Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tilburg

Subsidieregeling Regio Deal Midden- en West-Brabant Makes & Moves

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTilburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Regio Deal Midden- en West-Brabant Makes & Moves
CiteertitelSubsidieregeling Regio Deal Midden- en West-Brabant Makes & Moves
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-08-2022artikel 7, 11, 16a

19-07-2022

gmb-2022-373067

13-08-202217-08-2022nieuwe regeling

05-11-2019

gmb-2022-368982

2019 - 20

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Regio Deal Midden- en West-Brabant Makes & Moves

Besluit

 

Het college stelt de subsidieregeling Regio Deal Midden- en West-Brabant Makes & Moves vast.

Artikel 1. Karakter regeling

  • 1.

    Deze regeling is een regeling als bedoeld in artikel 2 lid 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Tilburg.

  • 2.

    De bepalingen uit de in lid 1 bedoelde verordening zijn van toepassing, voor zover daarvan in deze regeling niet wordt afgeweken.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Regio Deal Midden- en West-Brabant Makes and Moves ('Regio Deal'): de afspraken van 15 juli 2019 tussen het Rijk, de Regio West-Brabant, de Regio Hart van Brabant, stichting Midpoint Brabant, NV REWIN West-Brabant, de gemeente Tilburg en de gemeente Breda over het versterken van maakindustrie en de logistieke sector met hulp van 17 projecten in de provincie Noord-Brabant.

  • 2.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg.

  • 3.

    Stuurgroep Triple Helix Midden- en West-Brabant ('stuurgroep'): adviseur in de zin van artikel 3:7 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 4.

    Cofinanciering: deel van de financiering dat door de aanvrager moet worden aangetoond.

  • 5.

    Aanvrager: Leadpartner, zoals vermeld op het aanvraagformulier.

Artikel 3 Reikwijdte

  • 1.

    Deze regeling is een maatregel die wordt uitgevoerd in het kader van de Regio Deal Midden- en West-Brabant Makes & Moves en is bedoeld om innovatie in het midden- en kleinbedrijf binnen de regio Midden- en West-Brabant te stimuleren zoals vermeld in artikelen 1 en 2 van de Regio Deal.

  • 2.

    In afwijking van lid 3 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Tilburg kan subsidie alleen worden verleend aan rechtspersonen.

Artikel 4: Subsidiebudget en subsidieplafond

  • 1.

    Voor de in artikel 3 genoemde activiteiten is een budget beschikbaar van maximaal € 14.900.000,-.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde budget geldt als subsidieplafond als bedoeld in artikel 5 van de Algemene subsidieverordening gemeente Tilburg.

Artikel 5 Looptijd van de regeling

De regeling heeft een looptijd van 1 juli 2019 tot 31 december 2024.

Artikel 6 Subsidievoorwaarden

Om voor de in artikel 3 genoemde subsidie in aanmerking te komen moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  • a.

    Het project moet bijdragen aan de in de Regio Deal genoemde doelen;

  • b.

    De begroting van het project moet bestaan uit een deel cofinanciering naast de in artikel 7 vermelde subsidiebedragen. Per project wordt de hoogte van de cofinanciering gespecificeerd in de beschikking tot subsidieverlening.

  • c.

    Indien de cofinanciering bij de beschikking tot subsidieverlening niet volledig beschikbaar is, kan de bevoorschotting worden verlaagd. Bovendien wordt de voorwaarde gesteld om de cofinanciering binnen 1 jaar na de beschikking tot subsidieverlening aan te vullen, bij gebreke kan de verdere bevoorschotting worden gewijzigd.

  • d.

    Het project moet voldoen aan de in artikel 3 van de Regio Deal vermelde indicatoren. Per project worden deze gespecificeerd in de beschikking tot subsidieverlening.

  • e.

    Voor de projecten genoemd in artikel 7 onder a tot en met d, f, j, n en q, is de ontvanger van de beschikking verplicht om tot en met 31 december 2021 een inspanning te leveren om voor het in de beschikking genoemde bedrag aanvullende financiering te vinden. Het bedrag dat aanvullend gevonden wordt, wordt bij de definitieve vaststelling als bedoeld in artikel 16, in mindering gebracht op het oorspronkelijke subsidiebedrag.

Artikel 7 Maatregelen die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Het in artikel 4 beschikbare bedrag wordt, mits voldaan aan de subsidievoorwaarden als bedoeld in artikel 6 van deze regeling, conform artikel 4:26 van de Algemene wet bestuursrecht, als volgt verdeeld onder de nagenoemde projecten:

     

    • a.

      Green Protein Excellence Center: € 0,75 mln.;

    • b.

      Side stream innovation Valley: € 0,8 mln.;

    • c.

      Plant-based LAB Zuidwestelijke Delta: € 0,71 mln.;

    • d.

      Experience excellence center Treeport: € 1,2 mln.;

    • e.

      Symbiosis 4 Growth2 Duurzaam Ondernemerschap Bedrijventerreinen 0,27 mln.;

    • f.

      MakerSpace Brabant: € 1 mln.;

    • g.

      Kennis in biobased economy: € 0,5 mln.;

    • h.

      BioVoice: € 0,5 mln.;

    • i.

      Symbiosis 4 Growth: € 0,26 mln.;

    • j.

      R&D center maintenance composites: € 0,9 mln.;

    • k.

      CAMPIONE 2.0: € 0,71 mln.;

    • l.

      DALI: Supply chain data science: € 1,015 mln.;

    • m.

      NewWays: € 0,15 mln.;

    • n.

      Logistic Community Brabant: € 1 mln.;

    • o.

      Nieuwe techniek coalitie: € 1 mln.;

    • p.

      Mindlabs: € 2,5 mln.;

    • q.

      Human capital topsectoren: € 0,875 mln.

  • 2.

    Voor zover het subsidieplafond nog niet is bereikt, kan het college de stuurgroep om advies vragen op welke wijze resterende middelen worden besteed.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Kosten zijn alleen subsidiabel voor zover deze zijn gemaakt in de periode 1 januari 2019 tot 31 december 2024.

  • 2.

    De subsidiabele kosten worden vastgesteld op basis van de werkelijke kosten die aantoonbaar voor de verrichte activiteit waarvoor de subsidie is verleend, zijn gemaakt:

    • a.

      Loonkosten van personeel dat werkzaamheden verricht ten behoeve van de subsidiabele activiteit door optelling van de volgende kosten: uurtarief van € 80,- all-in.;

    • b.

      Op factuur aantoonbare aan derden verschuldigde kosten die direct voor de subsidiabele activiteit worden gemaakt.

    • c.

      Overige kosten.

  • 3.

    Verrekenbare BTW op grond van de Wet op de Omzetbelasting en/of op het BTW-compensatiefonds zijn geen subsidiabele kosten.

Artikel 9 Eisen aan de aanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan gedurende de in artikel 5 genoemde looptijd bij het college worden ingediend door de aanvrager van één van de in artikel 7 genoemde projecten.

  • 2.

    Bij de aanvraag worden een projectplanning, een begroting , een jaarrekening van het voorafgaande boekjaar ter beoordeling van liquiditeit en solvabiliteit, een recent bankafschrift op naam van de aanvrager, een toezegging van cofinanciering en eventuele bewijzen van financiering door derden gevoegd.

  • 3.

    Indien een rechtspersoon voor de eerste maal een subsidie aanvraagt bij het college, moeten de gegevens worden ingediend zoals beschreven in artikel 8 lid 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Tilburg.

  • 4.

    Indien het noodzakelijk is voor de beoordeling van de aanvraag, of voor het voldoen aan wettelijke verplichtingen na de uitbetaling van het subsidiebedrag, kan het college aanvullende informatie vragen.

  • 5.

    Indien bij de aanvraag de in lid 2 genoemde gegevens ontbreken, kan het college besluiten na het verlenen van een hersteltermijn de aanvraag niet in behandeling te nemen.

Artikel 10 Beoordeling aanvraag

  • 1.

    Het college beslist op de aanvragen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag dan wel nadat deze regeling is bekendgemaakt.

  • 2.

    Als datum van ontvangst geldt de datum waarop alle gegevens als bedoeld in artikel 9 zijn ontvangen door het college en voldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

  • 3.

    Het college beslist op de aanvragen met inachtneming van de adviezen van de stuurgroep en de in artikel 9 lid 2 genoemde aangeboden informatie.

Artikel 11 Voorwaarden Cofinanciering

  • 1.

    De cofinanciering moet direct verband houden met het betreffende project waaraan de subsidie wordt verleend.

  • 2.

    De verhouding Rijksbijdrage-cofinanciering moet aan de achterkant (door middel van daadwerkelijk ontvangst van de middelen/bijdragen) onderbouwd zijn.

  • 3.

    De cofinanciering mag bestaan uit zowel een ‘in kind’ als een ‘in cash’ bijdrage.

  • 4.

    De cofinanciering hoeft niet afkomstig te zijn van de projectaanvrager zelf, maar mag ook afkomstig zijn van derden.

  • 5.

    Projecten worden afgesloten met een controleverklaring van een accountant voor ‘cash bijdragen’ en voor ‘in kind bijdragen’. Het moet voor de accountant vaststaan dat de cofinancieringsbijdrage is geleverd.

  • 6.

    Indien redelijkerwijs van de subsidieontvanger niet verwacht kan worden dat deze een goedkeurende controleverklaring als bedoeld in artikel 11, vijfde lid overlegt, kan het college besluiten dat op andere wijze wordt aangetoond dat aan de eisen wordt voldaan.

Artikel 12 Subsidieverlening

Het college verleent een eenmalige subsidie van in totaal maximaal het bedrag zoals in artikel 4 van deze regeling genoemd op basis van de door initiatiefnemer ingediende bescheiden. Het college kan in de beschikking tot subsidieverlening het subsidiebedrag door middel van gedeeltelijke bevoorschotting uitbetalen.

Artikel 13 Weigeringsgronden

Subsidieverlening kan, behalve op grond van artikel 4:25 en 4:35 Awb en artikel 11 van Algemene subsidieverordening gemeente Tilburg, geweigerd worden indien:

  • a.

    subsidieverlening zou leiden tot strijd met artikel 107 van het Verdrag van de Werking van de Europese Unie (verbod op staatssteun) en deze steun niet vrijgesteld is op grond van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening van de Europese Commissie of een andere verordening, richtlijn of besluit van de Europese Commissie.

  • b.

    een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de bijdrage is aangevraagd;

  • c.

    een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de continuïteit van de activiteiten van de aanvrager niet voldoende is gewaarborgd.

  • d.

    subsidie kan tevens geweigerd worden als aan een van de voorwaarden, zoals genoemd in deze regeling, niet is voldaan.

Artikel 14 Verplichtingen

De subsidieontvanger moet voldoen aan de volgende verplichtingen:

  • a.

    Voor 1 april 2021 en daarna jaarlijks voor 1 april wordt een voortgangsrapportage verstrekt met informatie over de verrichte werkzaamheden en de bijbehorende resultaten en daarvoor ingezette middelen. De indicatoren van deze resultaten zijn genoemd in artikel 3 van de Regio Deal en worden per project gespecificeerd in de beschikking tot subsidieverlening.

  • b.

    De subsidieontvanger informeert het college zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet volledig zullen worden verricht.

Artikel 15 Verantwoording

  • 1.

    De aanvrager dient een verzoek tot vaststelling van de subsidie in bij het college binnen 13 weken na afronding van het de activiteiten van het project waarvoor subsidie is verleend.

  • 2.

    Het verzoek tot vaststelling omvat een inhoudelijk verslag en een financiële projectverantwoording voorzien van een controleverklaring van de accountant.

Artikel 16 Subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidie wordt overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening vastgesteld.

  • 2.

    De subsidie kan lager worden vastgesteld, indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor de definitief is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

    • b.

      de aanvrager niet heeft voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c.

      de aanvrager niet de stukken al zoals genoemd in artikel 15, tweede lid, van de regeling heeft overgelegd.

  • 3.

    Het college informeert de stuurgroep over de beschikking tot subsidievaststelling.

Artikel 16a  

Het college kan een of meer bepalingen van deze subsidieregeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepaling te dienen doelen.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2019.

Artikel 18 Citeertitel

Deze regeling kan aangehaald worden als "Subsidieregeling Regio Deal Midden- en West-Brabant Makes & Moves ".

Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg,

M.J.M. Meijs

gemeentesecretaris

drs. Th.L.N. Weterings

burgemeester

Bijlage 1