Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Losser

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Losser 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLosser
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening gemeentelijke monumenten Losser 2007
CiteertitelSubsidieverordening gemeentelijke monumenten Losser 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-08-2022nieuwe regeling

23-01-2007

gmb-2022-369092

060008639

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Losser 2007

De raad van de gemeente Losser;

 

Gelezen het voorstel van het college d.d. 19 december 2006, nummer 060008639;

 

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Monumentenwet 1988, de Monumentenverordening gemeente Losser 2005;

 

BESLUIT:

 

A.

Tot het vaststellen van :

 

SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTELIJKE MONUMENTEN LOSSER 2007

Artikel 1  

Deze verordening verstaat onder;

 

a. monument:

object, dat overeenkomstig de bepalingen van de Monumentenverordening gemeente Losser op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst is.

b. eigenaar:

de natuurlijke persoon of de rechtspersoon, die het (toekomstige) recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een beschermd gemeentelijk monument

c. subsidiabele kosten:

kosten die noodzakelijk zijn voor het herstel en instandhouding van een monument. Hieronder zijn niet begrepen kosten, die uitsluitend dan wel in overwegende mate worden gemaakt, voor de verbetering van het wooncomfort.

d. restauratie:

het treffen van maatregelen en/of voorzieningen tot het opheffen van (bouwtechnische) gebreken, het normale onderhoud te boven gaande, die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarde van het monument.

e. verlenen van subsidie:

het besluit van een het college dat aan de eigenaar van een monument een aanspraak op een subsidie in de kosten van voorzieningen verschaft.

f. vaststellen van subsidie:

het besluit van het college, nadat de voorzieningen door de eigenaar van een monument zijn getroffen, waarbij de hoogte van de verleende subsidie definitief wordt vastgesteld.

Artikel 2  

  • 1.

    Het college kan subsidie verstrekken voor naar haar oordeel sober en doelmatig uitgevoerde restauratiewerkzaamheden aan monumenten.

  • 2.

    Het college houdt bij hun beslissing op grond van het eerste lid rekening met bijdragen die op grond van enig andere regeling zijn of kunnen worden toegekend.

Artikel 3  

  • 1.

    De raad stelt het subsidieplafond voor de verstrekking van genoemde subsidies jaarlijks vast bij de behandeling van de gemeentebegroting.

  • 2.

    De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld totdat het door de raad jaarlijks vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 3.

    Die aanvragen, die gelet op het beschikbare subsidiebedrag, niet kunnen worden gehonoreerd, kunnen met ingang van 1 januari van het daarop volgende jaar wederom worden ingediend als de weigering uitsluitend is gebaseerd op het bereiken van het subsidieplafond.

Artikel 4  

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie voor restauratie van een monument dient door de eigenaar schriftelijk te worden ingediend bij het college op een daartoe vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    De aanvraag dient volgende gegevens en/of bescheiden te bevatten;

    • a.

      een technische omschrijving van de te verrichten werkzaamheden;

    • b.

      gespecificeerde begroting van de kosten;

    • c.

      recente inspectierapporten van een ten aanzien van de monumentenzorg deskundige instelling;

    • d.

      tekeningen van de bestaande en toekomstige situatie.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat naast de in het tweede lid genoemde bescheiden andere bescheiden worden overgelegd, dan wel stukken die specifiek betrekking hebben op het type monument.

  • 4.

    Onder de in het tweede lid bedoelde instelling wordt in elk geval verstaan de in de provincie werkzame stichting Monumentenwacht Overijssel & Flevoland.

Artikel 5  

  • 1.

    Subsidie in de kosten van restauratie bedraagt 50% van de door het college subsidiabel gestelde kosten, doch ten hoogste €.5.000,-- per aanvraag.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kan het college afwijken van het gestelde in het eerste lid.

Artikel 6  

  • 1.

    De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat:

    • a.

      het werk wordt aanbesteed in overeenstemming met het door het college nader te stellen eisen;

    • b.

      de aanvang van het werk tenminste twee weken van tevoren wordt gemeld bij het college;

    • c.

      met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen binnen 26 weken na de datum van het besluit tot verlening van de subsidie;

    • d.

      binnen 30 maanden na de verlening van de subsidie de werkzaamheden zijn voltooid en de gereedmelding als bedoeld in artikel 8 is ingediend;

    • e.

      aan de door het college met controle belaste personen gelegenheid wordt geboden het monument en de wijze waarop de werkzaamheden zullen worden, of zijn uitgevoerd, te inspecteren;

    • f.

      het monument overigens in goede bouwtechnische staat verkeert, oftewel het normale onderhoud op reguliere basis heeft plaatsgevonden.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kan het college afwijken van het bepaalde in het eerste lid en in het belang van het monument aanvullende voorwaarden verbinden aan het verlenen van subsidie.

Artikel 7  

De subsidie wordt niet toegekend indien:

  • a.

    de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden te staan in een redelijk verhouding tot het te verkrijgen resultaat;

  • b.

    met de werkzaamheden een aanvang is gemaakt, voordat door burgemeester en wethouders is beschikt op de aanvraag;

  • c.

    het pand waaraan de voorzieningen worden getroffen bestemd is om binnen een periode van 10 jaar te worden afgebroken.

Artikel 8  

  • 1.

    Vaststelling van de subsidie vindt plaats nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden bij het college zijn gereedgemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • b.

      een overzicht is overlegd van de uitgevoerde gesubsidieerde werkzaamheden en de daarop betrekking hebbende kosten.

  • 2.

    De hoogte van de vast te stellen subsidie wordt berekend op basis van de bij de verlening aanvaarde kosten van werkzaamheden of de werkelijke kosten van de werkzaamheden als deze lager zijn;

  • 3.

    De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid omvat:

    • a.

      een volledig ingevuld gereedmeldingsformulier;

    • b.

      een kostenoverzicht;

    • c.

      alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden.

  • 4.

    Het college kan er mee instemmen dat de aanvrager in plaats van rekeningen en betalingsbewijzen een verklaring van een registeraccountant overlegt waaruit blijkt dat het overgelegde kostenoverzicht juist en volledig is.

Artikel 8  

Deze verordening wordt aangehaald als “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Losser 2007”.

Artikel 9  

Deze verordening treedt in werking op de dag na datum van publicatie.

 

B.

tot het vaststellen van het subsidieplafond, voor de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Losser 2007, op €.14.050,-- voor het jaar 2007;

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad op 23 januari 2007;

griffier,

voorzitter,