Gemeente Rhenen - Uitvoeringsbesluit Parkeren benedenstad Rhenen 2022

Besluit tot het instellen van nadere regels en voorschriften voor het parkeren met een vergunning

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• 1.

  RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens1990;

• 2.

  motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

• 3.

  parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

• 4.

  houder: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens was ingeschreven, met dien verstande dat ook degene die middels een leaseovereenkomst, een verklaring van de werkgever of een verklaring van duurzaam gebruik kan aantonen dat hij/zij de bestuurder is van het motorvoertuig dat ten tijde van het parkeren op naam van de leasemaatschappij respectievelijk, de werkgever of de eigenaar van het motorvoertuig van het in het hiervoor bedoelde register was ingeschreven, als houder wordt aangemerkt;

• 5.

  belanghebbendenplaats (vergunninghoudersplaats): een parkeerplaats die:

  • a.

    is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of

  • b.

    gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

• 6.

  vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

• 7.

  bewonersvergunning: een vergunning voor de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die als bewoner in de Basisregistratie personen (BRP) op een adres staat ingeschreven dat een zelfstandige woning betreft, in een gebied waar parkeren op belanghebbendenplaatsen van kracht is;

• 8.

  vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

• 9.

  gedeeld autogebruik: er zijn drie vormen van gedeeld autogebruik te onderscheiden:

  • a.

    autodate: het herhaaldelijk en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen een aanbieder die motorvoertuigen ter beschikking stelt en een deelnemer, zijnde een natuurlijk persoon.

  • b.

    een abonnement bij een commerciële aanbieder of dealer;

  • c.

    particulier autodelen via familie, buren of vrienden.

• 10.

  eigen parkeergelegenheid: de potentiële mogelijkheid om een motorvoertuig te kunnen parkeren op een andere dan een openbare (parkeer)plaats, zoals bijvoorbeeld een garage, carport, tuin, aangelegde parkeerplaats op eigen terrein, toerit of een wooncomplex waartoe een eigen parkeergelegenheid behoort;

• 11.

  besluit: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling;

• 12.

  deelautovergunning: Een parkeervergunning bestemd voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig bestemd voor autodate, waarmee op een specifiek aangewezen autodateplaats geparkeerd mag worden;

• 13.

  beschikking: een besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan;

• 14.

  aanvraag: een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen;

• 15.

  benedenstad: het gebied dat wordt begrenst door de in het ‘Aanwijzingsbesluit vergunningparkeren benedenstad Rhenen 2022’, onder lid 2 en conform de bijlage bij het vigerende ‘Aanwijzingsbesluit vergunningparkeren benedenstad Rhenen 2022’ is weergegeven;

• 16.

  college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen.

Artikel 2. Vergunningzone en geldigheid van de parkeervergunningen

Voor parkeerplaatsen op de openbare weg waarvoor het parkeren niet op grond van een verkeersmaatregel is verboden, is conform het vigerende Aanwijzingsbesluit een parkeervergunning nodig voor / en geldig in de benedenstad.

Artikel 3. Aanvragen van een vergunning

• 1.

  Een aanvraag voor een vergunning moet worden ingediend op een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

• 2.

  Een aanvraag voor een parkeervergunning, kan digitaal of schriftelijk worden ingediend.

• 3.

  Alleen volledig ingevulde vergunningsaanvragen voorzien van de benodigde bijlagen worden in behandeling genomen. Als de aanvraag hieraan niet voldoet, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld deze binnen een termijn van ten hoogste twee weken, nadat dit hem is medegedeeld, aan te vullen of te verbeteren.

• 4.

  Een bewoner dient bij zijn/haar aanvraag gebruik te maken van DigiD of een kopie van zijn/haar legitimatiebewijs en kopie kentekenbewijs te overleggen.

• 5.

  De toetsing van de aanvraag van de vergunning voor bewoners vindt plaats aan de hand van de BRP.

• 6.

  De toetsing van de aanvraag van een zorgvergunning vindt plaats aan de hand van de inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. De aanvrager dient bij zijn aanvraag een uittreksel uit de Kamer van Koophandel te overleggen. Het uittreksel mag niet ouder zijn dan 3 maanden. Indien de zorginstantie niet staat ingeschreven in de registers van de Kamer van Koophandel dan dient de aanvrager zelf bewijs te overleggen van het bestaan van de zorginstantie.

Artikel 4. Beslistermijn

• 1.

  Behoudens onverwijlde spoed, beslist het college op een aanvraag om vergunning binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag.

• 2.

  Het college kan deze beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. Voor afloop van de in het eerste lid van dit artikel gestelde termijn, wordt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 5. Geldigheidsduur

• 1.

  De ontheffing wordt verleend voor de duur van maximaal twee (kalender)jaren. De aanvrager kan de vergunning (digitaal) verlengen door voor de afloop van de termijn het verschuldigde bedrag over te maken. Is het bedrag niet tijdig betaald, vervalt de vergunning en zal weer een nieuwe vergunning moeten worden aangevraagd.

• 2.

  De nieuwe vergunning wordt toegezonden.

Artikel 6. Gegevens, voorschriften en beperkingen

• 1.

  Een parkeervergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend;

  • b.

    de periode waarvoor de vergunning geldt;

  • c.

    een bijgevoegde vergunningenkaart.

• 2.

  Het college kan aan een parkeervergunning voorschriften verbinden inzake:

  • a.

    het gebied waarvoor de vergunning geldig is;

  • b.

    de tijdstippen waarop van de vergunning gebruik mag worden gemaakt;

• 3.

  De, bij de parkeervergunning gevoegde vergunningenkaart moet, bij gebruikmaking van de vergunning, duidelijk zichtbaar achter de voorruit van het motorvoertuig aanwezig zijn.

• 4.

  Indien aan de vergunning voorschriften/beperkingen verbonden zijn inzake het gebied waarvoor de vergunning geldig is, mag de vergunninghouder alleen gebruik maken van een vergunning in het betreffende gebied.

• 5.

  De parkeervergunning moet direct, op verzoek van een functionaris die met toezicht en handhaving is belast, worden getoond.

Artikel 7. Intrekkings- en wijzigingsgronden

• 1.

  Het college kan een vergunning intrekken, opschorten of wijzigen:

  • a.

    op verzoek van de vergunninghouder;

  • b.

    indien zich een wijziging voordoet in de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

  • c.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

  • d.

    indien de vergunninghouder handelt in strijd met de ontheffing of de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen;

  • e.

    indien blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste en/of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • f.

    indien sprake is van misbruik van de vergunning;

  • g.

    indien de vergunninghouder met een motorvoertuig overlast veroorzaakt;

  • h.

    in het belang van de openbare orde en veiligheid;

  • i.

    bij in gebreke blijven van betaling van het verschuldigde bedrag voor het in behandeling nemen van de aanvraag om vergunning;

  • j.

    bij overlijden of niet meer bestaan van de vergunninghouder. Bij overlijden dienen de nabestaanden de verstrekte vergunning in te leveren bij het team Vergunningen;

  • k.

    de ontheffing valselijk is opgemaakt of vervalst is met het oogmerk om deze echt en onvervalst te (laten) gebruiken.

• 2.

  Indien de parkeervergunning is ingetrokken op grond van lid 1.d of 1.e wordt een nieuwe aanvraag voor een parkeervergunning door dezelfde vergunninghouder, binnen zes maanden na intrekking, geweigerd;

• 3.

  Indien een parkeervergunning is ingetrokken op grond van lid 1.i wordt uitsluitend een nieuwe vergunning verstrekt nadat alle openstaande betalingen zijn voldaan. Een nieuwe vergunning wordt alleen verstrekt na een nieuwe aanvraag.

Artikel 8. Verplichting melding relevante wijzigingen

• 1.

  Een vergunninghouder is verplicht elke wijziging in de omstandigheden die relevant is voor de geldigheid van de ontheffing, onmiddellijk schriftelijk aan het college kenbaar te maken. Het betreft in ieder geval:

  • a.

    Wijziging van het kenteken van het voertuig;

  • b.

    Verkoop van het voertuig;

  • c.

    Adreswijziging van vergunninghouder.

Artikel 9. Criteria voor vergunningen

• 1.

  Bewonersvergunning

  • a.

    Het college verleent op aanvraag aan bewoners een bewonersvergunning als:

    • i.

      De bewoner volgens de Basisregistratie personen (BRP) staat ingeschreven in een gebied waar vergunningparkeren van toepassing is. Bewoners woonachtig aan de zuidzijde van de Herenstraat en Frederik van de Paltshof, op het gedeelte tussen de Bontekoestraat en de Koningshof (even huisnummers), kunnen eveneens een bewonersvergunning voor de benedenstad aanvragen.

    • ii.

      Het kenteken staat op naam van de bewoner.

    • iii.

      De dagelijkse bestuurder van een leaseauto/bedrijfsauto kan in aanmerking komen voor een vergunning. Hiervoor dient een verklaring van de kentekenhouder (bedrijf of leasemaatschappij) te worden overlegd.

  • b.

    Het college verbindt in het belang van een evenredige verdeling van parkeerplaatsen de volgende voorwaarden aan de verstrekking van een bewonersvergunning als bedoeld in het eerste lid:

    • i.

      Indien bewoner geen mogelijkheid heeft om op eigen terrein te parkeren dan kan dezelfde bewoner maximaal 2 bewonersvergunningen aanvragen. De bewoner komt dan in aanmerking voor de 1e en 2e bewonersvergunning.

    • ii.

      Indien bewoner kan parkeren op eigen terrein, behorend bij zijn woning, kan dezelfde bewoner maximaal 1 bewonersvergunning aanvragen. De bewoner komt dan in aanmerking voor de zogenaamde 2e bewonersvergunning.

  • c.

    Een bewonersvergunning wordt altijd verleend op kenteken.

  • d.

    Een bewonersvergunning van een vergunninghouder is alleen geldig in het gebied waarvoor deze is afgegeven.

  • e.

    Als op één adres sprake is van verhuur van afzonderlijke delen van die woning in het kader van bewoning geldt dat er een maximum van 2 parkeervergunningen wordt verleend per adres.

• 2.

  Mantelzorgvergunning

  • a.

    Het college kan aan mantelzorgers een vergunning verlenen welke:

    • i.

      eigenaar of houder is van een voertuig en

    • ii.

      zich voor de uitvoering van de maatschappelijke taak moeten bevinden in het gebied van vergunninghoudersparkeren.

  • b.

    Elke aanvraag om een mantelzorgvergunning wordt per geval getoetst op proportionaliteit en noodzakelijkheid.

• 3.

  Zorgvergunning

  • a.

    Het college kan een zorgvergunning verlenen indien:

    • i.

      deze wordt aangevraagd door een eerstelijnszorginstelling;

    • ii.

      het voor de zorgverlening noodzakelijk is regelmatig een motorvoertuig te parkeren op wisselende plaatsen in het gebied waar parkeren voor vergunningenhouders is ingesteld; en

    • iii.

      niet op een andere wijze in de parkeerbehoefte van de organisatie kan worden voorzien.

  • b.

    De zorgvergunning wordt op naam van de zorginstelling afgegeven. Het maximum aantal vergunningen is gelijk één zorgvergunning voor elke twee medewerkers die geregeld op wisselende plaatsen zorg verlenen.

  • c.

    De zorgvergunning wordt alleen gebruikt tijdens de uitoefening van werkzaamheden ten behoeve van de zorginstelling waaraan de vergunning is verleend.

• 4.

  Vergunning gedeeld autogebruik

  • a.

    Vergunning gedeeld autogebruik voor particulieren:

    • i.

      het college kan op aanvraag aan een natuurlijk of rechtspersoon een vergunning verlenen voor het parkeren in een vergunningengebied.

    • ii.

      een parkeervergunning voor gedeeld autogebruik kan worden verleend op kenteken van een deelauto, voor zover de natuurlijke persoon of rechtspersoon is aangesloten bij de stichting voor gedeeld autogebruik, en wanneer de natuurlijke persoon of rechtspersoon volgens de gemeentelijke basisadministratie een zelfstandige woning bewoont in een vergunningengebied.

    • iii.

      aan de parkeervergunning voor gedeeld autogebruik kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.

  • b.

    Een vergunning voor gedeeld autogebruik door een commerciële aanbieder kan worden verleend als is voldaan aan de volgende criteria:

    • i.

      de auto is voor deelnemers dag en nacht beschikbaar, en

    • ii.

      het ophalen en terugbrengen van de auto is gemakkelijk en relatief dicht in de buurt, en

    • iii.

      het systeem draagt bij aan een bewust en selectief autogebruik, en

    • iv.

      de afspraken tussen aanbieder en deelnemers zijn van langere duur (dus niet incidenteel), en

    • v.

      de deelnemers hebben de keuze uit meerdere typen auto’s, en

    • vi.

      de (technische) kwaliteit en service bij ongevallen en storingen is goed.

• 5.

  Bezoekerskaart bewoners (kraskaart)

  • a.

    Een bezoekerskaart kan worden aangevraagd door een bewoner die volgens de Basisregistratie personen (BRP) staat ingeschreven in een gebied waar vergunningparkeren van toepassing is. Bewoners woonachtig aan de zuidzijde van de Herenstraat en Frederik van de Paltshof, op het gedeelte tussen de Bontekoestraat en de Koningshof (even huisnummers), kunnen eveneens een bezoekerskaart voor de benedenstad aanvragen.

  • b.

    De vergunning is uitsluitend geldig voor het parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders, gelegen in het op de vergunning aangegeven gebied.

  • c.

    De vergunningen worden uitsluitend per set van 10 dagvergunningen verleend.

• 6.

  Bezoekerskaart culturele of kerkelijke instelling (kraskaart)

  • a.

    Een bezoekerskaart kan worden aangevraagd door een culturele of kerkelijke instelling gelegen in een gebied waar vergunningparkeren van toepassing is.

  • b.

    De vergunning is uitsluitend geldig voor het parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders, gelegen in het op de vergunning aangegeven gebied.

  • c.

    De vergunningen worden uitsluitend per set van 10 dagvergunningen verleend.

Artikel 10. De gehandicaptenparkeerkaart

• 1.

  De gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 en 50 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld met een vergunning waarmee bij algemene gehandicapten parkeerplaatsen en bij belanghebbendenplaatsen geparkeerd mag worden.

• 2.

  Een gehandicaptenparkeerkaart telt mee bij het maximale aantal vergunningen op een adres.

Artikel 11. Diefstal, verlies of vermissing

In geval van diefstal, verlies of vermissing van een vergunning kan, na betaling van het daarvoor geldende bedrag een nieuwe vergunning worden verstrekt, indien hiervan aangifte is gedaan bij de politie en het betreffende proces-verbaal kan worden overlegd.

Artikel 12. Hardheidsclausule

Van het bepaalde in dit uitvoeringsbesluit kan het college afwijken indien toepassing van dit uitvoeringsbesluit tot onbillijkheid van overwegende aard leidt.

Artikel 13. Inwerkingtreding en titel

• 1.

  De beleidsregels worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Parkeren benedenstad Rhenen 2022.

• 2.

  Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.