Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waadhoeke

Beleidsregel Gardenierslandschap tussen Marsum en Wier

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaadhoeke
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel Gardenierslandschap tussen Marsum en Wier
CiteertitelBeleidsregel Gardenierslandschap tussen Marsum en Wier
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-08-2022nieuwe regeling

03-03-2022

gmb-2022-364065

D2022-01-037012

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Gardenierslandschap tussen Marsum en Wier

De raad van de gemeente Waadhoeke

 

 

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Waadhoeke 15 februari 2022 om ;

 

 

B E S L U I T

 

 

  • 1.

    Een partiële herziening van de beheersverordening Menameradiel vast te stellen waardoor de beleidsregel Gardenierslandschap tussen Marsum en Wier in werking treedt.

  • 2.

    Toetsing aan de Wet N.B. en Waterwet c.q. het bevoegd gezag voor de wet N.B. en Waterwet bij de beoordeling van de Gebiedscommissie te betrekken en in de procedure te borgen.

  • 3.

    Bij de uitvoering van kavelwerken aan historische en/of kruinige percelen dit vooraf te toetsen aan 'FAMKE' (Friese archeologische monumentenkaart) en dit te borgen in de procedure voor de gebiedscommissie.

Aanleiding

 

Het buitengebied van de gemeente Waadhoeke behoort vrijwel geheel tot het noordelijke kleigebied waar de agrarische functie vanouds overheerst. Dit klinkt bijna saai maar dat is het absoluut niet want er zijn talloze sporen van een rijke geschiedenis. Het benutten van de kwelderwallen, het opwerpen van terpen, het aanleggen van dijken, het verkavelen van de grond en het ontwikkelen van een groen boeren erf zijn voorbeelden van die sporen.

 

Door de jaren heen kregen de bewoners steeds meer grip op het landschap. Dit is een proces geweest van eeuwen/ Het resultaat daarvan noemen we erfgoed of cultuurhistorie en zijn we door de jaren heen steeds meer gaan waarderen. Vanaf de periode na de 2de wereldoorlog tot heden is de verandering van het landschap in een stroomversnelling geraakt met als resultaat een grootschaliger landschap, waarbij veel kenmerken verloren zijn gegaan. Voor de boeren is dit een zoektocht geweest naar een goed functionerend boerenbedrijf in het bestaande landschap Maar wat de een goed vindt, wordt door de ander betwist en zo ontstaat er spanning. De belangen kunnen verschillen.

 

Dat is ook merkbaar in het gebied tussen Wier en Marsum. De boer ziet zich genoodzaakt om te optimaliseren want de kosten zijn hoog en de opbrengsten te laag. De omgeving ervaart een teloorgang van karakteristieke kenmerken. Botsing of kans om in gesprek te gaan? De gemeente Waadhoeke heeft gekozen voor het laatste.

 

Proces

 

Voor dit gebied is de gemeente Waadhoeke samen met de boeren, inwoners, belanghebbenden, de provincie Fryslân en Landschapsbeheer Fryslân op zoek gegaan naar een werkwijze waarin behoud en beheer van het landschap centraal staan en toch ook een afweging van belangen plaats kan vinden. De nadruk ligt niet op de regels maar op het bieden van handvatten voor ontwikkelingen met respect voor de kenmerken van het gebied. Toch zijn er uiteindelijk ook (spel)regels nodig en is het goed om ze uit te werken. Uiteindelijk is het doel dat er een werkbaar geheel ontstaat. Deze notitie is een uitkomst van het proces. Om de waarden van het gebied vast te stellen is tijdens het participatieproces aan de deelnemers gevraagd de waardes in het gebied te omschrijven. Op basis hiervan en op basis van een landschapsbeschrijving die is gemaakt op basis van de geschiedenis van het gebied zijn de te beschermen elementen bepaald. Ook is samen met de werkgroep gekeken naar de manier hoe de beschermende maatregelen uiteindelijk geborgd zouden moeten worden. Dit is uiteindelijk samengekomen in de tabel met landschappelijke waarden en met de principes die worden omschreven verder in deze notitie. Ten slotte is er gekozen te werken met een onafhankelijke gebiedscommissie.

 

Voor de gemeente Waadhoeke is dit een nieuwe manier van werken. Door te kiezen voor een overzichtelijk gebied en een duidelijke werkwijze kan in deze pilot ervaring worden opgedaan. Deze ervaring kan helpen bij vergelijkbare vraagstukken in andere gebieden in de gemeente.

 

De werkwijze

 

Het landschap tussen Wier en Marsum is vooral landelijk gebied met een agrarische bestemming. De agrarische bedrijfsvoering heeft in de na-oorlogse periode veel modernisering doorgemaakt en dat veroorzaakt aanpassingen in het landschap. Het gebied tussen Wier en Marsum ligt extra onder een vergrootglas omdat de specifieke identiteit van dit gebied verschraalt. Gevolg is dat gebiedseigen kenmerken, waarover in deze notitie meer informatie volgt, vervagen en dat wordt als knelpunt ervaren.

 

De wens is om bij ingrepen in het plangebied meer aandacht te schenken aan de kenmerken van het landschap en om daar vanuit verschillende belangen naar te kijken. Daarvoor is een gebiedsproces nodig met een heldere werkwijze. Dat klinkt ingewikkeld maar dat hoeft het niet te worden.

 

Als een initiatiefnemer een vergunningaanvraag (of bij voorkeur een vooroverleg aanvraag) doet voor ingreep in het landschap, gaat het gebiedsproces in werking . Kort samengevat worden dan de volgende stappen doorlopen:

 

Stap 1 Vroegtijdig overleg tussen de initiatiefnemer en de gemeente om het voornemen van de boer te bespreken. Hier wordt bekeken hoe kansrijk het initiatief is.

 

Stap 2 Er wordt onderzocht welke landschappelijke kenmerken binnen het plan in aanmerking komen voor “te behouden”, “te respecteren” of “gewoon te behandelen”. Uiteraard spelen op de achtergrond ook andere relevante wet en regelgeving zoals de wet natuurbescherming en Waterwet waar in het gebiedsproces rekening mee gehouden moet worden. En wordt bovendien rekening gehouden met archeologische waarden door te toetsen aan de Friese archeologische monumentenkaart (FAMKE). (voortvloeiend uit amendement, beslispunt 2 en 3 van het vaststellingsbesluit).

 

Stap 3 De gemeente beoordeelt of de gebiedscommissie ingeschakeld wordt; als er sprake is van te behouden of te respecteren landschappelijke kenmerken dan wordt de gebiedscommissie ingeschakeld.

 

Stap 4. De gebiedscommissie beoordeelt aan de van hand deze notitie en komt tot een advies.

 

De werkwijze en samenstelling van de gebiedscommissie wordt verder in deze notitie uitgelegd.

 

Uitzonderingen

Zoals gezegd wil de gemeente Waadhoeke ruimte bieden aan initiatieven van boeren maar ook het landschap beschermen en hanteert daarvoor dit gebiedsproces. Bij initiatieven vanuit de dorpen die breed gedragen zijn en dezelfde maatschappelijke doelen nastreven als deze notitie, kan het college van burgemeester en wethouders besluiten om te kiezen voor een ander meer op het initiatief toegespitst proces dan dit gebiedsproces. Daarbij dient als eis dat ook bij dergelijke projecten een brede vertegenwoordiging van belanghebbenden wordt betrokken zodat er een goede afweging gemaakt kan worden. Herinrichting stateterrein Grut Terherne is een voorbeeld van zo’n project. De herinrichting van dit gebied is een initiatief uit de gemeenschap en geeft aan vorm aan doelen op het gebied van cultuurhistorie, biodiversiteit en leefbaarheid. Uiteraard staan ook bij dergelijke projecten landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied centraal.

 

Borging

De werkwijze van dit gebiedsproces wordt door de gemeente geborgd middels een herziening van de voor het gebied geldende beheersverordening buitengebied Menameradiel. Hiermee is de werkwijze juridisch geborgd. In een later stadium zal het worden opgenomen in het nog op te stellen Omgevingsplan.

 

In deze notitie wordt verder ingegaan op:

 

  • 1.

    De afbakening van het gebied

  • 2.

    De waarde van de landschappelijke kenmerken

  • 3.

    De principes waarmee gewerkt wordt

  • 4.

    De gebiedscommissie

1. De afbakening van het gebied

Het plangebied strekt zich uit van Wier tot aan Marsum. Het bijzondere van dit landschap is dat het een kleinschalige verkaveling kende. Dit had te maken met het grondgebruik voor aardappelteelt en tuinbouw. Bij uitstek was deze zone op de kwelderwal daarvoor geschikt en de afzetmarkt was nabij. Die afzetmarkt was niet alleen te vinden in de dorpen maar had ook Leeuwarden als grote klant.

 

De akkers werden begrensd door sloten met in veel gevallen ook randbeplanting. Dat diende onder andere voor beschutting van de gewassen. Dit kenmerk onderscheidt dit gebied ten opzichte van de rest van Waadhoeke

 

Essentieel en onderscheidend zijn de volgende oorspronkelijke landschapskenmerken:

 

  • 1.

    typerende kleinschalige verkaveling begrensd door:

     

    • a.

      sloten;

    • b.

      opgaande beplanting.

  • 2.

    reliëf in het landschap (kwelderwal, microreliëf op perceelsniveau).

Relevant zijn onder andere ook de volgende landschappelijke kenmerken (te vinden op de digitale kaart van bijlage 1):

 

  • a.

    de kwelderwallen. Met name de rand naar de Middelzee is nadrukkelijk herkenbaar (Daarnaast zijn er kwelderruggen herkenbaar die het land op gaan richting Menaam en Rie.

  • b.

    de kweldervlaktes. Achter of rondom de kwelderwallen liggen de meer uitgestrekte en lager gelegen kweldervlaktes.

  • c.

    hoofdwatergangen (dikke blauwe lijn) en waardevolle waterlopen (dunne blauwe lijn). Het van oorsprong natuurlijke systeem van kwelderwallen en –vlaktes heeft ook prillen en slenken gekend. In de huidige situatie is het dan ook niet verwonderlijk dat veel waardevolle watergangen wat grillig door de lage delen van het landschap kronkelen. Dit is bijvoorbeeld het geval ten noordwesten van Marsum.

  • De hoofdwatergangen hebben deels gebruik gemaakt van die oude natuurlijke loop maar zijn daarnaast ook als gegraven waterlopen ingebracht. Destijds ook vanwege de betekenis van het vervoer over water (dorpsvaarten) en nu veeleer dienend voor de waterhuishouding.

  • d.

    in het gebied zijn diverse meer cultuurhistorische kenmerken en waarden aanwezig. Zoals terpen (waar de dorpen op ontwikkeld zijn maar ook opgeworpen voor een boerderij), dijken, kruinige percelen, terpen of terprestanten, verkavelingspatronen en een aantal plekken waar een state of stins heeft gestaan.

Er is een analyse uitgevoerd door opeenvolgende topografische kaarten te vergelijken en door gebruik te maken van diverse bronbestanden over het landschap (geomorfologie, landschapstypen, cultuurhistorische waardenkaarten, luchtfoto’s etc.). Hierdoor kon het landschap worden getypeerd en werden veranderingen zichtbaar gemaakt. Voor een belangrijk deel zijn de veranderingen in het landschap het gevolg van ontwikkelingen in het agrarisch grondgebruik en van stedelijke ontwikkelingen (dorpsuitbreidingen).

 

Onderstaand kaartbeelden zijn afkomstig van deze analyse.

 

Kaart 1: situatie rond 1950

 

Kaart 2: situatie 2018

 

 

Afbeelding: de betekenis van de sector wordt ook duidelijk doordat hier onderwijs werd gegeven. (Berltsum – Hôfsleane)

 

 

Zicht op terprand en de oprijlaan van Hemmema State (stateterrein is beleefbaar middels een boomsingel)

 

Begrenzing

 

Met de uit het bureauonderzoek verzamelde gegevens is in oktober 2020 en september 2021 aanvullend veldbezoek uitgevoerd en mede op basis daarvan is tot een begrenzing van het werkingsgebied gekomen, hoofdfactoren die meespeelden zijn de begrenzingen van de oude dijk en de kwelderwallen die historisch gezien belangrijk zijn voor het gardeniersgebied. Op een aantal plekken is er voor gekozen om het werkingsgebied door te laten lopen aan de noord- en oostzijde van de oude dijk, tot in het Middelseegebied. Hier zijn kenmerken van het gardenierslandschap op een aantal plekken nog goed zichtbaar. Er zijn houtstructuren, greppelland en verkavelingsstructuur is op plekken nog kleinschalig. Deze elementen versterken het contrast met de openheid van het Bildt verderop. Het is aannemelijk dat de kwelderwal geomorfologisch een stukje doorloopt aan de andere kant van de dijk al zullen daar jongere middelseeafzettingen overheen zijn gekomen. We beschouwen dit gebied als een overgangszone en als onderdeel van het plangebied.

 

Bij de bepaling van de grenslijnen is ook gekeken naar de plancontouren van bestemmingsplannen en met name de beheersverordening “bestemmingsplan buitengebied Menameradiel”. De focus ligt op het landelijk gebied en daarom maken de dorpen hier geen onderdeel vanuit. Dit geldt ook voor het kassengebied met uitzondering van de zone rondom de Hege Wier.

 

Het is relevant te melden dat Gemeente Waadhoeke ook een landschapsanalyse voor de gehele gemeente heeft laten maken. Deze landschapsanalyse kan in de toekomst een basis vormen voor verdere beleidskeuzes voor het landschap in de gemeente Waadhoeke.

 

 

Begrenzing gardenierslandschap tussen Wier en Marsum

2. Principes van de landschappelijke kenmerken

Zoals gezegd gaat het hier om de “oorspronkelijke” kenmerken. Deze kenmerken zijn in de huidige tijd veel minder duidelijk aanwezig, wat vooral het gevolg is van dorpsuitbreidingen, glastuinbouw, aanleg infrastructuur en herverkavelingen (schaalvergroting en andere teelt van gewassen). De consequentie is dat wat er nog resteert extra aandacht verdient zodat het landschap zijn specifieke identiteit zoveel mogelijk voortdraagt. Ook als zich veranderingen aandienen.

 

Omdat niet alles even belangrijk is en er ook ruimte moet blijven voor gepaste ontwikkeling wordt daarbij een indeling gemaakt naar:

 

  • a.

    Te behouden: hier heeft instandhouding en versterking van de landschappelijke kenmerken prioriteit;

  • b.

    Te respecteren: hier wordt gestreefd naar instandhouding en versterking van de landschappelijke kenmerken;

  • c.

    Gewoon te behandelen: hier zijn geen extra bijzonderheden aan de orde.

Met deze indeling is in onderstaande tabel per specifieke landschappelijke kenmerken een verfijning gemaakt. Daarna volgt de beleidsinzet op respectievelijk behoud (B), respecteren (R) of gewoon (G).

 

Voor alle ingrepen geldt dat waar mogelijk ook herstel van specifieke landschappelijke kenmerken plaatsvindt. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan herstel van beplantingsstructuren. Ingrepen in “te respecteren” landschap kunnen kansrijker zijn bij voldoende herstelmaatregelen om zo vanuit landschappelijk oogpunt een plus binnen het gebied te creëren. Uiteraard zal dit bij de gebiedscommissie aan de orde komen.

 

A

Onderwerp kavelsloot en/of beplanting

B

R

G

Opmerking

Afbeelding

1.

Sloten al of niet met beplanting die langs huidige wegen en/of paden lopen

x

Is er beplanting dan geldt hiervoor dus ook het accent op behoud

2.

Sloten al of niet met beplanting die langs verdwenen wegen en paden of andere cultuurhistorische elementen op de waardenkaart liggen

x

Kansrijke aanleiding bij herverkaveling

 

 

Zie: cultuurhistorische kaart Fryslân via website van de provincie (weblink)

3.

Hoofdwatergangen

x

Weinig risico - geen particulier eigendom

4.

Sloot (al of niet met beplanting) die tevens waardevolle waterloop is

x

Zie digitale kaart (Bijlage 1)

5.

Sloot (al of niet met beplanting) van bebouwingserf

x

 

6.

Overige sloten indien met beplanting

x

Naast reguliere compensatie van sloten ook compensatie van beplanting. Bij oude bomenrijen inzetten op behoud. Meerwaarde kan ontstaan bij herstelmaatrelen.

7.

Overige sloten zonder beplanting op kwelderwal (zie zone op kaart)

x

Zie ook bij reliëf (B1)

8.

Overige sloten zonder beplanting op kweldervlakte

x

Reguliere methode (zie ook reliëf B2) altijd rekening houdend met verkavelingspatronen

9.

Boomsingels

x

Op kwelderwal en bij oude bomenrijen inzetten op behoud. Verder altijd compensatie van beplanting. Mogelijkheden POP3 en Anlb betrekken1 voor herstel en mogelijk beheerskostenvergoedingen (via agrarische collectieven).

 

B

Onderwerp reliëf

B

R

G

Opm

Afbeelding

1.

Kwelderwal (zie zone van kaart)

x

Langs dijken of wegen over de kwelderwal is vaak reliëf zichtbaar. Behoud is uitgangspunt (niet egaliseren en dempen van sloten)

2.

Kruinig perceel op kwelderwal

x

3.

Kruinig perceel op kweldervlakte

x

Streven is handhaven (niet egaliseren) maar in samenhang met A8 is aanpassing denkbaar

4.

Greppeltjesland

x

mogelijkheden POP3 en Anlb2 betrekken voor herstel en mogelijk beheerskostenvergoedingen (via agrarische collectieven).

 

NB. Bij wijzigingen zal altijd zorgvuldig gekeken worden naar specifieke landschappelijke en cultuurhistorische kenmerken en waarden die ter plekke voorkomen. Ook reguliere zaken zoals waterhuishouding, ecologie etc. spelen een rol.

 

De vragenboom met principes

 

Binnen het plangebied “gardenierslandschap tussen Wier en Marsum” is werken met principes voor behoud en ontwikkeling een goed middel. De principes houden direct verband met de betekenis van de landschappelijke kenmerken voor het gebied en zijn door de werkgroep besproken en geaccepteerd. De principes zijn daarmee een objectivering van de waarden en zijn zodoende werkbaar. Door vooraf de principes vast te leggen, weet ieder waar bij ingrepen in het gebied naar gekeken wordt. Dat is handig voor de initiatiefnemer en tegelijk vormt het, indien de gemeente nader advies nodig heeft, een leidraad voor de gebiedscommissie.

 

Zodra een initiatiefnemer plannen heeft tot wijziging van kavelsloten en/of beplanting wordt bij de beoordeling van het initiatief van de principes gebruik gemaakt.

 

PRINCIPE 1: In beginsel geldt de indeling uit de tabel. Dat maakt duidelijk of het accent op behoud of respecteren ligt. Voor onderwerpen waar ‘gewoon’ op van toepassing is, hoeft geen specifieke afstemming plaats te vinden. Daar gelden de reguliere spelregels.

 

PRINCIPE 2: Voor A1 t/m A5 zal het niet vaak voorkomen dat er veranderingen nodig zijn. De huidige situatie is en blijft daarmee uitgangspunt.

 

PRINCIPE 3: Voor A6 geldt dat als hier ingrepen onvermijdelijk zijn er ten hoogste twee sloten (die met elkaar een hoek maken) per bestaande kavel opgeheven mogen worden én dat altijd een 1:1 compenserende watergang met erfrandbeplanting moet worden aangelegd.

 

  • Meerwaarde ontstaat als de nieuwe watergang met randbeplanting aansluit op een andere watergang met randbeplanting (combinatie A9). Dat versterkt het coulisselandschap.

  • Meerwaarde ontstaat als daarbij het tracé van een voormalige weg/pad beleefbaar en bij voorkeur ook weer toegankelijk wordt gemaakt (zie laag oude wegen-nieuwe paden in de Cultuurhistorische kaart Fryslân (weblink).

PRINCIPE 4: Voor A7 geldt dat deze sloten in verband met het reliëf van aangrenzende percelen in principe behouden moeten blijven.

 

PRINCIPE 5: Voor A8 gelden geen aanvullende bijzonderheden.

 

PRINCIPE 6: Reliëf op de oude kwelderwallen is zeer kenmerkend. Voor een belangrijk deel is dat zichtbaar en merkbaar aan de ligging van de weg dyk),maar ook op de aanliggende agrarische grond. Daar is veelal sprake van een geleidelijk reliëfverloop. Soms trekt de bolling nog vanaf de weg het land op om daarna af te dalen naar een sloot en overgaand naar de kweldervlakte.

 

Dit reliëf is zeer kenmerkend voor het oude landschap en daarom is behoud uitgangspunt.

 

 

Reliëf: voorbeeld van bolling op perceel langs de Sânwei

 

PRINCIPE 7: Kruinige percelen zijn iets bollende akkers omrand met sloten en/of beplanting. Ze zijn ontstaan als gevolg van het landbouwkundig gebruik (rondploegen en bolling voor afwatering). Er is vanuit landschappelijk en cultuurhistorisch oogpunt voorkeur voor handhaven. Bij wijziging van de kavelstructuur is dit evenwel moeilijk uitvoerbaar. Voor met name situaties op de kweldervlakte is voorstelbaar dat met respect aanpassing wordt toegestaan (om die reden ook de koppeling naar A8).

3. Werkwijze van de gebiedscommissie

De gebiedscommissie is een onafhankelijk commissie die het initiatief van de boer of een andere initiatiefnemer bekijkt volgens de zeven principes van de landschappelijke kenmerken en de gemeente voorziet van een advies. De commissie bestaat uit minimaal 3 personen en wordt samengesteld op basis van de vraag, maar bevat altijd een onafhankelijk voorzitter (profiel: bestuurder met affiniteit voor agrarisch gebied), cultuurlandschappelijke deskundige. Aangevuld met bijvoorbeeld een landschapsarchitect of een deskundige vanuit het Wetterskip. De initiatiefnemer kan zich laten ondersteunen door een (agrarisch) adviseur. De gemeente is aanwezig als toehoorder en voor eventuele beantwoording van vragen.

 

Uit het gebiedsproces is de wens naar voren gekomen te werken met een slagvaardige gebiedscommissie. Naast kwaliteit is snelheid is een belangrijk aspect; de commissie komt binnen een beperkt tijdsbestek en een beperkt aantal bijeenkomsten tot haar advies. Bij iedere vraag zal er maatwerk geleverd moeten worden, met als doel om een oplossing te vinden die voor alle partijen bevredigend is. Dat betekent dat de commissie in staat moet zijn om het initiatief van alle kanten en binnen de landschappelijke context te bekijken. Bovenal is het van belang dat de samenstelling en het werk van de commissie kan rekenen op steun van alle betrokkenen.

 

We volgen daarbij een eenvoudig proces:

 

  • 1.

    Bij een voornemen tot herinrichting/herverkaveling binnen het plangebied, legt de initiatiefnemer de casus voor aan de gemeente bij voorkeur via een vooroverleg.

  • 2.

    De gemeente kijkt of er zaken aan de orde zijn waar een aanvullend advies voor nodig is. Daarbij wordt gekeken naar de inhoud van deze notitie;

  • 3.

    Is aanvullend advies nodig dan wordt deze voorgelegd aan de gebiedscommissie;

  • 4.

    De gebiedscommissie organiseert zo snel mogelijk een bijeenkomst op locatie. Deze bijeenkomst heeft de volgende structuur:

    • a.

      De onafhankelijk voorzitter neemt het voortouw;

    • b.

      De initiatiefnemer licht het planvoornemen toe;

    • c.

      De commissieleden hebben vooraf vanuit hun deskundigheid informatie over het plangebied verzameld en brengen dat naar voren;

    • d.

      De voorzitter beijverd zich om tot een gezamenlijk standpunt te komen en is verantwoordelijk voor het advies;

    • e.

      Het advies wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de deelnemers;

    • f.

      Daarna brengt de voorzitter het advies uit aan de gemeente.

  • 5.

    De gemeente neemt beslissing op basis van het advies.

De ervaring van werksessies met Nije Pleats (waarbij een vergelijkbaar proces wordt gevolgd) laten zien dat door het gesprek met elkaar te voeren er begrip ontstaat voor elkaars belang en standpunt. Dat leidt vaak tot een gedragen oplossing.

 

Nb. Onder de Omgevingswet zal de welstandcommissie hûs en hiem waarschijnlijk een bredere rol krijgen. Zij hebben nu geen betrokkenheid, maar het is voorstelbaar dat in de komende jaren een Friese adviescommissie ontstaat – waar welstandscommissie hûs en hiem deel van gaat uitmaken - die breder adviseert over omgevingskwaliteit, waar landschapselementen ook deel van uitmaken. Het is daarbij voorstelbaar dat de rol van de gebiedscommissie daar op den duur belegd wordt zoals nu ook gebeurt bij de Nije Pleats methodiek, of dat leden van een dergelijke adviescommissie zitting krijgen in de gebiedscommissie.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 03 maart 2022,

, voorzitter

, griffier

Bijlage 1:  

 

Bij het opstellen van het rapport ‘Landschappelijke waarden gardeniersgebied’ van 12 maart 2020 is een waardenkaart gemaakt. Deze waardenkaart geeft inzicht in de landschappelijke structuren en is digitaal te bekijken via de volgende link: https://bugelhajema.maps.arcgis.com/apps/webappviewer/index.html?id=edbd4f8c611a4376bf56568726039b99 (graag zoomen naar het gebied Wier - Marsum)

Hierin zijn onder andere een kaartlagen te vinden van 1900 en 1950 (waar de toenmalige houtopstanden mooi op te zien zijn).

 

 

Landschappelijke en cultuurhistorische waarden

Bijlage 2:  

 

Nota van inspraak beleidsregel gardeniersgebiedMarsum – Wier.

 

INLEIDING Deze nota heeft betrekking op de inspraakprocedure die in december en januari 2021/22 heeft plaatsgevonden over de beleidsregel gardeniersgebied Marsum – Wier.

 

Inspraakreacties

 

  • 1.

    Goedemorgen. Graag wil ik via deze weg kenbaar maken dat ik het hele proces, met een kritische blik, toch als positief heb ervaren. Verschillende belanghebbenden hebben op deze manier toch een beter gevoel mogen krijgen over hoe er nu verder moet worden omgegaan met het gebied tussen marssum en wier. Onze maatschap heeft een waterschapsvergunning voor het dempen van enkele sloten op Dyksterhuzen ter zijde gelegd om het proces niet in de weg te staan, zoals dit ook was afgesproken binnen de club. Mij terdege bewust dat bij toekomstige ontwikkelingen iets terug moet worden gedaan voor het landschap wat uiteindelijk voor landschap en iedere bewoner beter is. Hier zou ik het graag bij willen laten en wens iedereen veel succes toe.

     

  • Reactie gemeente:

  •  

  • We zijn blij dat het proces op deze manier is ervaren.

  • 2.

    Fansels binne wy bliid dat der no in stik leit mei it doel it lânskip better te beskermjen. De begrinzing is, nei ús argumintaasje, oanpast en rommer wurden, mear rjochtdwaand oan de ienheid fan it gebiet. Lykwols sit der noch in grut mankement yn. It doel hat foar ús altyd west om de lêste noch oawêzige histoaryske eleminten dy’t no krekt de karakteristyk fan dit lânskip bepale te bewarjen en sa mooglik te herstellen.

     

  • Út beleidsstik dat no op besjen leit en dêr’t de gemeenteried him oer bûgje sil wurdt steld dat de weynrjochting fan it stateterrein in inisjatyf is út de mienskip. Dat is net sa. It inisjatyf komt fan de foarsitter fan de Van Aismastichting, dy’t ek de ferunningoanfraach (leit op besjen oan’t 24 des. dit jier) dien hat foar de realisaasje Landgoed Groot Terhorne. De ferienings fan Doarpsbelangen fan Bitgum en Bitgummole hawwe har wol oanbean om mei te tinken.

     

  • Lânskip:

  • It docht bliken dat de lêste historyske eleminten net it predikaat behâld krige hawwe. It gjit hjir om punt 6 yn it haadstik ferkavelingssleatten en beplantingen. De âlde sleatten hawwe it predikaat te respekteren krigen en net behâld. Punt 9: beamsingels steane as te respekteren en ek net ûnder behâld. Reliëf: ûnder punt 2: stiet krunich perseel op de kweldervlakte te respekteren, soe ek behâld wêze moatte.

  • Punt 3 Greppetsjelân, dat hjir tige seldsum wurden isheart yn ús eagen e kit predikaat behâld te krijen . Koart sein de kolom te respekteren foar boppe neamde eleminten heare echt beskerming te krijen troch it predikaat behâld. Oars kinne dizze yn ûnderhandelingen as ruilobject brûkt wurde en dus ferdwine.

  • Noch wat: it fernuveret ús dat de presentearre Waardenkaart alinnich it gemeentegrien sjen lit. Alle troch ús neamde karaktereistike, histoariske eleminten binnen net te sjen. Wy fine it needsaaklik, om letter misbegryp foar te wêzen, dat dy dúdlik op de waardenkkaart stean moatte.

     

  • De wurkwize fan de saneamde Gebiedscommissie:

  • Ien wichtig punt is net regele: As in boer fan doel is om in sleat te dimpen freget hy dat oan by it wetterskip. As is wetterskip tastimming jout, kriget de gemeente hjir berjochte fan. Mocht dit yn in laad ferdwine, per ongeluk, dan stiet nog altyd de gebeidscommissie bûten spul. Der moat dus regele wurde dat eltse yngreep dy’t ûnder it foech fan it Wetterskip falt, foarlein wurde moat oan de gemeente dy’t besjocht of de gebiedscommissie der yn behelle wurde moat. Wu fine dat it wetterskip net earder tastimming jaan moat foar dimpingen as de gemeente en de gebiedscommissie der oer te set west hawwe.

     

    Reactie gemeente:

     

    Deze inspraakreactie bevat grofweg drie onderdelen waar we puntsgewijs bij langsgaan.

     

    • 1.

      Herinrichting Staterrein Groot Terhorne: Dit project loopt een afzonderlijk traject van deze beleidsregel. We willen benadrukken dat de genoemde dorpsbelangen betrokken zijn. Daarnaast is het plan in 2021 al een breed toegelicht aan geïnteresseerden en stakeholders. Ook zal bij dit project worden gekeken naar de waarden die voortkomen uit deze beleidsregel, de landschappelijke en historische waarden zijn juist een basis voor dit project.

    • 2.

      Score voor landschap: Het klopt dat niet alle landschapselementen de score “te behouden” hebben gekregen maar bijvoorbeeld “te respecteren”. Te respecteren betekent niet dat dit inwisselbaar is, maar dat er wel gevallen denkbaar zijn waarbij dit wel zo is. Dit komt onder andere omdat niet alle nu bestaande bomenrijen en sloten in het gebied per definitie oud zijn en de status te behouden zouden moeten hebben. Zodra dit wel het geval is zal (zoals ook genoemd in het stuk) worden ingezet op behoud. Uiteraard wordt wel altijd ingezet op herstelmaatregelen en versterking van de landschapsstructuur (ook bij status “te respecteren”). Wat betreft het greppelland, dit is iets wat niet uniek is voor dit gebied in Waadhoeke maar wel degelijk landschappelijk waardevol. Omdat het elders ook geen specifieke regeling heeft binnen bestemmingsplannen in deze gemeente is hier gekozen voor “te respecteren”.

      De genoemde waardenkaart is indicatieve kaart die een handvat voor toetsing is maar niet een keihard toetsingskader. Dat hier niet al het karakteristiek groen op te zien is kan kloppen. Maar dit heeft geen invloed op de toetsing die gedaan wordt. Er wordt per casus namelijk gekeken welke waarden aanwezig zijn (geweest) op de plek met behulp van een landschapsdeskundige van de gemeente.

    • 3.

      Waterschapsvergunning: Deze beleidsregel gaat gepaard met een aanvulling op de beheersverordening. Deze aanvulling op de beheersverordening zorgt voor een vergunningplicht voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden. Hiermee is geborgd dat het ten alle tijden bij de gemeente komt te liggen. Er is naast een vergunning van het wetterskip dan namelijk ook een omgevingsvergunning van de gemeente nodig voor bijvoorbeeld het dempen van sloten.


1

Het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) is een Europees subsidieprogramma dat op de ontwikkeling van een duurzame en concurrerende agrarische sector en een leefbaar platteland is gericht.

Het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) is onderdeel van het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL). Via het SNL verlenen de provincies subsidie voor het behoud en de ontwikkeling van (agrarische) natuurgebieden en landschappen

2

Het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) is een Europees subsidieprogramma dat op de ontwikkeling van een duurzame en concurrerende agrarische sector en een leefbaar platteland is gericht.

Het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) is onderdeel van het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL). Via het SNL verlenen de provincies subsidie voor het behoud en de ontwikkeling van (agrarische) natuurgebieden en landschappen