Gemeenten zijn, net als andere (overheids-)organisaties, kwetsbaar als het gaat om de (digitale) dienstverlening - met name het veilig/beveiligd uitvoeren van deze dienstverlening - en het beheer van persoonsgegevens. Als de overheid de digitale beveiliging hiervan niet voldoende kan borgen, is het vertrouwen in de overheid in het geding. Ook kan het de fysieke veiligheid van bewoners en organisaties in gevaar brengen; bijvoorbeeld als besturingssystemen van sluizen en bruggen gehackt worden.

 

Cijfermatig beeld

Voor dit thema zijn geen relevante (lokale) cijfers beschikbaar.

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

ICT is niet meer weg te denken in onze samenleving. Het gebruik neemt op alle terreinen toe. Vrijwel alle vitale processen zijn hier direct van afhankelijk. Naast alle voordelen van deze ontwikkeling, maakt deze afhankelijkheid ons in toenemende mate kwetsbaar. Informatieveiligheid is een altijd actueel thema binnen en buiten de gemeente. Inwoners en ketenpartners moeten er op kunnen vertrouwen dat de gemeente zorgvuldig met hun (persoons)gegevens omgaat. 100% veiligheid is nooit te garanderen, maar de gemeente zet zich actief in om de risico’s te verkleinen.

 

Kern van de huidige aanpak

Informatieveiligheid wordt ingericht conform geldende wet- en regelgeving. Sinds 2017 worden de basisregistraties jaarlijks getoetst op informatieveiligheid door middel van ENSIA (Eenduidige Normatiek Single Information Audit). ENSIA heeft tot doel invulling te geven aan de verantwoordelijkheid van gemeenten rond informatieveiligheid. Verder wordt ingezet op het opbouwen en onderhouden van bewustzijn onder medewerkers als het gaat om informatieveiligheid.

 

Mogelijke beleidsversterkingen (verbeterpunten of ‘extra inzet’)

  • -

    Het gedrag van medewerkers blijft een belangrijk speerpunt bij het vergroten van informatieveiligheid. Hier is blijvend aandacht voor nodig.

  • -

    In het vierde kwartaal start de Rekenkamercommissie met een onderzoek informatieveiligheid.

Behoeft dit thema extra aandacht?

Bestaande aanpakken die succesvol zijn, dienen te worden voortgezet en nieuwe ontwikkelingen bijtijds onderkend. Verder is het noodzakelijk te blijven inzetten op bewustwording en kennis.

 

Veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid

Thema 5.5: ambtelijke en bestuurlijke integriteit

Ambtelijke en bestuurlijke integriteit: Schending van integriteit kan samenhangen met belangenverstrengeling maar ook het gevolg zijn van ‘niet-intentionele’ verrommeling van processen. In dit laatste geval ontstaat de integriteitschending min of meer ‘per ongeluk’. Integriteitschendingen kunnen gevolgen hebben voor de lokale veiligheid doordat bijvoorbeeld fysiek gevaarlijke situaties ontstaan of in stand blijven (vergunning voor onveilige gebouwen of bedrijfsvoering), criminele groepen bewegingsruimte krijgen (onvolkomen BIBOB-procedures), ambtenaren of bestuurders kwetsbaar worden voor verdere aantastingen van hun integriteit.

 

Cijfermatig beeld

Bron

2018

In de afgelopen vijf jaar bedreigd en/of geïntimideerd

Onderzoek Intimidatie en bedreiging van lokale professionals in Vlaardingen

22%

In het afgelopen jaar bedreigd en/of geïntimideerd

Onderzoek Intimidatie en bedreiging van lokale professionals in Vlaardingen

16%

 

Aard van de veiligheidsproblematiek

Ambtenaren, bestuurders, raadsleden en andere lokale professionals kunnen in hun dagelijks werk te maken krijgen met personen die op een ongewenste manier invloed willen uitoefenen op gemeentelijke processen: door intimidatie, bedreiging of een poging tot omkoping. Richting de overheid volgt de ‘’georganiseerde criminaliteit dichtbij’’, zoals dit ook wel eens wordt aangeduid, grofweg drie tactieken:

  • -

    Verleiden ambtenaren of bestuurders iets te laten doen;

  • -

    Intimideren: dat kan als verleiden niet lukt waarna wordt overgegaan tot intimidatie, subtiel of minder subtiel;

  • -

    Infiltreren door deel uit te gaan maken van de gemeentelijke organisatie.

In 2018 is onderzoek gedaan naar intimidatie, bedreiging en omkoping van het lokaal bestuur, lokale ambtenaren en professionals in Vlaardingen. Hieruit bleek dat één op de vijf respondenten (22%) uit Vlaardingen is bedreigd of geïntimideerd in de afgelopen vijf jaar en 16% heeft dit in het afgelopen jaar meegemaakt.

 

Het ging bij de incidenten van bedreiging of intimidatie voornamelijk om verbale intimidatie zoals schelden, schreeuwen of grof taalgebruik en om dreigen met het opzoeken van autoriteiten zoals de media, rechter of burgemeester. Ook dreigen met geweld en herhaaldelijk mailen/bellen/berichten sturen op sociale media komen regelmatig voor. In de meeste gevallen vond de bedreiging of intimidatie face-to-face plaats, daarnaast werden veel van de bedreigingen of intimidaties per telefoon geuit.

 

Kern van de huidige aanpak

Sinds februari 2019 is een nieuw integriteitsbeleid en nieuwe gedragscode opgesteld. Met dit beleid wordt het thema integriteit ingebed en geborgd in de gemeente, zodat het integriteitsbewustzijn wordt bevorderd en misbruik van bevoegdheden, belangenverstrengeling en discriminatie wordt voorkomen. Het beleid bevordert de weerbaarheid van medewerkers om hen te beschermen tegen integriteitsrisico`s. Integriteit is niet enkel een kwestie van regels en procedures, maar ook van houding en gedrag. Het beleid functioneert daarbij als een ijkpunt en referentiepunt. Ook voor de gemeenteraad is een start gemaakt met trainingen op het gebied van integriteit en een gedragscode. De gemeenteraad heeft bij het aantreden tevens een integriteitsonderzoek laten uitvoeren door Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING). #_ftnref2

 

Bijlage 2 Analyse van het veiligheidsdomein in de gemeente Vlaardingen

 

Inleiding

Veiligheid is een belangrijke voorwaarde voor een aantrekkelijke en leefbare stad. Samen met onze (veiligheids)partners hebben we hier de afgelopen jaren hard aan gewerkt. Deze inzet heeft zijn vruchten afgeworpen. De meeste criminaliteitscijfers zijn gedaald en over het algemeen kunnen we concluderen dat de veiligheidssituatie in Vlaardingen de afgelopen jaren is verbeterd. Maar ondanks de behaalde resultaten is er de komende jaren nog genoeg te doen.

 

Zo vergt de verschuiving van geregistreerde ‘traditionele’ criminaliteit naar meer onzichtbare vormen van criminaliteit, zoals ondermijning, de komende jaren een stevige aanpak. Vlaardingen is een middelgrote stad, maar we hebben te maken met grootschalige ondermijningsproblematiek. Ook de drugsproblematiek blijft in onze stad de nodige aandacht vragen. Niet alleen het gebruik vormt een probleem, ook de productie, handel en maatschappelijke acceptatie. Drugscriminaliteit is bovendien de spreekwoordelijke motor van andere criminaliteitsvormen. Daarnaast krijgen we in toenemende mate te maken met complexe casuïstiek die het zorg- en veiligheidsdomein raken. Hierbij valt onder andere te denken aan personen met verward gedrag. Hierdoor neemt sociale overlast toe en staat de leefbaarheid in een sommige wijken onder druk. Het wordt steeds duidelijker dat de oorzaak van onveilige situaties is te herleiden naar andere beleidsvelden. Het is daarom belangrijk dat veiligheid wordt gezien als een domein-overstijgend thema dat een integraal onderdeel is van meerdere beleidsvelden. Dit is een aantal belangrijke uitdagingen die voortkomen uit onze analyse die we ter voorbereiding op het Integraal Veiligheidsplan (2020-2023) hebben uitgevoerd.

 

In de Politiewet 2012 (artikel 38b) is vastgelegd dat de gemeenteraad eenmaal in de vier jaar de doelen vaststelt die de gemeente op het terrein van veiligheid nastreeft door de handhaving van de openbare orde en de hulpverlening door de politie. Dit gebeurt met het Integraal Veiligheidsplan (IVP). Het huidige IVP ‘Samen sturing geven aan veiligheid in Vlaardingen 2016-2019’ loopt aan het eind van dit jaar af. Om een goede inhoudelijke basis te leggen voor (de prioriteiten in) het Integrale Veiligheidsplan 2020-2023, hebben wij allereerst een evaluatie uitgevoerd van het IVP 2016-2019. Deze uitgebreide terugblik is te vinden in de bijlage ‘Terugblik Integraal Veiligheidsplan 2016-2019 gemeente Vlaardingen’. Hierin zijn de gepleegde inspanningen en behaalde resultaten opgenomen, maar is ook het (huidige) veiligheids- en risicobeeld met kwantitatieve en kwalitatieve informatie in beeld gebracht. Een korte samenvatting hiervan vindt u in hoofdstuk 1.

 

In deze notitie kijken we vooral ook vooruit: waar liggen de komende jaren onze grootste uitdagingen? Naast de huidige Vlaardingse situatie, is daarbij ook gekeken naar trends en ontwikkelingen die naar verwachting de komende jaren de meeste impact hebben op de openbare orde, veiligheid en criminaliteit, want Vlaardingen staat niet los van andere invloeden. We hebben deze trends afgezet tegen de Vlaardingse situatie. Hieruit volgen een aantal aanbevelingen/thema’s om nader uit te werken in het Integraal Veiligheidsplan 2020-2023. Deze notitie dient dan ook als basis voor de formulering van (de nieuwe prioriteiten in) het Integraal Veiligheidsplan 2020-2023. Prioriteiten zijn nodig om effectief beleid te voeren. Als alles prioriteit heeft, krijgt niets écht prioriteit. Er moeten keuzes worden gemaakt om focus te krijgen. Op die thema’s is intensivering noodzakelijk. Dat bepaalde thema’s niet worden geprioriteerd, betekent niet dat deze thema’s geen aandacht krijgen. Voor deze thema’s is er dan alleen geen sprake van intensivering. Mocht de problematiek rondom de niet-geprioriteerde onderwerpen in de beleidsperiode veranderen, dan wordt hier uiteraard op ingespeeld.

 

1. Terugblik

In dit hoofdstuk blikken we kort terug op de periode 2016-2019. We kijken hierbij vooral of de doelstellingen uit het IVP 2016-2019 zijn behaald en welke inspanningen we daarvoor hebben gepleegd, zonder daarbij overigens volledig te zijn. Voor een uitgebreide terugblik/analyse en kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing verwijzen wij naar de ‘Terugblik Integraal Veiligheidsplan 2016-2019 gemeente Vlaardingen’ die als bijlage bij dit document is gevoegd.

 

1.1 Integraal Veiligheidsplan 2016-2019

Onze ambitie in het IVP 2016-2019 was om Vlaardingen in deze periode veiliger te maken. Om deze ambitie in te vullen stonden daarbij de volgende doelstellingen centraal:

  • -

    Het vergroten van de subjectieve en objectieve veiligheid, waarbij continu wordt gewerkt aan een veiliger Vlaardingen. Niet alleen door de gemeente, maar ook in samenhang met inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en bedrijven die een verantwoordelijkheid hebben.

  • -

    Voorkomen en aanpakken van de criminaliteit.

  • -

    Voorkomen van de aantasting van de openbare orde en veiligheid.

Om deze centrale doelstellingen te behalen, waren in de aanpak de volgende prioriteiten benoemd:

  • -

    High Impact Crimes (woninginbraken, overvallen, straatroof, etc.)

  • -

    Jeugdoverlast/problematiek

  • -

    Drugs

  • -

    Veiligheid in de buurt

  • -

    Ondermijning

  • -

    Radicalisering

  • -

    Lokale veiligheidsprioriteiten:

  • -

    Diefstal van fietsen, bromfietsen en snorfietsen

  • -

    Zorgen voor veilig ondernemen

  • -

    Zorgen voor veilig uitgaan

Aan elk van deze prioriteiten waren doelstellingen gekoppeld. In onderstaande blikken we terug of deze zijn behaald. Hierbij hebben we gebruik gemaakt van de beschikbare cijfers. De informatiebron waarmee de meeste doelstellingen worden gemonitord zijn politiecijfers: de meldingen en aangiften die bij de politie zijn gedaan en incidenten die de politie zelf heeft geregistreerd. Omdat niet alles wat er gebeurt tot registratie leidt (niet elk incident wordt gemeld of aangegeven of door de politie zelf waargenomen) is dit een informatiebron die met de nodige voorzichtigheid moet worden geïnterpreteerd. Wat de politiecijfers laten zien kan wat anders zijn dan het aantal incidenten dat daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Ondanks deze kanttekening zeggen politiecijfers wel degelijk wat over ontwikkelingen en orde van grootte van de delicten. Politiecijfers zijn dan ook een veelgebruikte bron in het veiligheidsdomein.

 

Ook is gebruik gemaakt van de resultaten van de periodieke veiligheids- en leefbaarheidsmonitor: VLD Peilt! (2017). VLD Peilt! was het eerste leefbaarheids- en veiligheidsonderzoek voor de gemeente Vlaardingen. De vragen zijn samengesteld in nauw overleg met directie en beleidsmakers en betreffen grotendeels dezelfde vragen als de leefbaarheids- en veiligheidsonderzoeken uitgevoerd door het Kenniscentrum in Maassluis en Schiedam. Dit maakt dat de vergelijkbaarheid met de andere twee MVS-gemeenten groot is, maar betekent ook dat de vergelijkbaarheid met eerdere stadspeilingen in Vlaardingen, daterend uit 2010 en 2013, gering is. Dit betekent dat niet overal een goede vergelijking kan worden gemaakt met de ambities en doelstellingen uit het IVP 2016-2019.

 

1.2 Behaalde resultaten per hoofddoelstellingen

 

Objectieve veiligheid

Doelstelling

Het streven is om in de periode 2016-2019 de objectieve veiligheidscijfers met een vergelijkbaar percentage terug te dringen als dit in 2010-2014 is gebeurd. Dit is per misdrijf verschillend, maar veelal tussen de 10 en 20%, met in sommige gevallen 30% of meer.

Resultaat

Het totaal aantal geregistreerde misdrijven in Vlaardingen is van 4732 in 2015 gedaald naar 3807 eind 2018. 1

 

Subjectieve veiligheid

Doelstellingen

Voor de subjectieve veiligheidsbeleving is het streven die met circa 10% te verbeteren, door op de volgend onderwerpen minimaal een 7,0 na te streven:

  • -

    Rapportcijfer voor subjectieve veiligheid (Vlaardingen totaal)

  • -

    Omlopen om onveilige plekken in de buurt te mijden

  • -

    ’s Avonds voelt men zich onveilig in de buurt

  • -

    Angst om in de buurt lastig gevallen of overvallen te worden

Resultaat

  • -

    De veiligheid in de buurt in Vlaardingen wordt gemiddeld gewaardeerd met een 6,5 (in 2017).

  • -

    Van de Vlaardingers voelt de helft (49%) zich in het algemeen veilig (in 2017).

  • -

    In de eigen buurt voelt 65% van de Vlaardingers zich veilig (in 2017).

 

1.3 Behaalde resultaten per prioriteit

Hieronder blikken we terug op de behaalde resultaten en de belangrijkste gepleegde inspanningen met betrekking tot de doelstellingen bij de prioriteiten. We focussen hierbij met name op de inspanningen die in de beïnvloedingssfeer van de gemeente liggen. Natuurlijk werken we op veel aspecten nauw samen met onze partners, zoals politie, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Openbaar Ministerie, Minters, RIEC Rotterdam, DCMR, Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond, etc.

 

Woninginbraken

Doelstelling

Het aantal woninginbraken is in 2019 teruggebracht tot maximaal 265 gevallen.

Resultaat

Het aantal woninginbraken is gedaald van 396 in 2015 naar 227 eind 2018.

Inspanningen

  • -

    Surveillance door Toezicht en Handhaving en politie

  • -

    Gezamenlijk met politie uitvoering geven aan het Donkere Dagen Offensief

  • -

    Aandacht voor inbraakpreventie (voorlichting en advies)

  • -

    Inzet buurtpreventie en buurtwhatsappgroepen

  • -

    Toepassen bestuurlijke maatregelen (inbrekerswerktuigen)

  • -

    Toepassen Persoonsgerichte Aanpak (Veiligheidshuis)

 

Straatroven en overvallen

Doelstellingen

  • -

    In 2019 is het aantal straatroven teruggebracht naar 11.

  • -

    In 2019 is het aantal overvallen teruggebracht naar een maximum van 3.

Resultaat

Eind 2018 zijn beide doelstellingen (nog) niet behaald:

  • -

    Het aantal straatroven is gedaald van 36 in 2015 naar 26 eind 2018.

  • -

    Het aantal overvallen staat eind 2018 op 8. In 2016 en 2017 lag het aantal straatroven respectievelijk op 15 en 9.

Inspanningen

  • -

    Inzet preventieve maatregelen (o.a. voorlichting MKB)

  • -

    Gezamenlijk met politie uitvoering geven aan het Donkere Dagen Offensief

  • -

    Aanwijzen veiligheidsrisicogebied voor preventief fouilleren (uitvoering door politie)

  • -

    Opleggen wijkverbod (o.b.v. artikel 2.91 APV)

  • -

    Toepassen Persoonsgerichte Aanpak (Veiligheidshuis)

 

Geweldsdelicten 

Doelstelling

Geweldpleging in 2019 is teruggebracht naar maximaal 500 gevallen, een afname van minimaal 6 procent.

Resultaat

Het aantal geweldsdelicten is eind 2018 teruggebracht naar 435.

Inspanningen

  • -

    Aanwijzen veiligheidsrisicogebied voor preventief fouilleren (uitvoering door politie)

  • -

    Inzet SUS-team in horecaconcentratiegebied

  • -

    Opleggen wijkverbod (o.b.v. artikel 2.91 APV)

 

Jeugdoverlast/-problematiek

Doelstellingen

  • -

    De ervaren overlast met betrekking tot jongeren terugbrengen van 7,5 naar 5,0%.

  • -

    Een vermindering van het aantal groepen.

Resultaten

  • -

    Het aantal meldingen jeugdoverlast is afgenomen van 342 in 2015 naar 275 eind 2018.

  • -

    Het aantal (problematische) jeugdgroepen is in de afgelopen jaren teruggebracht van 1 naar 0.

Inspanningen

  • -

    Samenwerking Toezicht en Handhaving, politie en jongerenwerk. Surveilleren bij bekende overlastplekken, afgaan op overlastmeldingen, indien nodig verbaliserend optreden, ouders op de hoogte stellen.

  • -

    Opleggen wijkverbod (o.b.v. artikel 2.91 APV)

  • -

    Toepassen Persoonsgerichte Aanpak (Veiligheidshuis)

 

Drugs

Doelstelling

Gelet op de ontwikkeling in de voorgaande jaren dient er in de periode 2016-2019 financiële dekking te zijn voor het gemiddeld per jaar ontmantelen van 50 hennepkwekerijen en/of drugslaboratoria.

Resultaat

  • -

    Binnen de begroting is € 30.000 gereserveerd voor de aanpak hennepkwekerijen (inhuur gespecialiseerd bedrijf voor de ontmanteling).

  • -

    Het fenomeen drugs heeft in deze beleidsperiode de nodige aandacht gevraagd. Door incidenten en opsporingsonderzoeken is hierover meer bekend geworden.

 

Inspanningen

  • -

    Toepassen Damoclesbeleid

  • -

    Inzet henneptrein met politie en Stedin.

  • -

    Uitvoeren (integrale) coffeeshopcontroles

  • -

    Aanwijzen veiligheidsrisicogebied voor preventief fouilleren (uitvoering door politie)

  • -

    Toepassen bestuurlijke maatregelen (o.b.v. Opiumwet en artikel 2.54 APV)

 

Veiligheid in de buurt

Doelstellingen

  • -

    De ervaren verloedering, 30,1%, moet in 2019 teruggedrongen zijn naar 20%.

  • -

    Ervaren overlast, 13,3%, moet in 2019 afgenomen zijn tot 10% van de bevolking.

Resultaat2

  • -

    Vlaardingen scoort een 4,6 op ‘fysieke verloedering’.

  • -

    Vlaardingen scoort een 3,0 op ‘overlast’.

Inspanningen

  • -

    Surveillance in de buurt door Toezicht en Handhaving

  • -

    Inzet buurtpreventie en buurtwhatsappgroepen

  • -

    Opleggen wijkverbod (o.b.v. artikel 2.91 APV)

  • -

    Bestuurlijke waarschuwingen/boetes voor het dumpen van afval

  • -

    Casus-overleg woonoverlast

  • -

    Invoering Wet aanpak woonoverlast

 

Ondermijning

Doelstelling

In het IVP 2016-2019 was geen doelstelling geformuleerd, omdat ondermijning geen opzichzelfstaand delict is.

Resultaat

Sinds enkele jaren staat de aanpak van georganiseerde criminaliteit in Vlaardingen nadrukkelijk op de agenda.

Inspanningen

  • -

    Toepassen Wet Bibob

  • -

    Uitvoeren integrale bedrijvencontroles

  • -

    Uitvoeren Landelijke Aanpak Adreskwaliteit Basisregistratie Personen door Toezicht en Handhaving

  • -

    Gezamenlijke aanpak OMG’s met o.a. politie, OM, Belastingdienst, FIOD

  • -

    Inzet op awareness over het fenomeen ondermijning

  • -

    Toepassen bestuurlijke maatregelen

  • -

    Aanpassen APV (daar waar er (mogelijk) sprake is van malafide bedrijven, georganiseerde criminaliteit en/of het faciliteren hiervan, kan de burgemeester gebieden, branches of panden aanwijzen waarvoor een vergunningplicht geldt)

 

Radicalisering 

Doelstelling

Het voorkomen van uitreizen van Vlaardingse inwoners naar gebieden waar terroristische groeperingen actief zijn.

Resultaat

De geformuleerde doelstelling is door de actualiteit ingehaald. De aandacht gaat nu veel meer uit naar met name op nationaal niveau Jihadistisch netwerken in Nederland. Als gemeente Vlaardingen zijn we daarin actief.

Inspanningen

  • -

    Trainingen voor professionals op het herkennen van signalen

  • -

    Opzet netwerk van sleutelfiguren.

  • -

    Casuïstiek via het Veiligheidshuis

  • -

    Actief in landelijke netwerken

 

Diefstal van fietsen, bromfietsen en snorfietsen

Doelstelling

Het aantal diefstallen van fietsen, bromfietsen en snorfietsen mag in 2019 niet meer zijn dan 500.

Resultaat

Eind 2018 is het aantal diefstallen teruggebracht tot 452.3

Inspanningen

Projectmatige aanpak met operationele en tactische inzet van Toezicht en Handhaving en de politie, onder andere inzet lokfiets en inzet op bewustwording.

 

Zorgen voor veilig ondernemen

Doelstelling

Vlaardingen aantrekkelijk maken en houden voor veilig ondernemen.

Resultaat

  • -

    Winkelcentrum De Loper heeft een Keurmerk Veilig Ondernemen (2e ster).

  • -

    De bedrijventerreinen Vergulde Hand en Groot Vettenoord hebben een certificaat Basis Samenwerken van de Keurmerk Veilig Ondernemen.

  • -

    Het aantal misdrijven winkeldiefstal is afgenomen van 213 in 2015 naar 113 eind 2018.

  • -

    Het aantal misdrijven zakkenrollerij is afgenomen van 59 in 2015 naar 29 eind 2018.

  • -

    Het aantal diefstal/inbraak in winkels is afgenomen van 36 in 2015 naar 18 eind 2018.

Inspanningen

  • -

    Surveillance (op onregelmatige) tijden door Toezicht en Handhaving.

  • -

    Voorlichting aan winkeliers en ondernemers om preventieve maatregelen te treffen ter voorkoming van inbraak en/of overvallen.

  • -

    Gezamenlijk met politie uitvoering geven aan het Donkere Dagen Offensief

  • -

    Inzet cameratoezicht

 

Zorgen voor veilig uitgaan

Doelstelling

Het uitgaansgebied van Vlaardingen aantrekkelijk houden voor ondernemers en bezoekers.

Resultaat

  • -

    Het aantal geluidsincidenten rondom horeca is de laatste jaren toegenomen van 3 in 2015 naar 12 eind 2018.

  • -

    Het percentage dat zich weleens onveilig voelt rondom uitgaansgelegenheden ('vaak'/'soms') is afgenomen van 32,7% in 2015 naar 26,5% in 20174 .

Inspanningen

  • -

    Inzet SUS-team in het horecaconcentratiegebied

  • -

    Toezicht in het uitgaansgebied door Toezicht en Handhaving en politie

  • -

    Horecacontroles door Toezicht en Handhaving

  • -

    Inzet cameratoezicht

  • -

    Opleggen wijkverbod (o.b.v. artikel 2.91 APV)

  • -

    Aanwijzen veiligheidsrisicogebied voor preventief fouilleren (uitvoering door politie)

  • -

    Meer aandacht voor exploitatievergunningen horeca

  • -

    Toepassen bestuurlijke maatregelen

  • -

    Proef met verruimde openingstijden voor cafés en nachtzaken in het horecaconcentratiegebied die tot gewenste spreiding in uitloop bezoekers leidt.

 

1.4 Overige doelstellingen 

Tot slot waren nog twee doelstellingen met betrekking tot fysieke veiligheid en verkeersveiligheid in het IVP 2016-2019 opgenomen.

 

Fysieke veiligheid

Doelstelling

De doelstelling wat betreft externe veiligheid is niet uit te drukken qua het maximum aantal rampen en incidenten, elk incident is er één te veel. Er moet gestreefd worden de kans op een ramp zo minimaal mogelijk te maken en de reactie op een ramp te verbeteren. Om dit te behalen moeten controles uitgevoerd en training georganiseerd worden.

Resultaat

De gemeente is zo goed als mogelijk voorbereid op eventuele rampen of incidenten en heeft de crisisorganisatie adequaat ingericht.

Inspanningen

  • -

    Personeel is opgeleid en er wordt jaarlijks geoefend.

  • -

    Er worden trainingen en bijeenkomsten georganiseerd.

  • -

    Naar aanleiding van incidenten zijn werkafspraken en –processen waar nodig aangepast.

 

Verkeersveiligheid

Doelstelling

In 2019 zijn alle knelpunten binnen Vlaardingen in kaart gebracht en is de helft van deze knelpunten aangepakt volgens een plan. In 2019 moeten alle infrastructurele projecten en programma’s rekening houden met de bereikbaarheid voor hulpdiensten, dit moet opgenomen zijn in de plannen.

Resultaat

Deze knelpunten zijn fysiek of met herhaalde inzet van handhaving aangepakt.

Inspanningen

  • -

    Inzet Toezicht en Handhaving

  • -

    Verkeersoverleg gemeente en politie

  • -

    Voorbereidingen en opstellen Actieplan Mobiliteit

 

2. Vooruitblik

In dit hoofdstuk kijken we vooruit naar de komende jaren (2020-2023). Welke trends en ontwikkelingen spelen er en wat zijn de grootste uitdagingen in Vlaardingen? Hiervoor is onder andere gebruik gemaakt van de Trendwatch 2017 (politie eenheid Rotterdam). Deze beschrijft de ontwikkelingen die naar verwachting de komende jaren de meeste impact hebben op de openbare orde, veiligheid en criminaliteit. Deze ontwikkelingen zijn toegespitst op de Vlaardingse situatie.

 

Vlaardingen is een middelgrote stad met grootschalige ondermijningsproblemen

De laatste jaren is er een duidelijke verschuiving naar meer vormen van criminaliteit die niet of minder goed worden geregistreerd. Meer specifiek gaat het daarbij onder andere om ondermijning. Ondermijning is een veelomvattend begrip van allerlei vormen van criminaliteit die de grens tussen de bovenwereld, waaronder het openbaar bestuur, en de onderwereld vervagen. Deze vorm van criminaliteit is niet altijd direct zichtbaar, maar heeft wel een ontwrichtende werking op onze stad. Door ondermijning raakt de samenleving verzwakt en kwetsbaar voor criminele activiteiten. Vlaardingen blijkt erg aantrekkelijk voor criminelen en leent zich uitstekend voor ondermijnende vormen van criminaliteit. De ligging vlakbij Rotterdam en het havengebied, de aanwezigheid van diverse bedrijventerreinen, alsook het waterbedeffect door de gezamenlijke aanpak van de gemeente Rotterdam en Schiedam in de Spaanse Polder en de aangrenzende ’s-Gravelandsepolder draagt hier aan bij. Ondanks dat Vlaardingen een middelgrote stad is, hebben we te maken met grootschalige ondermijningsproblematiek. Sinds enkele jaren staat de aanpak van georganiseerde criminaliteit in Vlaardingen dan ook nadrukkelijk op de agenda.

 

Drugsproblematiek

Binnen ondermijning in Vlaardingen is drugs een belangrijk fenomeen. In Vlaardingen lijkt er sprake te zijn van een gelegenheidsstructuur voor drugs. Niet alleen het gebruik, maar ook de productie, handel én maatschappelijke acceptatie vormt een probleem. Georganiseerde hennepteelt vindt verspreid over de stad plaats en bedrijfspanden bieden gelegenheid voor opslag of productie van drugs. De aanwezigheid van drugs in wijken maakt dat in deze wijken de leefbaarheid onder druk staat. Drugscriminaliteit is de spreekwoordelijke motor van andere criminaliteitsvormen en er wordt veel geld mee verdiend. Het is een voedingsbodem voor andere vormen van ondermijnende criminaliteit, zoals corruptie, vastgoedfraude, witwassen, wapenhandel en mensenhandel. Bovendien is het beeld dat veel excessief geweld terug te voeren is op de handel in verdovende middelen.

 

Kwetsbare branches

Voor het witwassen van geld wordt gebruik gemaakt van steeds wisselende branches. In Vlaardingen is de autobranche oververtegenwoordigd en deze wordt gezien als een schakel in de georganiseerde criminaliteit. Ook lijkt er een duidelijke rol voor de horecabranche. Het risico is tevens reëel dat dat er wordt geïnvesteerd in lokale bedrijven en lokale verenigingen om zo de lokale gemeenschap aan zich te binden en status en invloed te verwerven binnen de politiek en het bestuurlijke en ambtelijke organisatie. Dit is zorgelijk en behoeft aandacht. Medewerkers van overheidsdiensten zijn daarmee een kwetsbare groep. Zij lopen verhoogd risico om door criminelen te worden benaderd om in ruil voor geld diensten te verlenen. Dit geldt ook voor bestuurders en raadsleden. Infiltratie van het openbaar bestuur door criminelen is een reëel risico.

 

Mensenhandel

Mensenhandel is de uitbuiting van personen die zich daartegen niet of nauwelijks kunnen verzetten. Mensenhandel kent vele verschijningsvormen. Prostitutie en vooral illegale prostitutie zijn daarvan de meest bekende, maar ook loverboyproblematiek, uitbuiting door middel van overbewoning, slechte betaling, gedwongen slechte arbeidsomstandigheden of arbeidsvoorwaarden zijn hiervan onderdeel. Mensenhandel is een vorm van criminaliteit die zich in het verborgene afspeelt en een lage aangiftebereidheid kent. Een groot deel van mensenhandel blijft daardoor buiten beeld. De precieze omvang en aard van en mensenhandel in Vlaardingen is dan ook niet bekend. Toch zijn er voldoende aanwijzingen dat er sprake is van mensenhandel in Vlaardingen.

 

Mensenhandel is een zogenaamd ‘haaldelict’. Dit bekent dat we proactief op zoek moeten naar signalen van mensenhandel. Het is daarom zinvol de informatiepositie rondom mensenhandel te versterken. Juist omdat mensenhandel op uiteenlopende manieren en in veel verschillende sectoren voorkomt, is de inzet van een breed scala aan partijen nodig voor een effectieve aanpak.

 

Normvervaging

Er zijn zorgen over iets wat kan worden aangeduid als ‘normvervaging’ bij bewoners die niet actief aan criminaliteit deelnemen, maar er in het grijze gebied tussen legaal en illegaal van profiteren en in voorkomende gevallen ‘de andere kant op kijken’. Hierdoor ontstaat een situatie waarin criminaliteit en crimineel geld als ‘normaal’ worden beschouwd. Het is vooral zorgelijk wanneer de criminaliteit zich innestelt in de woonwijken en daar zichtbaar wordt. Met name de uitstraling van personen betrokken bij georganiseerde criminaliteit, die van criminaliteit een ‘way of life’ hebben gemaakt, op de jeugd wordt als risicovol beschouwd. Hun waan van onaantastbaarheid, hun gewelddadigheid en hun luxeleven kunnen (een deel van de criminele) jongeren verleiden om hun carrière te verleggen naar de zware en georganiseerde criminaliteit. Ook zijn jongeren vatbaar voor rekrutering en criminele uitbuiting. De jeugd is daarmee een groep die extra kwetsbaar is.

 

Onwetendheid

Georganiseerde misdaad voelt voor veel Vlaardingers misschien als ‘ver van hun bed’: ze hebben er geen besef van, of pikken wel signalen op, maar doen hier vervolgens niets mee, omdat ze er geen overlast van ervaren of niet direct weten wat ze met deze ‘niet pluis’ gevoelens moeten. Maar soms is er wellicht ook een gemis aan normbesef en verantwoordelijkheidsgevoel of pikt men zelfs een graantje mee. Communicatie kan helpen om het besef en de bereidheid tot handelen te vergroten. Dit is ook noodzakelijk, want het aanpakken van ondermijning kunnen we als overheid niet alleen. Hiervoor hebben we andere overheidspartners, maatschappelijke partners, ondernemers en bewoners hard nodig. Hier ligt dan ook een brede maatschappelijke opgave de komende jaren.

 

Toename complexe casuïstiek (zorg, overlast en veiligheid) in Vlaardingen

We krijgen in Vlaardingen steeds meer te maken met zogenaamde complexe casuïstiek. Het gaat daarbij om een groeiende groep inwoners die met ernstige en complexe problemen kampt die het zorg- en veiligheidsdomein raken. Denk aan kwetsbare doelgroepen in de wijken (o.a. personen met verward gedrag, dak- en thuislozen, statushouders, personen met een verslaving en zorgmijders) waardoor de kans op sociale overlast (o.a. woonoverlast, drugsoverlast) toeneemt. In Vlaardingen is een aantal casussen bekend waar sprake is van hardnekkige en langdurige overlast en waar bemiddeling en andere interventies geen soelaas bieden. Dit heeft gevolgen voor het dagelijkse leven van onze inwoners, maar ook voor hun gevoelens van veiligheid. Dergelijke overlast tast het woongenot van bewoners en de leefbaarheid in wijken aan.

 

Er zijn veel verschillende oorzaken aan te wijzen voor deze stijgende trend (ontwikkelingen in de zorg, armoede, woningnood, werkeloosheid, bezuinigingen, etc.). Een belangrijke ontwikkeling is bovendien dat met ingang van 1 januari 2020 de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang (Wzd) van kracht zijn. Een belangrijke verandering die in beide wetten is vastgelegd, is dat verplichte zorg straks ook buiten een behandelinstelling kan worden opgelegd. Het wordt daarmee mogelijk om mensen op grond van een gerechtelijke uitspraak te dwingen tot acceptatie van passende zorg en ondersteuning, terwijl zij in hun eigen huis blijven wonen. Uit veiligheidsoogpunt brengt dat vermoedelijk meer risico’s met zich mee dan in het geval dat deze mensen gedwongen worden opgenomen.

 

De urgentie om deze problematiek aan te pakken blijft daarmee onverminderd groot. Er is bij deze casuïstiek geen organisatie die alle puzzelstukjes in handen heeft om een oplossing te verzorgen. Voor de aanpak hiervan is samenwerking tussen de domeinen zorg en veiligheid daarom cruciaal. 

 

Vergrijzing maakt senioren in toenemende mate een groep die aandacht behoeft

In Vlaardingen is 21,2% van de totale bevolking 65 jaar of ouder5  en de prognoses wijzen uit dat dit percentage nog stijgt. Bovendien is er sprake van een dubbele vergrijzing: de groep ouderen vormt een relatief groter aandeel van de Vlaardingse samenleving en de gemiddelde leeftijd ligt steeds hoger. Ouderen zijn in toenemende mate zichtbaar als een kwetsbare bevolkingsgroep voor bepaalde vormen van criminaliteit. Het gaat dan niet alleen om babbeltrucs en dergelijke, maar ook om uitbuiting en mishandeling van ouderen, onder andere door mantelzorgers die misbruik maken van hun situatie.

 

Voor deze minder zelfredzame bewoners geldt ook dat zij in hun woning op zichzelf aangewezen zijn, terwijl zij juist hulpbehoevend zijn; zij handelen vaak minder snel en adequaat bij brand en andere incidenten. Ook is een deel van deze bewoners minder goed in staat risico’s op brand te beoordelen en maatregelen te nemen om de eigen brandveiligheid te vergroten. Dit maakt dat ook brandveiligheid de komende jaren meer aandacht verdient dan ooit.

 

Minder jeugdoverlast, maar zorgen over jeugdcriminaliteit

Het aantal meldingen overlast jeugd is – na een piek in 2016 en 2017 – verder afgenomen. Ook het aantal (problematische) jeugdgroepen is in de afgelopen jaren teruggelopen, zowel landelijk als in Vlaardingen. Waar voorheen sprake was van vaste jeugdgroepen op vaste locaties, zien we dat de samenstelling, aard en omvang van groepen jongeren dynamischer en meer fluïde zijn. Een vaste hangplek bestaat lang niet altijd meer; jongeren bewegen zich in los-vaste netwerken en ontmoeten elkaar op social media. Deze structuren lenen zich soms ook voor (criminele) netwerkvorming.

 

We vinden het zorgelijk om te zien dat sommige jongeren op steeds jongere leeftijd in de (zwaardere) criminaliteit terecht komen en daarbij geweld soms niet schuwen. Wanneer jongeren al op jonge leeftijd overlast en kleine criminaliteit plegen, bestaat de mogelijkheid dat zij steeds ‘groter’ gaan denken en doen met betrekking tot (drugs)criminaliteit. Hier is nadrukkelijk meer aandacht voor nodig.

 

Betrokkenheid van bewoners bij veiligheid is van belang om veiligheid te vergroten en om onveiligheidsgevoelens te verminderen

Ondanks de dalende geregistreerde criminaliteit nemen de subjectieve onveiligheidsgevoelens - die het sterkst zijn onder inwoners van sterk verstedelijkte gebieden - niet of nauwelijks af. Van de Vlaardingers voelt de helft (49%) zich in het algemeen veilig. In de eigen buurt voelen meer mensen zich veilig: 65%. Desondanks scoort Vlaardingen hiermee minder gunstig dan het landelijke cijfer voor sterk stedelijk gebied dat 72% bedraagt (Landelijke Veiligheidsmonitor, CBS, 2016). Ook in deze landelijke monitor wordt geconstateerd dat de onveiligheidsgevoelens in Vlaardingen in de eigen buurt hoger zijn dan gemiddeld (samen met nog 9 andere 70.000+ gemeenten).

 

Subjectieve veiligheid, ook wel veiligheidsgevoelens, is een belangrijk onderwerp in het complete beeld wanneer het gaat om veiligheid. Het gaat dan om het gevoel dat mensen hebben. Op dezelfde plek kunnen bewoners echter een ander gevoel van (on)veiligheid ervaren. Dit is te verklaren door het gegeven dat veiligheidsgevoelens worden beïnvloed door tal van factoren. Om deze reden is het niet eenvoudig om onveiligheidsgevoelens aan te pakken, omdat dit een persoonlijke beleving is.

 

Onveiligheidsgevoelens zijn ook niet altijd te verklaren door het feit dat er sprake is van criminaliteit en overlast. Een veilige omgeving op basis van cijfers leidt niet direct tot veiligheidsgevoelens. Dit kan ook afhankelijk zijn van de aanwezigheid van sociale cohesie of het vertrouwen in de institutionele omgeving. Zelfs persoonskenmerken, zoals het geslacht, kunnen van invloed zijn.

 

Meer preventieve en vooral meer repressieve maatregelen leiden dus niet direct tot een scherpe daling van de onveiligheidsgevoelens. Het betrekken van bewoners en buurten bij de veiligheidsproblemen die aangepakt moeten worden, het versterken van sociale bindingen in de wijk en het inschakelen van kernbewoners en rolmodellen kan wel een positieve invloed hebben op de onveiligheidsgevoelens. Mogelijk kan Buurtpreventie hier ook een rol in spelen. Momenteel onderzoeken we de mogelijkheden voor een Buurtpreventie 2.0, waarbij de regie meer ligt bij de leden/bewoners zelf. Dit past ook in het licht van het vergroten van burgerparticipatie. De gemeente blijft uiteraard faciliteren.

 

Daling traditionele criminaliteit (o.a. HIC-delicten), maar niet verslappen in de aanpak

In de afgelopen jaren was vooral de toename van het aantal High Impact Crimes een belangrijke onderlegger voor het veiligheidsbeleid. Dat was in Vlaardingen zo, maar ook in veel andere gemeenten. Een negatieve trend die moest worden gekeerd en dat is gelukt. Er zijn (vergeleken met 8-10 jaar geleden) minder woninginbraken, straatroven en overvallen en ook zijn er minder geweldszaken. Hier hebben we samen met onze (veiligheids)partners hard aan gewerkt, maar tegelijkertijd past dit ook in de landelijke trend. De geregistreerde criminaliteit neemt bijvoorbeeld ook af door afnemende aangiftebereidheid (bron: CBS) en afnemende gelegenheid voor het plegen van misdrijven. Zo nemen bewoners zelf steeds meer preventieve maatregelen en zijn ze alerter en actiever op het gebied van veiligheid, bijvoorbeeld door middel van buurtwhatsappgroepen en buurtpreventieteams.

 

Gezien de sterke daling van het aantal geregistreerde misdrijven is het reëel om te verwachten dat deze dalende trend in Vlaardingen zal afvlakken. Dit is in lijn met de landelijke ontwikkelingen. Na een daling bestaat echter de kans dat de aandacht verslapt met steevast een forse stijging van het delict als gevolg. In Vlaardingen hebben we samen met de politie een goed werkende integrale aanpak. Deze aanpak heeft de afgelopen jaren resultaten opgeleverd en moet dan ook worden voortgezet.

 

3. Conclusie en aanbevelingen

Veiligheid is een belangrijke voorwaarde voor een aantrekkelijke en leefbare stad. De afgelopen jaren hebben we hier samen met onze (veiligheids)partners hard aan gewerkt. Deze inzet heeft zijn vruchten afgeworpen. Over het algemeen kunnen we concluderen dat de veiligheidssituatie in Vlaardingen de afgelopen jaren is verbeterd. Zo daalde bijvoorbeeld het aantal geregistreerde misdrijven, het aantal woninginbraken en het aantal meldingen jeugdoverlast.

 

Niet alle doelstellingen uit het IVP 2016-2019 zijn behaald. Bij een aantal doelstellingen werd ingezet op het terugdringen van het aantal misdrijven met dezelfde percentages als in de periode 2010-2014. Zoals al geconcludeerd in het Rekenkameronderzoek ‘Vlaardingen Veiliger’ (2018), is het de vraag of dat realistisch was. Ook waren de doelstellingen voornamelijk geënt op het terugbrengen van criminaliteitscijfers, zoals woningbraken, straatroven en overvallen. Hoewel wij het belangrijk vinden om deze criminaliteitscijfers terug te brengen, is de gemeente niet verantwoordelijk voor bestrijding van criminaliteit door middel van de strafrechtelijke rechtshandhaving (opsporing). De politie en het OM zijn daarvoor verantwoordelijk. De gemeente kan hierbij ondersteunend zijn. Zij kan burgers actief benaderen en inzetten op preventieve maatregelen, zoals het Donkere Dagen Offensief, brandveilig wonen, etc. Parallel aan strafrechtelijk optreden door politie en OM beschikt de gemeente over steeds meer bestuurlijke mogelijkheden om de gevolgen van crimineel gedrag voor de openbare orde en veiligheid te verminderen. Denk hierbij aan het sluiten van drugspanden. De gemeente zorgt daarnaast vanuit haar regierol voor afstemming tussen verschillende partijen en voert de regie over verschillende maatregelen, want veiligheid is een complex beleidsveld dat tal van verbindingen heeft met andere (beleids)terreinen, zoals geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg, armoede, schulden, huisvesting, jeugd, scholen, werkeloosheid, etc. Het is daarom belangrijk dat veiligheid wordt gezien als een domein-overstijgend thema dat een integraal onderdeel is van meerdere beleidsvelden. Het wordt steeds duidelijker dat de oorzaak van onveilige situaties is te herleiden naar andere beleidsvelden. Een structurele aanpak van veiligheidsvraagstukken vraagt om een structurele inzet op de achterliggende oorzaken en factoren.

 

Op basis van het voorgaande zal de focus de komende jaren moeten liggen op de volgende twee (overkoepelende) thema’s:

  • 1.

    Aanpak ondermijning

  • 2.

    Verbinding zorg en veiligheid

Thema 1: Aanpak ondermijning

Uit onze veiligheidsanalyse komen nadrukkelijk de grootschalige ondermijningsproblemen in Vlaardingen naar voren (onder meer drugscriminaliteit, criminogene (misdaad bevorderende) branches, witwassen, illegaal gokken, mensenhandel en -smokkel, etc.). Sinds enkele jaren staat de aanpak van ondermijning in de gemeente Vlaardingen dan ook nadrukkelijk op de agenda. Ondanks de huidige inzet op ondermijning, zijn wij (nog) onvoldoende in staat de complexe vormen van criminaliteit met de huidige middelen en capaciteit aan te pakken. Hier ligt een stevige uitdaging en is extra aandacht de komende jaren noodzakelijk. Om ondermijning echt aan te pakken is een meer structurele en programmatische aanpak nodig. Er moet een beweging worden gemaakt van een incidentenaanpak naar een structurele aanpak.

 

Het begrip ondermijning is echter breed. De exacte definitie van ondermijning is moeilijk in één zin samen te vatten. Het werd in eerste instantie vooral gezien als georganiseerde misdaad, maar het is veelomvattender dan dat. Het gaat om de beïnvloeding van de bovenwereld door de onderwereld. Het heeft in zijn kern betrekking op het verzwakken, het misbruiken en het ontwrichten van maatschappelijke structuren. Door ondermijning raakt de samenleving verzwakt en kwetsbaar voor criminele activiteiten. Ondermijning is een maatschappelijk probleem, omdat het de waarden en normen in de samenleving aantast. Hier ligt een stevige uitdaging en extra aandacht is de komende jaren noodzakelijk. Omdat niet alles (tegelijk) kan, is het advies te investeren in de gezamenlijke informatiepositie en van daaruit keuzes te maken om ondermijning aan te pakken, bijvoorbeeld bepaalde fenomenen (denk aan drugshandel, mensenhandel), criminogene branches (denk aan autoverhuurbedrijven) of gebieden (denk aan bepaalde bedrijventerreinen).

 

Thema 2: Verbinding zorg en veiligheid

We krijgen in Vlaardingen in toenemende mate te maken met complexe casuïstiek. Het gaat daarbij om een groeiende groep inwoners die met ernstige en complexe problemen kampt die het zorg- en het veiligheidsdomein raken. Denk aan kwetsbare doelgroepen in de wijken (o.a. personen met verward gedrag, ouderen, dak- en thuislozen, statushouders, personen met een verslaving en zorgmijders) waardoor de kans op sociale overlast toeneemt. Jeugdproblematiek dat zich kan uitten in vormen als jeugd- en adolescenten-criminaliteit, loverboys, drugsoverlast, maar ook persoonlijkheidsstoornissen. Mensenhandel dat zich veelal in het verborgene afspeelt, een lage aangiftebereidheid kent en daardoor voor een groot deel buiten beeld blijft, maar waar wel degelijk sprake van is in Vlaardingen. En ook de vergrijzing en het langer thuis blijven wonen van minder zelfredzame mensen, maakt dat (brand)veiligheid meer aandacht verdient dan ooit.

 

Een goede verbinding tussen zorg en veiligheid is van belang ter voorkoming of verergering van onder andere jeugdcriminaliteit, radicalisering, mensenhandel, (woon)overlast, huiselijk geweld, etc. De achterliggende problematiek is vaak meervoudig van aard en bestaat uit een combinatie van risicofactoren, zoals schulden en armoede, verward gedrag, verslaving, schooluitval of een licht verstandelijke beperking. Er is bij deze casuïstiek geen organisatie die alle puzzelstukjes in handen heeft om een oplossing te verzorgen. Voor de aanpak hiervan is samenwerking tussen de domeinen zorg en veiligheid daarom cruciaal.  


1

Wie veroordeeld wordt, moet de straf ook ondergaan.

2

De term mobiel banditisme wordt gebruikt voor internationaal rondtrekkende criminele groepen, die zich schuldig maken aan verschillende misdrijven als winkel- en ladingdiefstal, inbraak in woningen en bedrijven, oplichting en zakkenrollerij.

1

Vlaardingen veiliger? Onderzoek naar doeltreffendheid van het veiligheidsbeleid in de gemeente Vlaardingen en de betrokkenheid van de gemeenteraad (DSP-groep, 2018).

2

VLD Peilt! 2017 is het eerste leefbaarheids- en veiligheidsonderzoek voor de gemeente Vlaardingen, uitgevoerd door het Kenniscentrum. De vragen zijn samengesteld in nauw overleg met directie en beleidsmakers en betreffen grotendeels dezelfde vragen als de L&V-onderzoeken uitgevoerd door het Kenniscentrum in Maassluis en Schiedam. Dit maakt dat de vergelijkbaarheid met de andere twee MVS-gemeenten groot is, maar betekent ook dat de vergelijkbaarheid met eerdere stadspeilingen in Vlaardingen, daterend uit 2010 en 2013, gering is. Dit betekent dat niet overal een goede vergelijking kan worden gemaakt met de ambities en doelstellingen uit het IVP 2016-2019.

5

Vlaardingen veiliger? Onderzoek naar doeltreffendheid van het veiligheidsbeleid in de gemeente Vlaardingen en de betrokkenheid van de gemeenteraad (Rekenkamercommissie, 2018).

6

Over 2015 zijn geen cijfers bekend.

7

High Impact Targets (HIT). Dit zijn daders van High Impact Crimes: straatroven, overvallen en woninginbraken

8

Schaal van 0 (=nooit) tot en met 10 (=vaak).

9

Schaal van 0 (=nooit) tot en met 10 (=vaak).

10

Schaal van 0 (=nooit) tot en met 10 (=vaak).

11

A match made in heaven? Een onderzoek naar de rol die burgerparticipatie kan spelen bij het vergroten van de veiligheidsgevoelens in Vlaardingen Ambacht [Afstudeerscriptie Sanne van der Moer, 2019].

12

Bij grote evenementen, zoals Heaven Outdoor, wordt ook advies gevraagd van DCMR.

13

Dit geldt alleen voor B-evenementen (evenement met een verhoogd risico, waarbij sprake is van een verhoogde impact op de omgeving en extra capaciteit van de hulpdiensten is vereist en C-evenementen (risicovol evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de omgeving en extra capaciteit van de hulpdiensten is vereist).

17

Peildatum: 1 januari 2018.

18

Een zeecontainer met daarin oplaadbare lithium-ion-batterijen, waar mensen met zonnepanelen hun overtollige zonne-energie tijdelijk in op kunnen slaan.

19

De omschakeling van fossiele brandstoffen (olie, aardgas, steenkolen) naar duurzame energie (zon, wind en aardwarmte).

21

Uit: Gezamenlijk Veiligheidsbeeld Regio Rotterdam – Jaarrapportage 2018 (VeiligheidsAlliantie regio Rotterdam)

22

Jaarstukken 2016 en 2017.

1

De afname van geregistreerde criminaliteit is tevens een landelijke trend.

2

In VLD Peilt! wordt uitgegaan van indicatorscores. Dit zijn landelijke indicatoren waarbij geldt dat hoe hoger de score (tussen 0 en 10), hoe vaker zich dit voordoet.

3

Dit sluit ook aan bij het landelijke beeld dat er sinds het hoogtepunt in 2014 een constante daling is van het aantal aangiftes van fietsendiefstal.

4

Er zijn geen recentere cijfers bekend.

5

Peildatum: 1 januari 2018.