Organisatie | Heerde |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Integriteitsbeleid politieke ambtsdragers gemeente Heerde |
Citeertitel | Integriteitsbeleid politieke ambtsdragers gemeente Heerde |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-11-2015 | 03-11-2015 | Nieuwe regeling | 03-11-2015 |
Voor u ligt het integriteitsbeleid voor politieke ambtsdragers van de gemeente Heerde. Het is bedoeld voor elke individuele politieke ambtsdrager, maar ook voor de raad, de raadscommissies en het college van B&W als geheel.(1) (Deze inleiding is gebaseerd op de inleiding van de ‘Modelgedragscode Integriteit volksvertegenwoordigers in gemeenten, provincies en waterschappen‘ (VNG, IPO, UvW en Ministerie van BZK, maart 2015).
Politieke ambtsdragers die integer handelen, zijn belangrijk voor de democratie van ons land. Zlj betrachten zorgvuldigheid blj het invullen van hun (maatschappelijke) rol, zij nemen hun verantwoordelijkheid en zij kunnen hun handelingen te allen tljde verantwoorden. Bovenal geldt dat zij zich houden aan de wetten en regels die op democratische wijze zijn vastgesteld. Zonder dat zal het vertrouwen in de democratische rechtsstaat worden ondermi]nd en het draagvlak voor de naleving van de wetten en regels verdwijnen.
Integriteit is niet alleen een kwestie van regels, maar ziet ook op de onderlinge omgangsvormen. Een respect:volle omgang met burgers en organisaties, tussen politieke ambtsdragers onderling en tussen politieke ambtsdragers en medewerkers, met behoud van eigen politieke inhoud en stijl, is van groot belang.
Integriteit is een thema dat betekenis krijgt in het handelen. Een integriteitsbeleid dat alleen op papier bestaat is slechts een dode letter. Daarom moet het handelen van politieke ambtsdragers regelmatig onderwerp van gesprek zijn, juist ook onderling. De gedragscode geeft daarbij ondersteuning. Integriteit is uiteindelijk niet in regels te vangen. In de woorden van de schrijver C.S. Lewis gaat het om ‘doing the right thing, even when no one Is watching’.
Dit integriteitsbeleid geeft een basis voor het handelen van de politieke ambtsdragers van de gemeente Heerde. Zo kent dit integriteitsbeleid een (separaat vastgelegde) gedragscode, die duidelijke afspraken bevat. Integriteit kent echter ook een groot ‘grijs’ gebied, waarin een antwoord of oplossing niet (direct) duidelijk is. In dit integriteitsbeleid zijn daarom ook ’kernbegrippen van bestuurlijke integriteit’ opgenomen, die in geval van twijfel een richtlijn zijn. Belangrijk is om altijd de dialoog met elkaar aan te gaan.
Dit integriteitsbeleid dient dan ook niet alleen te worden gezien als een weergave van regels, maar ook als hulpmiddel voor het werk van een politiek ambtsdrager. De maatschappij wordt immers steeds complexer, waardoor keer op keer andere, integriteitsgevoelige situaties ontstaan. Wanneer een politiek ambtsdrager zich dit integriteitsbeleid voldoende eigen maakt, zal hij/zij echter altijd een basls hebben om op terug te vallen.
Een politiek ambtsdrager dient altijd aan integriteit te blijven werken. Door maatschappelijke, organisatorische en digitale ontwikkelingen kunnen er immers steeds nieuwe, integriteitsgevoelige situaties ontstaan. Bij integriteit is er dan ook sprake van een continu proces. Hierdoor is het niet eenvoudig om een doelstelling voor integriteitsbeleid te formuleren. Want is het doel bij integriteit wel ooit behaald ?
Om bovenstaande redenen is het belangrijk dat de doelstelling van integriteit toeziet op continuering van integriteit. Het integriteitsbeleid voor politieke ambtsdragers van de gemeente Heerde kent daarom de volgende doelstelling :
Het integriteitsbeleid voor politieke ambtsdragers van de gemeente Heerde heeft het doel om integriteitsbewustzijn bij politieke ambtsdragers te bevorderen, wat bijdraagt aan een integer bestuur met integere functionarissen.
Aan de doelstelling worden bewust geen termijnen verbonden. Zij geeft een streven weer dat past bij de gewenste, continue aandacht voor integriteit.
Wat verstaan wij onder integriteit?
In de afgelopen jaren is er veel geschreven over integriteit. Desondanks is er nog geen eenduidige, vastomlijnde definitie van ‘integriteit’. Zo kan integriteit ’eerlijk en betrouwbaar’ betekenen (2) (‘Integriteit’, www.encyclo.nl), maar het kan ook inhouden dat iemand soclale en ethische normen en waarden handhaaft bij druk van buitenaf. (3) (Idem).
Om zo volledig mogelijk te blijven, wordt in dit beleid uitgegaan van ’integriteit in positieve zin’ en ‘integriteit in negatieve zin’. 'Integriteit in positieve zin’ houdt in dat er wordt gehandeld in overeenstemming met geschreven en ongeschreven waarden en normen, die uitdrukking geven aan onkreukbaarheid, betrouwbaarheid, rechtsgeschapenheid, eerlijkheid, zuiverheid en onaantastbaarheid. ’Integriteit in negatieve zin’ omvat lntegrlteitsschendingen: het oneigenlijk of onrechtmatig gebruik maken van positie, kennis, macht, relaties of bevoegdheden ten behoeve van zichzelf of van derden. (4) (G.W.M. van Vugt & J.F. Boet, Zuiver handelen in een vuile context. Over (grensoverschrijdende) afvalstromen, milieucriminaliteit en integen handelen in het openbaar bestuur, Arnhen: Gouda Quint, 1994, p. 33; in: J.H.J. Van den Heuvel & L.W.J.C. Huberts, Integriteitsbeleid van gemeenten, Utrecht: Lemma BV 2003, p. 20).
Echter, zelfs bovenstaande, veelomvattende definitie Iaat ruimte over voor discussie. Zo is het niet altijd eenvoudig om aan te geven wanneer iemand in overeenstemming met ongeschreven normen handelt, of Is niet altljd (direct) duidelijk of iemand zijn kennis onrechtmatig heeft gebruikt. Voor veel voorkomende situaties (zoals nevenfuncties en geschenken) zijn er regels opgesteld in de gedragscode. Er zullen echter altijd twijfelachtlge, ‘grijze’ situaties blijven bestaan. De navolgende kernbegrippen van bestuurlijke integriteit zijn bedoeld om in dergelijke gevallen, in onderling overleg, een handelswijze te bepalen.
Het is tevens denkbaar dat een situatie zich voordoet, waarin de regels uit de gedragscode niet eenduidig zijn of leemtes blijken te bevatten. Ook in die gevallen vormen de navolgende kernbegrippen een toetssteen voor de gedragsafspraken zoals die in de gedragscodes zijn vermeld.
Politieke ambtsdragers dienen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal te stellen. Hiervoor is integriteit van het openbaar bestuur een belangrijke voorwaarde. De primaire richtlijn zijn de belangen van de gemeente Heerde en van haar burgers.
Bestuurlijke integriteit betekent dat de verantwoordelijkheid dle met de functie samenhangt, wordt aanvaard en dat men bereid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders of aan de gemeenteraad. Daarnaast wordt er ook externe verantwoording afgelegd aan de organisaties en burgers voor wie politieke ambtsdragers hun functie vervullen.
Bestuurlijke integriteit behelst daarom het volgende:
Zoals reeds genoemd, is er geen vaste definitie van integriteit. Hier komt bij dat integriteit ook geen vastomlijnd gebied bestrijkt, waardoor dit integriteitsbeleid raakvlakken heeft met andere beleidsvelden. Een voorbeeld hiervan is inkoop en aanbesteding, waarin integriteit (m.n. belangenverstrengeling) ook een belangrijk onderdeel is. De raakvlakken worden in dit beleid beschreven, zodat duidelijk is welk beleid in een gegeven situatie van toepassing is.
Voor het college B&W raakt bestuurlijke integriteit het onderwerp 'inkoop en aanbesteding’. Inkoop en aanbesteding is gevoelig voor integriteitsschendingen, vooral omdat er grote bedragen en diverse belangen mee gemoeid zijn. Het college van B&W van de gemeente Heerde heeft een inkoop en aanbestedingsbeleid vastgesteld. Daarnaast is er een klachtenregeling aanbestedingen’, zodat klachten van potentiële aanbieders op een eerlijke en onpartijdige wijze worden afgehandeld.
Raads- en commissieleden en collegeleden komen bij hun werkzaamheden veelvuldig in aanraking met vertrouwelijke informatie en privacygevoelige gegevens. In de Gemeentewet en in de Algemene wet bestuursrecht zijn voorschriften met betrekking tot geheim houding opgenomen. Daarnaast gaan de artikelen 3.I en 3.2 van de gedragscode over het omgaan met (gevoelige) informatie. Politieke ambtsdragers dienen zich in elke situatie aan deze wettelijke normen en normen uit de gedragscode te houden.
Naast de voorschriften met betrekking tot geheimhouding, zijn er ook diverse maatregelen om vertrouwelijke gegevens te beschermen.
Voor raads- en commissieleden zijn de volgende (niet-limitatieve) maatregelen getroffen:
Voor collegeleden zijn de volgende (niet-limitatieve) maatregelen getroffen :
De ambitie is om in 2016 een privacybeleid vast te stellen. Bezien moet worden of dit privacybeleid ook voor politieke ambtsdragers gaat gelden. In dat geval verdient het aanbeveling om eventuele raaklakken op het gebied van privacy opnieuw te beoordelen.
In de inleiding is reeds vermeld dat het opstellen van een integriteitsbeleid niet voldoende is om integriteit te bewerkstelligen. Bewustwording is minstens zo belangrijk. Hiermee wordt voorkomen dat het integriteitsbeleid een 'papieren tijger’ wordt. In deze paragraaf wordt beschreven op welke wijzen integriteitsbewustzijn wordt bevorderd.
De burgemeester heeft de positie van ‘hoeder van de integriteit’. Een burgemeester maakt immers onderdeel uit van de raad en van het college van B&W, waardoor hij/zij een belangrijke koppeling in de bestuurlijke organisatie is. Binnenkort wordt ook in de Gemeentewet vastgelegd dat de burgemeester de taak heeft om de bestuurlijke integriteit van zijn of haar gemeente te bevorderen. Hiermee is de verantwoordelijkheid voor de portefeuille 'integriteit’ nog duidelijker belegd.
De toekomstige bepaling in de Gemeentewet biedt een burgemeester de ruimte om al naar gelang de situatie handelend op te treden, waarbij niet alleen gedacht moet worden aan het optreden bij incidenten. Een belangrijk onderdeel is namelijk ook preventie: ervoor zorgen dat integriteit en integriteitsbewustzijn in de bestuurlijke gremia een plek krijgen en daarbij afspraken maken over een regelmatige bespreking van het thema integriteit, zowel met de volksvertegenwoordiging als binnen het college van B&W. De burgemeester hoeft hier niet alleen voor te staan. Een daartoe aangewezen contactpersoon of vertrouwenspersoon (bijvoorbeeld de griffier) kan hier eveneens een belangrijke rol in spelen.
De burgemeester dient elk jaar verantwoording over integriteit af te leggen aan de Commissaris van de Koning. De Commissaris van de Koning dient in de toekomst, op basis van de nieuwe Gemeentewet, te adviseren en te bemiddelen indien de bestuurlijke integriteit in een gemeente in het geding is.
Een van de belangrijkste instrumenten van een integriteitsbeleid is de gedragscode. De gedragscode is een interne regeling, waarin de wettelijke regels worden ingevuld en geconcretiseerd. De gedragscode vormt een leidraad in situaties van twijfel, vragen en discussies (5) (VNG, IPO, UvW en Ministerie van BZK,‘Modelgedragscode integriteit (dagelijkse) bestuurders in gemeenten, provincies en waterschappen’, maart 2015, p 4) . In Heerde geldt de ‘Gedragscode integriteit politieke ambtsdragers gemeente Heerde’.
Voor wethouders geldt dat, voordat zij het ambt mogen aanvaarden, er bij hen een toetsing plaatsvindt.
Voor raads- en raadscommissieleden geldt dat de aandacht voor integriteit, voorafgaand aan hun functie, een zaak van de fracties is. Dit geldt met nadruk ook voor het gebruik van social media. Fracties hebben hierin een eigen verantwoordelijkheid. Van fracties wordt ook verwacht dat zij aandacht aan integriteit besteden.
(Nieuwe) Raadsleden hebben na enige tijd een evaluatiegesprek met de raadsgriffier en/of burgemeester over hun raadslidmaatschap en ervaringen. Het onderwerp integriteit kan tijdens dit gesprek aan bod komen.
Voor collegeleden, raadsleden en raadscommissleleden geldt dat zij blj aanvang van hun functie en daarna jaarlijks en ingeval van tussentijdse wijzigingen formulieren voor nevenfuncties en openbare betrekkingen invullen. Deze formulieren worden vervolgens door de geloofscommissie, waaronder de griffier (voor raadsleden), gescreend op de onverenigbare betrekkingen ult de Gemeentewet.
Indlen daarvoor aanlelding bestaat, voert de griffier naar aanleiding van de formulieren een gesprek met het betreffende raadslid of raadscommissielid. Voor collegeleden geldt dat de gemeentesecretaris de gesprekken voert, samen met de burgemeester.
Nevenfuncties en Inkomsten worden benoemd en gepubliceerd conform de Gemeentewet. Hierbij wordt de reikwijdte aangehouden die in de Gemeentewet staat.
In de afgelopen jaren is het gebruik van zogenoemde ’integriteitstoetsen’ voor wethouders steeds meer toegenomen. Door deze integriteitstoetsen kan duidelijk worden of lemand door eerdere werkzaamheden of privéomstandigheden In politieke problemen kan komen. De integriteltsrlsico’s worden ermee in kaart gebracht. (6) (Y. de Koster, 'Wethouders eerder door de mangel’, Binnenlands Bestuur 7 februari 2014, www.binnenlandsbestuur.nl.) Dergelljke integriteitstoetsen zijn (nog) niet verplicht.
Voor alle politieke ambtsdragers geldt dat er regelmatig over het onderwerp 'integriteit’ van gedachten wordt gewisseld.
Voor raadsleden geldt dat dit jaarlijks wordt gedaan tijdens een themaraad. Raadscommissieleden kunnen daarbij aanschuiven. Voor collegeleden geldt dat er jaarlijks een speciale middag of heisessie wordt georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten kunnen specifieke onderwerpen, zoals 'nevenfuncties’ of ‘geschenken’, aan bod komen. Ook is casusoverleg mogelijk of er kunnen gastsprekers worden uitgenodigd.
Bovenstaande neemt niet weg dat raadsleden, raadscommissieleden en collegeleden ook vaker bij elkaar kunnen komen om met elkaar de dialoog aan te gaan.
In de afgelopen jaren is de media-aandacht voor integriteit(schendingen) sterk toegenomen. Het handelen van politieke ambtsdragers ligt onder het spreekwoordelijke 'vergrootglas’. In dit kader is het belangrijk om openheid naar de inwoners van Heerde te betrachten en daarmee (negatieve) publiciteit een stap voor te blijven.
Transparantie dient altijd het uitgangspunt te blijven. Om deze transparantie te bewerkstelligen, zal er jaarlijks in het burgerjaarverslag aandacht worden besteed aan integriteit. Hierin zal worden vermeld:
Inwoners van Heerde kunnen het burgerjaarverslag gedurende het hele jaar raadplegen via de website van de gemeente Heerde.
EIke politieke ambtsdrager geniet vanaf zijn/haar aanstelling het vertrouwen van collega’s en het ambtelij k apparaat. Dit vertrouwen betekent dat ervan wordt uitgegaan dat een politiek ambtsdrager zich integer gedraagt. Toch kan het mis gaan of mis lijken te gaan. In die gevallen is het voor alle betrokken partijen goed om duidelijke regels te hebben over de wijze waarop wordt omgegaan met (vermoedens van) integriteitsschendingen.
Voor politieke ambtsdragers is er, in tegenstelling tot de situatie bij het ambtelijk apparaat, geen klokkenl uidersregeling. In plaats daarvan zijn er voor alle politieke ambtsdragers vertrouwenspersonen aanwezig. Indien een politiek ambtsdrager twijfelt aan zijn eigen integriteit of aan de integriteit van een collega, is het wenselijk om met de aangewezen vertrouwenspersoon in gesprek te gaan. Voor raadsleden, raadscommissieleden en wethouders vormt de burgemeester het eerste aanspreekpunt en daarmee de vertrouwenspersoon. Zij kan iemand desgewenst bij verdere stappen begeleiden.
Voor de burgemeester is de Commissaris van de Koning vertrouwenspersoon. Vanuit praktische overwegingen kan de burgemeester in een eerder stadium ook overleg voeren met een persoon uit de directe omgeving, bijvoorbeeld de gemeentesecretaris.
Indien er sprake is van een vermoeden van een integriteitsschending, is het noodzakelijk om een onderzoek uit te voeren. Ook indien er duidelijk sprake is van een integriteitsschending, is een onderzoek nodig voor het opbouwen van een dossier. Hierbij is het belangrijk dat er een kader is waarbinnen het onderzoek wordt uitgevoerd. Er zal daarom een werkwijze worden opgesteld, waarin richtlijnen staan voor het uit te voeren onderzoek.
Integriteit is een onderwerp dat zeer afhankelijk is van ontwikkelingen in de maatschappij. Om ervoor te zorgen dat het integriteitsbeleid blijft voldoen aan deze ontwikkelingen, is het belangrijk dat het beleid periodiek wordt geëvalueerd. Een eerste evaluatie vindt in ieder geval voor 2018 plaats (voorafgaand aan de verkiezingen), zodat de nieuwe politieke ambtsdragers hun taak kunnen beginnen met een actueel beleid. Na 2018 is het raadzaam om het beleid in ieder geval eens per twee jaar te evalueren.
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Deze gedragscode geldt voor politieke ambtsdragers. Hiertoe worden raadsleden, leden van de raadscommissies (1) (Artikel 4 lid 3 sub a van de Verordening op de raadscommlssies van de gemeente Heerde verklaart de artikelen 10 t/m 15 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing op leden van de raadscommissies), de burgemeester en de wethouders gerekend. De gedragscode richt zich ook tot de raad, de raadscommissies en het college van B&W als geheel.
Paragraaf 2 Voorkomen van belangenverstrengeling
Een raadslid of raadscommissielid levert de griffier de informatie aan over de (neven) functies die openbaar moeten worden gemaakt. Dlt doet hlj/zlj blj aanvang van het raadslidmaatschap en daarna jaarlijks. Tevens wordt, indien gaande het lidmaatschap nleuwe (neven)functies worden aanvaard of de omstandigheden met betrekking tot bestaande (neven)functies wijzigen, de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de griffier.
De burgemeester levert de gemeentesecretaris de informatie aan over de nevenfuncties die openbaar moeten worden gemaakt. Dit doet zij blj aanvang van het ambt en daarna jaarlijks. Tevens wordt, indien gaande het ambt nieuwe nevenfuncties worden aanvaard of de omstandigheden met betrekking tot bestaande nevenfuncties wijzigen, de Informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de gemeentesecretaris.
De wethouder levert de gemeentesecretaris de informatie aan over de nevenfuncties die openbaar moeten worden gemaakt. Dit doet hij/zij bij aanvang van het ambt en daarna jaarlijks. Tevens wordt, indien gaande het ambt nieuwe nevenfuncties worden aanvaard of de omstandigheden met betrekking tot bestaande nevenfuncties wijzigen, de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de gemeentesecretaris.
Paragraaf 4 Omgang met geschenken en uitnodigingen
Een collegelid is terughoudend met het accepteren van geschenken en meldt in het college alle geschenken, faciliteiten, diensten en uitnodigingen die hem/haar worden aangeboden en die een waarde van meer dan €50,00 hebben. Dit geldt ook bi] ontvangst op het huisadres. In het college wordt besproken of het geschenk/de dienst/de faciliteit/de uitnodiging gezien de omstandigheden kan worden aanvaard.
Een raadslid of raadscommissielid is terughoudend met het accepteren van geschenken en meldt aan de raadsgriffier alle geschenken, faciliteiten, diensten en uitnodigingen dle hem/haar worden aangeboden en die een waarde van meer dan €50,00 hebben. Dit geldt ook bij ontvangst op het huisadres. De griffier maakt de afweging of het geschenk/de dienst/de faciliteit:/de uitnodiging gezien de omstandigheden kan worden aanvaard. Bij twijfel overlegt de raadsgriffier met de fractievoorzitters.
Er is een openbaar geschenkenregister. Het college beheert dit openbare geschenkenregister. De in artikel 1.1 bedoelde ambtsdragers dienen geschenken met een waarde boven de €50,- te melden bij het college, die de melding opneemt in het openbare geschenkenregister. Het openbare geschenkenregister is te raadplegen op de website van de gemeente.
Het bestuursorgaan richt de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven. Daarnaast worden er heldere procedures gehanteerd over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente.
Het rechtskarakter van de gedragscode is dat van een interne regeling, als nadere Invulling en concretisering van de wettelijke regels. De gedragscode bevat in aanvulling op wettelijke regels gedragsnormen en regels over procedures die de transparantie van het handelen van politieke ambtsdragers evenals van de besluitvorming over en de naleving van de normen vergroten. Zij vormt een beoordelingskader en leidraad blj twijfel, vragen en discussies. De regels zijn door de politieke ambtsdragers in gezamenlijk debat vastgesteld, waarbij sprake is van zelfbindlng. In dit licht moeten de regels in de code dan ook worden gezien. Dit maakt de gedragscode evenwel niet vrijblijvend. Het nlet naleven van de gedragscode heeft geen rechtsgevolgen, maar het kan wel politieke gevolgen opleveren. Politieke ambtsdragers kunnen op de nalevlng van de gedragscode worden aangesproken en zij dlenen zich over de naleving ervan te kunnen verantwoorden. Het niet naleven van de gedragscode kan dus onderdeel worden van het politieke debat.
Bij de gedragscode hoort een wettelijk kader. In een aantal gevallen verdient een artikel ult de gedragscode ook een toelichting. Het wettelijk kader en de toelichting worden hier weergegeven.
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
De gemeenteraad stelt een gedragscode vast voor haar leden, voor leden van de raadscommissies en voor leden van het college van B&W.
(Artikel 15 lid 3 (jo. artikel 4 lid 3 sub a van de Verordening op de raadscommissies van de gemeente Heerde), artikel 41c lid 3 en artikel 69 lid 2 Gemeentewet)
Paragraaf 2 Voorkomen van belangenverstrengeling
Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de raadsleden en raadscommissieleden in de vergadering, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af:
“Ik zweer (verklaar) dat ik om tot raadslid (of: raadscommissielid) benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te Iaten, rechtstreeks noch middellijk enïg geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. ïk zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als raadslid (of:raadscommissieIid) naar eer en geweten zal vervullen.”
(Artikel 14 Gemeentewet (jo. artikel 4 lid 3 sub a van de Verordening op de raadscommissies van de gemeente Heerde).
Wethouders en de burgemeester leggen, alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, de volgende eed (verklaring en belofte) af:
“Ik zweer (verklaar) dat ik om tot het ambt benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. !k zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. !k zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten uit het ambt naar eer en geweten zal vervullen.”
Een raadslid neemt niet deel aan de stemming over:
Wethouders en de burgemeester nemen niet deel aan de stemming over:
Verboden overeenkomsten/handelingen:
Raadsleden en raadscommissieleden mogen in geschillen, waar de gemeente(bestuur) partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn. Zij mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middellijk aangaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend.
Op overtreding staat uiteindelijk de sanctie van schorsing en vervallenverklaring van het lidmaatschap van de raad.
(Artikelen X7, X7a en X8 Kieswet)
Wethouders en de burgemeester mogen in geschillen, waar de gemeente partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn. Zij mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middellij k aangaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend.
Onverenigbaarheid van functies:
Dit leidt er uiteindelijk toe dat de betrokkene ophoudt lid te zijn van de raad. (Artikel X 1 Kieswet).
Op overtreding van de incompatibiliteitenregeling staat uiteindelijk de sanctie van ontslag. (Artikelen 46, tweede lid, en 47 Gemeentewet)
Voor wethouders en de burgemeester is bepaald dat zij geen nevenfuncties hebben die ongewenst zijn met het oog op een goede vervulling van hun ambt. Voor burgemeesters is daaraan toegevoegd dat zij evenmin nevenfuncties hebben die ongewenst zl]n met het oog op de handhaving van hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid van het vertrouwen daarln. Wethouders en de burgemeester melden het voornemen tot aanvaarding van de nevenfunctie aan de raad.
Openbaarmaking inkomsten nevenfuncties:
Verrekening inkomsten nevenfuncties:
Wethouders en een burgemeester mogen geen vergoedingen ontvangen voor ambtshalve nevenfuncties; die inkomsten worden in de gemeentekas gestort. Voor fulltime bestuurders is geregeld dat de inkomsten uit andere nevenfuncties voor een deel worden verrekend, volgens dezelfde verrekenings-systematiek als voor leden van de Tweede Kamer.
Het betreft een uitwerking van de wettelijke verplichting om nevenfuncties openbaar te maken. De informatie wordt neergelegd in een openbaar register. Een raadslid (of raadscommissielid) is verantwoordelijk voor de tijdige aanlevering van de informatie en voor de actualiteit daarvan.
Zoals uit het opgenomen wettelijk kader blijkt, zijn er enkele verschillen in de wetgeving t.a.v. de openbaarmaking van (inkomsten uit) nevenfuncties van de burgemeester enerzijds en van wethouders anderzijds. De nadere invulling daarvan in artikel 2.2 en 2.3 is in lijn hiermee dan ook niet exact gelijk.
Ten aanzien van het melden van inkomsten, geldt dat de Gemeentewet een-op-een wordt uitgevoerd. Uit artikel 41b lid 5 van de Gemeentewet en bijbehorende toelichting blijkt dat het belastbare loon op de jaaropgave als uitgangspunt moet worden genomen. Aangezien een werkgever loonbelasting verschuldigd is over eindheffingsbestanddelen, komen deze eindheffingsbestanddelen niet voor op een jaaropgave. In artikel 41b lid 5 Gemeentewet Is daarom bepaald dat het loon met de eindheffingsbestanddelen moet worden verminderd. Net andere inkomsten dan loon wordt geen rekening gehouden, omdat zij sterk kunnen fluctueren en zij niet poed op een specifiek moment en op objectieve wijze inzichtelijk te maken zijn (Kamerstukken II 30 425, nr. 3, p. 9-10). (2) P.A.M.J. Graat, ‘Tekst & Commentaar bij artikel 41b Gemeentewet (nevenfuncties wethouder)’ 01 april 2015, www.kluwernavigator.nl.).
In deze bepaling is de zogenaamde draaideurconstructie’ geregeld. In artikel 2.5 is de uitsluiting van benoeming als commissaris of bestuurslid van een ‘verbonden partij’ geregeld, ofwel, kort samengevat, van een organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Hiermee wordt mogelijke vriendjespolitiek voorkomen en het risico op verstrengeling van persoonlijke en functionele belangen wordt vermeden.
Het begrip ’verbonden partij’ is ontleend aan het ‘Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten’. Daarin staat dat een verbonden partij een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie is, waarin de provincie of gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Een financieel belang wordt gedefinieerd als een aan de betrokken organisatie ter beschikking gesteld bedrag, dat niet verhaalbaar is indien die organisatie failliet gaat (onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat) indien de organisatie haar verplichtingen niet nakomt.
Onder een 'bestuurlijk belang’ wordt verstaan: zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht.
Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit
Burgemeester en wethouders kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen. Ook de burgemeester heeft die bevoegdheid. De geheimhoudingsplicht moet worden bevestigd door de raad. Ook de raad, onderscheidenlijk (de voorzitter van) een raadscommissie, kan geheimhouding opleggen. (Artikelen 25, 55 en 86 Gemeentewet).
Het is belangrijk om, naast regels voor geheimhouding, ook de juiste maatregelen te treffen om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet in de digitale setting worden gedacht aan de beveiliging van de computer, smartphones e.d. met wachtwoorden en het niet onbeheerd achterlaten van USB-sticks met vertrouwelijke/geheime informatie. In het ‘Integriteitsbeleid voor politieke ambtsdragers van de gemeente Heerde’ is beschreven welke maatregelen aanwezig zijn.
Paragraaf 4 Omgang met geschenken en uitnodigingen
De eed of belofte die het raadslid (of raadscommissielid) op grond van artikel 14 van de Gemeentewet (jo. artikel 4 lid 3 sub a van de Verordening op de raadscommlssles van de gemeente Heerde) moet afleggen, en die wethouders en de burgemeester op grond van de artikelen 41a en 65 van de Gemeentewet moeten afleggen, heeft onder meer betrekking op het geven, aannemen of beloven van giften, gunsten of geschenken (zie voor de wettekst inzake de eed of belofte, het wettelijk kader van paragraaf 2 over de bepalingen ter voorkoming van belangenverstrengeling).
In de gedragscode is uitgangspunt dat geschenken, faciliteiten, diensten en uitnodigingen niet worden geaccepteerd als hiermee de onafhankelijke positie van een politiek ambtsdrager kan worden beïnvloed. Dat is in ieder geval aan de orde in onderhandelingssituaties.
Ten aanzien van uitnodigingen gaat het in dit artikel om uitnodigingen voor activiteiten die in de functie als politiek ambtsdrager worden aanvaard. Uitnodigingen die worden aanvaard in de hoedanigheid van lid van een politieke partij vallen hier dus niet onder.
Paragraaf 5 Gebruik van voorzieningen van de gemeente
Wethouders en de burgemeester genieten geen andere vergoedingen ten laste van de gemeente dan die bij of krachtens wet toegestaan zijn.
Er zijn voor raadsleden, raadscommissieleden en wethouders declaratlevoorschrlften opgenomen in de ’Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Heerde 2014’. Het gaat hierbij over de wijze van declaratie van vooruit betaalde (zakelijke) kosten en over rechtstreekse facturering van (zakelijke) kosten. De burgemeester volgt deze lijn ook.
Aan raadsleden, raadscommissieleden en collegeleden worden rechtspositionele voorzieningen, vergoedingen en andere verstrekkingen geboden die een goed functioneren mogelijk maken. Wat betreft de uitwerking van de principes van dit stelsel wordt verwezen naar de ’Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Heerde 2014’.
Uitgangspunt is dat zo weinig mogelijk uitgaven door de politieke ambtsdrager zelf worden gedaan via zijn of haar privérekening. Geldstromen tussen de rekening van het bestuursorgaan en de persoonlijke rekening van de politieke ambtsdrager maken een zwaardere controle op de uitgaven noodzakelijk.
Een politiek ambtsdrager zal zich uiteraard nauwgezet moeten houden aan de regels en procedures die er met het oog hierop voor hem of haar gelden.
Social media heeft in de afgelopen jaren een grote ontwikkeling doorgemaakt. Ook in het open baar
bestuur neemt het gebruik ervan toe. Social media biedt voordelen, zoals het delen van kennis en open communicatie. Er zijn echter ook risico’s, zoals het (per ongel uk) openbaar maken van vertrouwelij ke/geheime informatie. (4) (‘Integriteit en Social Media – Naar een verantwoord gebruik van Social Media bij de overheid’).
Het gebruik van social media is met name een zaak van de fracties. In de gedragscode zijn er daarom (alleen) uitgangspunten opgenomen, waaronder de oproep om elkaar respectvol te behandelen.