Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Borne

Beeldkwaliteitsplan schoollocaties uitbreiding Beekparkschool en uitbreiding De Vonder

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBorne
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeeldkwaliteitsplan schoollocaties uitbreiding Beekparkschool en uitbreiding De Vonder
CiteertitelBeeldkwaliteitsplan schoollocaties uitbreiding Beekparkschool en uitbreiding De Vonder
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-11-2021nieuwe regeling

16-11-2021

gmb-2021-421226

Tekst van de regeling

Intitulé

Beeldkwaliteitsplan schoollocaties uitbreiding Beekparkschool en uitbreiding De Vonder

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

Voor de ontwikkeling van de wijk is het noodzakelijk gebleken de huidige onderwijsvoorzieningen uit te breiden. Hiervoor heeft een uitgebreid onderzoek plaats gevonden wat de beste locaties zijn om aan deze wens tegemoet te komen. Dit betreft twee locaties:

  • -

    Uitbreiding van de huidige basisschool Beekpark

  • -

    Uitbreiding locatie basisschool De Vonder

1.2 Doel beeldkwaliteitsplan

Voor beide ontwikkelingen binnen de plangrenzen van de Bornsche Maten is sprake van nieuw welstandsbeleid. Voor de ontwikkelingen binnen de Bornsche Maten geldt in principe dat deze allen, tenzij anders vermeld, dienen te passen binnen een nieuw op te stellen beeldkwaliteitplan als onderdeel/hoofdstuk van de Welstandsnota van de gemeente Borne.

Voor de realisatie van deze uitbreidingen is dit rapport met betrekking tot beeldkwaliteit opgesteld. Dit rapport wordt gehanteerd als het toetsingskader en onderdeel van het welstandsbeleid voor beide locaties.

 

1.3 Opbouw van dit rapport

In hoofdstuk 2 worden de eisen en wensen ten aanzien van de uitbreiding van de huidige basisschool Beekpark weergegeven. In hoofdstuk 3 de eisen en wensen ten aanzien van de uitbreiding locatie basisschool De Vonder. In hoofdstuk 4 is een samenvatting opgenomen. Deze samenvatting dient altijd samen met de inhoud van de rest van het rapport als beeldkwaliteitskaders te worden gehanteerd.

2. UItbreiding van de huidige basisschool Beekpark

2.1 Huidige situatie

De huidige Beekpark school is ontworpen in samenhang met de naastgelegen bebouwing van de Bongerd. De opzet is een agrarisch ensemble, waarin alle gebouwen te samen een zichtbare en herkenbare eenheid vormen: diverse gebouwen op een erf, omgeven door een haag en met bomen als strooigoed tussen de gebouwen op het erf.

Daarom is de huidige Beekparkschool ontworpen in de vorm van een boerderij; in dit geval met een dubbele kap (2 nokken) met rode pannen en 1 nokrichting. Het is de bedoeling dat het schoolplein rondom de school geheel komt te liggen binnen een haag (eventueel in combinatie met een hek aan de binnenzijde) als afscheiding/begrenzing van het erf. Daarbinnen is sprake van een deel verhard en deel onverhard speelterrein. Momenteel maakt de school ook gebruik van de groene ruimte rondom de school. Dit is en blijft echter onderdeel van het park en dus openbaar.

 

2.2 Uitbreiding

De uitbreiding van de huidige Beekpark school voorziet in een ontwikkeling waarin plaats is voor 4 extra groepen, inclusief het benodigd extra fietsenstallingen en parkeren. Binnen de erfscheiding rondom de school in de vorm van de haag, is voldoende ruimte aanwezig voor het spelen, zowel verhard als onverhard.

 

2.3 Beeldkwaliteits eisen en wensen

Schuur onderdeel van het ensemble

De uitbreiding dient te passen in het oorspronkelijke concept: de ontwikkeling dient te passen in de opzet als agrarische ensemble. Om het hoofdgebouw in zijn basisvorm niet te veel aan te tasten, is het uitgangspunt een toevoeging van een gebouw op het erf. Het huidige pand van de school vormt daarbij het hoofdgebouw op dit deel van het erf. De uitbreiding wordt gezien als de schuur die aan het hoofdgebouw wordt toegevoegd.

 

Op basis van deze setting zijn eisen en wensen ten aanzien van het ontwerp en uitvoering van deze nieuwbouw opgesteld.

 

Schuur ondergeschikt aan hoofdgebouw

Om de uitbreiding ondergeschikt te laten zijn aan het hoofdgebouw maar wel onderdeel van het ensemble, worden de volgende eisen (en wensen) gesteld:

  • -

    Basis vorm van het gebouw gelijk aan hoofdgebouw: 1 laag met kap (zonder knik), nokrichting gelijk aan die van het hoofdgebouw (eis), nokhoogte gelijk of lager dan die van het hoofdgebouw (eis). Bij voorkeur heeft de kap dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw, eventueel vormgegeven met een asymmetrische kap (wens).

  • -

    De eenheid/samenhang komt deels voort uit de basis vorm; deels uit de materialisering van de (beeldbepalende) kap: ook hier, net als bij het hoofdgebouw en de andere gebouwen binnen dit ensemble (De Bongerd plus bijgebouw), uit te voeren met een rode dakpan en witte lijst/ windveren (eis).

  • -

    Daarbij speelt de noodzaak van de plaatsing van zonnepanelen op het dak. De wens is om deze uit te voeren in de vorm van rode pannen waarin zonnepanelen zijn verwerkt of panelen met een rode kleur, gelijk aan de toe te passen pannen. Indien dit niet mogelijk is (om technische of financiele redenen) dienen panelen met een wel haalbare kleur (waarschijnlijk zwarte tot antraciete panelen) te worden toegepast, geintegreerd in het gehele dakvlak aan de zonzijde, eventueel voorzien van enkele kolommen met rode pannen aan weerszijden van de panelen om het rode dak te accentueren. De andere zijde wordt daarentegen wel geheel met een rode pan uitgevoerd te worden. Aangezien deze zijde (de noordzijde) aan het open deel van het park is gelegen, zal de uitstraling van het ensemble overkomen als gebouwen met een rode pan.

  • -

    De materialisering van de gevel dient duidelijk afwijkend te zijn van het hoofdgebouw (eis). Dit kan door bijvoorbeeld te kiezen voor hout, kleur zwart, zoals ook bij het bijgebouw bij De Bongerd is toegepast. Andere afwijkende oplossingen zijn echter ook mogelijk.

  •  

Bijgebouwen niet beeldbepalend voor omgeving

Rond een school zijn bijgebouwen noodzakelijk. Insteek bij het ontwerpen van deze gebouwen, is dat deze niet beeldbepalend op het erf gesitueerd worden (eis). Dus niet frontaal voor de voorgevel van de school langs de Bornsche Beeklaan maar ingepast op het erf. Bij de materialisering verdient het de voorkeur met materialen aan te sluiten bij die van de nieuw te bouwen ‘schuur’ (wens). Dus indien daar sprake is van hout met de kleur zwart, zouden ook de bijgebouwen op het erf met een dergelijke kleur en materiaal moeten worden uitgevoerd. Een eventuele kapvorm is vrij. Daarbij kan gedacht worden aan een vegetatie dak. Als er sprake is van meerdere bijgebouwen worden deze als een familie van elkaar, dus in vorm en materialisering gelijkwaardig, ontworpen.

 

Plein ingericht als erf rondom de gebouwen

  • -

    Zowel het verhard- als onverhard speelterrein is op het erf (in dit geval de kavel met de functie school) gelegen. Eventueel spelen buiten het erf is mogelijk, maar dit zal altijd als onderdeel van het park openbaar blijven. In het kader van klimaatadaptief inrichten, is het verstandig rekening te houden bij de inrichting met de toenemende mate van met name de hittestress en verdroging in en rond de school. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan (solitaire) bomen op het erf/plein ten behoeve van schaduwwerking en het toepassen van verhardingsmaterialen die vocht vasthouden en hittestress voorkomen. Ook het beperken van het verhard oppervlak draagt bij aan een toekomstbestendige ruimte.

Groene erfscheiding rondom en los van de paden

Het totale erf rond de school en uitbreiding is reeds afgeschermd door een haag. Deze haag maakt onderdeel uit van de haag die het gehele agrarisch ensemble (de Beekpark school inclusief De Bongerd) omgeeft. Langs de fietspad zijde (oostzijde van de kavel) wordt deze haag mogelijk verplaatst om de ontwikkeling mogelijk te maken. Daarbij zal de haag niet direct aan de omliggende padenstructuur komen te liggen, maar zal altijd door een grasberm (minimaal 1 meter) ‘los’ van het fietspad blijven liggen. Hierdoor oogt het ensemble als vrijliggend in het park (eis).

 

 

3. Uitbreiding locatie basisschool De Vonder

3.1 Huidige situatie

De beoogde locatie voor de uitbreiding van De Vonder is gelegen in het plandeel De Horsten. Dit plandeel vormt de 8e buurt van de Bornsche Maten. De Horsten is als buurt ingeklemd tussen de buurten Eschwonen en De Maten. Deze buurt komt zowel ten noorden als ten zuiden van de Hemmelhorst te liggen. Aan de oostzijde grenst De Horsten aan het buitengebied. Deze buurt moet nog stedenbouwkundig ontworpen worden. Wel is duidelijk dat deze buurt een eigen ontsluiting krijgt op de Bornsche Beeklaan via de door te trekken Aakamp.

Daar waar de Aakamp de 2e Hemmelhorst, een cultuurhistorisch waardevolle groenstructuur, kruist, als schakelpunt tussen de buurten Eschwonen, De Maten en De Horsten, is de beoogde locatie voor de nieuw te ontwikkelen school gelegen. De school markeert daarmee niet alleen het schakelpunt tussen deze drie buurten. Het vormt ook de entree van de buurt van De Horsten. De locatie wordt aan de zuidzijde begrensd door de Aakamp, de buurtontsluitingsweg van deze buurt. Aan de westzijde is de 2e Hemmelhorst gelegen, op dit deel voorzien van oude eiken rond het te handhaven zandpad als wandelroute door de wijk. Aan de noordzijde van de locatie ligt de Hemmelhorst. Dit is een van de oude landwegen die herkenbaar in het ontwerp van de wijk zijn opgenomen (Twentse landschap als onderlegger) en met name bedoeld zijn als langzaamverkeersroutes door de wijk. Er mogen wel auto’s gebruik maken van de Hemmelhorst, maar deze vormt geen doorgaande route voor het autoverkeer en wordt/is ook afgesloten voor het autoverkeer van buiten de wijk (vanuit het oosten). Voor fietsers vormt dit wel een doorgaande route van oost naar west (centrum Borne).

 

 

3.2 Nieuwe ontwikkeling

De beoogde ontwikkeling

De nieuw te bouwen school voorziet in:

  • -

    14 groepen voor het basis onderwijs en buitenschoolse opvang

  • -

    Circa 4 groepen voor kinderopvang

  • -

    Buitenruimtes ten behoeve van spelen (verhard en onverhard), plekken voor waterberging/ infiltratie nodig voor de eigen waterhuishouding, bergingen voor de stalling van speeltuig, fietsenstallingen en parkeren.

Het maximaal benodigd bebouwd oppervlak op deze locatie is 1500 m2. Dit is weergegeven in de indicatieve schets met een gearceerde lijn rond het beoogde schoolgebouw. De school zal gebouwd worden in twee lagen (efficient bouwen en duurzaam grondgebruik) en de maximale bouwhoogte van 11 meter zoals elders in de wijk gehanteerd is, niet overschreiden.

Op termijn zal, afhankelijk van de verdere ontwikkeling van de Bornsche Maten, er mogelijk behoefte zijn aan een uitbreiding aan of naast deze locatie. Aangezien de onzekerheid te groot en de behoefte op dit moment niet aanwezig is, wordt in de toekomstige planvorming rondom deze locatie rekening gehouden met een eventuele uitbreiding. Deze zal dan, indien dit niet mogelijk is op de kavel, aan de oostzijde van deze locatie plaatsvinden.

 

 

De beoogde organisatie op de kavel

In de indicatieve schets is weergegeven dat het schoolgebouw centraal op de kavel gerealiseerd wordt. Hiervoor is in het bestemmingsplan een maximaal bouwblok opgenomen waarbinnen het gebouw ontworpen moet worden.

Aan weerszijden van de school is er ruimte om een speelplein te realiseren. Aan de zuidzijde, vanaf de Aakamp, wordt de school voor het autoverkeer ontsloten. Dit is ook de ‘adreszijde’ van de school. vanaf de noordzijde, langs de fietsroute over de Hemmelhorst, wordt de kavel ontsloten voor het fietsverkeer. Langs de Hemmelhorst zullen ook de fietsenstallingen een plek krijgen. Om effecient met het grondgebruik om te gaan en al te veel ruimte niet te lange tijd onbenut, zal in de ontwerp opgave aandacht gevraagd worden voor het dubbel gebruik van grond voor de haal- en breng momenten (‘zoen en zoefzone’ in combinatie met parkeren voor ouders die de kinderen in de school brengen) en die voor het spelen. De nadruk ligt daarbij op de oostzijde van de kavel. Mogelijk biedt een dergelijke oplossing ook aan de westzijde van het plein oplossingen voor duurzaam ruimtegebruik en een financieel haalbare ontwikkeling.

 

 

3.3 Beeldkwaliteits eisen en wensen

Maat en schaal van het gebouw passend in de wijk Bornsche Maten

De school komt te staan in de wijk de Bornsche Maten. Hier staan en komen overwegend zogenaamde grondgebonden woningen (woningen met een tuin) te staan. Allen uitgevoerd in een of twee lagen met kap. Het schoolgebouw dient, wat maat en schaal betreft, zich te ‘nestelen’ in deze omgeving. Dus niet 1 grote vierkante of rechthoekige ‘doos’ in 2 lagen als een gebiedsvreemd bouwwerk. Maar een opbouw in het plattevlak met sprongen in de rooilijn (zoals bijvoorbeeld te zien is in de indicatieve schets) die zorgen dat de uiteindelijke gevelvlakken een omvang hebben die verwijzen naar of vergelijkbaar zijn met de gevelvlakken van de vrijstaande woningen, de tweekappers en/of de rijwoningen (eis)

 

Alzijdige orientatie

De school is van alle kanten vanuit de wijk zichtbaar. De omgeving van de school is met name een woonomgeving. Zowel de noord en zuidgevel van de school zijn direct georienteerd op nog te ontwikkelingen woningen. De oost en west gevel zijn direct aan het speelplein gesitueerd. Al deze zijden vragen om een aantrekkelijke gevel die recht doet aan de aangrenzende functies. Daarom spreken we hier van een alzijdige orientatie (eis). De hoofdorientatie, tevens adres, zal aan de Aakamp komen te liggen (eis). Dat betekent dat ook aan deze zijde de hoofdentree gerealiseerd zal worden. Uiteraard zal de school, afhankelijk van de plattegrond, ook van de andere zijden bereikbaar moeten zijn (onderbouw, bovenbouw, bergingen).

 

 

 

School als poortgebouw voor de buurt De Horsten

De school is gelegen op een bijzonder punt in de wijk Bornsche Maten. Deze locatie vormt het schakelpunt tussen drie buurten (De Maten, Eschwonen en De Horsten) en tevens de eerste locatie binnen De Horsten als je deze buurt per auto via de Aakamp benadert. Daarom wordt deze plek verbijzonderd ten opzichte van de omgeving in functie en vorm. De onderwijs functie is het eerste onderscheid. Het tweede onderscheid moet zichtbaar worden in de vormgeving/architectuur.

Enerzijds dient het zich te ‘nestelen’ in maat en schaal tussen de grondgebonden woningen.

Anderzijds moet het afwijken/opvallen tussen deze woningen. Er wordt een onderscheidend, afwijkende vormgeving van de omgeving geeisd bij het ontwerp voor de school.

De wijze waarop deze afwijking vorm krijgt is vrij. Gedacht kan worden aan (wensen):

  • Geen baksteen. Dus afwijkend materiaal gebruik (bijvoorbeeld hout);

  • Indien wel gekozen wordt voor baksteen, duidelijk andere vormgeving van het gebouw (bijvoorbeeld ronde vormen) en/of bijzonder metselwerk en kleurgebruik;

  • Afwijkende vorm/architectuur van de verwachtte woningbouw in de omgeving. Dus niet met een traditionele kapvorm maar een afwijkende kapvorm. Een duidelijke knipoog mag wel.

Vegetatiedaken zijn overigens op deze locatie ongewenst (eis). Ook al draagt dit bij aan een duurzaam vormgegeven gebouw, deze locatie is gebaad bij het vasthouden en infiltreren van elke regenwaterdruppel ter plaatse in de bodem in plaats van het weghouden uit de bodem en weer laten verdampen (principe van een vegetatiedak).

 

Bouwen in de zichtas van de Aakamp

Het schoolgebouw komt, als poortgebouw van De Horsten, in de zichtas van de Aakamp te liggen; de hoofdontsluitingsweg van deze buurt op de Bornsche Beeklaan.

 

Precies op de plek waar deze zichtas het schoolgebouw snijdt, is een accent in het gebouw geeist. Dit accent kan gerealiseerd worden als onderdeel van het gebouw (bijvoorbeeld het verbijzonderen in vormgeving of kleurgebruik van de hoofdentree; wens) of als toevoeging aan het gebouw (bijvoorbeeld een kunstwerk op het dak als verwijzing naar de schoolfunctie op deze plek; wens).

 

 

Bijgebouwen

Bijgebouwen dienen beperkt te worden en, indien mogelijk, zoveel mogelijk inpandig opgelost. Indien aangetoond is dat dit niet mogelijk (bijvoorbeeld om financiele redenen) of wenselijk is, is één enkel bijgebouw mogelijk op de kavel. De situering van het bijgebouw, mag de zichtlocatie op de kavel niet aantasten of negatief beinvloeden door bijvoorbeeld plaating in de zichtlijn (eis). De vormgeving/ materialisatie van het bijgebouw heeft een relatie met het hoofdgebouw (wens).

 

Inpassing van de kavel in de omgeving

Aan vier zijden grenst de kavel aan de woningen in de Bornsche Maten. Alle zijden dienen zorgvuldig ingericht te worden zodat, naast de aan te houden afstanden in relatie tot geluidoverlast, ook de visuele confrontatie tussen het wonen en onderwijs zorgvuldig is ingepast. De zorgvuldige inpassing is een eis, de wijze waarop is een wens.

 

Aan de westzijde vormen de eiken van de 2e Hemmelhorst de overgang. De aan te houden afstand tot de speelplein functie inclusief de eis onder en naast de (kroonprojectie van de) eiken geen verharding en bijgebouwen aan te brengen (eis), zorgt hier voor een geleidelijke overgang tussen de 2e Hemmelhorst en de school.

 

Aan de noordzijde grenst de locatie aan de Hemmelhorst. Enkele nieuwe bomen worden toegevoegd aan het profiel. De greppel en enkele bestaande bomen worden gehandhaafd. Als overgang tussen dit profiel en de fietsenstallingen van de school, dient een haag (hoogte maximaal 90 cm) opgenomen te worden die de gestalde fietsen zo veel mogelijk uit beeld houdt ten opzichte van de te ontwikkelingen aangrenzende woningen.

 

Aan de oostzijde dient rekening gehouden te worden met een nog te ontwerpen omgeving. Daarin zal sprake zijn van woningbouw of een uitbreiding op termijn van deze school. In deze overgangszone zijn de parkeerplekken voor de auto’s voorzien. Op het plein wordt voorgesteld bomen te planten als strooigoed (zie omschrijving plein hierna). Indien mogelijk wordt het verlengde van de 3e Hemmelhorst als verbinding tussen de 2e Hemmelhorst en respectievelijk de Hemmelhorst en 3e Hemmelhorst als verbinding voor met name voetgangers opgenomen in of langs de oostzijde van de locatie. Indien er sprake is op termijn van een eventuele uitbreiding van de school aan de oostzijde van de locatie, zal deze verbinding geintregreerd worden in de toekomstige planontwikkeling (wens).

 

 

Aan de zuidzijde grenst de locatie aan de Aakamp. In of achter de kavelgrens langs de Aakamp begeleiden enkele grotere bomen (1e, 2e grootte) de kavelgrens als markering van de schoollocatie. Deze zijde is de formele voorzijde van de school. De erfscheiding dient zorgvuldig opgelost te worden (eis); dan wel met een haag (hoogte maximaal 90 cm) of een in hoogte vergelijk hekwerk (wens).

 

Plein combinatie van verharding en halfverharding

Ook voor de pleininrichting geldt dat een zorgvuldig ontwerp geeist wordt. Dit is niet alleen voor de gebruikers (de leerlingen) van belang. Ook de toekomstige omgeving is gebaad bij een aantrekkelijk ingerichte locatie aangezien het plein volledig geintegreerd is in de woonomgeving en het de entree vormt van de buurt De Horsten. Daarbij speelt klimaatadaptatie (het ontwerpen van een plein dat rekening houdt met hittestress, uitdroging van de bodem en juist de mogelijke wateroverlast; eis) een belangrijke rol. Ook duurzaam grondgebruik, daar waar mogelijk functies combineren, vraagt om aandacht (wens). Hierna volgen wensen rondom de mogelijke inrichting van het plein.

 

Half-verharding en verharding: de insteek is het zoveel mogelijk beperken van verharding. Dit draagt bij aan het tegen gaan van de verdroging van de bodem, aan het beperken van de hittestress. Maar bovenal, biedt dit kansen voor een aantrekkelijker speelomgeving voor kinderen. Uiteraard zal er afgewogen moeten worden of en zo ja waar verharding noodzakelijk is. Het principe is echter: ‘half-verharding tenzij’. Infiltratie plekken kunnen bijvoorbeeld heel natuurlijk ingepast worden in een met halfverharding uitgevoerd plein. Een functie waar verharding noodzakelijk zal zijn, zijn de parkeerplekken voor de auto’s. Ook deze kunnen echter ook als combinatie van verharde rijbanen met half verharde parkeerplekken (of parkeermatjes) worden uitgevoerd. Daar waar parkeerplekken bedoeld zijn voor het halen en brengen van de kinderen, is dubbelgebruik van deze gronden gewenst. Bij afwezigheid van de auto’s hebben deze gronden dan een dubbelgebruik als speelplein. Bij de inrichting van deze delen van de locatie, dient met dit dubbelgebruik rekening gehouden te worden. Dit kan leiden tot bijzondere parkeervoorzieningen op het plein.

 

 

 

Groen

De insteek is het zoveel mogelijk inbedden van de locatie in de omgeving door, naast de maat en schaal van het gebouw, ook het groen rond de school daarvoor te gebruiken. Hiervoor wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van inheemse soorten die passen in het Twentse landschap.

Langs de Hemmelhorst worden enkele bomen, bijvoorbeeld elzen, in los verband geplaatst tussen de bestaande eiken. De fietsenstalling afschermende haag kan uitgevoerd worden als veldesdoorn.

Langs de Aakamp worden solitairen voorgesteld, 1e of 2e grootte, bijvoorbeeld een linde of esdoorn.

Op het plein wordt voorgesteld door middel van strooigoed de maat en schaal van het plein klein te houden, schaduwplekken te creëren waaronder gespeeld en lesgegeven kan worden, en mogelijk fruitbomen toe te passen die ook een educatieve werking kunnen hebben.

Rond de locatie zijn bestaande bomen aanwezig. Zowel de eiken langs de 2e Hemmelhorst (cultuurhistorisch van belang; verwijzing naar Twentse landschap) als de twee eiken langs de Hemmelhorst dienen ingepast te worden in de plannen. Dat betekent zowel in het ontwerp (geen verharding of gebouwen te dicht bij de bomen) als tijdens de uitvoeringsfase rekening houden met het instandhouden van deze waardevolle bomen.

 

Waterhuishouding

Op de locatie wordt rekening gehouden met het oplossen van de eigen waterhuishouding. Door middel van het integreren van wadi’s in het plein, wordt het mogelijk het regenwater (zichtbaar) vanaf het dak en plein te infiltreren in de ondergrond.

Dit heeft zowel een educatieve werking als dat dergelijke plekken spelaanleidingen vormen op het plein.

 

 

 

 

4. Samenvatting

 

4.1 Uitbreiding Beekpark school, deelplan De Veste

Situering van het bouwwerk

  • De uibreiding maakt samen het de huidige Beekparkschook en de gebouwen van De Bongerd (kinderdagverblijf) onderdeel uit van een zogenaamd ensemble. Deze vormen samen een zichtbare en herkenbare eenheid

  • Bijgebouwen zijn niet beeldbepalend op het erf gesitueerd

Hoofdvorm van het bouwwerk

  • In de vorm van een schuur,behorend bij het hoofdgebouw op de kavel (de huidige Beekparkschool)

  • Uitgevoerd in 1 laagmet een kap

  • De kap dient in vorm, nokrichting en hellingshoek zoveelmogelijk overeen te komen met de kapvorm van de Beekpark school

  • Eventueel is een asymmetrische kap daarbij toegestaan

Materialisatie en detaillering

  • De kap wordt uitgevoerd met een zelfekleur rode panals op de Beekparkschool

  • Indien zonnepanelen worden toegepast is de wens rode panelen toe te passen. Zwarte, donkere panelen zijn aan de zonzijde toegestaan, in combinatie met de rode pan aan de nietzonzijde, eventueel in combinatie met enkele kolommen aan weerszijden van de panelen uitgevoerd met rode pannen

  • De kap is voorzien van witte windveren zoals ook bijde overige gebouwen binnen het ensemble is toegepast

  • De gevelbekleding van de uitbreiding dient afwijkend te zijn van het hoofdgebouw. Dit kan door bijvoorbeeld de toepassing van hout in de kleur zwart

  • Bij het(bestaande) bijgebouw wordt aangesloten bij de materialisering vande uitbreiding (wens). Eventueel kan een vegetatie dak worden toegepast

Erfscheidingen

  • Rondom de schoolgebouwen staatreeds gedeeltelijk een haag alserfscheiding. Deze dient overal zichtbaar aanwezig te zijn. Een eventueel noodzakelijk laag hekwerk kan aan de binnenzijde worden geplaatst

Verbouw

  • Bij verbouwis uitgangspunt dat de eenheid en samenhang tussende stedenbouwkundige opbouwen bebouwings- karakteristiek gehandhaafd blijften/of versterkt wordt.Geleding en materialisatie dienen aan te sluiten bij het oorspronkelijke ontwerp

 

4.2 Uitbreiding De Vonder, deelplan De Horsten

Situering van het bouwwerk

  • Centraal op de kavelin het zichtvan een zichtas vanaf de Aakamp

  • Gebouw vormtals het ware het ‘poortgebouw’ voor de woonbuurt De Horsten en dient als zodanig herkenbaar te zijn (accent in de buurt/wijk)

  • Bijgebouwen beperken (zoveel mogelijk inpandig). Anders zo min mogelijk beeldbepalend op de kavel

Hoofdvorm van het bouwwerk

  • Passend in de maaten schaal van de Bornsche Maten

  • Maximaal 2 lagen hoog

  • Eventueel voorzien van een kap; maximale bouwhoogte 11 meter

  • Sprongen in de geveldie de gevelvlakken een omvang gevendie vergelijkbaar zijn met de gevelvlakken van de omliggende woningbouw

  • Gebouw is alzijdig georienteerd

Materialisatie en detaillering

  • Zoveel mogelijk afwijkende materialen ten opzichte van de woningen in de omgeving

  • In principe geen baksteen. Indienwel toegepast dan duidelijk anderevormgeving (bijvoorbeeld rondevormen en of bijzonder metselwerk en kleurgebruik )

  • Zoveel mogelijk afwijkende vormgeving van de woningen in de omgeving

  • Een duidelijke knipoog (bijvoorbeeld met de kapvorm) is toegestaan

  • Vergetatie daken zijn uitgesloten

  • Het bijgebouw heeft in materialisering een relatie met het hoofdgebouw

Erfscheidingen

  • Langs de Hemmelhorst is een haag (hoogte maximaal 90 cm) voorgeschreven in combinatie met enkele bomenin losverband, bijvoorbeeld elzen om de fietsenstalling landschappelijk in te passen

  • De erfscheiding langs de Aakampdient zorgvuldig te worden ingericht; bij voorkeur meteen haag (hoogtemaximaal 90 cm)

  • De overige erfscheidingen zijn vrijgelaten en kunnen in met een haag (voorkeur) of hekwerk worden uitgevoerd

Verbouw

  • Bij verbouw is uitgangspunt dat de eenheid en samenhang tussende stedenbouwkundige opbouwen bebouwings karakteristiek gehandhaafd blijften/of versterkt wordt. Geleding en materialisatie dienen aan te sluiten bij het oorspronkelijke ontwerp