Nota Kleine Reclamemasten

Roermond beschikt over een goed infrastructureel netwerk dat de bestaande bedrijventerreinen ontsluit. Voor wat betreft ontsluiting en ligging aan een zichtlocatie kunnen de op deze bedrijventerreinen gevestigde bedrijven met reclame-uitingen optimaal profiteren van deze infrastructuur.

In oktober 2008 is de Nota Kleine Reclamemasten door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld. Deze beleidsregel vormt het afwegingskader bij aanvragen/verzoeken voor het oprichten van kleine reclamemasten in de gemeente Roermond. In deze nota zijn drie locaties aangewezen waar een kleine reclamemast kan worden opgericht. Echter, twee van deze locaties hebben een geringe accentfunctie en worden niet benut. Daarom is het wenselijk de nota uit 2008 te herzien.

In de herziene beleidsnota zijn drie locaties aangewezen waar kleine reclamemasten (mast inclusief reclamevlak) kunnen worden gerealiseerd en zijn uitgangspunten, voorwaarden voor vormgeving en uitvoering gegeven voor bouwinitiatieven die voorzien in dergelijke reclamemasten.

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

• 1.

  Kleine reclamemast: een object met een hoogte van 1000 cm tot 1500 cm (mast inclusief reclamevlak), vanaf peil, bestemd voor het plaatsen van een reclame op of aan de rand van bedrijventerreinen en/of stedelijke dienstenterreinen;

• 2.

  Handelsreclame: het in het openbaar aanprijzen van of aandacht vestigen op diensten, goederen, activiteiten of namen met het kennelijke doel een commercieel belang te dienen (lokborden).

Kleine reclamemasten kunnen uitsluitend worden geplaatst op de volgende locaties:

• a.

  Mijnheerkensweg, nabij de kruising met Schipperswal, zie bijlage l;

• b.

  Sint Wirosingel/ A73-Zuid, op de Huis- en Tuinboulevard, zie bijlage II;

• c.

  Delfstoffenweg, nabij Bedrijventerrein Roerstreek Noord, zie bijlage III.

Bij de aanwijzing van deze locaties is rekening gehouden met de volgende uitgangspunten: er mogen geen reclamemasten in het buitengebied worden opgericht; er mogen geen reclamemasten in (overwegend) woongebieden worden opgericht; de situering en omvang van de reclamemasten moet zodanig zijn dat geen visuele overlast in aangrenzende woongebieden wordt ervaren; er is geen sprake van een zichtrelatie tot een op minder dan 200 meter afstand gelegen (toekomstig bekend) woongebied; de afstand tot andere, ook grotere, reclamemasten bedraagt ten minste 500 meter.

Voorts geldt dat op bovenstaande locaties:

• -

  een minimum afstand van 15 meter van de buitenste kantstreep van een provinciale weg in acht wordt genomen; een minimum afstand van 50 meter uit de as van de buitenste rijbaan van een rijksweg in acht wordt genomen; de kleine reclamemast in verband met de verkeersveiligheid niet afleidend en zichtbeperkend wordt opgesteld.

• 1.

  Uitgangspunt voor de realisering van kleine reclamemasten is het vergroten van de herkenbaarheid van Roermondse en regionale bedrijven en hun producten en diensten, die ter plaatse worden geproduceerd of aangeboden. Daarnaast kunnen reclame-uitingen met een regionale en (inter)nationale uitstraling worden gevoerd, zodat "leegstand" van het reclamevlak wordt voorkomen, omdat een leeg reclamevlak afbreuk doet aan het object op zich en zijn omgeving.

• 2.

  De kleine reclamemast dient in ieder geval aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  • a.

    de constructie van de kleine reclamemast is 'botsveilig', zodat bij aanrijding door een voertuig letsel wordt tegengegaan;

  • b.

    de omvang van de kleine reclamemasten veroorzaakt geen visuele overlast in aangrenzende woongebieden;

  • c.

    de aanlichting van de kleine reclamemast en de luminantie van de LED-reclameborden leidt niet tot verkeersonveiligheid of verstoring van beschermde plant- en diersoorten;

  • d.

    retro reflecterende oppervlakken (bestaande uit duizenden microscopische glasbolletjes of prisma's, waardoor de stralen, onafhankelijk van de hoek, altijd op de weggebruiker terug schijnen) zijn niet toegestaan;

  • e.

    het reclamevlak bevat geen bewegwijzering;

  • f.

    de kleine reclamemast wordt goed onderhouden teneinde verrommeling van de omgeving te voorkomen.

Na plaatsing van de reclamemast berust het onderhoud en de instandhouding ervan bij de vergunninghouder. De opsomming van de bovengenoemde voorwaarden is niet limitatief.

Per locatie wordt gekeken naar de dimensionering en de vormgeving van de kleine reclamemast. Dit betekent dat bij het ontwerp van de reclamemast rekening wordt gehouden met de maat- en schaalverhouding in relatie tot de omgeving. Tevens dient het materiaalgebruik en de kleurstelling van de reclamemast, -dragers en van de reclamepanelen terughoudend te zijn.

Afhankelijk van de locatie en de zichtbaarheid vanuit een bepaalde richting kunnen aan de kleine reclamemast één, twee of drie reclamepanelen worden aangebracht, respectievelijk aan één zijde, twee zijden, of in een driehoeks-vorm aan drie zijden.

Het aanlichten van de reclamepanelen is toegestaan, uitgezonderd de zijde(n) die naar een woongebied is/zijn gericht. In het laatste geval wordt bij de uitwerking met een lichtplan aangetoond dat verlichting in de avond en nacht niet hinderlijk is op zich en in relatie tot de omgeving. Dat geldt ook voor de luminantie bij toepassing van LED verlichting.

Voor het oprichten van reclamemasten gelden onderstaande wet- en regelgeving:

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Gelet op de omvang, constructie en plaatsgebondenheid van de kleine reclamemast is een omgevingsvergunning voor de activiteiten "bouwen" en "handelsreclame" vereist. Indien de oprichting of het gebruik als kleine reclamemast niet is toegestaan conform het ter plaatse vigerende bestemmingsplan is tevens een omgevingsvergunning voor de activiteit "handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening" vereist. Tot slot kan een aanvraag omgevingsvergunning voor de activiteit "handelingen met gevolgen voor beschermde plant- en diersoorten " (aanhaker) aan de orde zijn. In het kader van de activiteit "bouwen bouwwerk" moet de vormgeving van de reclamemast voldoen aan redelijke eisen van welstand. De criteria voor redelijke eisen van welstand zijn vastgelegd in de Nota Beeldkwaliteit. Bij de activiteit "handelsreclame" wordt het reclamevlak getoetst aan het Reclamebeleid.

Algemene plaatselijke verordening

In de gemeentelijke Algemene plaatselijke verordening (APV) is het verbod opgenomen om zonder vergunning van het college op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is (artikel 4:15 APV). De omgevingsvergunning voor de activiteit "handelsreclame" kan worden geweigerd in verband met verkeersveiligheid of overlast voor gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken.

Wet beheer rijkswaterstaatswerken

Afleiding kan een veilig gebruik in de weg staan. Tijdens het rijden wordt een weggebruiker geconfronteerd met visuele informatie, die deels wel en deels niet relevant is voor de rijtaak. In het laatste geval spreken we van 'visuele afleiding'. Voor het beoordelen van objecten langs auto(snel)wegen voor wat betreft verkeersafleiding wordt verwezen naar het zogenaamde afleidingskader. Met dit kader kan de aanvrager en het bevoegd gezag voor objecten langs auto(snel)wegen beoordelen in hoeverre de verkeersveiligheid in het geding is.

www.rijksoverheid.nl/documenten/richtlijnen/2011/10/12/beoordeling-van-objecten-langs-autowegenen-autosnelwegen

Flora- en Faunawet

De initiatiefnemer verricht zelf onderzoek naar de gevolgen voor beschermde natuurwaarden en vraagt de op grond daarvan vereisten ontheffing dan wel omgevingsvergunning aan.

Algemene wet bestuursrecht

Artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een bestuursorgaan beleidsregels kan vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid.

Met de vaststelling van deze nota is de Nota Kleine Reclamemasten 2008 komen te vervallen.