Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Purmerend

Delegatiebesluit omgevingsplan Purmerend 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePurmerend
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDelegatiebesluit omgevingsplan Purmerend 2022
CiteertitelDelegatiebesluit omgevingsplan Purmerend 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Dit besluit treedt in werking op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156 van de Gemeentewet
  2. afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023nieuwe regeling

02-06-2022

gmb-2022-381338

15679595

Tekst van de regeling

Intitulé

Delegatiebesluit omgevingsplan Purmerend 2022

De raad van de gemeente Purmerend,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 mei 2022,

 

gelet op het bepaalde in artikel 156 Gemeentewet;

 

gelet op het bepaalde in artikel 2.8 en 4.14, vijfde lid Omgevingswet;

 

gelet op afdeling 10.1.2. Algemene wet bestuursrecht;

 

 

B E S L U I T:

 

  • 1.

    de bevoegdheid tot het vaststellen van het omgevingsplan te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders voor:

    • a.

      het in overeenstemming brengen van het omgevingsplan met een onherroepelijk geworden omgevingsvergunning;

    • b.

      het wijzigen van het omgevingsplan voor zover dat onder de Wet ruimtelijke ordening als uitwerkingsplicht of wijzigingsbevoegdheid in een bestemmingsplan was opgenomen;

    • c.

      wijzigingen die noodzakelijk zijn vanwege gewijzigde hogere wet- of regelgeving, voor zover hierin geen beleidsvrijheid meer is toegekend;

    • d.

      wijzigingen van technische aard;

    • e.

      wijzigingen in de toelichting van het omgevingsplan;

    • f.

      het corrigeren van verschrijvingen, verkeerde verwijzingen en fouten;

    • g.

      het nemen van een voorbereidingsbesluit met het oog op de voorbereiding van het in het omgevingsplan te stellen regels;

  • 2.

    dat dit besluit in werking treedt op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt;

  • 3.

    dat het college van burgemeester en wethouders ieder jaar een overzicht van de krachtens delegatie genomen besluiten aan de gemeenteraad verstrekt;

  • 4.

    dat dit besluit na een periode van één jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt geëvalueerd;

  • 5.

    dat het 'delegatie- en mandaatbesluit Wet ruimtelijke ordening gemeente Purmerend' wordt ingetrokken op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt;

  • 6.

    dat dit besluit wordt aangehaald als ‘Delegatiebesluit omgevingsplan Purmerend 2022’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 2 juni 2022

de griffier,

R.J.C. van der Laan

de voorzitter,

D. Bijl

Toelichting op het delegatiebesluit omgevingsplan Purmerend 2022

Artikel 1

Het vaststellen van het omgevingsplan is een bevoegdheid van de raad. De Omgevingswet biedt de raad de mogelijkheid om deze bevoegdheid voor delen van het omgevingsplan te delegeren aan het college. Dit biedt een mogelijkheid om de besluitvorming bij het wijzigen van het omgevingsplan te versnellen. Het delegatiebesluit is een afzonderlijk besluit, dat geen deel uitmaakt van het omgevingsplan.

 

Ad a.

Gelet op artikel 4.17 van de Omgevingswet moet een omgevingsvergunning voor een voortdurende buitenplanse omgevingsplanactiviteit waaraan geen termijn is verbonden binnen een termijn van vijf jaar in het omgevingsplan worden opgenomen. Het in overeenstemming brengen van het omgevingsplan met onherroepelijk geworden omgevingsvergunningen is een administratieve handeling. Hetzelfde geldt voor het verwerken van overige onherroepelijk geworden omgevingsvergunningen in het omgevingsplan.

 

Ad b.

Onder de Wet ruimtelijke ordening kunnen in bestemmingsplannen wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsplichten worden opgenomen. Met een uitwerkingsplicht of wijzigingsbevoegdheid kan het college van burgemeester en wethouders het bestemmingsplan binnen door de raad aangegeven grenzen het bestemmingsplan wijzigen. Onder de Omgevingswet bestaan deze wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsplichten niet meer en kan het college van burgemeester en wethouders dergelijke plannen niet meer vaststellen.

 

Bij het vaststellen van de huidige bestemmingsplannen heeft de raad al geoordeeld dat bepaalde wijzigingen van de plannen door het college van burgemeester en wethouders moeten worden uitgevoerd in de vorm van wijzings- en uitwerkingsplannen. Om ervoor te zorgen dat het college van burgemeester en wethouders deze taken kunnen blijven uitvoeren moet de bevoegdheid tot het wijzigen van het omgevingsplan worden gedelegeerd. Dit zorgt voor een beleidsneutrale overgang van deze uitvoeringstaken.

 

Ad c.

Het Rijk en de provincie kunnen via instructieregels aan gemeenten opdragen wat in het omgevingsplan moet worden opgenomen. Hieraan kan ook een termijn worden gekoppeld waarbinnen het omgevingsplan in overeenstemming met de instructieregel moet worden gebracht. Voor zover in de gewijzigde hogere wet- en regelgeving geen beleidsvrijheid aan de gemeente is toegekend wordt het omgevingsplan door het college van burgemeester en wethouders in overeenstemming met de gewijzigde wet- en regelgeving gebracht.

 

Ad d.

Het omgevingsplan wordt digitaal gepubliceerd via de Landelijke Voorziening Bekendmaken en Beschikbaar stellen op het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Als het omgevingsplan moet worden aangepast vanwege technische wijzigingen, bijvoorbeeld vanwege nieuwe (versies van) software of digitale standaarden voor het omgevingsplan, is er sprake van een administratieve handeling. Er is geen inhoudelijke besluitvorming vereist. Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor deze technische wijzigingen van het omgevingsplan.

 

Ad e.

De toelichting op het omgevingsplan heeft een ondersteunende functie op de regels van het omgevingsplan. Een tekstuele of grammaticale wijziging in de toelichting op het omgevingsplan heeft geen wezenlijke invloed op de fysieke leefomgeving. Er is daarom sprake van een administratieve handeling. Deze handeling wordt door het college van burgemeester en wethouders uitgevoerd.

 

Ad f.

Het is mogelijk dat in de regels van het omgevingsplan verschrijvingen, verkeerde verwijzingen en andere fouten voorkomen. Dit soort fouten moeten zo snel als mogelijk is worden aangepast om hinder bij burgers en initiatiefnemers te voorkomen. Dergelijke correcties worden door het college uitgevoerd.

 

Ad g.

Een voorbereidingsbesluit is een besluit dat tijdelijk ontwikkelingen inperkt die op grond van de geldende regels van het omgevingsplan zijn toegestaan, maar bijvoorbeeld met het oog op nieuwe ontwikkelingen niet langer wenselijk zijn of niet passen in een wijziging van het omgevingsplan dat in ontwikkeling is. Zo’n voorbereidingsbesluit moet snel worden genomen om mogelijk ongewenste ontwikkelingen tegen te houden. De voorbereiding van een raadsbesluit kan enige tijd in beslag nemen, waardoor iemand alsnog van de huidige mogelijkheden van het omgevingsplan gebruik kan maken. Om ongewenste regels snel buiten werking te stellen wordt het nemen van voorbereidingsbesluiten gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders.

 

Artikel 2

Met dit artikel wordt de inwerkingtreding van dit raadsbesluit gekoppeld aan die van de Omgevingswet.

 

Artikel 3

De gemeenteraad wordt in ieder geval één keer per jaar geïnformeerd over de gevallen waarin het college van burgemeester en wethouders een wijziging van het omgevingsplan hebben vastgesteld. Op deze manier kan de gemeenteraad zicht houden op de wijze waarop het college van burgemeester en wethouders de gedelegeerde bevoegdheden toepast. Dit artikel laat onverlet dat het college van burgemeester en wethouders de gemeenteraad vaker informeert over de toepassing van de gedelegeerde bevoegdheden.

 

Artikel 4

Het is van belang om zicht te houden op de effectiviteit van het delegatiebesluit en de gevolgen van de bevoegdheidsverdeling tussen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders. Het is op dit moment nog onduidelijk hoeveel wijzigingen van het omgevingsplan noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van de Omgevingswet. Het delegatiebesluit wordt daarom na een periode van één jaar geëvalueerd.

 

Artikel 5

Op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt wordt de Wet ruimtelijke ordening ingetrokken. Daardoor vervalt de grondslag voor het 'delegatie- en mandaatbesluit Wet ruimtelijke ordening gemeente Purmerend'. Dit besluit wordt daarom ingetrokken.

 

Artikel 6

Dit artikel spreekt voor zich.