Organisatie | Dalfsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen gemeente Dalfsen |
Citeertitel | Verordening Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen gemeente Dalfsen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
geen
artikel 2 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2021 | 01-01-2009 | Nieuwe regeling | 27-09-2021 | RIS 1312 |
De raad van de gemeente Dalfsen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 3 augustus 2021, nummer 1312;
overwegende dat gemeente Dalfsen haar inwoners toegang biedt tot een antidiscriminatievoorziening;
gelet op artikel 2 lid 2 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;
vast te stellen de “Verordening Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen gemeente Dalfsen”
Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen
De antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen
Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet..
Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit
Klager: Klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit.
Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet
Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.
Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling
Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van het besluitregelt in ieder geval:
Aldus besloten door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn (openbare) vergadering van 27 september 2021.
De raad voornoemd,
de voorzitter, de griffier,
drs. E. van Lente drs. J. Leegwater
Artikel 1 van de wet legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. Zie ook de toelichting bij artikel 2 van deze verordening.
Artikel 2, tweede lid, van de wet wordt opgedragen dat de gemeenteraad stelt “met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet bij verordening regels vast omtrent de inrichting van de antidiscriminatievoorziening , bedoeld in artikel 1, en de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder a.”
De VNG heeft voor alle gemeenten een modelverordening ontwikkeld. Deze is gebruikt als basis voor de verordening Inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Dalfsen.
Aangezien al veel is vastgesteld in landelijke wet- en regelgeving is de verordening beknopt gehouden.
Deze bepaling behoeft geen toelichting.
Zoals in het algemene deel van deze toelichting al aangegeven, is deze zorgplicht opgenomen in artikel 1 van de wet. In wetstechnische zin is het dan ook niet noodzakelijk om deze hier te herhalen. Er is voor gekozen om dat wel te doen, nu deze zorgplicht zozeer de kern van deze regelgeving uitmaakt, dat het opnemen ervan sterk bijdraagt aan de begrijpelijkheid van deze verordening.
Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: “Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd”. Ook op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien. Er is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.
De antidiscriminatievoorziening dient aan te geven of ze beschikt over een opleidingprotocol waar klachtbehandelaars gebruik van kunnen maken. Ook moet worden aangegeven hoe vaak van behandelaars wordt verwacht aan een opleiding deel te nemen. Het landelijke expertisebureau van Vizier kan de opleidingen en cursussen verzorgen.
De burger kan zich zowel fysiek als niet- fysiek melden.
De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden betekent dat een burger redelijkerwijs op de hoogte moet zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. Ook kan worden afgesproken dat de antidiscriminatievoorziening op locatie aanwezig is, zodat klachten direct bij de voorziening kunnen worden ingediend.
Bij niet-fysiek wordt verstaan dat de mogelijkheid bestaat voor de burger via de website, per post, e-mail of telefonisch de klacht te melden of in te dienen.
De gemeente draagt er zorg voor dat burgers kennis kunnen nemen van deze mogelijkheid.
Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: “De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten”. Daarbij is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.
De wet vermeldt dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgers moet bevinden. De memorie van toelichting geeft aan dat het gemeenten vrij staat om daar op een praktische wijze invulling aan te geven. De voorziening hoeft dan ook niet in de gemeente zelf aanwezig te zijn.
Een gemeente kan zich bijvoorbeeld aansluiten bij een (bestaande) regionale antidiscriminatievoorziening.
In de wet is uitdrukkelijk aangegeven dat de antidiscriminatievoorziening onafhankelijk is en op geen enkele wijze onder het gezag van de (gemeentelijke) overheid kan vallen.