Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rogplus

Reglement van orde van het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam Rogplus

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRogplus
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingReglement van orde van het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam Rogplus
CiteertitelReglement van orde van het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam Rogplus
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-03-2022nieuwe regeling

22-12-2021

bgr-2022-274

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde van het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam Rogplus

Algemeen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • b.

    Regeling: de gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam Rogplus

  • c.

    Secretaris: de directeur van het openbaar lichaam Rogplus

  • d.

    Amendement: voorstel tot wijziging van een ontwerpbesluit

  • e.

    Motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

Artikel 2 Plaatsvervangende leden

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt een lijst op van leden en hun plaatsvervangers.

  • 2.

    Indien een lid verhinderd is een vergadering van het algemeen bestuur bij te wonen, geeft hij hiervan binnen 48 uren kennis aan het aangewezen plaatsvervangend lid.

  • 3.

    Hij doet hiervan melding bij de secretaris.

Artikel 3 De voorzitter

De voorzitter van het algemeen bestuur is belast met:

  • a.

    het leiden van de vergadering;

  • b.

    het handhaven van de orde;

  • c.

    het doen naleven van het reglement van orde;

  • d.

    hetgeen de wet, de regeling of dit reglement hem verder opdraagt.

Artikel 4 De secretaris

  • 1.

    De directeur is de secretaris van het algemeen bestuur.

  • 2.

    De adjunct-directeur van Rogplus is plaatsvervangend secretaris.

  • 3.

    Bij verhindering of afwezigheid geeft ieder van hen daarvan kennis aan de voorzitter.

  • 4.

    De secretaris draagt zorg voor al hetgeen binnen de hem opgedragen taak nodig is in het belang van een vlot verloop van de vergadering van het algemeen bestuur.

Artikel 5 Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De secretaris draagt vanuit Rogplus zorg voor al hetgeen binnen de hem opgedragen taak nodig is in het belang van een vlot verloop van de vergadering van het algemeen bestuur.

  • 2.

    Indien de secretaris dit wenst laat hij zich voor de hem opgedragen taak vanuit Rogplus ondersteunen.

  • 3.

    Daar waar wenselijk betrekt de secretaris ambtelijke ondersteuners bij de ondersteunende werkzaamheden.

Artikel 6 Werkwijze

  • 1.

    De secretaris, de adjunct-directeur en de controller van Rogplus nemen deel aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement en hebben daarin een adviserende stem.

  • 2.

    De artikelen 22 (onschendbaarheid, verschoningsrecht), 26 (handhaving orde vergadering) en 28 tot en met 33 (stemming) van de Gemeentewet zijn, voor zover daarvan in de wet niet van is afgeweken, op het houden van de orde van de vergaderingen van het algemeen bestuur van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Datum, tijd en plaats van vergaderen

Het algemeen bestuur stelt vóór aanvang van elk kalenderjaar een schema op, waarin zijn opgenomen tijd en plaats van de in dat jaar te houden vergaderingen van het algemeen bestuur. Dit schema wordt tijdig ter kennis gebracht van de leden en plaatsvervangende leden.

Artikel 8 Oproep en verhindering

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste 10 werkdagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden van het algemeen bestuur verzonden.

  • 3.

    De in het tweede lid van dit artikel genoemde stukken voor het algemeen bestuur worden tegelijkertijd met de oproeping en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.

  • 4.

    Een lid dat verhinderd is de vergadering van het algemeen bestuur bij te wonen geeft hiervan voor aanvang van de vergadering, kennis aan de secretaris.

Artikel 9 Agenda

  • 1.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt met de daarbij behorende stukken aan de leden verzonden, en openbaar gemaakt.

  • 2.

    Bij aanvang van de vergadering stelt het algemeen bestuur de agenda vast. Op voorstel van een lid van het algemeen bestuur kan het algemeen bestuur bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3.

    Op voorstel van een ander lid van het algemeen bestuur kan het algemeen bestuur de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 10 De vergadering

  • 1.

    De vergadering van het algemeen bestuur wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2.

    Indien ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het algemeen bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 11 Amendementen

  • 1.

    Ieder lid kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Er kan alleen beraadslaagd worden over amendementen die ingediend zijn door leden die in de vergadering aanwezig zijn.

  • 2.

    Ieder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement).

  • 3.

    Elk amendement of subamendement en elk voorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter – met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde – oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan.

  • 4.

    Intrekking, door de indiener(s), van het amendement of subamendement is mogelijk, totdat de besluitvorming door het algemeen bestuur heeft plaatsgevonden.

Artikel 12 Moties

  • 1.

    Ieder lid kan ter vergadering een motie indienen.

  • 2.

    Een motie moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend.

  • 3.

    De behandeling van een motie over een aanhangig onderwerp of voorstel vindt tegelijk met de beraadslaging over dat onderwerp of voorstel plaats.

  • 4.

    De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld.

  • 5.

    Intrekking, door de indiener(s), van de motie is mogelijk totdat de besluitvorming door het algemeen bestuur heeft plaatsgevonden.

Artikel 13 Beraadslaging

  • 1.

    De voorzitter kan voorstellen over één of meer onderdelen van een voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan het algemeen bestuur besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

  • 3.

    Niet-leden van het algemeen bestuur kunnen op uitnodiging van de voorzitter in de vergadering aanwezig zijn en aan de beraadslaging deelnemen.

Artikel 14 Stemming over zaken

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de meerderheid van de leden van het algemeen bestuur anders beslist.

  • 2.

    De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 3.

    Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing.

  • 4.

    Bij de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in het verslag vragen dat zij geacht willen worden te hebben tegen gestemd of zich van medestemmen dienden te onthouden in een aangelegenheid die het lid rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken.

  • 5.

    Indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling.

  • 6.

    De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

  • 7.

    Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen.

  • 8.

    Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.

  • 9.

    Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolgde het vorige lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.

  • 10.

    Een stemming is alleen geldig indien meer dan de helft van het aantal leden dat zitting heeft, en zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden, daaraan heeft deelgenomen.

Artikel 15 Volgorde stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd.

  • 2.

    Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement.

  • 3.

    Indien twee of meer amendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij geldt de regel, dat het meest verstrekkende amendement het eerst in stemming wordt gebracht.

  • 4.

    Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over de motie gestemd en vervolgens over het voorstel.

  • 5.

    Indien aangaande een aanhangig voorstel zowel een of meer moties zijn ingediend, als een of meer amendementen, wordt eerst over de motie(s) gestemd, dan over de amendementen en vervolgens over het voorstel.

Artikel 16 Stemming over personen: geheim

  • 1.

    De stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingengeschiedt schriftelijk.

  • 2.

    Indien de stemmen staken over personen tot wie de keuze door een voordracht of bij eenherstemming is beperkt, wordt in dezelfde vergadering een herstemming gehouden.

  • 3.

    Staken bij deze stemming de stemmen opnieuw dan beslist terstond het lot.

Artikel 17 Verslag en besluitenlijst

  • 1.

    De secretaris draagt zorg voor het bijhouden van het verslag van de vergadering.

  • 2.

    Het verslag bevat:

    • a.

      de namen van de aanwezige en afwezige leden;

    • b.

      de namen van de andere personen die hebben deelgenomen aan de beraadslaging;

    • c.

      een samenvatting van de beraadslaging;

    • d.

      een besluitenlijst.

  • 3.

    Indien een lid hiertoe heeft verzocht kan aangetekend worden dat het betreffende lid geacht wordt tegen het voorstel te zijn.

  • 4.

    Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld.

Artikel 18 Verantwoording aan de raden en colleges

  • 1.

    Indien een of meer leden van de raad dan wel van het college inlichtingen verlangen wordt het verzoek daartoe schriftelijk ingediend bij de voorzitter van het algemeen bestuur.

  • 2.

    Het algemeen bestuur beantwoordt de vragen zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen zes weken, nadat de vragen de voorzitter hebben bereikt.

  • 3.

    De antwoorden worden door de voorzitter zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de raden en/of colleges van de aan de regeling deelnemende gemeenten medegedeeld. Bij de antwoorden worden de vragen opnieuw vermeld.

  • 4.

    Het algemeen bestuur vervult een actieve informatieplicht aan raden en colleges overeenkomstig artikel 9 vierde lid GR OL Rogplus.

Artikel 19 Slotbepalingen

  • 1.

    In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, of bij twijfel over de uitleg van dit reglement, beslist het algemeen bestuur.

  • 2.

    Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022.

     

Vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur Openbaar Lichaam Rogplus op 22 december 2021.