Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

VAKANTIE- EN VERLOFREGELING

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingVAKANTIE- EN VERLOFREGELING
CiteertitelVakantie- en Verlofregeling 1971
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpWijziging Ambtenarenreglement, wijziging Vakantie- en verlofregeling

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

integrale plaatsing regeling Rotterdam dd 31-12-2019

Wijzigingen ivm verlofharmonisatie LOAV 22/11

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 125 van de Ambtenarenwet
  2. artikel 11.2 van de Aanpassingswet Wnra
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-02-202401-01-2024wijziging artikel 1, 2, 3, 3d, 3e, 4, 5, 6d, 7 en 8.

14-02-2024

bgr-2024-317

11DB240214
26-07-202301-06-202314-02-2024wijziging artikel 6, 6A en 6D.

21-06-2023

bgr-2023-779

13DB230621
01-01-202026-07-2023nieuwe regeling

26-06-2019

bgr-2022-860

12DB190626

Tekst van de regeling

Intitulé

VAKANTIE- EN VERLOFREGELING

 

Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond,

 

Overwegende dat:

- de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) niet van toepassing is op de ambtenaren van de Veiligheidsregio (artikel 11.2 Aanpassingswet Wnra);

- De rechtspositionele regelingen van de gemeente Rotterdam als gevolg van de Wnra en CAO gemeenten zullen wijzigen en niet meer van toepassing zullen zijn op de ambtenaren van de veiligheidsregio;

- op 26 juni 2019 derhalve het besluit is genomen dat de rechtspositionele regelingen, waaronder de Vakantie- en verlofregeling 1971, van de gemeente Rotterdam zoals die golden op 31 december 2019 voor zover de VRR deze volgt over te nemen en voor de VRR vast te stellen als zijnde eigen rechtspositie;

- de Vakantie- en verlofregeling 1971 zoals die gold op 31 december 2019 in de gemeente Rotterdam ook door de Veiligheidsregio in geconsolideerde vorm dient te worden gepubliceerd;

 

gelet op:

- artikel 125 Ambtenarenwet in samenhang met artikel 11.2 Aanpassingswet WNRA;

- artikel 33b, eerste lid, onder c van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

- artikel 42 en 48 van het Ambtenarenreglement;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende regeling betreffende de duur van de vakantie en de toekenning van verlof, buiten verrekening met de vakantie.

 

Vakantie

Artikel 1.  

<vervallen>

Artikel 2.  

<vervallen>

 

Extra verlof met behoud van salaris en de toegekende salaristoelage(n)

Artikel 3.  

  • 1.

    De ambtenaar die op grond van de WAZO recht heeft op calamiteiten- en ander kort verzuimverlof heeft gedurende dit verlof aanspraak op doorbetaling van zijn salaris en de toegekende salaristoelage(n).

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid wordt verlof met behoud van salaris en de toegekende salaristoelage(n) gegeven voor het huwelijk of het registreren van het partnerschap op de dag hiervan.

  • 3.

    Behoudens in dringende gevallen moet verlof ten minste 24 uren tevoren worden aangevraagd bij het dagelijks bestuur. Indien de ambtenaar die niet vooraf een aanvraag daartoe heeft gedaan ten genoegen van het dagelijks bestuur aantoont dat hij daartoe geen gelegenheid heeft gehad en dat voor zijn afwezigheid gegronde redenen bestonden, wordt deze geacht verlof met behoud van salaris en de toegekende salaristoelage(n) te hebben genoten.

Langdurend zorgverlof

Artikel 3a  

  • 1.

    De ambtenaar die op grond van de WAZO recht heeft op langdurend zorgverlof, heeft over de uren dat hij dit verlof geniet aanspraak op doorbetaling van 50% van zijn salaris en de toegekende salaristoelage(n).

  • 2.

    Indien de ambtenaar gedurende het langdurend zorgverlof wegens ziekte niet in staat is zijn functie te vervullen, vindt geen opschorting van het langdurend zorgverlof plaats.

  • 3.

    De ambtenaar die langdurend zorgverlof geniet en langer dan 7 kalenderdagen wegens ziekte niet in staat is zijn functie te vervullen, heeft met ingang van de achtste kalenderdag aanspraak op zijn volledige salaris en de toegekende salaristoelage(n).

  • 4.

    De duur van de vakantie van de ambtenaar die langdurend zorgverlof geniet, wordt verminderd naar evenredigheid van de omvang van het langdurend zorgverlof.

  • 5.

    Indien de ambtenaar wegens ziekte niet in staat is zijn functie te vervullen en deze ziekteperiode langer duurt dan 7 kalenderdagen, wordt met ingang van de achtste kalenderdag de vermindering van de duur van de vakantie beëindigd.

  • 6.

    Vervallen (Gemeenteblad 2016, nr. 223)

  • 7.

    Vervallen (Gemeenteblad 2016, nr. 223)

 

Kortdurend zorgverlof

Artikel 3b.  

  • 1.

    De ambtenaar met een volledig dienstverband kan voor maximaal 72 uur in elke periode van 12 achtereenvolgende maanden aanspraak maken op het kortdurend zorgverlof op grond van de Wazo.

  • 2.

    Het maximum van 72 uur, als genoemd in het eerste lid, wordt voor de ambtenaar die een deeltijd dienstverband heeft naar evenredigheid verminderd.

  • 3.

    Het verlof komt voor de helft voor de rekening van de werkgever en voor de helft voor de rekening van de ambtenaar.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur bepaalt in overleg met de ambtenaar nader de wijze waarop de verrekening van het verlof met hem plaatsvindt.

 

Adoptie- en pleegzorgverlof

Artikel 3c  

  • 1.

    De ambtenaar die op grond van de WAZO recht heeft op adoptie- of pleegzorgverlof, heeft gedurende dit verlof aanspraak op doorbetaling van zijn volledige salaris en de toegekende salaristoelage(n).

  • 2.

    De WAZO-uitkering van het adoptie- of pleegzorgverlof wordt in mindering gebracht op het bedrag waarop de ambtenaar op grond van het eerste lid recht heeft.

  • 3.

    De ambtenaar is, wanneer hij recht heeft op adoptie- of pleegzorgverlof, verplicht mee te werken aan de aanvraag en de uitbetaling van de WAZO-uitkering door de gemeente bij en door het UWV.

  • 4.

    Indien als gevolg van handelingen of nalaten van handelingen door de ambtenaar de WAZO-uitkering nog niet tot uitbetaling is gekomen, vermindering ondergaat, aan de ambtenaar een boete wordt opgelegd, danwel het recht op de WAZO-uitkering geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, en dit aan zijn schuld of toedoen te wijten is, wordt de WAZO-uitkering op het salaris en de toegekende salaristoelage(n) in mindering gebracht.

  • 5.

    Het adoptie- en pleegzorgverlof schort de termijn van 6 maanden als bedoeld in artikel 52 van het Ambtenarenreglement niet op.

 

 

Artikel 3d  

<vervallen>

Artikel 3e zwangerschaps- en bevallingsverlof

  • 1.

    De vrouwelijke ambtenaar die op grond van de WAZO zwangerschaps- en bevallingsverlof geniet, heeft gedurende dit verlof aanspraak op doorbetaling van haar volledige salaris en de toegekende salaristoelage(n).

  • 2.

    De WAZO-uitkering van het zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt in mindering gebracht op het bedrag waarop de ambtenaar op grond van het eerste lid recht heeft.

  • 3.

    De ambtenaar is, wanneer zij recht heeft op zwangerschaps- en bevallingsverlof, verplicht mee te werken aan de aanvraag en de uitbetaling van de WAZO-uitkering door de veiligheidsregio bij en door het UWV.

  • 4.

    Indien als gevolg van handelingen of nalaten van handelingen door de vrouwelijke ambtenaar de WAZO-uitkering nog niet tot uitbetaling is gekomen, vermindering ondergaat, aan de ambtenaar een boete wordt opgelegd, dan wel het recht op de WAZO-uitkering geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, en dit aan haar schuld of toedoen te wijten is, wordt de WAZO-uitkering op het salaris en de toegekende salaristoelage(n) in mindering gebracht.

Artikel 4.  

  • 1.

    Indien de ambtenaar een vaste vergoeding ontvangt uit de functie waarvoor hem het in artikel 125c, tweede lid, van de Ambtenarenwet bedoelde verlof wordt verleend, wordt op zijn salaris en de toegekende salaristoelage(n) een inhouding toegepast voor de tijd dat hij het verlof geniet. Deze inhouding gaat hetgeen hij geacht kan worden te ontvangen als vergoeding voor de met het verlof overeenkomende tijd niet te boven.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan ter uitvoering van het vorige lid nadere regels vaststellen.

  • 3.

    Bij non-activiteit, bedoeld in artikel 125c, eerste lid van de Ambtenarenwet bestaat geen recht op doorbetaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) en vakantietoelage.

Artikel 5. Vakbondsverlof

  • 1.

    Voor de toepassing van dit artikel worden verstaan onder:

    • a.

      Centrales van overheidspersoneel:

      • 1.

        de Algemene Centrale van overheidspersoneel (ACOP);

      • 2.

        de Christelijke Centrale van overheids- en onderwijs personeel (CCOOP);

      • 3.

        de Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen bij overheid, onderwijs, bedrijven en instellingen (CMHF).

    • b.

      Verenigingen van ambtenaren:

      de verenigingen van ambtenaren welke zijn aangesloten bij de onder a genoemde centrales van overheidspersoneel.

  • 2.

    Tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten, wordt door het bestuur buitengewoon verlof met behoud van salaris en de toegekende salaristoelage(n) verleend aan de ambtenaar:

    • a.

      voor het bijwonen van algemene vergaderingen van verenigingen van ambtenaren of, voor zover het algemene verenigingen betreft welke ook andere groepen van ambtenaren dan personeel in dienst van de veiligheidsregio organiseren, voor het bijwonen van algemene vergaderingen van een landelijke groep van personeel in dienst van veiligheidsregio’s indien de ambtenaar lid van het hoofdbestuur, bestuurslid ener landelijke groep of afgevaardigde van een afdeling is, met dien verstande dat van elke afdeling voor iedere vijftig leden of gedeelte daarvan aan ten hoogste twee afgevaardigden tot een maximum van tien afgevaardigden, verlof wordt verleend;

    • b.

      voor het bijwonen van hoofdbestuursvergaderingen indien hij lid is van het hoofdbestuur van bondsraad- of bestuursraadvergaderingen indien hij lid is van de bonds- of bestuursraad, en van groepsraadvergaderingen indien hij lid is van een landelijke groepsraad;

    • c.

      voor het bijwonen van één algemene vergadering van de centrale organisatie waarbij de vereniging van de ambtenaar is aangesloten, indien hij als vertegenwoordiger van zijn vereniging aan die vergadering deelneemt.

  • 3.

    Tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten wordt door het bestuur aan de ambtenaar met een volledig dienstverband buitengewoon verlof met behoud van salaris en de toegekende salaristoelage(n) verleend:

    • a.

      om, indien hij daartoe door een centrale van overheidspersoneel als bedoeld in het eerste lid, onder a of door een daarbij aangesloten vereniging is aangewezen:

      • 1.

        om bestuurlijke en/of vertegenwoordigende activiteiten te ontplooien binnen die centrale of die daarbij aangesloten vereniging, onderscheidenlijk binnen het apparaat van de veiligheidsregio, welke ertoe strekken de doelstellingen van deze centrale van overheidspersoneel en/of de daarbij aangesloten vereniging te ondersteunen, het geheel voor ten hoogste 216 uren per kalenderjaar;

      • 2.

        als vakbondsconsulent, voor ten hoogste 50 uur per jaar voor een organisatie met minder dan 400 medewerkers en ten hoogste 100 voor een organisatie met meer dan 400 medewerkers;

      • 3.

        als arbeidsvoorwaardenadviseur voor ten hoogste 50 uur per jaar voor een organisatie met minder dan 400 medewerkers en ten hoogste 100 uur voor een organisatie met meer dan 400 medewerkers met dien verstande dat per vakcentrale per organisatie verlof wordt toegekend aan maximaal één arbeidsvoorwaardenadviseur.

    • b.

      voor het - op uitnodiging van een vereniging van ambtenaren - als cursist deelnemen aan een cursus welke door of ten behoeve van de leden van die vereniging van ambtenaren wordt gegeven, alles te samen voor ten hoogste 43,2 uren per twee kalenderjaren.

  • 4.

    Van het buitengewoon verlof met behoud van beloning van een ambtenaar die is aangesteld voor een formele arbeidsduur per week van minder dan 36 uur wordt het aantal uren genoemd in het derde lid onder de a en b, naar evenredigheid verminderd.

  • 5.

    Het verlof, bedoeld in het tweede en derde lid tezamen, kan voor de ambtenaar met een volledig dienstverband niet meer bedragen dan ten hoogste 244,8 uren per kalenderjaar, echter met dien verstande dat ten hoogste 316,8 uren verlof kan worden verleend aan de ambtenaar die:

    • a.

      lid is van het hoofdbestuur van een centrale van overheidspersoneel, genoemd in het eerste lid onder a , nr. 1 of 2 en/of van een vereniging van ambtenaren die rechtstreeks bij die centrale is aangesloten.

    • b.

      lid is van het centrale bestuur van de centrale genoemd in het eerste lid onder a , nr.3 en/of bestuurslid is van een sector of sectie van de centrale.

  • 6.

    Verlof, bedoeld in de vorige leden, kan slechts worden verleend aan de ambtenaar die lid is van een vereniging van ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, onder b.

  • 7.

    Tenzij andere belangen van de dienst zich daartegen verzetten, wordt aan de ambtenaar die door de vereniging van ambtenaren waarvan hij lid is, is aangewezen als lid van de commissie, bedoeld in artikel 121a, tweede lid Ambtenarenreglement, buitengewoon verlof met behoud van salaris en de toegekende salaristoelage(n) verleend voor het bijwonen van de vergadering van die commissie, alsmede voor een voorvergadering per uitgeschreven commissievergadering. Hetgeen ten aanzien van de voorvergadering is bepaald, geldt eveneens voor de ambtenaar die door de vereniging van ambtenaren waarvan hij lid is, is aangewezen als plaatsvervangend lid van de commissie bedoeld in artikel 121a, tweede lid Ambtenarenreglement.

  • 8.

    Het dagelijks bestuur kan omtrent het bepaalde in dit artikel nadere regels stellen, waarbij het te verlenen verlof, bedoeld in het tweede, derde en vijfde lid, op een lager aantal uren kan worden gesteld.

 

Onbetaald verlof

Artikel 6.  

  • 1.

    De ambtenaar die langer dan een jaar in dienst is van de veiligheidsregio kan het bestuur verzoeken hem onbetaald verlof te verlenen voor een periode van tenminste 1 maand en ten hoogste 18 maanden.

  • 2.

    De ambtenaar geniet in een periode van vijf jaar maximaal 18 maanden onbetaald verlof. Per jaar heeft de ambtenaar recht op maximaal één periode van onbetaald verlof.

  • 3.

    Het bestuur kan afwijken van de in het eerste en tweede lid gestelde voorwaarden.

  • 4.

    Het verzoek van de ambtenaar heeft betrekking op de volledige arbeidsduur of op een deel daarvan.

  • 5.

    De ambtenaar dient het verzoek tenminste drie maanden voor de gewenste ingangsdatum in. Het bestuur stelt vast hoe het verzoek wordt ingediend.

  • 6.

    Het bestuur beslist zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek. De ambtenaar ontvangt schriftelijk bericht van de beslissing van het bestuur.

  • 7.

    Indien de ambtenaar betaalde arbeid verricht over de uren dat hij onbetaald verlof geniet, kan het bestuur het verlof intrekken.

  • 8.

    Onverminderd het zevende lid kan het onbetaalde verlof niet tussentijds worden beëindigd tenzij het bestuur en de ambtenaar hiermee instemmen.

  • 9.

    Het bestuur kent een verzoek om onbetaald verlof dat betrekking heeft op een periode direct voorafgaand aan de pensionering toe, tenzij zwaarwegende dienstbelangen zich daartegen verzetten. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt het verlof verleend voor een periode van maximaal drie jaren.

  • 10.

    Gedurende de periode van onbetaald verlof bestaat geen aanspraak op salaris, uitkeringen, tegemoetkomingen, toeslagen, toelagen en (kosten)vergoedingen. Bij deeltijd verlof wordt dit naar rato vastgesteld.

  • 11.

    Tijdens onbetaald verlof behoudt de ambtenaar de tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering opgenomen in artikel 25 van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016.

  • 12.

    Tijdens de eerste drie maanden van onbetaald verlof blijft het verhaal van de pensioenpremies voor de ambtenaar en werkgever gelijk aan het bedrag dat conform het Pensioenreglement verschuldigd is. Duurt het onbetaald verlof langer dan drie maanden, dan verhaalt de werkgever met ingang van de vierde maand naast het verschuldigde werknemersdeel van de premies ook het verschuldigde werkgeversdeel van de premies op de werknemer. Bij gedeeltelijk onbetaald verlof wordt het verhaal naar rato vastgesteld.

  • 13.

    Voor de toepassing van lid 12 gelden periodes van onbetaald verlof die elkaar opvolgen binnen een periode van zes weken als één periode.

  • 14.

    De duur van de vakantie van de ambtenaar die onbetaald verlof geniet wordt verminderd naar evenredigheid van de omvang van het onbetaald verlof.

 

Aanspraken tijdens onbetaald verlof

Artikel 6a  

(vervallen per 1 juni 2023)

 

Samenloop met ziekte

Artikel 6b  

  • 1.

    Het verlof van de ambtenaar die voor een deel van zijn functie verlof zonder behoud van salaris en de toegekende salaristoelage(n) geniet en langer dan 14 kalenderdagen ziek is, eindigt met ingang van de vijftiende kalenderdag.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur kan besluiten het verlof van de ambtenaar die volledig onbetaald verlof geniet en langer dan 14 kalenderdagen ziek is, in schrijnende gevallen te beëindigen. Dit kan niet wanneer er sprake is van verlof voorafgaand aan pensionering.

 

Samenloop met zwangerschaps- en bevallingsverlof

Artikel 6c  

Het onbetaald verlof eindigt op de eerste dag van het zwangerschaps- en bevallingsverlof.

 

Aanspraken tijdens onbetaald Wazo-verlof

Artikel 6d  

  • 1.

    Tijdens onbetaald Wazo-verlof bestaat geen aanspraak op salaris, uitkeringen, tegemoetkomingen, toeslagen, toelagen en (kosten)vergoedingen.

  • 2.

    Tijdens onbetaald Wazo-verlof krijgt de ambtenaar, in afwijking van lid 1, wel de gehele tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering zoals in artikel 25 van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016.

  • 3.

    Tijdens onbetaald Wazo-verlof blijft het verhaal van de pensioenpremies voor de werknemer en de werkgever gelijk aan het bedrag dat conform het Pensioenreglement verschuldigd is.

  • 4.

    Artikel 6, lid 1 tot en met 13 geldt niet voor onbetaald Wazo-verlof.

 

Compenserend verlof voor beschikbaarheidsdiensten

Artikel 7.  

De ambtenaar, bedoeld in artikel 11 en 13 van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016, krijgt 14,4 uren bovenwettelijke vakantie-uren erbij indien regelmatig en in belangrijke mate op onregelmatige uren wordt gewerkt, respectievelijk indien de in artikel 13 van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 genoemde verplichting regelmatig en in belangrijke mate op de ambtenaar rust.

Artikel 7a.  

Vervallen per 26 juli 2007 (Gemeenteblad 2007 nr.124).

Artikel 7b.  

Vervallen per 19 mei 2011 (Gemeenteblad 2011, nr. 46).

Artikel 7c.  

Vervallen per 26 juli 2007 (Gemeenteblad 2007 nr.124).

Artikel 7d.  

Vervallen per 16 februari 2012 (Gemeenteblad 2012, nr 17).

 

Overige bepalingen

Artikel 8.  

  • 1.

    Voor zover het dienstbelang zich daar niet tegen verzet is het toegestaan op 5 en 31 december de dienst om vier uur n.m. te beëindigen.

  • 2.

    De ambtenaar wordt in de gelegenheid gesteld te voldoen aan oproepen voor bloedtransfusie, het uitoefenen van kiesrecht, alsmede te voldoen aan enige andere verplichting, door wet of overheid opgelegd, voor zover één en ander niet in vrije tijd kan geschieden.

  • 3.

    <vervallen>

 

Slotbepaling

Artikel 9.  

Deze regeling, welke kan worden aangehaald als 'Vakantie- en Verlofregeling 1971' treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 juni 2019

De secretaris,

A. Littooij

De voorzitter,

A. Aboutaleb