Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Neder-Betuwe

Beleidsnotitie Criteria nieuwe agrarische bouwpercelen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNeder-Betuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsnotitie Criteria nieuwe agrarische bouwpercelen
CiteertitelBeleidsnotitie Criteria nieuwe agrarische bouwpercelen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet ruimtelijke ordening

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-01-2009nieuwe regeling

27-11-2008

Rhenense Betuwse Courant, 14-01-2009

RAAD/08/00728

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsnotitie Criteria nieuwe agrarische bouwpercelen

De raad van de gemeente Neder-Betuwe;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, d.d. 7 oktober 2008 ;

 

gelet op het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening

 

B E S L U I T :

In te stemmen met de evaluatie beleidsnotitie ‘’Criteria nieuwe agrarische bouwpercelen’’ en de criteria nieuwe agrarische bouwpercelen 2008 vast te stellen.

 

Criteria nieuwe agrarische bouwpercelen

 

Inleiding

In de commissievergadering van 4 februari 2004 is ingestemd met het voorstel om de wijzigingsbevoegdheid voor nieuwe agrarische bouwpercelen, op plaatsen waar nog geen bebouwing aanwezig is, te schrappen. Dit om het beleid waarbij primair gebruik wordt gemaakt van bestaande bouwlocaties meer vorm en inhoud te geven. In de raadsvergadering van 4 maart is de betreffende beleidsnotitie Buitengebied vastgesteld.

Een nieuw bouwperceel op een nog maagdelijke locatie is daarmee alleen mogelijk via een planherziening. In het navolgende worden de criteria verwoord wanneer het gemeentebestuur c.q. de raad alsnog medewerking zal verlenen aan het opstarten van een dergelijke planherziening. Daarbij maakt het geen verschil of het een nieuw agrarisch bedrijf betreft of dat het gaat om een initiatief tot het verplaatsen van een bestaand agrarisch bedrijf.

 

Criteria

  • a.

    Er is aantoonbaar geen geschikte hergebruikslocatie voorhanden binnen het zoekgebied. Het zoekgebied wordt gedefinieerd als de zone binnen 1 kilometer van alle in eigendom zijnde percelen van minimaal 1,5 ha. De aanvrager dient hierbij minimaal 1 jaar actief te hebben gezocht naar een hergebruikslocatie. Dit kan door inschrijvingen of concrete zoekopdrachten bij minstens twee makelaars. Na dit jaar dient door de aanvrager in elke geval te worden overlegd welke hergebruikslocaties zijn vrijgekomen en om welke reden deze niet geschikt zijn bevonden.

  • Bij het onderbouwen van de geschiktheid door aanvrager geldt verder het volgende. Een (burger)woning zonder gronden en/of met ongeschikte bebouwing met een aankoopprijs boven de € 470.000,- wordt op voorhand als ongeschikt beschouwd. Indien er wel grond of geschikte bebouwing aanwezig zijn, kunnen echter ook duurdere locaties geschikt zijn.

  • b.

    Het dient een volwaardig bedrijf te betreffen dat ook reeds minimaal drie jaar als volwaardig bedrijf operationeel is, hetgeen middels accountantsverklaringen hard kan worden gemaakt. De advisering over de volwaardigheid wordt in handen gesteld van een onafhankelijke agrarische instantie.

  • c.

    Situering in een agrarisch komgebied is niet toegestaan. Er wordt gestreefd naar een locatie in de bestemming “agrarisch gebied”, dat wil zeggen de gebieden zonder specifieke landschappelijke en/of natuurlijke waarden. In het agrarisch oeverwalgebied zijn er evenwel mogelijkheden indien dit niet leidt tot aantasting van de aanwezige landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurlijke waarden. In het bestemmingsplan buitengebied Kesteren (1978) zijn deze gebieden globaal bestemd tot “agrarisch gebied met (hoge) landschappelijke waarden”. Bij de herziening van dit bestemmingsplan worden deze gebieden opnieuw begrensd, waarbij de vigerende bestemming een belangrijk vertrekpunt is.

  • d.

    Het dient een overwegend grondgebonden bedrijf te betreffen (geen intensieve veehouderijen). Een uitzondering hierop wordt gevormd door containerteelt, welke formeel gezien niet grondgebonden is, maar wel als een onlosmakelijk onderdeel van de boomteeltsector wordt beschouwd. Een agrarisch bouwperceel wordt alleen toegekend indien het bedrijf zich overwegend richt op teelt/produktie. Een overwegend handelsbedrijf (zowel in dieren als in planten) wordt niet beschouwd als een agrarisch bedrijf. Ondergeschikte handelsactiviteiten passen uiteraard wel binnen een agrarische bestemming.

  • e.

    De oppervlakte van het nieuwe bouwperceel wordt afgestemd op de benodigde bebouwing (concreet bouwplan) met een max. oppervlakte van 1 ha, via wijziging onder de gebruikelijke voorwaarden te vergroten tot 1,5 ha.

  • f.

    Indien een bedrijfswoning, met name voor gezinsbedrijven (niet voor het personeel), aantoonbaar noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering (op advies van een onafhankelijke agrarische adviesinstantie) kan deze worden meegenomen in de bestemmingsplanherziening.

  • g.

    Een agrarisch bouwperceel wordt uitsluitend gesitueerd aan een verharde openbare weg en is goed ontsloten.

Uitzondering

De bovenstaande criteria gelden niet allemaal indien er sprake is van een verplaatsing van een bestaand agrarisch bedrijf in het algemeen belang, bijvoorbeeld bij woningbouw- of bedrijfsterreinontwikkelingen. In dat geval wordt uitsluitend getoetst aan de criteria genoemd onder c., e. en g, waarbij maatwerk wordt geleverd. Het volwaardigheidscriterium wordt in dit geval vervangen door het criterium dat het bedrijfsmatige activiteiten dient te betreffen. Indien deze niet volwaardig zijn, wordt uitgegaan van een bouwblok op maat (conform de beleidsnotitie Buitengebied). Indien het bestaande bedrijf reeds over een bedrijfswoning beschikt, kan deze ook direct op het nieuwe bouwperceel worden mogelijk gemaakt.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 27 november 2008.

de griffier,

M.J. Ahne

de voorzitter

ir. C.W. Veerhoek